Wijziging Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de directeur Sport, Onderwijs en Cultuur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 2 juli 2024, kenmerk M2405-4005;

 

gelet op de artikelen 3, derde lid, 4 tweede lid en 7, derde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

overwegende, dat het wenselijk is de subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2024 te wijzigen met het oog op:

  • -

    het bereiken van meer Rotterdamse doelgroeppeuters en in het bijzonder doelgroeppeuters in de gebieden van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid;

  • -

    het vaststellen van nieuwe subsidietarieven; en

  • -

    de inzet van middelen uit de specifieke uitkering ten behoeve van het uitvoeren van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (Regeling kansrijke wijk);

besluit:

Artikel I  

De subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2024 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:

  • -

    NPRZ-gebied: de gebieden Charlois, Feijenoord en IJsselmonde, bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de wijkraden 2022, waar het Nationaal Programma Rotterdam Zuid wordt uitgevoerd;

B

Aan artikel 3 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd:

  • h.

    het implementeren van gratis ve in NPRZ-gebied voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum;

  • i.

    het uitvoeren van een samenspeelgroep;

  • j.

    het uitvoeren van een ve-programma peuteropvang in een groep waarin ten hoogste 8 peuters tegelijk aanwezig kunnen zijn.

C

Aan artikel 5, tweede lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd:

  • j.

    de eenmalige kosten voor het implementeren van gratis ve in NPRZ-gebied voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum;

  • k.

    de kosten voor het uitvoeren van een samenspeelgroep;

  • l.

    de gemaakte accountantskosten ten behoeve van de verantwoording van de op grond van deze regeling ontvangen subsidie.

D

Artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel a wordt ‘€ 90.350’ vervangen door ‘€ 97.425’.

  • 2.

    In onderdeel b wordt ‘€ 67.750’ vervangen door ‘€ 73.070’.

  • 3.

    In onderdeel e wordt ‘€ 400’ vervangen door ‘€ 435’.

  • 4.

    In onderdeel h wordt ‘€ 9.500’ vervangen door ‘€ 10.300’.

  • 5.

    In onderdeel i wordt ‘€ 800’ vervangen door ‘€ 870’.

  • 6.

    In onderdeel i, nummer 1, wordt ‘€ 8 000’ vervangen door ‘€ 8.700’.

  • 7.

    In onderdeel i, nummer 2, wordt ‘€ 800’ vervangen door ‘€ 870’.

  • 8.

    In onderdeel i, nummer 3, wordt ‘€ 12.800’ vervangen door ‘€ 13.900’.

  • 9.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k, door een puntkomma, worden de volgende onderdelen toegevoegd:

    • l.

      € 2.500 per houder die met subsidie van het college ve uitvoert in NPRZ-gebied en € 50 per doelgroeppeuter met de indicatie Extra spelen en leren in NPRZ-gebied volgens opgave van de houder in de eerste telweek van de eerste tussenrapportage 2024 voor de kosten, bedoeld in artikel 5, onderdeel j;

    • m.

      € 12.000 voor de kosten van de samenspeelgroep, bedoeld in artikel 5, onderdeel k;

    • n.

      € 72.175 per groep voor de kosten, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdelen a, f en g, voor zover die activiteiten 16 uur per week worden uitgevoerd in de groep als bedoeld in artikel 3, onderdeel j.

E

In artikel 7, eerste lid, wordt ‘€ 49.000.000’ vervangen door ‘€ 50.100.000’ en wordt na ‘omvat mede’ ingevoegd ‘middelen uit de specifieke uitkering ten behoeve van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, bedoeld in de Regeling Kansrijke wijk’.

 

F

Artikel 11, zevende lid, komt te luiden:

  • 7.

    De houder bepaalt de volgorde van plaatsing van peuters op de ve-groep en heeft daarbij een inspanningsverplichting om doelgroeppeuters met voorrang te plaatsen.

G

In artikel 15 wordt, onder vernummering van het vijfde tot en met het elfde lid tot zesde tot en met twaalfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 5.

    Met ingang van 1 augustus 2024 brengt de houder geen ouderbijdrage in rekening voor de deelname van de doelgroeppeuter met de indicatie Extra spelen en leren aan het ve-programma peuteropvang, bedoeld in artikel 13, onderdelen b en c, dan wel het ve-programma dagopvang, bedoeld in artikel 14, onderdelen b en c, als aan de volgende eisen wordt voldaan:

    • a.

      het ve-programma wordt uitgevoerd met subsidie van het college in een kindercentrum gevestigd in NPRZ-gebied;

    • b.

      de doelgroeppeuter en de ouder zijn woonachtig in NPRZ-gebied; en

    • c.

      de ouder een inkomen heeft lager dan 130% van het wettelijk sociaal minimum.

