Vierde wijziging Algemene Plaatselijke Verordening

 

 

Besluit van de raad van de gemeente Papendrecht tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening

 

De raad van de gemeente Papendrecht;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2024;

 

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

Vast te stellen het navolgende:

 

Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening, 4e wijziging

 

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Papendrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2:50 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:50a Messen en andere voorwerpen als steekwapen

1. Het is verboden op door de burgemeester aangewezen openbare plaatsen of in daaraan grenzende voor het publiek openstaande gebouwen of op bij die gebouwen behorende erven messen of andere voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt, bij zich te hebben.

2. Het verbod geldt niet voor messen of voorwerpen die zodanig zijn ingepakt dat zij niet voor onmiddellijk gebruik gereed zijn.

3. Dit artikel is niet van toepassing voor zover het wapens betreft als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie.

 

B

Na artikel 2:60 wordt één artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:60a Verbod voeren van dieren op openbare plaats:

Het is verboden om dieren te voeren.

 

C

Artikel 2:71 komt te luiden:

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

D

Artikel 2:78 lid één komt te luiden:

De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste vier weken in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.

 

Artikel :2:78 lid twee komt te luiden:

Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een tijdelijk verbod is opgelegd als bedoeld in dat lid en die binnen zes maanden na een eerder tijdelijk verbod opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste vier weken in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.

 

Artikel 2:78 lid twee wordt lid drie en komt te luiden:

De burgemeester beperkt het krachtens het eerste of tweede lid opgelegde verbod, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een tijdelijk verbod.

 

Artikel 2:78 lid vier komt te luiden:

Indien de officier van justitie een persoon een gedragsaanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 509hh, tweede lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering, legt de burgemeester aan deze persoon voor hetzelfde gebied niet een tijdelijk verbod op als bedoeld in het eerste of tweede lid.

 

E

Na artikel 2:79 wordt één artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:80 Sluiting voor publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf

1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde of ter voorkoming of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat besluiten tot de gehele of gedeeltelijke sluiting van een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin artikel 2:30, eerste lid, of artikel 13b van de Opiumwet voorziet.

3. De burgemeester brengt een afschrift van zijn besluit aan op of nabij de toegang van het voor het publiek openstaande gebouw of het bij dat gebouw behorende erf.

4. Eenieder is verplicht toe te laten dat het afschrift wordt aangebracht en aangebracht blijft, zolang de sluiting van kracht is.

5. Het is verboden een gesloten gebouw of erf te bezoeken, als bezoeker daarin of daarop te verblijven of een bezoeker daarin of daarop te laten verblijven zonder toestemming van de burgemeester.

6. De burgemeester kan een sluiting opheffen als later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en voldoende garanties aanwezig zijn dat geen herhaling van de feiten of gedragingen die tot sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

 

F

Artikel 5:6 komt te luiden:

Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt langer dan op vijf achtereenvolgende dagen op de weg te plaatsen of te hebben;

 

Lid één sub a en b komen hiermee te vervallen.

 

Artikel II

Dit besluit wordt aangehaald als "Vierde wijziging Algemene Plaatselijke Verordening".

 

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 juni 2024,

De griffier, de voorzitter,

M.A.J.R. Hermans, M.J.M. van Driel

Naar boven