Besluit tot wijziging van Beleidsregel Huisvestingsverordening gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

  • Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de Huisvestingswet 2014 en de Huisvestingsverordening gemeente Utrecht

Overwegende dat:

  • In de Huisvestingswet 2014 en de Huisvestingsverordening gemeente Utrecht bevoegdheden zijn toegekend aan burgemeester en wethouders;

  • het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen over de manier waarop zij bij de uitoefening van hun bevoegdheden belangen afwegen, feiten vaststellen en wettelijke voorschriften uitleggen; 

Besluiten de beleidsregel Huisvestingsverordening gemeente Utrecht als volgt te wijzigen:

Artikel I

De Beleidsregel Huisvestingsverordening gemeente Utrecht wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Na het tweede lid van artikel 7 Opkoopbescherming: prijsgrens wordt een nieuw lid toegevoegd luidende:

  • 3. Een woonruimte, waarvan de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van de woonruimte aan de nieuwe eigenaar ligt tussen 1 juli 2023 en 1 juli 2024, valt niet onder de opkoopbescherming, als op basis van woningtelling 1 januari 2023, en WOZ-waardepeildatum 1 januari 2022 (belastingjaar 2023) de WOZ-waarde hoger is dan 587.000.

  • B.

    In artikel 9 Overleg wijziging samenstelling van de woonruimtevoorraad wordt in het eerste lid na de zinsnede ‘voor de uitvoering van de leefbaarheidstoets is een ambtelijk overleg,’ de volgende zinsnede ingevoegd: ‘de Ambtelijke werkgroep WSWV.’

  • C.

    Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Het opschrift wordt van ‘Inwerkingtreding en citeertitel’ naar ‘Wijziging van de inkomensgrens’ gewijzigd.

    • 2.

      Lid 1 en lid 2 worden vervangen door de volgende tekst: ‘Voor de bevoegdheid van het college voor het wijzigen van de inkomensgrens uit artikel 3, eerste lid sub d van de Huisvestingsverordening geldt dat:

      • a.

        Van onevenredige effecten als bedoeld in artikel 3, zesde lid van de Huisvestingsverordening Utrecht is sprake is wanneer structureel gebruik wordt gemaakt van vruchteloze aanbieding op grond van artikel 3, tweede lid van de verordening en aldus wordt afgeweken van de vergunningseisen.

      • b.

        Van structureel gebruik van vruchteloze aanbieding als bedoeld in het eerste lid is sprake als bij twee achtereenvolgende projecten bij meer dan de helft van de woonruimte een vergunning op grond van vruchteloze aanbieding is verleend.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 5 juli 2024.

 

 

Aldus als principebesluit vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht in de vergadering van 18 juni 2024 en definitief vastgesteld door de wethouder Wonen en Volkshuisvesting op 4 juli 2024.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel J. Ruis

Naar boven