Gemeenteblad van Nissewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2024, 297698 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2024, 297698 | beleidsregel |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard tot vaststelling van beleidsregels voor het verstrekken van voorzieningen op grond van de Jeugdwet (Beleidsregels jeugdhulp Nissewaard 2024)
Artikel 1.1 Reikwijdte van deze beleidsregels
Er zijn artikelen in de Jeugdwet, in de Verordening jeugdhulp Nissewaard 2024 en in de Nadere regels jeugdhulp Nissewaard 2024 die normen bevatten die met algemene woorden zijn aangeduid. Deze normen vragen om een nadere invulling. Daardoor worden concrete rechten en plichten voor eenieder nader bepaald. De onderwerpen in deze beleidsregels dienen in samenhang te worden gelezen met de betreffende artikelen uit de wet, de verordening en de nadere regels. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de wettelijke begrippen en definities uit de verordening ook van toepassing zijn bij deze beleidsregels.
Er is één herkenbare ingang voor alle sociaal maatschappelijke vragen voor inwoners van 0-100. Inwoners kunnen op verschillende manieren een melding maken en vragen stellen op het gebied van jeugdhulp. Er wordt gekeken naar oplossingen in het eigen netwerk en ander aanbod binnen de gemeente die algemeen toegankelijk zijn. Wanneer hier nog gebruikt van gemaakt kan worden, wordt hier actief naar toe geleid. Als er toch een of meer individuele voorzieningen nodig lijken, wordt die vraag doorgeleid naar de gemeentelijke toegang. Door het opzetten van een ingang, worden alle vragen op een eenduidige wijze behandeld.
Artikel 2.2 Informatie en advies
In de integrale ingang kunnen voor jeugdhulpvragen de volgende acties uit gezet worden:
De vraag van een jeugdige of zijn ouder wordt besproken. Het is belangrijk dat er gekeken wordt of de hulpvraag vraagt om een bepaalde expertise zoals:
Artikel 2.3 Cliëntondersteuning
Jeugdige en zijn ouder kunnen gebruik maken van de clientondersteuning vanuit een professionele organisatie. Daarnaast kan iemand uit hun sociale netwerk ook ondersteuning bieden tijdens gesprekken over de jeugdhulpvraag. Er wordt in het eerste gesprek kenbaar gemaakt dat jeugdige en ouder hier gebruik van kunnen maken. Ook in latere gesprekken over de jeugdhulpvraag kan clientondersteuning aangeboden worden. Wanneer een clientondersteuner aansluit bij een gesprek moet dit van tevoren aangegeven worden. Een clientondersteuner kan geen beslissingen maken en is er om de jeugdige en ouder te ondersteunen tijdens de gesprekken over de jeugdhulpvraag.
Artikel 2.4 Vertrouwenspersoon
De Jeugdwet verplicht gemeenten tot het beschikbaar stellen van een onafhankelijke vertrouwenspersoon voor Jeugdwetcliënten. Jeugdstem voert in opdracht van het ministerie van VWS, het onafhankelijk vertrouwenswerk voor de Jeugdwet uit. De vertrouwenspersoon wordt meestal pas benaderd als er al hulp is en daar vragen, problemen of klachten over ontstaan. De vertrouwenspersoon ondersteunt een cliënt bij het bespreekbaar maken van vragen, problemen of klachten en daarover helderheid te krijgen. Als dit is opgelost, dan stopt ook de ondersteuning van de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteunt niet bij inhoudelijke hulpverleningsgesprekken, maar enkel bij gesprekken die gaan over vragen of klachten naar aanleiding van de rechten die voortvloeien uit de Jeugdwet.
In het geval van een crisis, waarbij acuut zorg nodig is, wordt de jeugdige aangemeld bij het Crisis Interventieteam (CIT). De hulpverlening wordt binnen een dag ingezet. Het gaat hier om situaties waar de veiligheid, vanwege het gedrag of huiselijk geweld, van de jeugdige dusdanig in gevaar is dat er acuut hulpverlening ingezet moet worden.
