Geheimhoudingsprotocol Staphorst 2023

De raad van de gemeente Staphorst;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 juli 2023

 

Gelet op:

  • Het raadsvoorstel van 18juli 2023;

  • Artikel 110 van de Grondwet;

  • De wijzigingen die de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur teweeg heeft gebracht met betrekking tot de openbaarheid van informatie;

  • Artikelen 23, 54, 87, 88 en 89 van de Gemeentewet;

  • Artikelen 1.1, 2.1, 2.2, 5.1 t/m 5.4 van de Wet open overheid;

  • Artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht;

BESLUIT:

Het Geheimhoudingsprotocol Staphorst 2023 vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1.1 Geheimhouding als uitzondering

  • 1.

    Als uitgangspunt geldt het algemeen belang van de openbaarheid van bestuurlijke informatie.

  • 2.

    In de informatievoorziening van college c.q. burgemeester naar raad, en in de beraadslagingen tussen college c.q. burgemeester en raad is openbaarheid de regel en geheimhouding de uitzondering.

  • 3.

    De keuze voor geheimhouding dient altijd te worden verantwoord, zoveel mogelijk in het openbaar.

Artikel 1.2 Wettelijke kaders voor geheimhouding

  • 1.

    De Wet open overheid (Woo) geeft in hoofdstuk 5 de uitzonderingen aan op grond waarvan openbaarmaking van informatie achterwege kan blijven.

  • 2.

    Het recht op toegang tot informatie van eenieder kan alleen beperkt worden door de Woo. Andere wetten zijn hiervoor geen toetsingskader.

  • 3.

    De Algemene wet bestuursrecht (verder Awb) bepaalt in artikel 2:5 dat eenieder die betrokken is bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan tot geheimhouding is verplicht voor alle gegevens waarvan iemand het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden.

  • 4.

    Het Wetboek van Strafrecht (WvS) bepaalt in artikel 272 de strafbaarheid van het schenden van geheimen.

  • 5.

    De Gemeentewet (Gemw) bepaalt in artikel 23 dat de vergadering van de raad in het openbaar wordt gehouden. Artikel 23 bepaalt ook wanneer de deuren worden gesloten en geeft regels omtrent de verplichting tot geheimhouding en het opheffen van geheimhouding omtrent informatie die in de vergadering ter kennis van de aanwezigen komt.

  • 6.

    De Gemeentewet (Gemw) bepaalt in artikel 54 dat vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders met gesloten deuren worden gehouden, voor zover het college niet anders heeft bepaald.

  • 7.

    In de Gemeentewet (Gemw) is een nieuw hoofdstuk Va over geheimhouding ingevoegd, waarbij de artikelen 87, 88 en 89 bepalingen bevatten omtrent het opleggen van de verplichting tot geheimhouding op informatie en het opheffen van geheimhouding.

 

De integrale tekst van relevante wettelijke bepalingen is in bijlage 1 opgenomen.

Artikel 1.3 Openbaar, niet openbaar en geheim

  • 1.

    Alle informatie en documenten zijn in beginsel openbaar.

  • 2.

    Van lid 1 kan uitsluitend afgeweken worden indien de informatie of het document voldoet aan hetgeen gesteld in artikel 5.1 Woo. In dat geval krijgt de informatie of het document de status ‘niet-openbaar’.

  • 3.

    Het kan daarnaast noodzakelijk zijn geheimhouding op te leggen op informatie of documenten. Dit wordt beoordeeld conform artikel 2:1 van dit protocol.

  • 4.

    Het verschil in status van informatie of documenten dient zorgvuldig overwogen te worden. Overtreding van de geheimhoudingsplicht is een strafbaar feit (artikel 272 Wetboek van Strafrecht). Het geldt voor allen die kennis dragen van de geheime informatie of documenten.

  • Voorts heeft de raad de mogelijkheid om te besluiten dat een raadslid dat de geheimhouding schendt, voor de duur van maximaal drie maanden geen geheime informatie verstrekt krijgt.

Hoofdstuk 2 Opleggen, verstrekken en opheffen van geheimhouding

Artikel 2.1 Opleggen geheimhouding schriftelijke informatie

  • 1.

