Gemeenteblad van Enschede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2024, 295161 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2024, 295161 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Wijziging Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Enschede
De raad van de gemeente Enschede,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 mei 2024, nummer 2400013726;
gelet op de artikelen 147 en 149 Gemeentewet en artikel 17.9 Omgevingswet,
De Verordening tot wijziging van de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Enschede.
De Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Enschede wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1.1 komt na aanpassing als volgt te luiden:
In deze verordening wordt verstaan onder:
kwaliteitsteam: een door het college van burgemeester en wethouders benoemd adviesteam van deskundigen voor complexe of omvangrijke (gebieds)ontwikkelingen dat deze ontwikkelingen vanaf een vroegtijdig stadium tot en met de realisatie begeleidt ten behoeve van de bevordering van de beoogde beeldkwaliteit. Een supervisieteam of supervisor en vergelijkbare vormen van kwaliteitsbegeleiding vallen tevens onder dit begrip. Een stadsbouwmeester kan tevens lid zijn van een kwaliteitsteam;
B. Artikel 1.2 komt na aanpassing als volgt te luiden:
C. Artikel 2 komt na aanpassing als volgt te luiden:
Artikel 2. Taak en werkzaamheden commissie voor een goede omgevingskwaliteit
De commissie heeft als taak de gemeenteraad en burgemeester en wethouders bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden te adviseren op grond van en met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Dit betreft onder meer advisering ten aanzien van beleidsontwikkeling, opgavegerichte advisering, ontwerpgerichte advisering en beoordelingsgerichte advisering.
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:
een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit, specifiek ten aanzien van het uiterlijk van bouwwerken, zowel op zichzelf beschouwd, als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan;
D. Artikel 3 wordt vernummerd tot artikel 3.1 en komt na aanpassing als volgt te luiden:
Artikel 3.1 Benoeming door college
De leden en hun plaatsvervangers worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. De burgerleden worden niet benoemd op grond van hun professionele deskundigheid maar op grond van hun lokale kennis.
E. Artikel 3.2 wordt nieuw ingevoegd en komt als volgt te luiden:
Een stadsbouwmeester beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden en kan helder en overtuigend de essentie van de overwegingen verwoorden. De stadsbouwmeester is, onafhankelijk van zijn of haar specifieke deskundigheid, vaardig bij de beoordeling van omgevingskwaliteit tot een integrale afweging te komen. De stadsbouwmeester is een bruggenbouwer, gericht op het bereiken van consensus en heeft een uitstekend gevoel voor maatschappelijke en bestuurlijke verhoudingen.
kan, naast de advisering over het uiterlijk van bouwwerken, om advies worden gevraagd inzake aspecten over het uiterlijk van bouwwerken van in voorbereiding zijnde omgevingsvisies, omgevingsplanwijzigingen, stedenbouwkundige plannen, landschapsplannen en andere relevante plannen die van invloed zijn op de omgevingskwaliteit van de omgeving;
voert zijn of haar toegewezen taken uit en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de advisering binnen de kaders van het gemeentelijk beleid voor de fysieke leefomgeving en meer specifiek binnen de kaders van het gemeentelijk beleid over het uiterlijk van bouwwerken en de omgevingskwaliteit van de omgeving;
F. Artikel 3.3 wordt nieuw ingevoegd en komt als volgt te luiden:
Artikel 3.3 Subcommissie Monumenten
G. Artikel 4 komt na aanpassing als volgt te luiden:
Artikel 4. Benoeming en herbenoeming van leden
Bij verhindering tijdens langdurende afwezigheid kan het college een tijdelijk plaatsvervangend lid benoemen, welke tijdens de bedoelde afwezigheid volledig in de plaats treedt van het langdurig afwezige lid. Het bepaalde in artikel 3.1, leden 1 tot en met 4, is bij de benoeming van tijdelijke plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.
H. Artikel 5 komt na aanpassing als volgt te luiden:
Artikel 5. Ondersteuning van de commissie
I. Artikel 6 komt na aanpassing als volgt te luiden:
Artikel 6. Beraadslaging en standpuntbepaling
Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 5.1 van de Wet Open Overheid ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie, dan wel de subcommissie Monumenten of een stadsbouwmeester onder mandaat van de commissie, adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig respectievelijk dragen de behandeling en besluitvorming over aan een andere stadsbouwmeester.
J. Artikel 7 komt na aanpassing als volgt te luiden:
Artikel 7. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie
De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet, de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een subcommissie of één of meerdere daartoe aangewezen leden, de (plaatsvervangend) voorzitter en/of secretaris daaronder begrepen.
K. Artikel 11 komt na aanpassing als volgt te luiden:
Artikel 11. Reglement van orde
De algemene toelichting bij de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Enschede wordt als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet als volgt aangepast:
Met de Omgevingswet (hierna: de wet) die op 1 januari 2024 in werking is getreden, is het stelsel van ruimtelijke regels volledig herzien. De wet bundelt de wetgeving en regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Belangrijk verbeterdoel van de nieuwe wet is een kader te bieden dat overheden meer afwegingsruimte biedt om doelen voor de leefomgeving te bereiken. “Decentraal, tenzij” is een belangrijk principe van de wet. Dit betekent dat taken en bevoegdheden in principe bij het lokale bestuur, zoals de gemeente liggen. Alleen indien het gaat om een nationaal of internationaal belang of als dat doelmatiger of doeltreffender is, stelt het Rijk regels.
Eén van de doelen van de wet is het bereiken van een goede omgevingskwaliteit (artikel 1.3 van de wet). Daarbij gaat het om het belang van aspecten als cultureel erfgoed, architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en kwaliteit van natuur en landschap.
