Gemeenteblad van Enkhuizen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enkhuizen | Gemeenteblad 2024, 297446 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enkhuizen | Gemeenteblad 2024, 297446 | beleidsregel |
Leningen en borgstellingenbeleid gemeente Enkhuizen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen
Gelet op artikel 160, lid 1, sub e, en artikel 169, lid 4, van de Gemeentewet;
Gelet op artikel 2 en 2a van de Wet financiering decentrale overheden en artikel 2 van het Treasurystatuut;
Gelet op titel 4.1 ('Beschikkingen'), titel 4.2 ('Subsidies') en titel 4.3 ('Beleidsregels') van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat openbare lichamen uitsluitend ten behoeve van de publieke taak geldleningen en garanties voor geldleningen kunnen verstrekken;
Artikel 2: Inhoudelijke criteria
De te financieren zaken moeten nodig zijn in het kader van de uitvoering van een publieke taak in de gemeente. Dat wil zeggen dat ze moeten passen binnen en bijdragen aan het gemeentelijk beleid en het openbaar belang. Tevens moet er met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend. De gemeenteraad geeft door middel van de vaststelling van de gemeentebegroting, de begrotingswijzigingen en beleidsnota’s het richtinggevende en budgettaire kader.
Artikel 3: Financiële criteria
Specifiek voor sport geldt dat er wordt samengewerkt met de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS). Zonder medewerking van dit Fonds wordt in beginsel geen lening of borgstelling door de gemeente verstrekt. Deze stichting biedt naast een borgstelling van 50% ook een aanvullende toetsing zoals een sporttechnische keuring en een jaarlijkse controle van de begroting en jaarrekening. Er wordt aansluiting gezocht bij de eisen aan een borgstelling van het SWS.
Artikel 5: Overige criteria en uitgangspunten
De hoogte van in rekening te brengen rentepercentage en administratiekosten wordt bepaald aan de hand van een door de gemeente vastgestelde rekenmethode. Hierbij wordt rekening gehouden met de regelgeving rondom staatssteun en kan sprake zijn van een toeslag op de rente voor marktconformiteit. Tevens geldt dat alle uit de aanvraag voortvloeiende kosten (notariskosten en eventuele overige kosten) voor rekening zijn van de aanvrager.
De aanvrager heeft een instandhouding- en onderhoudsverplichting van het onderpand. De aanvrager verplicht zich daarom tot het afsluiten van opstal- en inboedelverzekeringen en het in goede staat houden van het onderpand gedurende de gehele looptijd van de lening of garantie, tot genoegen van de burgemeester en wethouders.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Enkhuizen.
De wnd-secretaris,
J. Slagter
De burgemeester,
J. Baas
Artikelsgewijze toelichting op de beleidsregels publieke taak leningen en garanties gemeente 2016.
Toelichting bij artikel 1 en 2
Garantie of een geldlening wordt slechts verleend ter behartiging van een gemeentelijke publieke taak. Wat wel of niet tot de publieke taak en het publiek belang wordt gerekend, verschilt naar gelang het beleidsveld, het tijdstip en de omstandigheden. In deze context past dus geen statische definitie van de begrippen ‘publieke taak’ en ‘publiek belang’ , zodat dit ook niet is opgenomen in de begripsomschrijvingen. Een gemeentelijk publiek belang kan betrekking hebben op onder meer sport en recreatie, kunst, cultuur, welzijn, onderwijs, zorg of veiligheid binnen de gemeente, monumentenzorg van monumenten binnen de gemeente of gemeentelijke infrastructuur . Daar waar de activiteiten het gemeentelijk publiek belang overstijgen, verstrekt de gemeente geen garanties. Zodoende wordt voorkomen dat de gemeente te veel financiële risico’s loopt en zich buiten haar taakveld begeeft.
Het garant staan voor leningen ten behoeve van de financiering van een woning dient bijvoorbeeld uitdrukkelijk geen publieke taak. Particulieren kunnen zich hiervoor wenden tot de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen.
Lening of garantstelling vraagt onder meer om een beoordeling van de financiële positie van de instelling. De instelling moet in staat zijn gedurende de looptijd van de garantie de rente- en aflossingsverplichtingen jegens de geldverstrekker na te komen en de vergoeding aan de gemeente te voldoen die samenhangt met de garantstelling. Een en ander moet onder meer blijken uit een sluitende meerjarenbegroting en de liquiditeitspositie van de aanvrager.
