Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking A2-gemeenten

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard, ieder voor zover voor de eigen gemeente bevoegd,

 

Overwegende dat

met bundeling van de krachten de drie gemeenten vanuit een duurzame organisatie nu en in de toekomst hoogwaardige en betrouwbare dienstverlening kunnen blijven bieden aan de gemeentelijke organisaties, inwoners, bedrijven en instellingen, door toename van de gezamenlijke kwaliteit, vermindering van kwetsbaarheid en realisatie van efficiencyvoordelen;

 

Gelet op

 

de zienswijzen van de gemeenteraden van Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard op grond van artikel 1, derde lid Wgr

 

de toestemming van de gemeenteraden van Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard op grond van artikel 1, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht en de Archiefwet 1995;

 

Besluiten

de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking A2-gemeenten als laatstelijk vastgesteld op 22 september 2015, te wijzigen en daartoe de navolgende gewijzigde gemeenschappelijke regeling vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuur: het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie, bedoeld in artikel 14a van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • b.

    colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard;

  • c.

    gedeputeerde staten: de gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant;

  • d.

    gemeenten: de gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard;

  • e.

    raden: de gemeenteraden van de gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard;

  • f.

    regeling: deze Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking A2-gemeenten;

  • g.

    Samenwerking A2-gemeenten: de bedrijfsvoeringsorganisatie, bedoeld in artikel 2 van de regeling.

Artikel 2 Bedrijfsvoeringsorganisatie

  • 1.

    Er is een bedrijfsvoeringsorganisatie, genaamd de Samenwerking A2-gemeenten.

  • 2.

    De Samenwerking A2-gemeenten fungeert als gezamenlijke brede bedrijfsvoeringssamenwerking van de gemeenten.

  • 3.

    De Samenwerking A2-gemeenten is juridisch gevestigd te Heeze-Leende.

Hoofdstuk 2 Belang, taken en bevoegdheden

Artikel 3 Belang

De regeling wordt getroffen ten behoeve van de uitvoering door de Samenwerking A2-gemeenten van de door de gemeenten opgedragen bedrijfsvoeringstaken middels uitstekende dienstverlening: kwalitatief hoogwaardig, betrouwbaar en in nabijheid van de gemeenten. Dit ten behoeve van de gemeentelijke organisaties, inwoners, bedrijven en instellingen. De Samenwerking A2-gemeenten behartigt vanuit deze missie de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de gemeenten op de gebieden van:

  • a.

    Werk en Inkomen;

  • b.

    Personeel en Organisatie;

  • c.

    Informatisering en Automatisering;

  • d.

    Juridische Zaken;

  • e.

    Financiën en Administratie;

  • f.

    Inkoop;

  • g.

    Communicatie;

  • h.

    Gegevensbeheer en

  • i.

    Management op alle bovengenoemde taken.

Artikel 4 Taken

  • 1.

    De gemeenten dragen de volgende taken en bevoegdheden van de colleges - voor zover deze niet, al dan niet met toepassing van de wet, aan derden zijn of worden opgedragen - op aan het bestuur van de Samenwerking A2-gemeenten:

    • a.

      op het gebied van Werk & Inkomen:

      • -

        uitvoeringshandelingen en -besluiten van algemene maatregelen van bestuur en uitvoeringsregelingen op grond van onderstaande regelingen:

        • Participatiewet;

        • Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

        • Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

        • Wet Inburgering;

        • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

        • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

        • Wet sociale werkvoorziening;

    • b.

      op het gebied van Personeel en Organisatie:

      • -

        beleidsvoorbereiding op het terrein van Personeel en Organisatie;

      • -

        personeelsconsulenten/HRM-adviseurs;

      • -

        organisatieontwikkeling;

      • -

        loopbaanontwikkeling/mobiliteit;

      • -

        arbeidsmarktcommunicatie, werving en selectie;

      • -

        preventie, re-integratie en ARBO;

      • -

        arbeidsjuristen; arbeidsvoorwaarden en rechtspositie;

      • -

        personeels- en salarisadministratie;

    • c.

      op het gebied van Informatisering en Automatisering:

      • -

        beleidsvoorbereiding op het terrein van Informatisering en Automatisering;

      • -

        advies en informatieanalyse;

      • -

        projecten;

      • -

        systeembeheer;

