Gemeenteblad van Tiel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tiel | Gemeenteblad 2024, 305276 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tiel | Gemeenteblad 2024, 305276 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling Werkzaak Rivierenland
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Buren, Culemborg, Maasdriel, Neder-Betuwe, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal en Zaltbommel,
gezien het besluit van de onderscheiden gemeenteraden waarbij toestemming is verleend voor het wijzigen van deze regeling;
gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Hoofdstuk I: algemene bepalingen
De regeling is getroffen voor gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemers in het kader van het streven naar een zo hoog mogelijke arbeidsparticipatie van de inwoners van de gemeenten waartoe de deelnemers behoren en, indien nodig, het verstrekken van uitkeringen aan deze doelgroep voor de kosten van levensonderhoud.
De deelnemers achten het ook hun belang de taken die zij als gevolg van de in artikel 4 genoemde regelgeving moeten uitvoeren zo efficiënt en effectief mogelijk in te richten. Daarom streven zij ernaar hun beleid en verordeningen, die zij als gevolg van de invoering van die regelgeving zullen vaststellen, zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen, tenzij het bevoegde bestuursorgaan op grond van politiek-bestuurlijke overwegingen anders beslist.
De deelnemers dragen aan het openbaar lichaam over: de uitvoering van alle taakonderdelen van de Participatiewet (inclusief de individuele studietoeslag en de bijzondere bijstand voor levensonderhoud), het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet sociale werkvoorziening en de SUWI-wet.
Voorts is het openbaar lichaam belast met:
het oprichten, exploiteren en in stand houden van activiteiten voor industriële werkzaamheden, facilitaire dienstverlening, detacheringen en trajectbegeleiding, gericht op het behouden dan wel bevorderen van de arbeidsbekwaamheid van de cliënt, mede met het oog op het kunnen gaan verrichten van arbeid onder normale omstandigheden.
De taak genoemd in het eerste lid wordt door het openbaar lichaam niet volledig uitgevoerd voor de gemeenten Buren, Neder-Betuwe en West Maas en Waal. Voor Buren en Neder-Betuwe wordt alleen de taak Wet sociale werkvoorziening uitgevoerd en voor West Maas en Waal alle taken behalve de Wet sociale werkvoorziening.
Artikel 5 - Overige taken (pluspakket)
Ter behartiging van het belang genoemd in artikel 3 kan een deelnemer, na voorafgaande toestemming van de overige deelnemers, één of meer van de volgende taken onderbrengen bij het openbaar lichaam: - de uitvoering van schuldhulpverlening; - de voorbereiding van beleid en verordeningen op het terrein van schuldhulpverlening; - de uitvoering van minimaregelingen; - de uitvoering van bijzondere bijstand; - de voorbereiding van beleid en verordeningen op het terrein van minimaregelingen en bijzondere bijstand;- de uitvoering van de niet op toeleiding naar werk gerichte begeleiding van werkzoekenden uit klantgroep 4.
Hoofdstuk II: bestuursbepalingen
Paragraaf 2 – Algemeen bestuur
Een lid van het algemeen bestuur neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.
Het algemeen bestuur legt naast de verplichte besluiten die in de WGR of in deze regeling worden genoemd, de besluiten die een aanzienlijk politiek of financieel belang hebben voor de deelnemers ter zienswijze voor aan de gemeenteraden en algemeen besturen van de deelnemers. Hiervoor geldt een termijn van acht weken.
Het algemeen bestuur stelt in een verordening vast ten aanzien van welke besluiten ingezetenen van de deelnemende gemeenten en andere belanghebbenden bij de taakuitvoering door Werkzaak Rivierenland betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid op grond van deze regeling en de wijze waarop participatie plaatsvindt. Het algemeen bestuur kan in de verordening bepalen dat een andere procedure dan bedoeld in afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht wordt gevolgd.
Paragraaf 8 – inlichtingen, informatie, verantwoording en ontslag
Artikel 24 – Inlichtingen en verantwoording door (leden) dagelijks bestuur
De leden van het dagelijks bestuur geven, tezamen dan wel afzonderlijk, ongevraagd aan het algemeen bestuur alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig zijn, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 25 – Recht van onderzoek en rekenkameronderzoek
De raden van de gemeenten kunnen gezamenlijk op voorstel van een van hen een onderzoek instellen naar het gevoerde bestuur en voor dat doeleinde een onderzoekscommissie instellen. De artikelen 155g en 155h van de Gemeentewet zijn van toepassing. Een en ander onverminderd de bevoegdheid van de rekenkamers van gemeentes op grond van artikel 184 Gemeentewet.
Artikel 27 – Bezoldiging en rechtspositie
Op de medewerkers in dienst in een dienstbetrekking conform artikel 2, eerste lid van de Wet sociale werkvoorziening zijn de arbeidsvoorwaarden van de Collectieve arbeidsovereenkomst sociale werkvoorziening van toepassing alsmede de door het dagelijks bestuur vast te stellen algemene voorschriften en bepalingen geldende voor deze medewerkers.
Hoofdstuk V: financiële bepalingen
Tot de grondslag van het financiële beheer van het openbaar lichaam strekt een jaarlijkse begroting van inkomsten en uitgaven, die telkens uiterlijk 15 september van het jaar, voorafgaande aan het kalenderjaar waar zij voor geldt, door het algemeen bestuur wordt vastgesteld en zo nodig in de loop van het kalenderjaar kan worden gewijzigd.
Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting tenminste twaalf weken voordat deze ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt aangeboden maar uiterlijk 15 april, toe aan de raden van de deelnemers. Deze raden worden in de gelegenheid gesteld bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren te brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Tot de grondslag van het financiële beheer van het openbaar lichaam strekt een jaarlijkse jaarrekening, die telkens uiterlijk 14 juli van het jaar, volgend op het kalenderjaar waar zij voor geldt, door het algemeen bestuur wordt vastgesteld. De rekening moet zijn vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de betrouwbaarheid van de jaarrekening ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundigen en van hetgeen het dagelijks bestuur voor zijn verantwoordingstaak verder dienstig acht.
Het dagelijks bestuur zendt de voorlopige jaarrekening voor 30 april, toe aan de raden van de deelnemers. Deze raden worden in de gelegenheid gesteld bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de voorlopige jaarrekening naar voren te brengen. De termijn hiervoor is acht weken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de voorlopige jaarrekening, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Een batig of nadelig saldo op de specifieke uitkeringen met een specifieke bestedingsverplichting zal worden toegevoegd of onttrokken aan een daarvoor gecreëerde reserve/voorziening. Het overige batige of nadelige saldo zal aan de gemeenten worden uitgekeerd of in rekening worden gebracht, conform de verdeelsleutels, zoals bepaald in artikel 32.
In de begroting staat welke bijdrage elke gemeente verschuldigd is ter dekking van alle kosten van het openbaar lichaam. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de deelnemers er steeds zorg voor zullen dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen
Voor de financiering van de niet Wsw gerelateerde taken geldt het volgende:
de bijdrage per deelnemer wordt als volgt vastgesteld:
Het verschil tussen de begroting en de inbreng vanuit specifieke budgetten en de aan de Participatiewet toe te rekenen middelen in het gemeentefonds wordt verdeeld naar rato van het aantal cliënten. Het aantal cliënten wordt berekend door het aantal bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies bij elkaar op te tellen (stand septembercirculaire gemeentefonds).
Hoofdstuk VIII: toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Het algemeen bestuur stelt een voorstel op voor de financiële, personele en overige gevolgen van de voorgenomen uittreding voor Werkzaak Rivierenland. Het college dat voornemens is uit te treden neemt op basis van het voorstel, bedoeld in het vierde lid, een definitief besluit, onverminderd het bepaalde in artikel 1, tweede en derde lid, van de wet. De kosten voor het maken van het voorstel komen voor rekening van het college dat voornemens is uit te treden.
Ten behoeve van het voorstel voor de financiële, personele en overige gevolgen, bedoeld in het vorige lid, schrijven wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een de genoemde gevolgen in kaart te brengen. De opdracht wordt verstrekt door het dagelijks bestuur. Voorafgaand aan de opdrachtverstrekking wordt de uitredende deelnemer in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de opdracht.
Het voorstel bedoeld in het vierde lid wordt definitief vastgesteld door het algemeen bestuur nadat de uittredende deelnemer in de gelegenheid is gesteld een zienswijze te geven. Voor de zienswijze geldt een termijn van acht weken voor vaststelling. Alsdan zijn de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen bindend. Het definitieve voorstel wordt vastgesteld uiterlijk acht kalendermaanden nadat de deelnemer zijn voornemen tot uittreding overeenkomstig het vorige lid bekend heeft gemaakt.
Het voorstel bedoeld in het vierde en zesde lid vermeldt de verdeling van desintegratiekosten en frictiekosten. Financieel uitgangspunt voor de bepaling van kosten en prijzen vormt de meest recente vastgestelde jaarrekening op dat moment. Bij de verdeling komen in ieder geval, maar niet uitsluitend, de volgende aspecten aan de orde:
Nadat het voorstel overeenkomstig het zesde lid is vastgesteld is de uittredende deelnemer gehouden om binnen zes maanden de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen aan Werkzaak Rivierenland te voldoen. Werkzaak Rivierenland stelt de uittredende deelnemer desgewenst in de gelegenheid door de overname van personeel, materieel, activa, passiva de hoogte van de desintegratiekosten te verminderen.
Het algemeen bestuur stelt, nadat hij de bestuursorganen van de deelnemers om zienswijzen heeft gevraagd, een liquidatieplan vast en regelt de vereffening van het vermogen. Het liquidatieplan voorziet in ieder geval in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.
Deze regeling wordt op verzoek van drie of meer van de gemeentes geëvalueerd, met dien verstande dat evaluatie niet vaker plaatsvindt dan eens in de drie jaar. Het algemeen bestuur beslist over de evaluatiecriteria en legt deze ter zienswijze voor aan de raden van de gemeenten. Voor de zienswijze geldt een termijn van acht weken. Het algemeen bestuur beslist over inhoud, proces en werkwijze van een evaluatie.
Aldus vastgesteld door:
Het college van burgemeester en wethouders van Buren op 24 juni 2024;
Het college van burgemeester en wethouders van Culemborg 2 juli 2024;
Het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel op 20 juni 2024;
Het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe op 13 juni 2024;
Het college van burgemeester en wethouders van Tiel op 24 juni 2024;
Het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe op 24 juni 2024;
Het college van burgemeester en wethouders van West Maas en Waal op 30 mei 2024;
Het College van burgemeester en wethouders van Zaltbommel op 25 juni 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-305276.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.