Uitgangspunt is ook dat de gemeentegarantie een laatste redmiddel is: voor zover een waarborgfonds garant wil staan of er een andere voorliggende voorziening is, is er geen noodzaak voor een gemeentegarantie. Waarborgfondsen verstrekken niet alleen garanties maar adviseren instellingen ook inhoudelijk over voorgenomen investeringen en stemmen de financiering daarop af. Deze fondsen zijn erop ingesteld om de risico-ontwikkeling te beheersen en adequate maatregelen te treffen. Landelijk zijn er een aantal waarborgfondsen werkzaam waar garantstellingen van instellingen kunnen worden ondergebracht. Voor risico’ s vervullen de gemeenten een zogenoemde achtervangpositie. Dit houdt in dat gemeenten pas in een laat stadium worden aangesproken in het uiterste geval dat het waarborgfonds een nadeel niet volledig kan opvangen.
De gemeente heeft niet als doel te verdienen op de uitgezette leningen. De hoogte van de rente op een lening heeft direct financiële consequenties voor zowel de gemeente als de ontvangende partij. Dit vraagt om een zorgvuldige, passende en consequente rentebepaling. Bijgaande richtlijn is opgesteld op basis van de volgende overwegingen:
Welk tarief marktconform is, wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de rentes die banken en kredietverstrekkers voor een soortgelijke lening vragen.
Daarbij is gekozen voor het rentepercentage voor een hypothecaire lening met dezelfde looptijd en aflossingsvorm (met meer dan 80% marktwaarde van het onderpand) van drie banken. Hiervoor is gekozen omdat deze percentages in redelijke afspiegeling is van de marktconforme rente.
Als de gemeente eerst zelf moet lenen, zoals bij omvangrijke leningen aan verbonden partijen, moet de derde partij minimaal de rente vergoeden die wij zelf ook betalen. Deze rente wordt in beginsel verhoogd met een vaste opslag. Dit ter dekking van de provisiekosten en het risico dat de tegenpartij niet betaalt. Ook mag de gemeente niet goedkoper zijn dan een andere deelnemer die ook kan financieren.
De formule voor de berekening van het rentepercentage voor de te verstrekken lening is als volgt:
Rente % = (% gemeente (BNG) + opslag 0,5%) + % om rente marktconform te maken.
Wanneer de gemeente uit eigen middelen kan verstrekken, zoals bij kleinere leningen aan stichtingen en verenigingen, wordt voorgesteld de rente te baseren op de rentetarieven van de BNG Bank (uitgaande van dezelfde looptijd en aflossingsvorm) met een opslag van 0,5% voor risico en administratieve kosten. Dit rentetarief vormt het kostenbeeld voor de gemeente, alle rente die toegevoegd moet worden om de rente marktconform te maken komt hier bovenop. Hierbij wordt uitgegaan van een vast percentage voor de gehele looptijd.
Gemeentegaranties moeten voldoen aan de Europese regelgeving. Voorkomen moet worden dat sprake is van staatssteun als bedoeld in artikel 87 , eerste lid, van het EG-verdrag. Hiervan is sprake als er overheidssteun wordt verleend die ten goede komt aan bepaalde ondernemingen of producties waarbij een niet marktconform voordeel wordt verschaft aan die ondernemingen en waarbij sprake is van (dreigende) vervalsing van mededinging op de gemeenschappelijke markt en ongunstige beïnvloeding van de tussenstaatse handel. Bij garantieverlening ten behoeve van amateurinstellingen en garantieverlening ten behoeve van instanties zonder winstoogmerk die wettelijke overheidstaken vervullen, zal dit niet aan de orde zijn. Dit kan echter wel aan de orde zijn bij garantieverlening ten behoeve van bepaalde ondernemingen.
Gelet op de (complexe) definitie van staatssteun, de zgn. “de-minimis”-vrijstelling en verschillende andere vrijstellingsverordeningen, de jurisprudentie en mededelingen van de Commissie zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld of sprake is of zou kunnen zijn van staatssteun, en zo ja, of de garantieverlening moet worden gemeld bij de Europese Commissie. In het bijzonder is daarbij de Mededeling van de Europese Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op staatssteun in de vorm van garanties van belang. Indien aan de daarin genoemde voorwaarden is voldaan, geldt een generieke vrijstelling en behoeft de garantieverlening niet te worden gemeld bij de Europese Commissie. Voor zover de garantieverlening moet worden gemeld bij de Europese Commissie, geldt een standstill-bepaling: de garantie kan niet worden verleend zolang de Europese Commissie niet akkoord is (onder voorwaarden).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-297446.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.