      • -

        netwerkbeheer;

      • -

        technisch applicatiebeheer;

      • -

        functioneel applicatiebeheer;

      • -

        DIV/DIM incl. archief

      • -

        helpdesk;

    • d.

      op het gebied van Juridische Zaken;

      • -

        beleidsvoorbereiding op het terrein van Juridische Zaken;

        ealgemeen bestuursjuristen;

      • -

        bezwaar en beroep;

      • -

        juridische kwaliteitszorg;

      • -

        klachtenbehandeling;

      • -

        aansprakelijkstellingen;

      • -

        verzekeringen en contractbeheer;

    • e.

      op het gebied van Financiën en Administratie:

      • -

        beleidsvoorbereiding op het terrein van Financiën en Administratie;

      • -

        financieel advies;

      • -

        Planning en Control;

      • -

        interne auditing (IC), incl. control op grondexploitaties;

      • -

        managementinformatie;

      • -

        financiële administratie;

      • -

        kassiersfunctie/invordering privaatrechtelijk;

      • -

        applicatiebeheer financiële pakketten;

    • f

      op het gebied van Inkoop:

      • -

        beleidsvoorbereiding op het terrein van Inkoop;

      • -

        inkoopcoördinator;

      • -

        strategische, tactische en operationele inkoop en aanbesteding;

    • g.

      op het gebied van Communicatie:

      • -

        beleidsvoorbereiding op het terrein van Communicatie;

      • -

        bestuurs- en concerncommunicatie;

      • -

        ondersteuning bestuur en directie bij communicatie;

      • -

        project- en beleidscommunicatie;

      • -

        crisis- en risicocommunicatie;

      • -

        persvoorlichting;

      • -

        samenstelling communicatiemateriaal;

      • -

        contentbeheer website/intranet;

      • -

        Social media;

      • -

        bewonersparticipatie;

    • h.

      op het gebied van Gegevensbeheer:

      • -

        basisregistraties, inclusief BRP;

      • -

        belastingen: heffing en invordering (fiscaal);

      • -

        Woz-administratie;

      • -

        GEO-registraties;

    • i.

      op het gebied van Management:

      • -

        management op alle bovengenoemde bedrijfsvoeringstaken.

  • 2.

    Voorts is de Samenwerking A2-gemeenten bevoegd tot en/of belast met:

    • a.

      het voeren van het secretariaat van de bezwarencommissie;

    • b.

      het voeren van verweer inzake bezwaar- en beroepschriften voor zover het betrekking heeft op het werkgebied van de Samenwerking A2-gemeenten;

    • c.

      de advisering met betrekking tot klachten aan het bestuursorgaan waartoe de betreffende klager zich wendt.

  • 3.

    De Samenwerking A2-gemeenten verleent in beginsel alleen diensten aan de gemeenten. In uitzondering hierop kan het bestuur besluiten tot het aanbieden van de in dit artikel genoemde diensten door middel van een dienstverleningsovereenkomst aan andere publiekrechtelijke rechtspersonen. Het bestuur kan hiertoe niet besluiten indien dit ertoe leidt dat de Samenwerking A2-gemeenten niet meer valt aan te merken als een inbestedende dienst voor de gemeenten.

Artikel 5 Algemene bevoegdheidstoedeling

  • 1.

    Voor zover van delegatie sprake is, is dat in deze regeling vervat.

  • 2.

    De colleges kunnen andere bevoegdheden die hun bij of krachtens de wet zijn toegekend mandateren aan het bestuur, voor zover dit nodig is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 4.

  • 3.

    De colleges dragen tevens zorg voor benodigde volmachten en machtigingen die de Samenwerking A2-gemeenten nodig heeft voor het kunnen functioneren als brede bedrijfsvoeringssamenwerking en het uitvoeren van hiermee samenhangende taken.

  • 4.

    Ondermandaat is toegestaan, tenzij dat uitdrukkelijk is voorbehouden.

  • 5.

    Er wordt een register bijgehouden van de overeenkomstig het tweede en vierde lid (onder)gemandateerde bevoegdheden.

Hoofdstuk 3 Het bestuur, de voorzitter en de secretaris

Artikel 6 Bestuur

  • 1.

    Het bestuur bestaat uit de leden van de voltallige colleges.

  • 2.