Wanneer er sprake is van een crisissituatie vanwege medisch en/of psychisch gevaar voor de jeugdige dan wordt er contact gezocht met de huisartsenpost en de GGZ-organisatie. Wanneer er geen crisissituatie is, maar wel spoed, is een spoedprocedure mogelijk. Er wordt in dat geval met de aanmelder besproken of er sprake is van spoedeisendheid. In spoedeisende gevallen wordt er binnen 7 dagen hulp ingezet.
Hoofdstuk 3 Onderzoek en beslissing op een aanvraag
Artikel 3.1 Verzoek voor Jeugdhulp
Het verzoek tot jeugdhulp komt tot stand door het onderzoeken van de jeugdhulpvraag samen met jeugdige en ouder. Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen die gezamenlijk het plan vormen. De onderdelen zijn:
Voordat de vraagverheldering van start gaat, kunnen de jeugdige en ouder een familiegroepsplan overhandigen waarin hij de omstandigheden beschrijft en aangeeft op welke jeugdhulp hij naar zijn mening is aangewezen. De gemeente brengt de jeugdige en ouder van deze mogelijkheid op de hoogte.
De jeugdige en ouder kunnen dit plan overhandigen aan de medewerker die verder gaat met het onderzoek. Een voorbeeld van een familiegroepsplan is te vinden in bijlage 1. Een jeugdige en zijn ouder kunnen ook ondersteuning vragen voor het opstellen van een familiegroepsplan.
Wanneer een jeugdige en zijn ouder meer tijd nodig hebben voor een familiegroepsplan kan deze gedurende het opvolgende onderzoek ook nog gemaakt worden. Dit moet klaar zijn voordat de vraagverheldering is afgerond.
De vraagverheldering bestaat uit één of meer gesprekken met de jeugdige en ouder. Het onderzoek naar de hulpvraag vindt bij voorkeur bij het gezin thuis plaats, tenzij een huisbezoek de veiligheid van de medewerker in gevaar brengt. Dan zal het gesprek op een andere locatie plaatsvinden.
Wanneer een jeugdige al jeugdhulp ontvangt kan de betrokken instelling gevraagd worden om een begeleidings-behandelingsplan. Vanuit de Jeugdwet dient de gemeente bij het bepalen van de benodigde jeugdhulp af te stemmen met andere betrokken of te betrekken organisaties. Betrokken partijen kunnen bijvoorbeeld zijn; de huisarts, onderwijsinstelling of leerplichtambtenaar. In overleg met, en met toestemming van de jeugdige en ouder wordt bij deze organisaties relevante informatie opgevraagd of vindt met hen afstemming plaats. De gemeente maakt hiervoor onder andere gebruik van Verwijs Index Risico Jongeren (VIR) zoals bedoeld in artikel 7.1 van de Jeugdwet.
Bij de vraagverheldering wordt in ieder geval:
Artikel 3.5 Het plan en het zorgplan
De jeugdhulpaanbieder stelt, naar aanleiding van het plan, een zorgplan samen met de jeugdige en ouder op. In het zorgplan wordt vastgelegd welke activiteiten worden ondernomen om het resultaat te bereiken. Ook wordt beschreven wie, wat met elke frequentie doet om tot doelrealisatie te komen. Het zorgplan van de jeugdhulpaanbieder is gedetailleerder dan het plan vanuit de gemeente.
Artikel 3.5 Verkorte procedure
In het geval dat bij de melding al beschikt wordt over voldoende informatie om een afgewogen besluit te nemen over het toekennen van individuele voorzieningen vindt verkort onderzoek plaats. Er vindt in ieder geval een telefonisch gesprek plaats met de jeugdige en ouder.
Artikel 3.6 Keuze voor de zorgaanbieder
Om te bepalen welke gecontracteerde zorgaanbieder de ondersteuning gaat bieden, worden in ieder geval de volgende criteria gehanteerd:
Een overzicht van gecontracteerde zorgaanbieders is openbaar en te vinden via zorgkeuzenissewaard.nl.