H

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Gedurende de subsidieperiode verstrekt de houder aan het college maandelijks via het webportaal van Roseman Labs een rapportage ten behoeve van het monitoren van het bereik van ve en de wachtlijst voor ve in Rotterdam.

  • 2.

    Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde tot het vierde lid.

I

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De nummering van de alinea’s ‘3 tot en met 23’ wordt vervangen door ‘1 tot en met 21’.

  • 2.

    Onder het kopje Algemeen wordt in de alinea met nummer 2 (nieuw) de tekst na ‘Beroepskrachten krijgen 2 jaar de tijd om aan de eisen te voldoen.’ vervangen door: ‘Beroepskrachten, inclusief hbo’ers, voldoen aan de vigerende regelgeving ten aanzien van certificering voor ve-programma’s. In plaats van de ve-certificaten voor ve-programma’s volstaat ook het volgende:

    • a.

      beroepskrachten die de ‘4VVE’-scholing hebben afgerond;

    • b.

      beroepskrachten die de opleiding Speelplezier zoals uitgevoerd door KindeRdam hebben afgerond;

    • c.

      beroepskrachten die de ‘AD PEP’-scholing hebben afgerond.’

  • 3.

    Onder het kopje Zorg wordt de tekst in de alinea met nummer 6 (nieuw) vervangen door:

    ‘Elke locatie is bekend met en werkt met het Rotterdams Stappenplan Zorg en de Zorgkaart voor 0-4 jaar. In het zorgoverleg, dat minimaal 4 maal per jaar wordt gehouden, worden zorgpeuters besproken. De locatie werkt samen met een voorschools maatschappelijk werker die de verbinding vormt met externe partners zoals CJG en wijkteam. Als er geen voorschools maatschappelijk werker beschikbaar is, heeft de locatie aantoonbaar duidelijke afspraken over de manier waarop het contact met externe partners is geregeld.’

J

Bijlage 3 komt te luiden:

 

Bijlage 3 Procedure voor bepaling van de ouderbijdrage, bedoeld in artikel 15, zevende lid, van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2024

 

A

De houder toetst volgens de procedure, bedoeld in bijlage 2 van deze subsidieregeling, bij de intake of de ouder aantoonbaar gebruik maakt van schuldhulpverlening of schuldsanering op grond van:

  • a.

    de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, hierna te noemen Wgs; of,

  • b.

    de Wet schuldsanering natuurlijke personen, hierna te noemen Wsnp.

De houder brengt voor deelname van de peuter aan het ve-programma peuteropvang dan wel het ve-programma dagopvang geen ouderbijdrage in rekening bij de ouder die aantoonbaar gebruik maakt van schuldhulpverlening of schuldsanering op grond van de Wgs respectievelijk de Wsnp. De houder registreert in dit geval in het administratiesysteem dat de peuter tot de doelgroep Gelijke kansen behoort.

 

B

De houder brengt voor deelname van de peuter aan het ve-programma peuteropvang dan wel het ve-programma dagopvang een ouderbijdrage in rekening bij de ouder.

 

De houder toetst bij de intake of de ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag.

 

Bij ouders die bevestigen dat zij recht hebben op kinderopvangtoeslag:

  • 1.

    factureert de houder de bruto kosten voor het aantal in rekening gebrachte uren voor het ve-programma peuteropvang dan wel het ve-programma dagopvang aan de ouder. De uurprijs voor deze uren is het maximum uurtarief voor de kinderdagopvang volgens het geldende Besluit kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Bij ouders die bevestigen dat zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag bepaalt de houder de inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van de volgende gegevens:

    • a.

      het verzamelinkomen, waaronder wordt verstaan het totaal van het inkomen uit werk en woning uit box 1, het inkomen uit aanmerkelijk belang uit box 2 en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen uit box 3 van de beide ouders dan wel verzorgers van het kind;

    • b.

      het aantal uren deelname aan het ve-programma peuteropvang dan wel het ve-programma kinderdagopvang;

    • c.

      het toepasselijke uurtarief volgens de tabel ouderbijdragen, bedoeld in bijlage 4 behorend bij deze subsidieregeling.