    Het bestuur is bestuurlijk eindverantwoordelijk voor de strategische aansturing van de Samenwerking A2-gemeenten.

  • 3.

    Het lidmaatschap van een lid van het bestuur eindigt op de volgende momenten:

    • a.

      op het tijdstip waarop de zittingsperiode van het college afloopt;

    • b.

      bij beëindiging van het lidmaatschap van het college waaruit het lid is aangewezen.

  • 4.

    De leden van het bestuur blijven na het verstrijken van de in het tweede lid onder a bedoelde termijn hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop de nieuwe leden zijn aangewezen.

  • 5.

    Bij het bestaan van een of meer vacatures blijvende resterende bestuursleden bevoegd besluiten te nemen.

  • 6.

    De leden van het bestuur hebben meervoudig stemrecht. Het aantal stemmen per lid wordt door het bestuur bepaald op basis van het aantal wethouders in het college. Daarbij geldt het volgende:

    • a.

      in geval van een college met twee wethouders heeft ieder lid van het bestuur 20 stemmen, inclusief de burgemeester heeft de gemeente dus 60 stemmen:

    • b.

      in geval van een college met drie wethouders heeft ieder lid van het bestuur 15 stemmen, inclusief de burgemeester heeft de gemeente dus 60 stemmen;

    • c.

      in geval van een college met vier wethouders heeft ieder lid van het bestuur 12 stemmen, inclusief de burgemeester heeft de gemeente dus 60 stemmen;

    • d.

      in geval van een college met vijf wethouders heeft ieder lid van het bestuur 10 stemmen, inclusief de burgemeester heeft de gemeente dus 60 stemmen.

  • 7.

    Het bestuur beslist bij gewone meerderheid van stemmen.

  • 8.

    Van het bepaalde in het zevende lid zijn uitgezonderd besluiten omtrent:

    • a.

      toetreding van een of meerdere gemeenten;

    • b.

      wijziging van deze regeling;

    • c.

      het opnemen van een taakstelling ten aanzien van de begroting van de Samenwerking A2-gemeenten.

    Voor deze uitgezonderde onderwerpen geldt unanimiteit van stemmen.

Artikel 7 Bevoegdheden bestuur

  • 1.

    Alle bevoegdheden bij of krachtens enige wet van toepassing op de Samenwerking A2-gemeenten komen toe aan het bestuur.

  • 2.

    Naast de uitoefening van de taken en bevoegdheden op grond van het elders in deze regeling bepaalde is het bestuur in elk geval belast met en bevoegd tot:

    • a.

      het vaststellen en wijzigen van de begroting;

    • b.

      het vaststellen van de jaarrekening;

    • c.

      het vaststellen van de jaarlijkse kadernota;

    • d.

      het vaststellen van bestuursrapportages;

    • e.

      het vaststellen van de benodigde verordeningen en nota’s ten behoeve van de Samenwerking A2-gemeenten;

    • f.

      de aanwijzing van een of meer accountants, bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet;

    • g.

      het beheer van de inkomsten en uitgaven van de Samenwerking A2-gemeenten;

    • h.

      het vaststellen van rechtspositionele regelingen;

    • i.

      de aanwijzing van de voorzitter van de directieraad, bedoeld in artikel 13;

    • j.

      benoeming, schorsing en ontslag van het personeel van de Samenwerking A2-gemeenten;

    • k.

      het bepalen van toetredingsvoorwaarden alsmede het regelen van de gevolgen van uittreding;

    • l.

      het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures, het instellen van bezwaar en beroep alsmede het vragen om een voorlopige voorziening;

    • m.

      het besluiten tot publiekrechtelijke rechtshandelingen ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 4 van de regeling opgedragen taken van de Samenwerking A2-gemeenten;

    • n.

      het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 4 van de regeling opgedragen taken van de Samenwerking A2-gemeenten;

    • o.

      het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten waarin diensten worden aangeboden aan andere publiekrechtelijke rechtspersonen, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, derde lid, van de regeling;

    • p.

      het behartigen van de belangen van de Samenwerking A2-gemeenten bij andere overheden, instellingen, bedrijven of personen waarmee contact voor de Samenwerking A2-gemeenten van belang is.

  • 3.

    Het bestuur neemt alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit van de Samenwerking A2-gemeenten.