    De raad, het college, de burgemeester en commissies zijn bevoegd om geheimhouding op schriftelijke informatie op te leggen.

  • 2.

    Uitgangspunt bij de toetsing op geheimhouding is terughoudendheid omdat openbaarheid de regel is en geheimhouding de uitzondering.

  • 3.

    Geheimhouding kan worden opgelegd op grond van een belang genoemd in artikel 5.1, eerste en tweede lid, Woo. Daarin is bepaald dat:

    • a.

      Niet openbaar gemaakt wordt informatie, voor zover dit:

      • a.

        de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;

      • b.

        de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

      • c.

        vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens;

      • d.

        persoonsgegevens;

      • e.

        nummers die dienen ter identificatie van personen.

    • b.

      Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

      • a.

        de betrekkingen van Nederland met andere landen en staten en met internationale organisaties;

      • b.

        de economische of financiële belangen van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen, in geval van milieu-informatie slechts voor zover de informatie betrekking heeft op handelingen met een vertrouwelijk karakter;

      • c.

        de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

      • d.

        de inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;

      • e.

        de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

      • f.

        de bescherming van andere dan in het eerste lid, onderdeel c, genoemde concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;

      • g.

        de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;

      • h.

        de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;

      • i.

        het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen.

  • 4.

    Er wordt geen geheimhouding opgelegd over een compleet document (brief, voorstel of bijlage daarbij) als het ook mogelijk is de geheimhouding te beperken tot specifieke delen of aspecten daarvan.

  • 5.

    Indien geheimhouding wordt opgelegd, dan wordt:

    • a.

      voor zover van toepassing en mogelijk, de standaardformulering van bijlage 3 gevolgd;

    • b.

      in het (voorgestelde) besluit benoemd op grond van welk lid uit artikel 5.1 Woo de geheimhouding opgelegd wordt (conform de standaardformulering);

    • c.

      in het advies bij het voorgestelde besluit gemotiveerd waarom geheimhouding opgelegd wordt;

    • d.

      de verplichting tot geheimhouding op de informatie, het document of delen daarvan duidelijk vermeld, door daarop in zwarte kapitalen GEHEIM te vermelden. Indien de geheimhouding op informatie anders dan in schriftelijke vorm rust, wordt de geheimhouding op een passende wijze kenbaar gemaakt.

Artikel 2.2 Geheimhouding mondelinge informatie besloten raads- of commissievergadering

Mondelinge informatie die in een besloten vergadering van de raad of een commissie ter kennis van de aanwezigen komt, is geheim, tenzij de raad of commissie anders beslist. De geheimhoudingsplicht van deze mondelinge informatie geldt van rechtswege.

Artikel 2.3 Verstrekken geheime schriftelijke informatie

  • 1.

    De raad, het college, de burgemeester en commissies zijn bevoegd om informatie waarop zij geheimhouding hebben opgelegd, aan elkaar en aan de rekenkamer te verstrekken.

  • 2.

    Het bestuursorgaan die op informatie de verplichting tot geheimhouding heeft gelegd, is primair verantwoordelijk voor een correcte verstrekking aan een (andere) bestuursorgaan, de rekenkamer of een commissie.

  • 3.

    Als geheime informatie aan een ander bestuursorgaan wordt verstrekt, wordt daarbij vermeld dat op de betreffende informatie geheimhouding rust.

  • 4.

    Geheime schriftelijke informatie wordt verstrekt via het zaaksysteem dat de gemeente Staphorst gebruikt. De documenten worden afgeschermd zodat alleen de betrokken medewerkers, degenen die vanuit hun rol in de organisatie hierbij betrokken zijn en het betreffende bestuursorgaan en/of de betreffende commissie, kennis kunnen nemen van de documenten waar geheimhouding opgelegd moet worden.

Artikel 2.4 Opheffen geheime informatie

  • 1.

    Een verplichting tot geheimhouding duurt voort totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft. Indien informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt aan de raad is verstrekt, duurt die verplichting in afwijking van de eerste zin voort totdat de raad haar opheft.

  • 2.

