Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Bunnik

 

De raad van de gemeente Bunnik;

gelezen het voorstel van de Werkgroep BOB vergadermodel van 1 mei 2024 en zaaknummer 1291630;

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Bunnik

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • b.

    fractieassistent: persoon die werkzaamheden verricht voor één van de fracties uit de raad en door de betreffende fractie bij de griffier formeel is aangemeld als medewerker

  • c.

    gespreksleider: de voorzitter van de informatieavond;

  • d.

    griffier: griffier of diens plaatsvervanger;

  • e.

    initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

  • f.

    informatieavond: de beeldvormende vergadering van de gemeenteraad;

  • g.

    motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • h.

    Politieke avond: de oordeelsvormende vergadering van de gemeenteraad. Dit is een commissie zoals bedoeld in artikel 82 Gemeentewet;

  • i.

    subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • j.

    voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger, dan wel de voorzitter van de Politieke avond;

  • k.

    wet: Gemeentewet.

Artikel 2. Het seniorenconvent

  • 1.

    Er is een seniorenconvent dat bestaat uit de voorzitter van de raad en de fractievoorzitters.

  • 2.

    Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het seniorenconvent vervangt.

  • 3.

    Het seniorenconvent kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 4.

    Elke fractievoorzitter heeft één stem in het seniorenconvent.

  • 5.

    Het seniorenconvent besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 6.

    Het seniorenconvent doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad, de Politieke avond en de informatieavond, voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie.

Artikel 3. De agendacommissie en het vaststellen van de vergaderingen

  • 1.

    Er is een agendacommissie die bestaat uit de voorzitter van de raad of plaatsvervangend voorzitter (ad hoc) alsmede van alle in de raad vertegenwoordigde fracties een vertegenwoordiger.

  • 2.

    Ze heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen, de Politieke avond en de informatieavonden;

    • b.

      het vaststellen van de vergadercyclus van de raad, Politieke avond en informatieavond, en

    • c.

      het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet, en in het derde lid.

  • 3.

    Elke vertegenwoordiger van een fractie heeft één stem in de agendacommissie.

  • 4.

    De agendacommissie besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 5.

    In aanvulling op de Politieke avond, bedoeld in het tweede lid, onder b, wordt er een Politieke avond bijeengeroepen als ten minste twee fracties schriftelijk, met opgaaf van redenen, daarom verzoeken.

Artikel 4. De griffier

  • 1.

    De griffier is aanwezig bij raadsvergaderingen, Politieke avonden, vergaderingen van de agendacommissie en vergaderingen van het seniorenconvent. De griffier kan ook aanwezig zijn bij andere vergaderingen van de door de raad ingestelde commissies en overlegorganen.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een plaatsvervanger die door de raad is aangewezen.

  • 3.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 6. Benoeming wethouders

  • 1.

    Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de wet.

  • 3.

    De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

  • 4.

    De burgemeester kan voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht geven om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de raad. De risicoanalyse en de eindconclusie zijn niet openbaar.

Artikel 7. Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard worden bij de aanvang van de zittingsperiode als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen en bijeenkomsten algemeen

Artikel 8. Vergaderingen en bijeenkomsten

 

De vergaderwijze van de raad is gebaseerd op het model van Beeldvorming – Oordeelsvorming – Besluitvorming.

 

  • 1.

    Voor het raadswerk worden de volgende vergaderingen en bijeenkomsten onderscheiden:

    a. Informatieavond (beeldvorming)

  • b. Politieke avond (oordeelsvorming)

    c. Raadsvergadering (besluitvorming)

 

Hoofdstuk 3. Informatieavond

Artikel 9. Informatieavond

  • 1.

    In een informatieavond staat ontmoeting met inwoners en het verzamelen en delen van informatie centraal. In deze bijeenkomst worden geen standpunten ingenomen door de raadsleden en fractieassistenten.

  • 2.

    In het onderdeel ‘ontmoeting’ kunnen inwoners zelf een onderwerp onder de aandacht brengen.

  • 3.

    De agendacommissie beslist welke onderwerpen op de agenda worden geplaatst en welke vorm het beste past bij het onderwerp.

  • 4.

    De gespreksleider wordt per vergadering door de agendacommissie aangewezen. Dit kan zowel een raadslid als een fractieassistent zijn.

  • 5.

    Inwoners en andere belanghebbenden kunnen zich aanmelden om deel te nemen aan het gesprek.

Hoofdstuk 4. Politieke Avond

Paragraaf 1. Algemeen Artikel 10. Doelen en taken Politieke avond

  • 1.

    De Politieke avond is bedoeld voor de politieke oordeelsvorming.

  • 2.

    Taken:

    a. Tijdens de Politieke avond wordt de besluitvorming door de raad voorbereid.

  • b.

    Tijdens de Politieke avond wordt opiniërend debat gevoerd door de raadsleden over de politieke onderwerpen op de agenda.

  • c.

    Tijdens de Politieke avond wordt overleg gevoerd met college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen op de agenda.

