Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
|
Artikel 2.1 Definities
|
|
Definities
|
|
|
2.1.1
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.1.2
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.1.3
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.3.1
|
Binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
2.1.3.2
|
Binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
|
2.1.3.3
|
Buitenplanse omgevingsplanactiviteit: a. een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of b. een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
2.1.3.4
|
Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarop artikel 1 onder t van de legesverordening van toepassing is.
|
|
|
2.1.3.5
|
Bouwactiviteit: Behoudens de artikelen 2.5 en 2.6 wordt onder bouwactiviteit in de legesverordening zowel de bouwtechnische als het ruimtelijke activiteit verstaan.
|
|
|
2.1.3.6
|
Verkennen en begeleiden van initiatieven (vooroverleg): Initiatiefnemers kunnen hun initiatief bespreken met en laten beoordelen door het bevoegd gezag, vóórdat zij een aanvraag indienen. Het proces start met een toets of het initiatief past in het omgevingsplan. Past het niet in het omgevingsplan, dan kan het initiatief worden voorgelegd aan de intaketafel, waarin de gemeente beoordeelt of het initiatief geschikt is om te bespreken aan de omgevingstafel.
|
|
|
2.1.3.7
|
Initiatief: Het verzoek om een idee of plan te bekijken, dat gaat over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Het verzoek wordt ingediend voor de formele vergunningaanvraag.
|
|
|
2.1.3.8
|
Omgevingstafel: De omgevingstafel is een onderdeel van het verkennen en begeleiden van initiatieven (vooroverleg), dat zich afspeelt voor de formele aanvraag wordt ingediend. Aan tafel zitten onder andere gemeentelijke adviseurs en ketenpartners die de aanvraag beoordelen op wenselijkheid en haalbaarheid.
|
|
|
2.1.4
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567. De bouwkosten worden berekend over elk geheel bedrag van € 100,00.
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
het verkennen en begeleiden van initiatieven (vooroverleg);
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
|
|
|
2.3.1
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.3.2
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
2.3.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
2.3.4
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
2.3.5
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
2.3.6
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Paragraaf 2.2 Vooroverleg
|
Artikel 2.4 Verkennen en begeleiden van initiatieven
|
|
|
|
|
2.4.1
|
Als het verzoek betrekking heeft op de beoordeling van een initiatief, waarbij gekeken wordt of het past in het omgevingsplan, bedraagt het tarief: a. Wanneer uit de beoordeling blijkt dat het initiatief vergunningsvrij is en er ook geen meldings- en informatieplichtvrij geldt, worden er geen leges geheven.
|
€ 100,00
|
|
2.4.2
|
Voor een initiatief dat één of meer keer wordt besproken op de omgevingstafel, bedraagt het tarief: a. Voor een initiatief waarbij het verzoek is ingediend voor 1 april 2024 wordt geen leges geheven
|
€ 750,00
|
|
2.4.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een initiatief voor zover het enkel betreft beoordeling aan welstandsvoorschriften en/of cultuurhistorievoorschriften:
|
€ 93,55
|
|
2.4.3.1
|
Als naar aanleiding van de eerdere beoordeling van het initiatief als bedoeld in lid 3, een aangepast plan wordt ingediend, bedraagt de leges
|
€ 46,75
|
|
2.4.3.2
|
mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan:
|
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
over het deel van de bouwkosten tot € 12.500.000,00
|
|
0,500%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 180,00
|
|
b.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf €12.500.000,00 tot € 21.000.000,00
|
|
0,300%
|
|
van de bouwkosten;
|
|
|
c.
|
over het deel van de bouwkosten boven € 21.000.000,00
|
|
0,100%
|
|
van de bouwkosten;
|
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
2.6
|
|
|
|
2.6.1.1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
over het deel van de bouwkosten tot € 12.500.000,00
|
|
2,200%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 180,00
|
|
b.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf €12.500.000,00 tot € 21.000.000,00
|
|
1,500%
|
|
van de bouwkosten;
|
|
|
c.