Samen met de jeugdige en ouder wordt er besloten welke zorgaanbieder het best passende aanbod heeft. Wanneer het best passende aanbod niet tijdig, naar wens en behoefte van jeugdige en ouder beschikbaar is wordt er onderzocht bij welke aanbieder een alternatief wordt geboden. Op advies van en in samenspraak met de klantmanager Jeugd komen de jeugdige en ouder tot een keuze uit de gecontracteerde aanbieders voor de juiste hulp.
Als een huisarts, medisch specialist of jeugdarts verwijst naar een andere aanbieder of verlener van jeugdhulp dan een onder verantwoordelijkheid van het college werkzame jeugdhulpaanbieder, dan kan het college alleen besluiten die individuele voorziening te verstrekken aan een jeugdige of ouder als uit onderzoek blijkt dat deze niet kan worden verleend door een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder.
Voor regionaal ingekochte jeugdhulp geldt een budgetplafond voor aanbieders. Wanneer dit plafond is bereikt kan in uitzonderingsgevallen, mits de gevraagde jeugdhulp wel beschikbaar is, de jeugdhulp toch ingezet worden. Daarbij dient er aangetoond te worden dat er geen adequaat alternatief tijdig beschikbaar is, ook geen adequate overbruggingszorg.
Artikel 3.7 Persoonsgeboden budget
Jeugdige en ouder kunnen ook aangeven de zorg te willen ontvangen doormiddel van een persoonsgebonden budget (PGB). De hiervoor opgestelde regels zijn te vinden in de Verordening jeugdhulp Nissewaard.
De totale beoordeling van de zorgbehoefte leidt tot een besluit. De ouder ontvangt het besluit in de vorm van een beschikking na het vaststellen van het gezingsplan.
In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening wordt in ieder geval gemotiveerd aangegeven of deze als voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt.
Bij het verstrekken van een individuele voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:
Bij het verstrekken van een individuele voorziening in de vorm van een pgb is in de beschikking in ieder geval vastgelegd:
Indien van toepassing maken het plan en het zorgplan (natura) een vast onderdeel uit van een beschikking voor een individuele voorziening. Als het zorgplan gereedkomt na de beschikking dan wordt deze na ondertekening door de ouder alsnog toegevoegd aan het besluit.
Aldus vastgesteld op 24 juni 2024 door burgemeester en wethouders van Nissewaard,
Gemeentesecretaris,
burgemeester,
Gegevens uit dit plan mogen niet aan derden worden verstrekt of worden ingezien zonder uitdrukkelijke toestemming van ouder(s) en jeugdige. Alleen geregistreerde deskundigen, die aanwezig zijn bij het gesprek ter beoordeling van de (her)indicatie jeugdhulp mogen dit verslag voor deze (her)indicatie gebruiken.
Wie maken deel uit van het gezin?
Geef een omschrijving van uw kind, van het gezin, en van de beperkingen.
Vraag 2. Wat wil ik in mijn leven?
Hoe wilt u dat het leven van uw kind er uit ziet, nu en in de toekomst?
Vraag 3. Wat kan ik zelf oplossen?
Wat kunt u zelf doen om de hulpvraag van uw kind op te lossen?
Vraag 4. Waarbij heb ik zorg of ondersteuning nodig en wanneer?
Omschrijf welke hulp u en/of uw kind nodig heeft, en wanneer u en/of uw kind deze ondersteuning nodig heeft.
Vraag 5. Wat is nodig op het gebied van onderwijs?
Geef aan wat nodig is voor onderwijs, indien dit van toepassing is.
Vraag 6. Wat verwacht ik van de ondersteuning?
Geef een omschrijving van de hulp zoals die volgens u het beste bij uw kind of het gezin past.
Vraag 7. Welke doelen wil ik behalen met deze zorg of ondersteuning?
Omschrijf wat u wilt bereiken met de hulp die u aanvraagt, en of u kunt inschatten wanneer dit bereikt zal zijn.
Vraag 8. Waarom wil ik zorg of ondersteuning inkopen met een persoonsgebonden budget?
Beschrijf bij deze vraag waarom u kiest voor een persoonsgebonden budget, en waarom Zorg in natura niet passend is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-297698.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.