Gemeenteblad van Hengelo
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hengelo | Gemeenteblad 2024, 297646 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hengelo | Gemeenteblad 2024, 297646 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand;
het huidige samenwerkingsverband Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, hierna te noemen GBTwente, (bestaande uit de gemeente Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Twenterand en Oldenzaal), bij de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en gemeentelijke belastingen, alsmede bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken vorm is gegeven op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
de gemeenschappelijke regeling GBTwente te wijzigen, zodanig dat de regeling als volgt komt te luiden:
Met voorliggende wijziging van de gemeenschappelijke regeling wordt de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) geïmplementeerd, worden onduidelijkheden in de huidige regeling weggenomen en worden ook overige tekstuele verbeteringen aangebracht.
Het belangrijkste wettelijke kader voor de regeling is de Wgr. De Wgr kent een aantal schakelbepalingen, waardoor bepalingen uit de Gemeentewet (Gemw) van overeenkomstige toepassing zijn op de regeling. Er is voor gekozen om in de nieuwe tekst niet datgene te regelen waarin de Wgr al voorziet. Een aantal artikelen zijn daarom geschrapt. Toch zijn er in de oude tekst nog wel een aantal bepalingen uit de Wgr te vinden, deze blijven opgenomen om zo de procesgang duidelijk zichtbaar te houden. In de hiernavolgende toelichting zijn verwijzingen naar die wet wel opgenomen.
Gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen
Op 1 juli 2022 is een wijziging van de Wgr (en de Gemw) in werking getreden. Deze wijziging beoogt een versterking van de democratische legitimatie van de gemeenschappelijke regelingen. Door de wijziging van de Wgr is een wijziging van een aantal onderdelen van de gemeenschappelijke regeling GBTwente noodzakelijk. Onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht. Voor het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling geldt een overgangstermijn van 2 jaar.
Hieronder een overzicht van de wijzigingen, type wijziging, en voor zover van toepassing de daarmee corresponderende artikelen in de regeling.
U = unaniem besluit van alle raden vereist.
In Twents verband is met de raden, tijdens een gezamenlijke kennissessie op 11 januari 2023 georganiseerd door de regionale regiegroep (met daarin drie griffiers, twee gemeente secretarissen en de directeuren van Samen Twente en Omgevingsdienst Twente), van gedachten gewisseld over de thema’s gezamenlijk adviescommissie, inwonersparticipatie en zienswijzerecht. De opbrengst van deze bijeenkomst is meegenomen in deze regeling. De regionale werkgroep organisatierecht (met daarin 10 concern juristen van zowel gemeenten als GR-en) heeft tekstvoorstellen gedaan voor modelbepalingen in de te wijzigen GR. In deze regeling zijn deze zoveel mogelijk overgenomen.
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 3 Doelstelling, belangen, taken en bevoegdheden
Artikel 4 Doelstelling, te behartigen belangen en taken
De regeling heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, om die gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen, welke verband houden met een efficiënte en effectieve uitvoering van de onder artikel 4, tweede, derde en vierde lid, genoemde uitvoeringstaken.
In het kader van deze gemeenschappelijke regeling worden de belangen van de deelnemers elk voor zover het hun grondgebied en hun belangen betreft, welke nader zijn omschreven in de betreffende dienstverleningsovereenkomst, behartigd op het gebied van:
de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden 1 ;
Artikel 6 Omvang en samenstelling algemeen bestuur
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraden afloopt. De aftredende leden blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop de raden der deelnemers de nieuwe wethouders hebben benoemd en de colleges de nieuwe leden vervolgens hebben aangewezen.
De stemverhouding van de gezamenlijke bestuursleden per deelnemer is verdeeld naar rato van het aantal inwoners van de deelnemers, met dien verstande dat iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners 3 stemmen, iedere deelnemer met meer dan 50.000 inwoners 2 stemmen, en iedere deelnemer met 50.000 of minder inwoners 1 stem heeft.
De stemverhouding wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de actuele inwoneraantallen op 1 januari van het betreffende kalenderjaar.
Het algemeen bestuur streeft naar unanieme besluitvorming. Bij een afwijkend standpunt van meer dan één gemeente wordt de besluitvorming doorgeschoven naar de eerstvolgende bestuursvergadering. Staken de stemmen in de eerstvolgende algemeen bestuursvergadering, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers.
Bij de totstandkoming van beleid kan aan ingezetenen van de deelnemende gemeenten en belanghebbenden inspraak worden verleend. Hiertoe stelt het algemeen bestuur een verordening vast.
Artikel 14 Specifieke taken van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval belast met:
Artikel 15 Bevoegdheden van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd tot:
uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ’s Rijksbelastingdienst en de directeur, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van de deelnemers;
Hoofdstuk 8 De heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van GBTwente en de belastingdeurwaarder
GBTwente heeft een of meer heffingsambtenaren, invorderingsambtenaren, ambtenaren van GBTwente en belastingdeurwaarders.
Artikel 20 Bevoegdheden heffingsambtenaar
De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de inspecteur, respectievelijk ambtenaar belast met de heffing van de deelnemers.