De procedure voor de houder om het verzamelinkomen te bepalen van de ouder die bevestigt geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag is als volgt.

 

  • 1.

    De houder verzoekt aan de ouder gegevens te verstrekken over de hoogte van het verzamelinkomen op basis van:

    • a.

      de meest recente aanslag inkomstenbelasting;

    • b.

      indien de meest recente aanslag inkomstenbelasting niet kan worden overgelegd, een inkomensverklaring afgegeven door de Belastingdienst over het meest recente jaar, waarbij geldt dat als er twee ouders dan wel verzorgers zijn, voor beiden een inkomensverklaring van de Belastingdienst wordt overgelegd;

    • c.

      een op jaarbasis bruto gekapitaliseerde uitkeringsspecificatie die op de datum van het opmaken van het contract voor plaatsing niet ouder is dan twee maanden indien sprake is van een recente inkomensdaling waardoor de inkomsten lager zijn dan zou blijken uit de aanslag inkomstenbelasting of een inkomensverklaring afgegeven door de Belastingdienst omdat deze gebaseerd zijn op het inkomen in t-2.

  • 2.

    Het verzamelinkomen wordt eenmalig bepaald bij het aangaan van het contract voor plaatsing voor de gehele contractperiode en wordt alleen herzien bij een nieuwe plaatsing van een kind uit het gezin.

  • 3.

    De documenten die de ouder aan de houder ter inzage geeft voor het bepalen van de hoogte van het verzamelinkomen worden niet door de houder bewaard.

  • 4.

    In het contract dat de houder met de ouder sluit voor deelname aan het ve-programma wordt in ieder geval overeengekomen:

    • a.

      dat de gegevens over het verzamelinkomen naar waarheid zijn verstrekt;

    • b.

      dat maar eenmaal gebruik wordt gemaakt van gratis uren voor doelgroeppeuters, voor zover dat op de ouder van toepassing is.

  • 5.

    Indien de ouders geen inkomensgegevens overleggen aan de houder, gaat de houder voor de bepaling van de hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage uit van het hoogste verzamelinkomen, bedoeld in de kinderopvangtoeslagtabel.

C

De houder brengt voor deelname van de peuter aan het ve-programma peuteropvang dan wel het ve-programma dagopvang geen ouderbijdrage in rekening bij de ouder woonachtig in het gebied Charlois, Feijenoord of IJsselmonde als de peuter de doelgroepindicatie Extra spelen en leren heeft en gebruik maakt van ve op een locatie in het gebied Charlois, Feijenoord of IJsselmonde en de ouder een inkomen heeft tot 130% van het wettelijk sociaal minimum.

 

Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een peuter die voor 1 augustus 2024 al deelneemt aan ve, wordt de norm van 130% van het wettelijk sociaal minimum als volgt bepaald:

  • 1.

    voor alleenstaande ouders en voor gehuwd/samenwonenden geldt een bruto-inkomen van maximaal € 32.757, dat wil zeggen een ouderbijdrage van € 0,68 per uur of lager. Dit komt overeen met inkomenscategorie nummer 8 of lager van de ouderbijdragetabel ve 2024 als norm voor 130% van het wettelijk sociaal minimum.

Voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag met een peuter die voor 1 augustus 2024 al deelneemt aan ve en voor alle ouders van wie de peuter met ingang van 1 augustus 2024 start met deelname aan ve is de norm van 130% van het wettelijk sociaal minimum als volgt bepaald:

 

  • 1.

    op basis van het bruto-jaarinkomen volgens de ouderbijdragetabel ve 2024:

    • a.

      voor een alleenstaande ouder met een maximaal bruto jaarinkomen dat valt in inkomenscategorie 1 of 2 van de ouderbijdragetabel ve 2024, dat wil zeggen maximaal € 23.834;

    • b.

      voor gehuwd/samenwonenden met een maximaal bruto jaarinkomen dat valt in inkomenscategorie 8 of lager van de ouderbijdragetabel ve 2024, dat wil zeggen maximaal € 32.757; of,

  • 2.

    op basis van een specificatie van het netto-maandinkomen exclusief toeslagen:

    • a.

      voor een alleenstaande ouder met een maximaal netto maandinkomen van € 2.000;

    • b.

      voor gehuwd/samenwonenden met een maximaal netto maandinkomen van € 2.275; of,

  • 3.

    op basis van de voucher ‘Gratis Peutergroep’ voor gratis ve in NPRZ-gebied op de Rotterdampas.