Artikel 11. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1.

    Bij de Politieke Avond neemt per onderwerp één woordvoerder per fractie deel aan het debat. Dit kan zowel een raadslid als fractieassistent zijn.

  • 2.

    Bij specifieke onderwerpen kan de agendacommissie besluiten meer dan één woordvoerder per fractie deel te laten nemen aan het debat

  • 3.

    De voorzitter van een Politieke Avond is altijd een raadslid, die door de agendacommissie van te voren tot voorzitter wordt benoemd.

Artikel 12. De commissiegriffier

  • 1.

    Bij iedere Politieke avond is de griffier of diens plaatsvervanger aanwezig ter ondersteuning van de voorzitter.

  • 2.

    De plaatsvervanger wordt door de griffier aangewezen. Dit is een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3.

    De griffier kan op een Politieke Avond op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen deelnemen.

Paragraaf 2. Voorbereiding vergaderingen Artikel 13. Oproep en agenda

  • 1.

    De griffier zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de raad een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de griffier na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de raadsleden gezonden.

  • 3.

    Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 14, derde lid, van toepassing.

Artikel 14. Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep, openbaar gemaakt. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken openbaar worden gemaakt, wordt hiervan mededeling gedaan aan de raadsleden en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2.

    Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst. Andere stukken worden ter inzage gelegd in het gemeentehuis.

  • 3.

    Informatie van de gemeenteraad of aan de gemeenteraad verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier.

Artikel 15. Openbare kennisgeving

  • 1.

    Vergaderingen van de Politieke avond worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging op de website van de gemeente en door publicatie in Bunniks Nieuws.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

 

Paragraaf 3. Tijdens de vergaderingen Artikel 16. Opening vergadering en quorum

  • 1.

    Een vergadering wordt niet geopend voordat minstens de helft van de fracties vertegenwoordigd is.

  • 2.

    Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Er kunnen geen extra agendapunten worden toegevoegd aan deze vergadering, tenzij tijdens deze vergadering wel minstens de helft van de fracties vertegenwoordigd is.

Artikel 17. Advies richting besluitvorming

  • 1.

    Op de Politieke avond volgt na elk raadsagendapunt een advies aan de raad over het vervolgproces.

  • 2.

    Het advies kan zijn om:

  • a.

    het onderwerp als hamerpunt aan de raadsagenda toe te voegen;

  • b.

    het onderwerp als debatpunt aan de raadsagenda toe te voegen;

  • c.

    het onderwerp terug te verwijzen naar de agendacommissie.

    • 1.

      In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

    • 2.

      Met betrekking tot het in het tweede lid genoemde advies tot terug verwijzing naar de agendacommissie wordt er rekening gehouden met de zetelverdeling in de raad.

    • 3.

      Een advies tot debatpunt dient altijd gemotiveerd te worden.

    • 4.

      In een vergadering van de Politieke avond vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 18. Beraadslaging

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de voorzitter in overeenstemming met de woordvoerders anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Woordvoerders voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel keer een woordvoerder over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde, het stellen van een verduidelijkende vraag of een interruptie.

Artikel 19. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Anderen dan raadsleden en fractie-assistenten mogen op uitnodiging deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 20. Spreekrecht inwoners en betrokkenen

  • 1.

    Inwoners en betrokkenen kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om drie uur ’s middags op de dag van de vergadering aan de griffie onder vermelding van naam, correspondentieadres en telefoonnummer en het onderwerp waarover de inwoner het woord wenst te voeren.

  • 3.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4.

    De inspreker voert het woord, nadat de voorzitter dit heeft verleend. Elke spreker krijgt maximaal drie minuten het woord. De voorzitter staat de woordvoerders van de fracties toe aan insprekers korte, verhelderende vragen te stellen.

  • 5.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Dit wordt dan vooraf gecommuniceerd. De voorzitter kan de insprekers na afloop van de eerste termijn de gelegenheid geven om een korte reactie te geven.

Artikel 21. Handhaving orde en schorsing

  • 1.

    De voorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2.

    De voorzitter roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door de voorzitter het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan de woordvoerders voorstellen om aan één van de sprekers het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen, als deze door gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat de spreker de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter deze spreker te verwijderen. Bij herhaling van dit gedrag kan de spreker bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 22. Voorstellen van orde

De woordvoerders van de fracties kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. Hier wordt terstond over beslist.

Artikel 23. Verslag

  • 1.

    De aanwezige griffier draagt zorg voor een kort verslag van vergaderingen.

  • 2.

    Uit een verslag blijkt in ieder geval:

  • a.

    de namen van de voorzitter, de griffier, de portefeuillehouders en de raadsleden en fractie-assistenten die als woordvoerders optreden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

  • b.

    een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • c.

    een samenvatting van het advies aan de raad met vermelding van de namen van de woordvoerders die het advies aan de raad hebben uitgebracht

  • d.

    bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 19 door de Politieke avond is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

    • 1.