    In beginsel zijn de raad, het college, de burgemeester en commissies bevoegd de geheimhouding op te heffen ten aanzien van informatie waarop zijzelf geheimhouding hebben opgelegd.

  • 3.

    Een Woo-verzoek over geheime informatie dient, in het geval de raad bevoegd is de geheimhouding op te heffen, te worden ingediend bij of doorgeleid naar de raad. De raad beslist dan eerst of de geheimhouding kan worden opgeheven, alvorens op het Woo-verzoek wordt beslist.

  • 4.

    Als een commissie de geheimhouding heeft opgelegd, kan de geheimhouding niet alleen worden opgeheven door die commissie, maar ook door het orgaan dat die commissie heeft ingesteld.

 

De beslisboom voor het opleggen, verstrekken en opheffen van geheimhouding op schriftelijke informatie is als bijlage 2 aan dit protocol gevoegd.

Hoofdstuk 4 Openbaarmaking besluiten en besluitenlijst

Artikel 4.1 Algemeen

  • 1.

    Waar het gaat om college- en raadsstukken geldt in beginsel het volgende:

    • a.

      collegevoorstellen zijn niet openbaar;

    • b.

      besluitenlijsten van het college zijn wel openbaar;

    • c.

      alle raadsstukken, dus ook raadsvoorstellen en alle bijlagen, zijn openbaar.

  • 2.

    Openbaar wil zeggen dat de stukken in (het openbare gedeelte van) raadsinformatiesysteem iBabs worden opgenomen. Ze zijn dan voor een ieder via de website toegankelijk.

  • 3.

    Als documenten niet actief, via iBabs, openbaar worden gemaakt, kunnen ze toch op grond van de Wet open overheid (Woo) worden opgevraagd. Aan de hand van criteria die in de Woo staan, wordt dan beoordeeld of de documenten geheel of gedeeltelijk openbaar kunnen worden gemaakt.

  • 4.

    Omdat bovengenoemde documenten in beginsel openbaar worden gemaakt, moet steeds worden beoordeeld of er een uitzondering geldt. Er is informatie en documenten die mogelijk, ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, moet worden geanonimiseerd. Ook kan er op informatie of documenten in bepaalde gevallen geheimhouding rusten.

Artikel 4.2 Openbaarmaking besluiten en besluitenlijst

  • 1.

    Het college maakt een door hem genomen besluit openbaar, tenzij het gemotiveerd geheimhouding oplegt op grond van hoofdstuk Va van de Gemeentewet.

  • 2.

    Collegevoorstellen worden niet actief openbaar gemaakt. De besluitenlijsten van het college zijn echter in beginsel wel openbaar. Ze worden een week na de desbetreffende collegevergadering, als het college ze heeft vastgesteld, openbaar gemaakt. Naast de openbare besluitenlijst van een collegevergadering kan er ook een besloten besluitenlijst zijn. Op de besloten lijst staan alleen die besluiten waarvoor geheimhouding geldt. Hoofdstuk 2 gaat over het opleggen, verstrekken en opheffen van geheimhouding.

  • 3.

    Er zijn ook besluiten die op zichzelf niet geheim zijn, en dus op de openbare besluitenlijst komen, maar waarbij wel op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de privacy van personen moet worden beschermd. Deze besluiten worden geanonimiseerd, waarbij in acht wordt genomen dat:

    • a.

      anonimiseren betrekking heeft op naam, (mail)adres en woonplaats (NAW-gegevens);

    • b.

      de naam van een rechtspersoon (bijvoorbeeld bedrijf of stichting) niet geanonimiseerd wordt, tenzij de naam tot een natuurlijk persoon te herleiden is;

    • c.

      ook de naam van een persoon die beroepsmatig als gemachtigde optreedt (bijvoorbeeld een advocaat) niet geanonimiseerd hoeft te worden;

    • d.

      de inhoud van het collegevoorstel niet geanonimiseerd wordt; dit is niet nodig, omdat het voorstel zelf niet openbaar is.

  • 4.