D

De houder kan de peuter uit het ve-programma uitschrijven conform de incassoprocedure van de houder als de ouder de ouderbijdrage niet betaalt. Een peuter wordt uitgeschreven bij een betalingsachterstand van maximaal drie maanden, tenzij er sprake is van een uitzondering als bedoeld in artikel 15, achtste lid. Uitschrijving van de peuter laat onverlet dat de ouder de niet betaalde ouderbijdrage verschuldigd blijft.

 

K

Bijlage 4 komt te luiden:

 

Bijlage 4 Tabel ouderbijdragen voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, bedoeld in artikel 15, zevende lid, onderdeel c, van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2024

 

Tabel ouderbijdragen ve 2024 voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag.

(Gewijzigd juni 2024)

 

Verschuldigde ouderbijdrage met ingang van 1 januari 2024.

Nummer inkomens-categorie

(gezamenlijk) inkomen* ouder(s)

ouderbijdrage per uur eerste kind

ouderbijdrage per uur tweede en volgend kind

van

tot en met

1

€ 0,00

€ 22.346,00

€ 0,41

€ 0,41

2

€ 22.347,00

€ 23.834,00

€ 0,41

€ 0,41

3

€ 23.835,00

€ 25.320,00

€ 0,41

€ 0,41

4

€ 25.321,00

€ 26.810,00

€ 0,41

€ 0,41

5

€ 26.811,00

€ 28.297,00

€ 0,41

€ 0,41

6

€ 28.298,00

€ 29.786,00

€ 0,46

€ 0,45

7

€ 29.787,00

€ 31.273,00

€ 0,57

€ 0,47

8

€ 31.274,00

€ 32.757,00

€ 0,68

€ 0,49

9

€ 32.758,00

€ 34.357,00

€ 0,77

€ 0,51

10

€ 34.358,00

€ 35.955,00

€ 0,83

€ 0,52

11

€ 35.956,00

€ 37.557,00

€ 0,93

€ 0,54

12

€ 37.558,00

€ 39.155,00

€ 0,98

€ 0,56

13

€ 39.156,00

€ 40.759,00

€ 1,08

€ 0,56

14

€ 40.760,00

€ 42.359,00

€ 1,16

€ 0,56

15

€ 42.360,00

€ 43.997,00

€ 1,22

€ 0,56

16

€ 43.998,00

€ 45.637,00

€ 1,30

€ 0,56

17

€ 45.638,00

€ 47.278,00

€ 1,37

€ 0,56

18

€ 47.279,00

€ 48.918,00

€ 1,45

€ 0,56

19

€ 48.919,00

€ 50.562,00

€ 1,54

€ 0,56

20

€ 50.563,00

€ 52.201,00

€ 1,59

€ 0,56

21

€ 52.202,00

€ 53.841,00

€ 1,67

€ 0,56

22

€ 53.842,00

€ 55.482,00

€ 1,74

€ 0,56

23

€ 55.483,00

€ 57.275,00

€ 1,83

€ 0,56

24

€ 57.276,00

€ 60.791,00

€ 1,99

€ 0,56

25

€ 60.792,00

€ 64.305,00

€ 2,07

€ 0,60

26

€ 64.306,00

€ 67.821,00

€ 2,18

€ 0,67

27

€ 67.822,00

€ 71.339,00

€ 2,42

€ 0,71

28

€ 71.340,00

€ 74.853,00

€ 2,65

€ 0,74

29

€ 74.854,00

€ 78.371,00

€ 2,88

€ 0,81

30

€ 78.372,00

€ 81.886,00

€ 3,14

€ 0,86

31

€ 81.887,00

€ 85.402,00

€ 3,37

€ 0,91

32

€ 85.403,00

€ 88.919,00

€ 3,60

€ 0,98

33

€ 88.920,00

€ 92.433,00

€ 3,84

€ 1,05

34

€ 92.434,00

€ 95.954,00

€ 4,07

€ 1,09

35

€ 95.955,00

€ 99.469,00

€ 4,33

€ 1,12

36

€ 99.470,00

€ 102.983,00

€ 4,56

€ 1,19

37

€ 102.984,00

€ 106.499,00

€ 4,79

€ 1,23

38

€ 106.500,00

€ 110.084,00

€ 5,03

€ 1,28

39

€ 110.085,00

€ 113.686,00

€ 5,25

€ 1,35

40

€ 113.687,00

€ 117.286,00

€ 5,46

€ 1,40

41

€ 117.287,00

€ 120.887,00

€ 5,68

€ 1,45

42

€ 120.888,00

€ 124.485,00

€ 5,90

€ 1,48

43

€ 124.486,00

€ 128.088,00

€ 6,10

€ 1,55

44

€ 128.089,00

€ 131.690,00

€ 6,29

€ 1,61

45

€ 131.691,00

€ 135.292,00

€ 6,49

€ 1,65

46

€ 135.293,00

€ 138.889,00

€ 6,69