|
over het deel van de bouwkosten boven € 21.000.000,00
|
|
0,500%
|
|
van de bouwkosten.
|
|
|
2.6.1.2.
|
Als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, wordt het bedrag in artikel 2.6.1.1 verhoogd met:
|
€ 750,00
|
|
2.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.6.1.1 en daarbij moet worden beoordeeld of de activiteit kan worden toegestaan via een buitenplanse omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in artikel 2.6.1.1
|
|
|
a.
|
indien onderdelen 1 t/m 7 van artikel 1 onder t van de legesverordening wordt toegepast, mits het aantal woningen niet toeneemt:
|
€ 260,25
|
|
|
NB Als door deze toepassing een gezinswoning wordt gebruikt als kamergewijs bewoond pand, geldt dit niet als toename van een woning.
|
|
|
b.
|
indien onderdeel 8 van artikel 1 onder t van de legesverordening wordt toegepast:
|
€ 814,80
|
|
c.
|
indien onderdelen 9 en 10 van artikel 1 onder t van de legesverordening wordt toegepast, mits het aantal woningen niet toeneemt:
|
|
|
|
een startbedrag van:
|
€ 910,75
|
|
|
vermeerderd met een bedrag van:
|
€ 5,20
|
|
|
per vierkante meter bruto-vloeroppervlak-te over de vierkante meters boven 250 m2 bruto-vloeroppervlakte,
|
|
|
|
met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:
|
€ 21.197,85
|
|
d.
|
indien onderdeel 9 en 10 van artikel 1 onder t van de legesverordening wordt toegepast, waarbij sprake is van een toename van het aantal woningen:
|
|
|
|
een startbedrag van :
|
€ 5.299,45
|
|
|
als de aanvraag betrekking heeft op een toename met 1 woning,
|
|
|
|
NB Als door deze toepassing een gezinswoning wordt gebruikt als kamergewijs bewoond pand, geldt dit niet als toename van een woning.
|
|
|
|
vermeerderd met een opslag per woning van: voor de woningen 2 t/m 9
|
€ 1.987,30
|
|
e.
|
indien onderdeel 11 van artikel 1 onder t van de legesverordening wordt toegepast met betrekking tot bouwwerken, geldt het tarief als bedoeld onder 2.6.2 onder c en/of 2.6.2 onder d
|
|
|
|
met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:
|
€ 1.987,30
|
|
f.
|
indien sprake is van een initiatief Tijdelijk Anders Gebruiken (TAG), geldt 50% van het tarief als bedoeld onder 2.6.2 onder c, 2.2.6. onder d en 2.6.2. onder e
|
|
|
|
met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:
|
€ 1.987,30
|
|
g.
|
indien onderdeel 11 van artikel 1 onder t van de legesverordening met betrekking tot terreinen wordt toegepast, waarop 2.6.2 onder a t/m f niet van toepassing is:
|
|
|
|
een startbedrag van:
|
€ 662,40
|
|
|
vermeerderd met een bedrag van:
|
€ 1,30
|
|
|
per vierkante meter over de vierkante meters boven 250 m2 terreinoppervlakte
|
|
|
|
met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:
|
€ 1.987,30
|
|
h.
|
Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, anders dan artikel 2.6.2 onder a t/m g bedraagt het tarief:
|
€ 21.197,85
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse of buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
1,200%
|
|
van de sloopkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 58,00
|
|
|
en een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 8.329,25
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a en b. van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk beschermd monument, identiteitsbepalend object, stadsbeeld, stadsbeeldobject, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument, of Rijksmonument bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de artikelen 14,17 en 22 van de Erfgoedverordening Nijmegen [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
|
1.
|
Van de kosten (exclusief omzet belasting) berekend over elk geheel bedrag van € 100,00
|
|
0,240%
|
|
met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 58,00
|
|
|
en een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 8.179,70
|
|
2.