  • 4.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 31a, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen kan het bestuur besluiten tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen als dat bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang en niet voordat de raden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen.

  • 5.

    Het bestuur kan de uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden opdragen aan een of meer leden van het bestuur. De opgedragen bevoegdheid wordt uit naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitgeoefend. Het bestuur kan ten aanzien daarvan alle aanwijzingen geven die het nodig acht.

Artikel 8 Reglement van orde en vergaderingen

  • 1.

    Het bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en werkzaamheden vast.

  • 2.

    Het bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts zo vaak als de voorzitter van het bestuur dit nodig acht of als ten minste een vijfde van de leden van het bestuur daarom verzoekt onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen.

Artikel 9 Voorzitter van het bestuur

  • 1.

    Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter aan. Het voorzitterschap van het bestuur rouleert tweejaarlijks, tenzij het bestuur anders besluit.

  • 2.

    De voorzitter van het bestuur is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de vergaderingen van het bestuur en tevens voor de vergaderorde binnen het bestuur, onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 8.

  • 3.

    Het bestuur regelt de vervanging van diens voorzitter.

  • 4.

    Het bestuur kan diens voorzitter machtigen om namens het bestuur te handelen.

  • 5.

    De voorzitter van het bestuur ondertekent de stukken die van het bestuur uitgaan, tenzij hij het ondertekenen van bepaalde stukken aan andere personen heeft opgedragen.

  • 6.

    De voorzitter van het bestuur vertegenwoordigt de Samenwerking A2-gemeenten in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen gemachtigde.

  • 7.

    De voorzitter van het bestuur houdt toezicht op het functioneren van de Samenwerking A2-gemeenten.

Artikel 10 Secretaris

  • 1.

    De voorzitter van de directieraad, bedoeld in artikel 13, is secretaris van het bestuur, maar is geen lid van het bestuur.

  • 2.

    De secretaris medeondertekent de stukken die van het bestuur uitgaan.

  • 3.

    De directieraad, bedoeld in artikel 12, regelt de vervanging van de secretaris.

Hoofdstuk 4 Informatie- en verantwoordingsplichten

Artikel 11 Informatie- en verantwoordingsplichten

  • 1.

    Het bestuur geeft de raden van de gemeenten schriftelijk de door een of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen acht weken verstrekt.

  • 2.

    Een lid van het bestuur geeft de raad van zijn gemeente mondeling of schriftelijk de door een of meer leden van de raad van zijn gemeente gevraagde inlichtingen. De inlichtingen worden in ieder geval binnen acht weken verstrekt.

  • 3.

    Het bestuur geeft aan de raden ongevraagd alle inlichtingen die de raden voor de uitoefening van hun taak nodig hebben.

  • 4.

    De colleges zijn gehouden het bestuur in kennis te stellen van de bij hen in voorbereiding zijnde plannen en/of maatregelen met betrekking tot de in artikel 4 bedoelde taakgebieden en taakaspecten daarbinnen, voor zover deze redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor het functioneren van de Samenwerking A2-gemeenten.

  • 5.

    Een lid van het bestuur is aan de raad van zijn gemeente verantwoording schuldig over het door hem in het bestuur gevoerde beleid. Het lid kan zowel mondeling als schriftelijk verantwoording afleggen.

  • 6.

    Het reglement van orde voor de vergaderingen van het bestuur regelt de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het in dit artikel bepaalde.

Hoofdstuk 5 De directieraad en het personeel

Artikel 12 Directieraad

  • 1.

    De Samenwerking A2-gemeenten kent een directieraad, bestaande uit:

    • a.

      de gemeentesecretarissen van de gemeenten; en

    • b.

      de manager van de Samenwerking A2-gemeenten, bedoeld in artikel 14, als adviserend lid.

  • 2.

    De directieraad is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de strategische aansturing van de Samenwerking A2-gemeenten en staat het bestuur bij in de uitvoering van zijn taken.

  • 3.

    De invulling van de directieraad ten aanzien van taken, bezetting, bevoegdheden en werkwijzen wordt in de organisatieverordening nader uitgewerkt en vastgelegd.

  • 4.

    De directieraad zorgt tevens voor een organisatiemodel dat ter besluitvorming aan het bestuur wordt voorgelegd.

Artikel 13 Voorzitter van de directieraad

  • 1.