€ 1,71

47

€ 138.890,00

€ 142.489,00

€ 6,84

€ 1,75

48

€ 142.490,00

€ 146.092,00

€ 6,84

€ 1,82

49

€ 146.093,00

€ 149.691,00

€ 6,84

€ 1,89

50

€ 149.692,00

€ 153.292,00

€ 6,84

€ 1,99

51

€ 153.293,00

€ 156.891,00

€ 6,84

€ 2,02

52

€ 156.892,00

€ 160.494,00

€ 6,84

€ 2,10

53

€ 160.495,00

€ 164.098,00

€ 6,84

€ 2,19

54

€ 164.099,00

€ 167.696,00

€ 6,84

€ 2,26

55

€ 167.697,00

€ 171.297,00

€ 6,84

€ 2,35

56

€ 171.298,00

€ 174.895,00

€ 6,84

€ 2,40

57

€ 174.896,00

€ 178.498,00

€ 6,84

€ 2,48

58

€ 178.499,00

€ 182.100,00

€ 6,84

€ 2,55

59

€ 182.101,00

€ 185.701,00

€ 6,84

€ 2,62

60

€ 185.702,00

€ 189.301,00

€ 6,84

€ 2,73

61

€ 189.302,00

€ 192.898,00

€ 6,84

€ 2,78

62

€ 192.899,00

€ 196.502,00

€ 6,84

€ 2,85

63

€ 196.503,00

€ 200.101,00

€ 6,84

€ 2,93

64

€ 200.102,00

€ 203.703,00

€ 6,84

€ 3,00

65

€ 203.704,00

€ 207.304,00

€ 6,84

€ 3,06

66

€ 207.305,00

€ 210.903,00

€ 6,84

€ 3,15

67

€ 210.904,00

€ 214.505,00

€ 6,84

€ 3,23

68

€ 214.506,00

€ 218.104,00

€ 6,84

€ 3,28

69

€ 218.105,00

en hoger

€ 6,84

€ 3,37

* aan deze tabel kunnen geen rechten worden ontleend door ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag, omdat de vaststelling van de ouderbijdrage van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag uitgaat van het zogenaamde verzamelinkomen, terwijl de Belastingdienst voor de berekening van de kinderopvangtoeslag uitgaat van het toetsingsinkomen.

 

L

Bijlage 5 komt te luiden:

 

Bijlage 5 Accountantscontrole, als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2024

Voor de subsidieverantwoording gelden de voorwaarden, bedoeld in de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en het bijbehorende Subsidieprotocol, in de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2024 en in de verleningsbeschikking.

 

Bij de aanvraag van de subsidie heeft de houder in het Excel-aanvraagformulier prognoses gegeven voor de uit te voeren activiteiten. Bij de verantwoording vermeldt de houder in het Excel-verantwoordingsformulier de werkelijke realisatie van de uitgevoerde activiteiten.

 

Bij verleende subsidiebedragen vanaf € 50.000,00 overlegt de houder bij het Excel-verantwoordingsformulier een assurance-rapport van een onafhankelijke accountant. Het assurance-rapport is met beperkte of redelijke mate van zekerheid afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag. De accountant waarmerkt het Excel-verantwoordingsformulier.

 

In overleg met houders is per onderwerp van de verantwoording dat door de accountant moet worden gecontroleerd een toelichting en een werkwijze voor de accountant opgesteld. De onderwerpen voor verantwoording zijn voor peuteropvang en kinderdagopvang niet altijd gelijk. Het Excel-verantwoordingsformulier vermeldt of er sprake is van peuteropvang, hierna te noemen POV, of kinderdagopvang, hierna te noemen KDV. Onderstaand schema vermeldt per onderwerp of de accountantscontrole geldt voor POV, KDV of voor beide categorieën.

 

TOELICHTING VOOR DE ACCOUNTANT

1a

Onderwerp verantwoording. Voor POV en KDV.