    Voor stukken die naar de raad gaan, met name raadsvoorstellen met bijlagen, en raadsinformatiebrieven, geldt hetzelfde als voor collegevoorstellen. Omdat raadsstukken gelijktijdig met de toezending aan de raad openbaar worden, geldt naast het onder lid 4, sub a t/ d genoemde, het volgende:

    • a.

      óók de inhoud van het raadsvoorstel, de bijlagen (bijvoorbeeld een nota van zienswijzen) of de collegebrief wordt geanonimiseerd.

  • Als raads- of commissieleden willen weten wie er in het stuk wordt bedoeld, kunnen ze de gegevens opvragen bij de betrokken medewerker.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst van 12 december 2023

voorzitter

griffier

Bijlage 1. Wettelijke kaders

 

GRONDWET

 

Artikel 110

De overheid betracht bij de uitvoering van haar taak openbaarheid volgens regels bij de wet te stellen.

 

GEMEENTEWET (tekst per 1 april 2023)

 

Artikel 23 (vergaderingen raad openbaar)

  • 1.

    De vergadering van de raad wordt in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    De raad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4.

    Indien met gesloten deuren wordt vergaderd, geldt een verplichting tot geheimhouding omtrent informatie die in die vergadering ter kennis van de aanwezigen komt. De verplichting duurt voort, totdat de raad haar opheft.

  • 5.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad besluit de verplichting, bedoeld in het vierde lid, op te heffen.

  • 6.

    De raad maakt de besluitenlijst van zijn vergaderingen op de in de gemeente gebruikelijke wijze openbaar. De raad laat de openbaarmaking achterwege in de gevallen waarin een verplichting tot geheimhouding geldt of wanneer.

Artikel 54 (vergaderingen college met gesloten deuren)

  • 1.

    De vergaderingen van het college worden met gesloten deuren gehouden, voor zover het college niet anders heeft bepaald.

  • 2.

    Het reglement van orde voor de vergaderingen kan regels geven omtrent de openbaarheid van de vergaderingen van het college.

Hoofdstuk Va. Geheimhouding

Artikel 87 (opleggen verplichting tot geheimhouding)

De raad, het college, de burgemeester en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid, een verplichting tot geheimhouding opleggen ten aanzien van informatie die bij dat orgaan berust.

 

Artikel 88 (verstrekking geheime informatie)

  • 1.

    De raad kan informatie ten aanzien waarvan krachtens artikel 23, vierde lid, een verplichting tot geheimhouding geldt of hij een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan het college, de burgemeester, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V.

  • 2.

    Het college kan informatie ten aanzien waarvan hij een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan de raad, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V.

  • 3.

    De burgemeester kan informatie ten aanzien waarvan hij een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan de raad, het college, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V.

  • 4.

    Een commissie als bedoeld in hoofdstuk V kan informatie ten aanzien waarvan zij een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan de raad, het college, de burgemeester en de rekenkamer.

  • 5.

    Indien het college of de burgemeester overeenkomstig het tweede of derde lid informatie verstrekt aan een commissie waarin leden van de raad zitting hebben, verstrekt het college of de burgemeester die informatie tevens aan de raad.

  • 6.

    Indien het college, de burgemeester of een commissie overeenkomstig het tweede, derde of vierde lid informatie verstrekt aan de raad, kan de raad die informatie verstrekken aan anderen. De raad kan regels stellen over het verstrekken van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding is opgelegd door het college, de burgemeester of een commissie en die tevens aan de raad is verstrekt.

Artikel 89

  • 1.

    Een verplichting tot geheimhouding wordt vermeld op het stuk ten aanzien waarvan de geheimhouding geldt. Indien de geheimhouding geldt ten aanzien van informatie anders dan in schriftelijke vorm, wordt de verplichting op een passende wijze kenbaar gemaakt.

  • 2.

    Een verplichting tot geheimhouding wordt in acht genomen door allen die van de informatie kennis dragen.

  • 3.

    Een verplichting tot geheimhouding duurt voort totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft. Indien de verplichting tot geheimhouding is opgelegd door een commissie, kan die verplichting tevens worden opgeheven door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.

  • 4.

    Indien informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt aan de raad is verstrekt, duurt die verplichting in afwijking van het derde lid voort totdat de raad haar opheft.