      Het verslag wordt vastgesteld bij de eerstvolgende reguliere Politieke avond en wordt gepubliceerd op de openbare website, tenzij het een verslag over een besloten vergadering betreft.

Paragraaf 4. Besloten vergaderingen

 

Artikel 24. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

  • 1.

    Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

  • 2.

    Tevens is het protocol geheimhouding, beslotenheid en vertrouwelijkheid van toepassing op besloten vergaderingen.

Paragraaf 5. Toehoorders en pers

 

Artikel 25. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hun verboden.

  • 3.

    De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 26. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 5. Raadsvergadering

Paragraaf 1. Voorbereiding vergadering Artikel 27. Oproep en agenda

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste 7 dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 3.

    Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 9, derde lid, van toepassing.

  • 4.

    De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 28. Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2.

    Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3.

    Stukken waaromtrent op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 29. Openbare kennisgeving

  • 1.

    Raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in een plaatselijk huis-aan-huisblad.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Paragraaf 2. Ter vergadering Artikel 30. Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst, die aan het einde van elke raadsvergadering door de voorzitter en de griffier door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 31. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Raadsleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend ten aanzien van de beraadslaging daarover.

  • 5.

    Bij de bepaling hoeveel keer een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 32. Deelname aan de beraadslagingen door anderen

Onverminderd artikel 21, eerste en tweede lid, van de wet, kan de raad besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 33. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Stemmingen Artikel 34. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 35. Beslissing

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 36. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich overeenkomstig artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming te hebben onthouden.

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid en verloopt verder naar de volgorde van de presentielijst op alfabetische volgorde.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, hun stem uit door zich 'voor' of 'tegen' te verklaren, zonder enige toevoeging.

  • 6.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee en doet daarbij mededeling van het genomen besluit.

Artikel 37. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als op een aanhangig voorstel amendementen zijn ingediend, wordt eerst over die amendementen gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op eenzelfde gedeelte van een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie. De raad kan besluiten van deze volgorde af te wijken.

Artikel 38. Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken Artikel 39. Verslag en besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Uit een verslag blijkt in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de sprekers;

    • e.

      een overzicht van het verloop van elke stemming met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de wet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • f.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • g.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 13 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen;

    • h.

      de toezeggingen van het college en de burgemeester.

  • 3.

    Een conceptverslag wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft.

  • 4.

    Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de voorzitter en griffier.

  • 5.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 6.

    Elektronisch beschikbare verslagen en besluitenlijsten worden op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 40. Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden wordt toegezonden en ter inzage wordt gelegd.

  • 2.

    Na de vaststelling van het verslag stelt de raad op voorstel van de agendacommissie, of in geval van onverwijlde spoed de griffier, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Paragraaf 5. Besloten vergaderingen Artikel 41. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Tevens is het protocol geheimhouding, beslotenheid en vertrouwelijkheid van toepassing op besloten vergaderingen.

Artikel 42. Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2.

    Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden.

  • 3.

    De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Paragraaf 6. Toehoorders en pers Artikel 43. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 44. Geluids- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 6. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 45. Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 3.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 46. Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 47. Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

  • 2.

    Het college kan binnen 14 dagen nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen.

  • 3.

    Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 48. Collegevoorstel

  • 1.

    Een collegevoorstel aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, wordt niet ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Als de raad van oordeel is dat het nodig is een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug te zenden aan het college, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 49. Interpellatie

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3.

    Over verzoeken die ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering zijn ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4.

    De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 50. Schriftelijke vragen

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier, waarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording gebeurt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen 28 dagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 4.

    Vragen die ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering zijn ingediend worden mondeling beantwoord in de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.

  • 5.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door de griffier aan de raadsleden toegezonden.

  • 6.

    De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 51. Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de wet schriftelijk in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen veertien dagen nadat het verzoek is ingediend.

Artikel 52. Vragenronde

  • 1.

    Na de debatpunten is er in de raadsvergadering ruimte voor een vragenronde, tenzij bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan de agendacommissie bepalen dat de vragenronde op een ander tijdstip wordt gehouden.

  • 2.

    Raadsleden die tijdens de vragenronde vragen willen stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp en de vragen ten minste 32 uur voor aanvang van de raadsvergadering bij de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens de vragenronde aan de orde worden gesteld alsmede de spreektijd voor de vragensteller, de overige raadsleden, het college en de burgemeester.

  • 4.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven. Na de beantwoording daarvan krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 5.

    De voorzitter kan aan andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 6.

    Tijdens de vragenronde worden geen moties ingediend en geen interrupties toegelaten.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 53. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 54. Intrekking oude reglement

Het Reglement van orde van de gemeenteraad van Bunnik 2022 wordt ingetrokken.

Het Reglement van het Open Huis van de gemeenteraad van Bunnik 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 55. Inwerktreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op de dag na bekendmaking daarvan.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Bunnik.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 juli 2024

 

De voorzitter,

 

R. van Bennekom

 

De griffier,

 

F. van der Lubbe

 

 

Naar boven