|
Voor het slopen van een monument of een voorbeschermd monument: van de sloopkosten berekend over elk heel bedrag van € 100,00
|
|
1,200%
|
|
met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 58,00
|
|
|
en een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 8.179,70
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen dan wel voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht
|
|
0,240%
|
|
Van de kosten (exclusief omzetbelasting) berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met
|
|
|
|
een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 58,00
|
|
|
en een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 8.179,70
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
|
|
2.10.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 22 van de Erfgoedverordening Nijmegen 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
1,200%
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
|
1,200%
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
1,200%
|
|
Voor het genoemde a,b en c van de sloopkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 58,00
|
|
|
En een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 8.179,70
|
|
2.10.2
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.024,00
|
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.024,00
|
|
b.
|
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.500,00
|
|
c.
|
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.200,00
|
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.024,00
|
|
b.
|
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.500,00
|
|
c.
|
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.200,00
|
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.024,00
|
|
b.
|
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.500,00
|
|
c.
|
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.200,00
|
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.024,00
|
|
b.
|
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.500,00
|
|
c.
|
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.200,00
|
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
|
2.17.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.024,00
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.024,00
|
|
b.
|
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.500,00
|
|
c.
|
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.200,00
|
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.024,00
|
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
2.20.1
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
|
2.20.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: procedure omgevingsvergunning voor overschrijden van de standaardwaarde geluid
|
|
|
|
|
a.
|
Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning mede betrekking heeft op een aanvraag tot het overschrijden van de standaardwaarde geluid, bedraagt het tarief:
|
€ 5.654,30
|
|
b.
|
Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning mede betrekking heeft op een aanvraag tot het overschrijden van de standaardwaarde geluid, zonder dat de gemeente het hiervoor benodigde akoestisch onderzoek uitvoert, bedraagt het tarief:
|
€ 2.415,80
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 780,60
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 615,30
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 780,60
|
|
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:
|
€ 780,60
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 780,60
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 780,60
|
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 59,20
|
|
|
vermeerderd met een opslag vanaf de tweede boom per boom van:
|
€ 14,75
|
|
|
met een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 211,10
|
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 195,15
|
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€ 195,15
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
|
a.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 200,00
|
|
b.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 200,00
|
|
2.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, indien dit een kleine afwijking betreft die voldoet aan de definitie van artikel 1 onder t van de legesverordening, zijn de tarieven van artikel 2.6.2 van overeenkomstige toepassing.
|
|
|
3.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, anders dan artikel 2.34, onderdeel b, onder 2:
|
€ 21.197,85
|
|
4.
|
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:
|
€ 200,00
|
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
|
|
1.
|
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
2.
|
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
3.
|
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
|
|
|
4.
|
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
|
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.288,00
|
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.288,00
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
2.36.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.288,00
|
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
|
|
2.37.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.288,00
|
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
|
|
2.38.1
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: een bouwactiviteit, een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, een milieubelastende activiteit of een andere activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 1.288,00
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn geldt het tarief als bedoeld onder artikel 2.5 met een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 300,00
|
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
|
2.40
|
|
|
|
2.40.1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
2.40.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: uitgezonderd het gesteld in lid 1
|
|
|
|
indien het betreft de activiteit bouwen (bouwtechnisch deel):
|
|
0,500%
|
|
van de meerdere bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 180,00
|
|
|
indien het andere activiteiten betreft (ruimtelijk deel):
|
|
2,200%
|
|
van de meerdere bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00
|
|
|
|
met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 58,00
|
|
|
indien de wijziging plaatsvindt in verband met (pre)mediation op initiatief van het bevoegd gezag van de voor die activiteiten verschuldigde leges:
|
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 21.197,85
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
Het uurtarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 100,00
|
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
|
10,000%
|
|
met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 150,00
|
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 1.500,00
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 1.500,00
|
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 1.500,00
|
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 378,50
|
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 509,00
|
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 500,00
|
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 500,00
|
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 500,00
|
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 500,00
|
|
g.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 500,00
|
|
Artikel 2.50 Advies
|
|
|
|
|
2.50.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
gereserveerd
|
|
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit Nijmegen] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:
|
|
0,360%
|
|
van de bouwkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00, met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 58,00
|
|
|
en een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 10.876,35
|
|
c.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.50.2
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.51 Instemming
|
|
|
|
|
2.51.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
a.