Gemeenten hebben een grote vrijheid in de wijze waarop zij het doel van een goede omgevingskwaliteit willen bereiken. Dat geldt ook voor de rol van de gemeentelijke adviescommissie (hierna: commissie) daarbij. Een adequate invulling van de taak en de werkwijze van deze commissie draagt bij aan het doel van een goede omgevingskwaliteit.
De artikelsgewijze toelichting bij de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Enschede wordt als gevolg van de doorgevoerde aanpassingen als volgt aangepast:
Artikel 1, in artikel 1 zijn de begripsbepalingen ‘burgerleden’ en ‘kwaliteitsteam’ ingevoegd. De artikelsgewijze toelichting daarvan komt te luiden:
Burgerleden zijn leden van de commissie die zijn benoemd om hun lokale cultuurhistorische kennis. Burgerleden wonen in de gemeente Enschede en zijn niet professioneel actief op de kennisgebieden van de commissie. Burgerleden beoordelen geen bouwplannen en kunnen geen lid zijn van de subcommissie Monumenten.
Een kwaliteitsteam is een door burgemeester en wethouders aangewezen adviesteam dat complexe of grote gebiedsontwikkelingen vanaf het begin begeleidt om te kunnen sturen op de voor die ontwikkeling beoogde beeldkwaliteit en ruimtelijke kwaliteit. Zo’n kwaliteitsteam wordt soms ook wel ‘supervisieteam’ genoemd. Een kwaliteitsteam heeft geen vaste samenstelling of takenpakket, dat is afhankelijk van de betreffende ontwikkeling en de opdracht die burgemeester en wethouders aan het kwaliteitsteam geven. Een kwaliteitsteam kan ook uit één persoon bestaan, die persoon wordt dan vaak een ‘supervisor’ genoemd. Een stadsbouwmeester kan ook lid zijn van een kwaliteitsteam.
Onderdeel a wordt onderdeel b. Tekst blijft verder ongewijzigd.
Onderdeel b wordt onderdeel c. Tekst blijft verder ongewijzigd.
Onderdeel c. wordt onderdeel a. Tekst blijft verder ongewijzigd.
Artikel 3: wordt vernummerd tot Artikel 3.1. Tekst blijft verder ongewijzigd m.u.v. de tekst onder ‘Vijfde en zesde lid’, die tekst komt te vervallen en wordt vervangen door een nieuwe alinea ‘Vijfde lid’. De artikelsgewijze toelichting daarvan komt te luiden:
Het vijfde lid regelt welke inhoudelijke disciplines in de commissie vertegenwoordigd moeten zijn.
Artikel 3.2. Stadsbouwmeesters
Dit artikel regelt welke inhoudelijke disciplines de als stadsbouwmeester benoemde commissieleden moeten hebben en wat de taken en bevoegdheden van de stadsbouwmeesters zijn. Er zijn drie stadsbouwmeesters: een stadsbouwmeester stedenbouw, een stadsbouwmeester erfgoed en een stadsbouwmeester bouwplannen.
Alle stadsbouwmeesters hebben als hoofdtaak het adviseren over bouwplannen op het aspect uiterlijke verschijningsvorm en beeldkwaliteit. De stadsbouwmeester stedenbouw adviseert daarnaast specifiek over de ruimtelijke opgaven en ontwikkelingsgebieden waarvoor nog geen concrete beleidskaders zijn vastgesteld door de gemeenteraad. De stadsbouwmeester erfgoed adviseert specifiek over bouwplannen met cultuurhistorische waarden en wordt daarnaast ook betrokken bij de advisering over bouwplannen in gebieden met cultuurhistorische waarden.
Artikel 3.3. Subcommissie Monumenten
Dit artikel regelt de minimale samenstelling van de subcommissie Monumenten en wat de taken en bevoegdheden van deze subcommissie zijn.
Artikel 4, in artikel 4 is een vijfde lid toegevoegd. De artikelsgewijze toelichting daarvan komt te luiden:
Het vijfde lid regelt de vervanging en waarneming van leden bij vakantie en ziekte. Bij langdurige afwezigheid, bijvoorbeeld door ziekte, kunnen burgemeester en wethouders tijdelijk een nieuw commissielid benoemen die zo lang het nodig is de plaats inneemt van het langdurig afwezige commissielid. Tijdelijke commissieleden worden net als permanente commissieleden benoemd op voordracht van Het Oversticht.
Artikel 5, tekst komt na aanpassing als volgt te luiden:
Ingevolge het eerste lid wordt de commissie inhoudelijk en secretarieel bijgestaan door ambtelijke ondersteuning vanuit de gemeente. De verantwoordelijkheid van de inhoudelijke afweging ligt bij de commissie.
Artikel 6 staat abusievelijk twee keer beschreven in de artikelsgewijze toelichting. Eerst wordt het artikel zelf herhaald en daarna volgt de ambtelijke toelichting. De tekst komt na aanpassing als volgt te luiden:
De herhaling van het artikel zelf komt te vervallen.
Eerste lid wordt Eerste tot en met vierde lid. Tekst blijft verder ongewijzigd.
Tweede lid wordt Vijfde en Zesde lid. Tekst blijft verder ongewijzigd.
Vierde lid wordt Zevende lid. Tekst blijft verder ongewijzigd.
Vijfde lid wordt Achtste lid. Tekst blijft verder ongewijzigd.
Artikel 11, in artikel 11 is een nieuw derde lid ingevoegd. De artikelsgewijze toelichting daarvan komt te luiden:
Dit artikel regelt dat burgemeester en wethouders verantwoordelijk zijn voor het bekend maken van het door de commissie vastgestelde Reglement van Orde.
Artikel 13 komt na aanpassing als volgt te luiden:
Dit artikel is overbodig geworden omdat de Omgevingswet inmiddels in werking is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-295161.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.