  • 5.

    Een lid van de raad of van een door de raad ingestelde commissie als bedoeld in hoofdstuk V dat in strijd handelt met het tweede lid kan bij besluit van de raad ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt.

WET OPEN OVERHEID

 

Artikel 1.1. Recht op toegang

Eenieder heeft recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen, behoudens bij deze wet gestelde beperkingen.

 

Artikel 2.1. Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • document: een door een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, opgemaakt of ontvangen schriftelijk stuk of ander geheel van vastgelegde gegevens dat naar zijn aard verband houdt met de publieke taak van dat orgaan, die persoon of dat college;

  • milieu-informatie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer;

  • Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • publieke informatie: informatie neergelegd in documenten die berusten bij een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, of informatie die krachtens artikel 2.3 door een bestuursorgaan kan worden gevorderd.

Artikel 2.2. Reikwijdte

  • 1.

    Deze wet is van toepassing op:

    • a.

      bestuursorganen;

    • b.

      de Kamers en de verenigde vergadering der Staten-Generaal;

    • c.

      de Raad voor de rechtspraak en het College van afgevaardigden;

    • d.

      de Raad van State, tenzij de Raad het koninklijk gezag uitoefent, en met uitzondering van de Afdeling bestuursrechtspraak;

    • e.

      de Algemene Rekenkamer;

    • f.

      de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman, en ombudsmannen en ombudscommissies als bedoeld in artikel 9:17, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze wet worden de organen, personen en colleges, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met f, die op grond van de Algemene wet bestuursrecht geen bestuursorgaan zijn, gelijk gesteld met een bestuursorgaan.

Artikel 5.1. Uitzonderingen

  • c.

    Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

    • a.

      de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;

    • b.

      de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

    • c.

      bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

    • d.

      persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor de openbaarmaking van deze persoonsgegevens of deze persoonsgegevens kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt;

    • e.

      nummers betreft die dienen ter identificatie van personen die bij wet of algemene maatregel van bestuur zijn voorgeschreven als bedoeld in artikel 46 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de levenssfeer maakt.

  • d.

    Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

    • j.

      de betrekkingen van Nederland met andere landen en staten en met internationale organisaties;

    • k.

      de economische of financiële belangen van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen, in geval van milieu-informatie slechts voor zover de informatie betrekking heeft op handelingen met een vertrouwelijk karakter;

    • l.

      de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • m.

      de inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;

    • n.

      de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

    • o.

      de bescherming van andere dan in het eerste lid, onderdeel c, genoemde concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;

    • p.

      de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;

    • q.

      de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;

    • r.

      het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen.

  • e.

    Indien een verzoek tot openbaarmaking op een van de in het tweede lid genoemde gronden wordt afgewezen, bevat het besluit hiervoor een uitdrukkelijke motivering.

  • f.

    Openbaarmaking kan tijdelijk achterwege blijven, indien het belang van de geadresseerde van de informatie om als eerste kennis te nemen van de informatie dit kennelijk vereist. Het bestuursorgaan doet mededeling aan de verzoeker van de termijn waarbinnen de openbaarmaking alsnog zal geschieden.

  • g.

    In uitzonderlijke gevallen kan openbaarmaking van andere informatie dan milieu-informatie voorts achterwege blijven indien openbaarmaking onevenredige benadeling toebrengt aan een ander belang dan genoemd in het eerste of tweede lid en het algemeen belang van openbaarheid niet tegen deze benadeling opweegt. Het bestuursorgaan baseert een beslissing tot achterwege laten van de openbaarmaking van enige informatie op deze grond ten aanzien van dezelfde informatie niet tevens op een van de in het eerste of tweede lid genoemde gronden.

  • h.

    Het openbaar maken van informatie blijft in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, in geval van milieu-informatie eveneens achterwege voor zover daardoor het in het eerste lid, onderdeel c, genoemde belang ernstig geschaad wordt en het algemeen belang van openbaarheid van informatie niet opweegt tegen deze schade.

  • i.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op milieu-informatie die betrekking heeft op emissies in het milieu.

Artikel 5.2. Persoonlijke beleidsopvattingen

  • 1.