|
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
2.51.2
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingstafeloverleg
|
|
|
|
|
2.52.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingstafeloverleg als bedoeld in artikel 2.4 lid 2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
|
100,000%
|
|
van de voor het omgevingstafeloverleg geheven leges.
|
|
|
2.52.2
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
a.
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingstafeloverleg betrekking had;
|
|
|
b.
|
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingstafeloverleg; en
|
|
|
c.
|
binnen zes maanden na het laatste omgevingstafeloverleg of, als het omgevingstafeloverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
2.52.3
|
Indien de verschuldigde leges minder bedraagt dan het bedrag als bedoeld in het eerste lid 1 van dit artikel, wordt dat lagere bedrag in mindering gebracht.
|
|
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
|
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met inachtneming van a en b:
|
|
100,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
a.
|
Met een minimum te betalen bedrag per vergunningsvrije bouwactiviteit van:
|
€ 176,60
|
|
b.
|
Voor de activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.7, 2.8, 2.26 en 2.31, blijft een minimum te betalen bedrag verschuldigd van:
|
€ 58,00
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift verder buiten behandeling wordt gelaten
|
a.
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
|
50,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
|
Met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 100,15
|
|
|
Met een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 18.072,95
|
|
b.
|
Indien de aanvraag ziet op een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit handelen in strijd met een activiteit als bedoeld in de artikelen 2.6.2, 2.27, en 2.30, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
75,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
|
Met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 100,15
|
|
|
Met een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 18.072,95
|
|
c.
|
Voor de activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.7, 2.8, 2.26 en 2.31 bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
100,000%
|
|
Waarbij een minimum te betalen bedrag verschuldigd blijft van:
|
€ 58,00
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen acht weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
50,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges:
|
|
|
|
Met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 100,15
|
|
|
Met een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 18.072,95
|
|
b.
|
Indien de aanvraag ziet op een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit handelen in strijd met een activiteit als bedoeld in de artikelen 2.6.2, 2.27 en 2.30 bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
75,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges:
|
|
|
|
Met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 100,15
|
|
|
Met een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 18.072,95
|
|
c.
|
Voor de activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.7, 2.8, 2.26 en 2.31 bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
100,000%
|
|
Waarbij een minimum te betalen bedrag verschuldigd blijft van:
|
€ 58,00
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen veertien weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
50,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges:
|
|
|
|
Met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 100,15
|
|
|
Met een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 18.072,95
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
25,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
25,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
Indien de aanvraag ziet op een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit handelen in strijd met een activiteit als bedoeld in de artikelen 2.6.2, 2.27, en 2.30, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
75,000%
|
|
Met een minimum te betalen bedrag van:
|
€ 100,15
|
|
|
Met een maximum te betalen bedrag van:
|
€ 18.072,95
|
|
c.
|
Voor de activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.7, 2.8, 2.26 en 2.31 bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
100,000%
|
|
Waarbij een minimum te betalen bedrag verschuldigd blijft van:
|
€ 58,00
|
|
d.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
Artikel 2.62 Lagere bouwkosten
|
|
Als achteraf bij gereedmelding van het bouwwerk blijkt dat de werkelijke bouwkosten lager zijn, vindt op aanvraag van de vergunninghouder teruggaaf van teveel betaalde leges plaats. Teruggaaf vindt niet plaats als de verleende vergunning betrekking heeft op legalisatie achteraf van een zonder vergunning gebouwd bouwwerk. In dat geval gelden als bouwkosten de geraamde bouwkosten naar het prijspeil ten tijde van indiening van de aanvraag.
|
|
|