Artikel 21 Bevoegdheden invorderingsambtenaar
De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet milieubeheer zijn toegekend aan de ontvanger, respectievelijk ambtenaar belast met de invordering van de deelnemers.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in de leden 1 en 2 neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende deelnemer en de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Artikel 22 Bevoegdheden ambtenaar van GBTwente
De ambtenaar van GBTwente oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst, respectievelijk ambtenaar belast met de heffing of invordering van de deelnemers als bedoeld in artikel 231, lid 2, sub d van de Gemeentewet.
Hoofdstuk 10 Begroting, rekening administratie en controle
Artikel 25 Vaststelling begroting
Het dagelijks bestuur stelt de gemeenteraden van de deelnemers voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze bedoeld in het vierde lid, alsmede van de eventuele consequenties die het daaraan verbindt.
Vastgestelde begroting versturen naar raden van de deelnemende gemeenten
Artikel 29 Regels met betrekking tot administratie
De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien onder meer in de aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek belast met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Hoofdstuk 11 Toetreding en uittreding
Het college van een gemeente respectievelijk het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling treedt toe tot de regeling, indien tenminste twee derde meerderheid van de colleges van de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling, na verkregen toestemming van hun gemeenteraden, hebben ingestemd met de verzochte toetreding.
Het college van een nieuw toetredende gemeente of het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling doet na instemming van de deelnemers zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand na toetredingsdatum, de nodige benoemingen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van deze regeling.
Na ontvangst van het besluit tot uittreding worden door de gemeenten een, in overleg met de uittredende gemeente, aan te wijzen onafhankelijke externe deskundigen, waarvan minimaal één financieel deskundige en één juridisch deskundige, opdracht verleend een plan op te stellen dat ten minste inzicht geeft in alle kosten, die direct of indirect - gedurende een periode van maximaal vijf jaar - samenhangen met de uittreding. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uittredende gemeente naar redelijkheid en billijkheid:
Aansprakelijk blijft voor alle schulden en overige verplichtingen van het openbaar lichaam op het tijdstip van uittreden, zulks in verhouding van de verdeling van de gemeenschappelijke bijdragen als bedoeld in artikel 29 van deze regeling, in het laatste jaar van deelname, mits dit niet is verdisconteerd in het plan.
Hoofdstuk 12 Wijziging en opheffing
Artikel 33 Wijziging van de regeling
Een wijziging van de regeling is tot stand gekomen wanneer de colleges van alle deelnemers zich op de wijze als vermeld in lid 3 daarvoor hebben verklaard voor zover de wijziging (mede) een uitbreiding van de overgedragen bevoegdheden betreft zoals genoemd in artikel 10 lid 2, tweede volzin van de wet. Een wijziging van de regeling waarbij geen van de aanpassingen betrekking heeft op artikel 10 lid 2 van de wet komt tot stand wanneer een twee derde meerderheid van de colleges van de deelnemers zich op de wijze als vermeld in lid 3 daarvoor hebben verklaard.
Artikel 34 Opheffing en liquidatie
In geval van een opheffing, zoals vermeld in het voorgaande lid, wordt het dagelijks bestuur belast met het opstellen van een liquidatieplan. Bij het opstellen van dit plan kan zo nodig worden afgeweken van de bepalingen in deze regeling. In het plan wordt voorzien in de personele gevolgen van de opheffing.
Hoofdstuk 13 Klachten en geschillen
Mocht een voor partijen bevredigende oplossing niet binnen drie maanden na aanvang van het in het tweede lid bedoelde overleg zijn gevonden, dan wordt voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil, het geschil ter advisering voorgelegd aan een door het algemeen bestuur samengestelde geschillencommissie. Nadat advies is uitgebracht neemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een besluit.
Aldus besloten door:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Twenterand
in de vergadering van
de secretaris,
de burgemeester,
Besluit
Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente heeft de gewijzigde gemeenschappelijke regeling GBTwente conform voorstel vastgesteld.
Secretaris
De heer J.A.G. Cloosterman
Voorzitter
Mevrouw E. Zinkweg-Ankone
In dit artikel zijn enkele termen die in de regeling regelmatig terugkomen, uiteen gezet. De begripsomschrijvingen spreken voor zich.
In dit artikel wordt het openbaar lichaam geïntroduceerd. Ingevolge artikel 8 van de Wgr is het openbaar lichaam een rechtspersoon. Hierdoor beschikt GBTwente van rechtswege over de privaatrechtelijke bevoegdheden die nodig zijn om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer (bijv. het sluiten van overeenkomsten, huren van kantoorruimte, lenen van geld).
Een rechtspersoon dient op grond van artikel 10, derde lid van de Wgr een vestigingsplaats te hebben. Deze vestigingsplaats staat los van de kantoor-/werklocaties.
Dit artikel is conform artikel 12 van de Wgr.
Deze bepaling vloeit voort uit artikel 10, eerste lid van de Wgr, dat verplicht het belang/de belangen te vermelden waarvoor de regeling is getroffen.
De wijziging is slechts technisch van aard gezien de leesbaarheid van het artikel en beoogt verder geen wijziging met zich mee te brengen.