De houder die ve uitvoert met subsidie van de gemeente Rotterdam registreert van elke peuter die gebruik maakt van de ve: naam, geboortedatum, adres, woonplaats, aanmeldingsdatum, eerste bezoekdatum, laatste bezoekdatum en, indien van toepassing, of het een doelgroeppeuter met de indicatie Extra spelen en leren of met de indicatie Gelijke kansen betreft of een doelgroeppeuter met de indicatie Extra spelen en leren die gebruik maakt van de 130%-regeling.

1b

Toelichting en werkwijze accountantscontrole. Voor POV en KDV.

De accountant controleert of de registratie aanwezig is bij de houder.

2a

Onderwerp verantwoording. Voor POV en KDV.

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal peuters aan wie gedurende de subsidieperiode in twee telweken voorschoolse educatie is aangeboden. Voor de verantwoording over het kalenderjaar 2024 gelden de volgende twee telweken:

  • a.

    de week van 25 maart 2024 tot en met 29 maart 2024;

  • b.

    de week van 30 september 2024 tot en met 4 oktober 2024.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen niet-doelgroeppeuters, doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren, dan wel met de indicatie Gelijke kansen en voor de telweek, bedoeld in onderdeel b, ook de doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren die gebruik maken van de 130%-regeling.

2b

Toelichting en werkwijze accountantscontrole. Voor POV en KDV.

De accountant controleert of de aantallen peuters zoals opgenomen in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomen met de aantallen ingeschreven peuters in de administratie van de houder en of voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren dan wel met de indicatie Gelijke kansen en voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren die gebruik maken van de 130%-regeling, de doelgroepindicatie aanwezig is.

3a

Onderwerp verantwoording. Voor POV en KDV.

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal weken dat de ve gedurende de subsidieperiode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 is aangeboden.

3b

Toelichting en werkwijze accountantscontrole. Voor POV en KDV.

De accountant controleert of het aantal weken dat ve is aangeboden zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier juist is.

4a

Onderwerp verantwoording. Voor POV en KDV.

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal peuters aan wie gedurende de subsidieperiode ve is aangeboden en van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag. Deze ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor het ve-programma peuteropvang of voor het ve-programma dagopvang.

4b

Toelichting en werkwijze accountantscontrole. Voor POV en KDV.

De accountant controleert of voor peuters van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag een inkomensafhankelijke ouderbijdrage is gefactureerd aan de ouders.

5a

Onderwerp verantwoording. Alleen voor POV.

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier de gefactureerde en de geïnde ouderbijdragen voor het ve-programma peuteropvang over het kalenderjaar 2024 en over de voorgaande subsidieperiode voor zover niet opgenomen in de verantwoording over 2023. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ouderbijdragen van ouders met recht op kinderopvangtoeslag en ouderbijdragen van ouders die hebben bevestigd dat zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

5b

Toelichting en werkwijze accountantscontrole. Alleen voor POV.

De accountant controleert of de totalen van de gefactureerde en de geïnde ouderbijdragen zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomen met de administratie van de houder.

6a

Onderwerp verantwoording. Alleen voor KDV.

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier voor het kalenderjaar 2024:

  • a.

    het aantal doelgroeppeuters met indicatie Extra spelen en leren dat geen gebruik maakt van de 130%-regeling en aan wie gratis uren zijn aangeboden;

  • b.

    het aantal doelgroeppeuters met indicatie Gelijke kansen aan wie gratis uren zijn aangeboden;

  • c.

    het aantal gratis uren dat is aangeboden aan de doelgroeppeuters, bedoeld in de onderdelen a en b;

  • d.

    het aantal doelgroeppeuters met indicatie Extra spelen en leren dat gebruik maakt van de 130%-regeling en aan wie gratis uren zijn aangeboden;

  • e.

    het aantal gratis uren dat is aangeboden aan de doelgroeppeuters, bedoeld in onderdeel d.

6b

Toelichting en werkwijze accountantscontrole. Alleen voor KDV.