    De directieraad wijst uit zijn midden een voorzitter aan. Het voorzitterschap van de directieraad rouleert tweejaarlijks, tenzij het bestuur anders besluit.

  • 2.

    De voorzitter van het bestuur en de voorzitter van de directieraad komen niet uit dezelfde gemeente, tenzij het bestuur anders besluit.

  • 3.

    De voorzitter van de directieraad treedt op als bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden. Wanneer de voorzitter van de directieraad verhinderd is, draagt de directieraad zorg voor vervanging.

Artikel 14 Manager Samenwerking A2-gemeenten

De Samenwerking A2-gemeenten kent een manager, die verantwoordelijk is voor:

  • a.

    de dagelijkse aansturing van het management en de medewerkers van de Samenwerking A2-gemeenten; en

  • b.

    de dagelijkse taakuitvoering van de GRS A2 binnen de door de directieraad gestelde kaders.

Artikel 15 Personeel

  • 1.

    De Samenwerking A2-gemeenten kan personeel in dienst nemen voor de uitvoering van de aan de Samenwerking A2-gemeenten opgedragen taken.

  • 2.

    Het bestuur regelt de rechtspositie van het personeel en neemt daartoe de benodigde besluiten.

  • 3.

    Ten aanzien van de rechtspositie van het personeel is de Cao SGO en het Personeelshandboek Samenwerking A2-gemeenten, van toepassing.

  • 4.

    Naast het bepaalde in het derde lid kan het bestuur een aanvullende rechtspositieregeling vaststellen.

  • 5.

    Ten aanzien van het personeel dat bij de Samenwerking A2-gemeenten in dienst is, is het bestuur, binnen de kaders van de vastgestelde formatie, belast met het aanstellen, schorsen en ontslaan van het personeel.

  • 6.

    Het bestuur kan de in het tweede en vijfde lid bedoelde bevoegdheden mandateren aan de directieraad.

  • 7.

    Het bestuur stelt binnen een jaar na vaststelling van deze regeling een organisatieverordening vast.

Artikel 16 Heffingsambtenaar, invorderingsambtenaar, belastingdeurwaarder

  • 1.

    De Samenwerking A2-gemeenten heeft een heffingsambtenaar, een invorderingsambtenaar en een belastingdeurwaarder.

  • 2.

    Het bestuur wijst een of meerdere ambtenaren van de Samenwerking A2-gemeenten aan als heffingsambtenaar, invorderingsambtenaar en belastingdeurwaarder. Het bestuur kan deze bevoegdheid mandateren aan de directieraad.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde ambtenaren oefenen de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de wet aan hen toegekend zijn.

Hoofdstuk 6 Financiën

Artikel 17 Gemeentewet en Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

  • 1.

    De artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan bij of krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen niet is afgeweken.

  • 2.

    Het bestuur stelt in dat kader de vereiste verordeningen vast.

Artikel 18 Financiële verantwoordelijkheid

  • 1.

    De gemeenten dragen er zorg voor dat de Samenwerking A2-gemeenten te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 2.

    Indien een gemeente weigert deze uitgaven op de gemeentelijke begroting te zetten, doet het bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Het bestuur stelt een bijdrageverordening vast waarin in elk geval wordt geregeld op welke wijze en in welke mate de gemeenten financieel bijdragen aan de middelen van de Samenwerking A2-gemeenten.

Artikel 19 Kadernota

Het bestuur zendt uiterlijk 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de raden.

Artikel 20 Zienswijzenprocedure en vaststelling begroting

  • 1.

    Het begrotingsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • 2.

    Het bestuur zendt de ontwerp-begroting twaalf weken voordat deze wordt vastgesteld toe aan de raden.

  • 3.

    De ontwerp-begroting wordt door de colleges voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.

  • 4.

    De raden kunnen bij het bestuur hun zienswijze over de ontwerp-begroting naar voren brengen.

  • 5.

    Het bestuur stelt de raden voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze en de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 6.

    Het bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient.

  • 7.

    Na vaststelling van de begroting zendt het bestuur de begroting aan de raden, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 8.

    Het bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 september van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten.

  • 9.