Het is van belang de verschillende bevoegdheden te onderscheiden, te weten: eigen bevoegdheden, overgedragen bevoegdheden en afgeleide bevoegdheden.
Eigen bevoegdheden zijn bevoegdheden die het bestuur heeft op basis van de Wgr, zoals het vaststellen van de begroting en het sluiten van overeenkomsten. In de Wgr is beschreven welke (eigen) bevoegdheden welk orgaan heeft: het algemeen bestuur (artikel 33), het dagelijks bestuur (artikel 33b) en de voorzitter (artikel 33d).
Overgedragen (gedelegeerde) bevoegdheden zijn de bevoegdheden die de deelnemers bij de gemeenschappelijke regeling neerleggen. Artikel 30 van de Wgr vormt de wettelijke basis hiervoor.
Afgeleide bevoegdheden zijn bevoegdheden die niet expliciet bij de gemeenschappelijk regeling zijn gelegd maar impliciet zijn meegegaan. Te denken valt aan bijvoorbeeld het afhandelen van klachten, Woo verzoeken en bezwaarschriften.
Deze bepaling vloeit voort uit artikel 10, tweede lid van de Wgr, dat verplicht in de regeling op te nemen welke bevoegdheden de deelnemers op grond van artikel 30, tweede lid van de Wgr, aan het openbaar lichaam overdragen (delegeren). Het openbaar lichaam oefent deze bevoegdheden onder eigen verantwoordelijkheid uit. Overdracht van bevoegdheden is rand voorwaardelijk voor een effectieve en doelmatige taakuitvoering en een slagvaardig bestuur.
De wijziging is slechts technisch van aard gezien de leesbaarheid van het artikel en beoogt verder geen wijziging met zich mee te brengen.
De raden van de deelnemers stellen de belastingverordeningen van de gemeenten vast.
Artikel 24a van de Wgr bepaald dat de instelling van een raadsadviescommissie geschiedt door het algemeen bestuur, op verzoek van de betrokken gemeenteraden. Alle raden moeten instemmen met de instelling van de raadsadviescommissie, maar als ze dat doen, dan is het voor het algemeen bestuur ook een verplichting om tot instelling over te gaan. Het kiezen van de leden van de commissie is dan weer aan de raden, waarbij een raad er ook voor kan kiezen niet actief te participeren. Alleen raadsleden kunnen lid zijn.
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 10, zevende lid van de Wgr. Dit artikel is overeenkomstig het model van de werkgroep organisatierecht.
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 10, vijfde lid van de Wgr. Dit artikel is overeenkomstig het model van de werkgroep organisatierecht.
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 16, eerste lid van de Wgr.
Door vernummering van de artikelen is de verwijzing eveneens gecorrigeerd naar het juiste artikelnummer.
Door vernummering van de artikelen diende de verwijzing ook gewijzigd te worden naar het juiste artikel.
De regels over de begroting staan in artikel 34 en artikel 35 van de Wgr. Aan de begroting gaat de kadernota (of hoofdlijnenbrief/ontwikkelingenbrief genaamd) vooraf.
Overeenkomstig de op Twents niveau afgesproken werkwijze ziet de P&C cyclus van GBTwente er als volgt uit:
Ingevolge artikel 34b is de datum van inzending naar de raden verlengd tot formeel vóór 30 april. Op Twents niveau is echter afgesproken dat ook de jaarrekening voor 8 april wordt aangeleverd.
Door vernummering van de artikelen diende de verwijzing ook gewijzigd te worden naar het juiste artikel.
De wijzigingen in artikel 32 van deze regeling zijn bepalingen naar het model van de werkgroep organisatierecht. Deze bepalingen hebben alleen betrekking op de uittreding uit deze regeling.
Voor nieuwe toetreders kunnen over de eventuele kosten bij beëindiging met de betrokken gemeenten of het samenwerkingsverband specifieke afspraken worden gemaakt. Deze worden in de bestuursovereenkomst/dienstverleningsovereenkomst vastgelegd.
Te denken valt bijvoorbeeld aan een verplichting om tenminste vijf jaar deelnemer te blijven voordat er uitgetreden kan worden. Dan wel een verplichting om overgenomen gemeentelijke medewerkers wederom in dienst te nemen indien binnen vijf jaar wordt opgezegd. Wordt hierover vooraf geen consensus bereikt dan wordt er geen overeenkomst gesloten en kan GBTwente geen werkzaamheden voor de betreffende gemeente of het samenwerkingsverband uitvoeren.
Deze wijziging is naar het model van de werkgroep organisatierecht.
Door vernummering van de artikelen diende de verwijzing in het zesde lid ook gewijzigd te worden naar het juiste artikel.
Deze bepaling is naar het model van de werkgroep organisatierecht.
Deze bepaling geeft uitvoering aan artikel 11a van de wet en is gelijk aan de modelbepaling (variant 3) van de werkgroep organisatierecht.
De oude artikelen 36 t/m 38 van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente met ingangsdatum 1 december 2019 zijn in de nieuwe regeling geactualiseerd en samengebracht in een artikel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-297646.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.