De accountant controleert:

  • a.

    of het aantal doelgroeppeuters aan wie gratis uren zijn aangeboden zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomt met de administratie van de houder;

  • b.

    of voor doelgroeppeuters met indicatie Extra spelen en leren aan wie gratis uren zijn aangeboden de CJG-doelgroepindicatie aanwezig en geregistreerd is in de administratie van de houder;

  • c.

    of voor doelgroeppeuters met indicatie Gelijke kansen aan wie gratis uren zijn aangeboden de doelgroepindicatie geregistreerd is in de administratie van de houder;

  • d.

    of voor doelgroeppeuters met indicatie Extra spelen en leren die gebruik maken van de 130%-regeling en aan wie gratis uren zijn aangeboden de doelgroepindicatie geregistreerd is in de administratie van de houder;

  • e.

    of het aantal gratis uren dat is aangeboden aan de doelgroeppeuters zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomt met de administratie van de houder.

7a

Onderwerp verantwoording. Alleen voor KDV.

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier voor het kalenderjaar 2024:

  • a.

    het aantal gefactureerde uren waarvoor subsidie wordt gevraagd voor het verschil tussen het maximale uurtarief voor dagopvang volgens het geldende Besluit kinderopvangtoeslag en de inkomensafhankelijke ouderbijdrage per uur van ouders die bevestigd hebben geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag;

  • b.

    het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd voor het verschil tussen het maximale uurtarief voor dagopvang volgens het geldende Besluit kinderopvangtoeslag en de inkomensafhankelijke ouderbijdragen van ouders die bevestigd hebben geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag.

7b

Toelichting en werkwijze accountantscontrole. Alleen voor KDV.

De accountant controleert:

  • a.

    of het aantal gefactureerde uren waarvoor subsidie wordt gevraagd zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomt met het aantal uren dat aan ouders is gefactureerd;

  • b.

    of het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomt met het verschil tussen het maximale uurtarief voor dagopvang volgens het geldende Besluit kinderopvangtoeslag en de gefactureerde inkomensafhankelijke ouderbijdragen.

8a

Onderwerp verantwoording. Alleen voor POV.

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier voor het kalenderjaar 2024:

  • a.

    het aantal doelgroeppeuters met indicatie Extra spelen en leren dat gebruik maakt van de 130%-regeling aan wie gratis uren zijn aangeboden;

  • b.

    het aantal gratis uren dat is aangeboden aan deze doelgroeppeuters.

8b

Toelichting en werkwijze accountantscontrole. Alleen voor POV.

De accountant controleert:

  • a.

    of doelgroeppeuters met indicatie Extra spelen en leren die gebruik maken van de 130%-regeling zijn geregistreerd in de administratie van de houder;

  • b.

    het aantal gratis uren dat is aangeboden aan deze doelgroeppeuters.

 

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2024.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 juli 2024.

De secretaris,

G.J.D. Wigmans

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Toelichting bij de wijziging van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2024

Algemeen

 

In het Nieuwe Rotterdams Onderwijs Beleid (NROB) voor de periode 2024 – 2027 zijn maatregelen voorgesteld om het bereik van ve onder peuters met de doelgroep-indicatie Extra spelen en leren te vergroten. De afgelopen periode is de deelname aan ve door deze doelgroep achtergebleven. Uit onderzoek is gebleken dat administratieve en financiële drempels voor de ouders hierbij een rol spelen. Een van de maatregelen in het NROB is het gratis maken van ve voor doelgroep peuters met de indicatie Extra spelen en leren in het gebied van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (dat wil zeggen in Charlois, Feijenoord en IJsselmonde) als de ouders een inkomen hebben tot 130% van het wettelijk sociaal minimum (w.s.m.) en de doelgroep peuters gebruik maken van ve in het NPRZ-gebied. Deze maatregel gaat in per 1 augustus 2024 en is uitgewerkt in deze wijziging van de Subsidieregeling ve 2024.

 

Naar aanleiding van signalen van houders dat de subsidietarieven voor ve door recente kostenstijgingen niet meer kostendekkend zijn, is in 2023/2024 een extern onderzoek uitgevoerd naar de kostprijs van ve in Rotterdam. In overleg met houders zijn op basis van de resultaten van dit kostprijsonderzoek de subsidietarieven ve voor 2024 aangepast. De aanpassing van de subsidietarieven is verwerkt in deze gewijzigde Subsidieregeling ve 2024.

 

Artikelsgewijze toelichting

A

Artikel 1 Begripsbepalingen

Aan dit artikel is het begrip NPRZ-gebied toegevoegd in verband met de invoering van gratis ve voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het w.s.m. in NPRZ-gebied.