    Het bepaalde in het tweede, derde, vierde en zesde lid is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, met uitzondering van die wijzigingen van de begroting waarbij geen wijziging wordt gebracht in de bijdragen van de gemeenten. Het bepaalde in het vierde en zesde lid is van toepassing, met dien verstande dat wijzigingen in de begroting ook kunnen worden vastgesteld gedurende het jaar waarvoor de begroting geldt, en in dat geval inzending aan gedeputeerde staten niet voor 15 september hoeft plaats te vinden.

Artikel 21 Jaarrekening

  • 1.

    Het bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2.

    Het bestuur zendt voor 30 april van het jaar na het jaar waarvoor de jaarrekening dient, een voorlopige jaarrekening aan de raden.

  • 3.

    Het bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

Artikel 22 Reserves en voorzieningen

Reserves en voorzieningen worden overeenkomstig de door het bestuur daartoe uitgevaardigde richtlijnen gevormd. Deze richtlijnen zijn opgenomen in de door het bestuur vast te stellen financiële verordening, zoals genoemd in artikel 17 van de regeling.

Hoofdstuk 7 Bepalingen over de regeling

Artikel 23 Duur van de regeling en kennisgeving aan gedeputeerde staten

  • 1.

    De regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Van elk besluit tot toetreding, uittreding, wijziging of opheffing van de regeling, draagt het bestuur zorg voor kennisgeving hiervan aan gedeputeerde staten alsmede voor bekendmaking ingevolge artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 24 Toetreding

  • 1.

    Een college van burgemeester en wethouders van een andere gemeente kan toetreden tot de regeling, indien de colleges hiermee unaniem instemmen, met inachtneming van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    Het bestuur regelt de gevolgen van toetreding en kan aan de toetreding voorwaarden verbinden.

  • 3.

    De toetreding treedt in werking op een in overleg tussen het bestuur en de toetredende gemeenten te bepalen tijdstip, dat niet ligt vóór het tijdstip waarop de in het eerste lid genoemde besluiten zijn genomen en bekendgemaakt.

Artikel 25 Uitttreding

  • 1.

    Iedere gemeente kan besluiten tot uittreding. Uittreding uit deze regeling door een gemeente vindt plaatst bij daartoe strekkend besluit van het college van de betreffende gemeente, met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Dit besluit wordt terstond ter kennis gebracht aan het bestuur.

  • 2.

    Een besluit tot uittreding gaat in op 31 december van het jaar volgende op het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen. Dit geldt niet wanneer de colleges hierover andere afspraken maken.

  • 3.

    Het bestuur zendt een besluit tot uittreding van een gemeente aan de raden van de gemeenten.

  • 4.

    Bij het uittreden worden bij het bepalen van de gevolgen voor het vermogen van de regeling in ieder geval de volgende bepalingen gehanteerd:

    • a.

      De uittredende gemeente is gehouden bij te dragen in de incidentele kosten die de uittreding met zich meebrengt. De bijdrage van de uittredende gemeente wordt vastgesteld door het bestuur.

    • b.

      De uittredende gemeente is tevens gehouden tot betaling van de volgende bedragen: in het eerste kalenderjaar na uittreding het volle aandeel van de bijdrage aan de exploitatiebegroting in het laatste jaar van deelname aan de regeling, in het tweede jaar na uittreding 75% van dat aandeel, in het derde jaar na uittreding 50% van dat aandeel en in het vierde jaar 25% van dat aandeel. De bijdrage van de uittredende gemeente wordt vastgesteld door het bestuur.

    • c.

      Een uittredende gemeente kan geen recht doen gelden op de overdracht van enig eigendom van de Samenwerking A2-gemeenten.

Artikel 26 Wijziging

  • 1.

    Een voorstel aan de gemeenten tot wijziging van deze regeling kan worden gedaan door het bestuur of door een of meer van de colleges.

  • 2.

    Het voorstel tot wijziging is aangenomen indien het bestuur er unaniem mee instemt en met daartoe strekkende eensluidende besluiten van de colleges, met inachtneming van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3.

    De wijziging van de regeling treedt niet eerder in werking dan nadat deze door het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Heeze-Leende bekend is gemaakt overeenkomstig het bepaalde in artikel 33, tweede lid, van deze regeling.