    In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan ambtelijke adviezen, visies, standpunten en overwegingen ten behoeve van intern beraad, niet zijnde feiten, prognoses, beleidsalternatieven, de gevolgen van een bepaald beleidsalternatief of andere onderdelen met een overwegend objectief karakter.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan over persoonlijke beleidsopvattingen met het oog op een goede en democratische bestuursvoering informatie verstrekken in niet tot personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt.

  • 3.

    Onverminderd het eerste en tweede lid wordt uit documenten opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming door een minister, een commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten, een gedeputeerde, het college van burgemeester en wethouders, een burgemeester en een wethouder, informatie verstrekt over persoonlijke beleidsopvattingen in niet tot personen herleidbare vorm, tenzij het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid wordt bij milieu-informatie het belang van de bescherming van de persoonlijke beleidsopvattingen afgewogen tegen het belang van openbaarmaking. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen kan worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt.

Artikel 5.3. Informatie ouder dan vijf jaar

Bij een verzoek om informatie die ouder is dan vijf jaar motiveert het bestuursorgaan bij een weigering van die informatie waarom de in artikel 5.1, tweede of vijfde lid, of artikel 5.2 bedoelde belangen ondanks het tijdsverloop zwaarder wegen dan het algemeen belang van openbaarheid.

 

Artikel 5.4. Formatie

In afwijking van de artikelen 5.1 en 5.2 is informatie die berust bij de formateur of de informateur, dan wel informatie die door een bestuursorgaan aan de formateur of de informateur is gezonden niet openbaar totdat de formatie is afgerond.

 

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

 

Artikel 2:5

  • 1.

    Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 2.

    Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.

WETBOEK VAN STRAFRECHT

 

Artikel 272

  • 1.

    Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.

  • 2.

    Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klacht.

Bijlage 2. Beslisboom1 voor het opleggen, verstrekken en opheffen van geheimhouding op schriftelijke informatie

 

Bijlage 3. Formulering besluit geheimhouding op schriftelijke informatie

 

De besluiten tot het opleggen van de verplichting tot geheimhouding op schriftelijke informatie of het besluit tot het opheffen van die verplichting, worden in het voorstelbesluit, voor zover van toepassing en mogelijk, geformuleerd zoals hieronder weergegeven.

 

Bij het opleggen van de verplichting tot geheimhouding:

 

De raad / het college / de burgemeester / de commissie besluit:

 

  • 1.

    Op basis van hoofdstuk Va van de Gemeentewet de verplichting tot geheimhouding op te leggen omtrent de inhoud van dit voorstel en de bijlage .. zoals opgenomen bij dit voorstel, op grond van het belang …. genoemd in artikel 5.1, … lid, van de Wet open overheid (Woo).

Bij het opheffen van de geheimhouding:

 

De raad* / het college / de burgemeester / de commissie besluit:

 

  • 1.

    Op basis van hoofdstuk Va Gemeentewet de geheimhouding omtrent de informatie en documenten waarop de verplichting tot geheimhouding bij besluit d.d. …. (datum besluit) van de raad* / het college / de burgemeester / de commissie is opgelegd, op te heffen.

LET OP (zie ook artikel 2.4 van dit protocol):

  • Een verplichting tot geheimhouding duurt voort totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft.

  • In beginsel zijn de raad, het college, de burgemeester en commissies bevoegd de geheimhouding op te heffen ten aanzien van informatie waarop zijzelf geheimhouding hebben opgelegd.

  • *Ten aanzien van geheime informatie die met de raad is gedeeld, is de raad exclusief bevoegd de geheimhouding op te heffen.

  • Een Woo-verzoek over geheime informatie dient, in het geval de raad bevoegd is de geheimhouding op te heffen, te worden ingediend bij of doorgeleid naar de raad. De raad beslist dan eerst of de geheimhouding kan worden opgeheven, alvorens op het Woo-verzoek wordt beslist.

  • Als een commissie de geheimhouding heeft opgelegd, kan de geheimhouding niet alleen worden opgeheven door die commissie, maar ook door het orgaan dat die commissie heeft ingesteld.

Naar boven