 

B

Artikel 3 Activiteiten

In dit artikel wordt bepaald welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen. Naar aanleiding van de vaststelling van het Nieuwe Rotterdamse Onderwijsbeleid zijn aan deze activiteiten toegevoegd het implementeren van gratis ve in NPRZ-gebied voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum; het uitvoeren van een samenspeelgroep; en het uitvoeren van een ve-programma peuteropvang in een groep peuters waarin ten hoogste acht peuters tegelijk aanwezig kunnen zijn.

 

C

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

In dit artikel wordt bepaald welke kosten voor subsidie in aanmerking komen. Aan dit artikel worden toegevoegd de kosten voor het implementeren van gratis ve in NPRZ-gebied voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum; de kosten voor het uitvoeren van een samenspeelgroep en de gemaakte accountantskosten ten behoeve van de verantwoording van de subsidie die is ontvangen op grond van deze subsidieregeling

 

D

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

In dit artikel wordt de hoogte van de subsidie bepaald. Naar aanleiding van de resultaten van het kostprijsonderzoek dat in 2023 is uitgevoerd zijn de subsidietarieven voor 2024 aangepast. De nieuwe subsidietarieven zijn in dit artikel verwerkt en hebben terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2024 zodat de subsidie de kosten dekt die in 2024 worden gemaakt voor de uitvoering van ve.

 

E

Artikel 7 Subsidieplafond

In artikel 7 wordt de hoogte van het subsidieplafond bepaald. Voor de bekostiging van de maatregel om de ve gratis te maken voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum woonachtig in NPRZ-gebied die gebruik maken van ve in NPRZ-gebied, is door het Rijk een specifieke uitkering beschikbaar gesteld. De middelen uit deze specifieke uitkering voor 2024 zijn toegevoegd aan het subsidieplafond.

 

F

Artikel 11 Verplichtingen

In dit artikel is bepaald aan welke wettelijke verplichtingen de houder moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. Als er sprake is van een wachtlijst voor een kindercentrum dan hanteert de houder bij plaatsing van de peuters voorrangsregels zoals bepaald in het zevende lid. Deze voorrangsregels zijn opgesteld in 2016 en waren met name van toepassing op de peuteropvang. Inmiddels zijn er ook veel houders met kinderdagopvang die ve uitvoeren. De voorrangsregels uit 2016 zijn voor de kinderdagopvang moeilijk uitvoerbaar. Daarom is in overleg met de houders besloten om de voorrangsregels met ingang van 2024 te vereenvoudigen.

 

G

Artikel 15 Ouderbijdrage

In artikel 15 is bepaald hoe de ouderbijdrage voor deelname aan voorschoolse educatie wordt vastgesteld. Aan dit artikel is een vierde lid toegevoegd in verband met de maatregel om de ve gratis te maken voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum woonachtig in NPRZ-gebied die gebruik maken van ve in NPRZ-gebied.

 

H

Artikel 17 Tussenrapportages

In artikel 17 is bepaald welke tussenrapportages de houder gedurende de subsidieperiode aan het college verstrekt. In overleg met de houders zijn voorbereidingen getroffen voor de invoering van een ve-monitor op basis van periodieke elektronische gegevensuitwisseling met de houders. Deze elektronische gegevensuitwisseling zal op termijn de tussenrapportages vervangen.

 

I

In bijlage 1 is de tekst van de tweede kwaliteitseis aangepast. Voor beroepskrachten die de ‘4VVE’-scholing hebben afgerond, is het niet langer noodzakelijk om aanvullend een certificaat voor de koptraining van het door de houder uitgevoerde ve-programma te behalen. Daarnaast voldoen beroepskrachten die de ‘AD PEP’-scholing hebben afgerond daarmee aan de eis voor ve-certificering.

 

J

Bijlage 3 wordt vervangen door een nieuwe bijlage 3 in verband met de maatregel om de ve gratis te maken voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum woonachtig in NPRZ-gebied die gebruik maken van ve in NPRZ-gebied.

 

K

Bijlage 4 wordt vervangen door een nieuwe bijlage 4 in verband met de maatregel om de ve gratis te maken voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum woonachtig in NPRZ-gebied die gebruik maken van ve in NPRZ-gebied.

 

L

Bijlage 5 wordt vervangen door een nieuwe bijlage 5 in verband met de maatregel om de ve gratis te maken voor doelgroeppeuters met de indicatie Extra spelen en leren met ouders met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum woonachtig in NPRZ-gebied die gebruik maken van ve in NPRZ-gebied.

 

 

 

 

 

Naar boven