Artikel 27 Opheffing

1. De regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende eensluidende besluiten van de colleges, met inachtneming van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

2. Het bestuur stelt de datum vast waarop de opheffing van toepassing wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 9, derde lid, en artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

3. Het bestuur stelt, binnen zes maanden na besluitvorming, een liquidatieplan vast en is belast met de uitvoering van de liquidatie.

4. Het liquidatieplan voorziet in:

  • a.

    de verplichting van de gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing;

  • b.

    de gevolgen van de opheffing voor het personeel.

5. De Samenwerking A2-gemeenten en daaronder vallende organen blijven, zo nodig, na het tijdstip van de opheffing in functie totdat de liquidatie is afgerond.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 28 Archief

  • 1.

    Het bestuur draagt zorg voor de informatieobjecten van de Samenwerking A2-gemeenten en de deelnemende gemeenten, met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens de Archiefwet.

  • 2.

    De directie is belast met het beheer van de in het eerste lid genoemde informatieobjecten, voor zover deze informatieobjecten niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 3.

    Het bestuur stelt voorschriften vast voor het beheer van de informatieobjecten die nog niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 4.

    Voor de bewaring van de over te brengen informatieobjecten wordt aangewezen de (pre)-depotvoorziening van de Samenwerking A2-gemeenten.

  • 5.

    Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling worden de nog niet overgebrachte informatieobjecten van de Samenwerking A2-gemeenten, overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Heeze-Leende.

  • 6.

    De over te dragen informatieobjecten worden overgebracht naar een regionaal historisch centrum.

  • 7.

    Met het toezicht op het beheer van de informatieobjecten, voor zover deze informatiebronnen niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de archivaris Heeze-Leende.

  • 8.

    De archivaris van Heeze-Leende brengt tweejaarlijks aan het bestuur verslag uit over het toezicht op het beheer van de informatieobjecten die nog niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 9.

    Het bestuur brengt tweejaarlijks verslag uit aan de deelnemende A2-gemeenten over de uitoefening van de aan hen opgedragen zorg voor de informatieobjecten en de uitvoering van het archiefbeheer.

  • 10.

    De Samenwerking A2-gemeenten en de deelnemende A2-gemeenten stellen aan de deelnemers van de regeling de informatieobjecten beschikbaar die nodig zijn voor de uitvoering van hun taken.

Artikel 29 Rekenkamers en rekenkamercommissies

  • 1.

    De door de raden ingestelde rekenkamers of rekenkamercommissies beschikken op grond van artikel 81oa jo. artikel 184, tweede lid, van de Gemeentewet afzonderlijk of in samenwerking over bevoegdheden die nodig zijn voor de uitoefening van hun wettelijke taken.

  • 2.

    Deze bevoegdheden gelden ook ten aanzien van de Samenwerking A2-gemeenten, over de jaren dat door de gemeente(n) wordt deelgenomen aan de regeling.

Artikel 30 Evaluatie

  • 1.

    Het bestuur evalueert in het jaar voorafgaand aan de reguliere gemeenteraadsverkiezeingen de wijze waarop door de samenwerking uitvoering is gegeven aan de taken en bevoegdheden genoemd in de artikelen 4 en 5.

  • 2.

    De resultaten van de evaluatie, bedoeld in het eerste lid, worden uiterlijk in januari van het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen aangeboden aan de colleges en de raden van de gemeenten.

Artikel 31 Participatie

Het bestuur kan in het kader van een specifiek besluit of agendapunt besluiten om de ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid zoals omschreven in artikel 10 lid 7 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 32 Zienswijze

Buiten vaststelling en wijziging van de begroting, zoals genoemd in artikel 20, wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de raden om een zienswijze te vragen.

Artikel 33 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling of de Wet gemeenschappelijke regelingen niet voorziet, beslist het bestuur.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze gewijzigde regeling treedt in werking op 1 juli 2024, met inachtneming van het bepaalde in artikel 26, derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 35 Inzenden regeling en bekendmaking

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heeze-Leende zendt deze regeling, alsmede de wijzigingen daarvan, aan gedeputeerde staten.

  • 2.

    Het college, bedoeld in het eerste lid, draagt tevens zorg voor de bekendmaking van de regeling in de gemeenten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3.

    De colleges nemen de regeling op in het door hen bij te houden register.

Artikel 36 Citeerwijze

De regeling wordt aangehaald als Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking A2-gemeenten.

Naar boven