Gemeenteblad van Apeldoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Apeldoorn | Gemeenteblad 2024, 295128 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Apeldoorn | Gemeenteblad 2024, 295128 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling Regio Stedendriehoek
HOOFDSTUK II Doelstelling, belangen, taken en bevoegdheden
Het doel van deze regeling is het behartigen van de gemeenschappelijke en regionale belangen van de gemeenten en het samen met belangengroepen, maatschappelijke organisaties en private partijen bevorderen van een regio ‘in balans’ en het versterken van de brede welvaart van het gebied door een evenwichtige ontwikkeling van het gebied en een versterking van de kwaliteit van het vestigingsklimaat.
De door de Regio Stedendriehoek in het kader van het doel van deze gemeenschappelijke regeling te behartigen belangen zijn:
De realisatie van de regionale ambities en maatschappelijke opgaven om de leefbaarheid van het gebied te vergroten alsmede een versterking van de kwaliteit van het vestigingsklimaat door onder andere:
versterking van de kwaliteit van de leefomgeving door onder andere regionale afstemming van het gezamenlijke programma van wonen, werken en voorzieningen, verduurzaming van de voorraad woningen en kantoren, herontwikkeling van verouderde plekken en delen in stad of dorp, beter leefbaar en bruikbaar maken van landschappen en versterking van lokale identiteiten en cultuurhistorische rijkdom.
HOOFDSTUK III Het algemeen bestuur
Artikel 6 Plaatsvervangende leden
Tegelijk met de aanwijzing van het lid als bedoeld in artikel 5 wijst het college van iedere gemeente een plaatsvervangend lid aan.
HOOFDSTUK IV Het dagelijks bestuur
Als tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant komt, wijst het algemeen bestuur een nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan stelt het algemeen bestuur het aanwijzen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uit, totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur weer is bezet.
HOOFDSTUK VIII Inlichtingen, verantwoording en terugroeping
Artikel 26 Relatie bestuur (algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter) – raden van gemeenten
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken voor een juiste beoordeling van het door het algemeen bestuur gevoerde en te voeren beleid, gevraagd en ongevraagd, aan de raden van de gemeenten alle inlichtingen op een door het algemeen bestuur te bepalen wijze.
Het algemeen bestuur kan aan de leden van de commissies als bedoeld in artikel 21, een tegemoetkoming in de kosten en, voor zover zij niet de functie van wethouder, burgemeester of gemeentesecretaris vervullen, een door het algemeen bestuur, vast te stellen vergoeding voor te verrichten werkzaamheden toekennen.
Het algemeen bestuur kan aan de leden van een commissie van advies als bedoeld in de artikelen 22 en 23, niet zijnde burgemeester, wethouder of gemeentesecretaris van een gemeente, met inachtneming van artikel 21 dan wel 24a van de wet een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van die commissie toekennen.
Artikel 29 Secretariële ondersteuning voor bestuursorganen
Het dagelijks bestuur voorziet in secretariële ondersteuning voor het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter en wijst daartoe de secretaris van de Regio Stedendriehoek als bedoeld in artikel 24, derde lid, aan.
HOOFDSTUK XI Financiële bepalingen
Artikel 32 Kaderbrief en voorlopige jaarrekening
Het dagelijks bestuur zendt vóór 30 april voorafgaand aan het jaar waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de gemeenten.
Artikel 33 Begroting en gemeentelijke bijdrage
De bijdrage wordt, rekening houdend met eventuele inkomsten uit anderen hoofde, geraamd op grond van een gelijke bijdrage per inwoner in de nadelige saldi, voor zover daarin niet wordt voorzien door andere bijdragen krachtens nadere afspraken met de raad, respectievelijk de raden van een of meer gemeenten.
Artikel 34 Begrotingswijzigingen
De bepalingen in de wet met betrekking tot de begroting zijn mede van toepassing op wijzigingen van de begroting, waarbij bij wijzigingen van de begroting die voor de gemeenten budgettair neutraal zijn het bepaalde in artikel 35, eerste, derde en vierde lid van de wet niet van toepassing is.
De gemeenten dragen er zorg voor dat de gemeenschappelijke regeling te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan haar financiële verplichtingen te voldoen.
Als aan het bestuur van de gemeenschappelijke regeling blijkt dat een gemeente weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
Het dagelijks bestuur wijst een ambtenaar aan, die is belast met het beheer over de archiefbescheiden overeenkomstig de door het dagelijks bestuur vast te stellen nadere regelen, waarin kan worden bepaald dat degene die belast is met de leiding van een uitvoerende dienst met het beheer over de archiefbescheiden van de dienst wordt belast.
HOOFDSTUK XIV Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
Toetreding van een ander college kan plaats vinden op verzoek van het college, wanneer de colleges van ten minste vijf gemeenten, vertegenwoordigend tenminste drie vierde deel van de inwoners van de gemeenten, al dan niet onder het stellen van voorwaarden, daarmee instemmen. Onder het aantal inwoners van een gemeente wordt verstaan de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar waarin de stemming over het betreffende onderwerp plaatsvindt.
Een wijziging is tot stand gekomen wanneer de colleges van ten minste vijf gemeenten, vertegenwoordigend tenminste drie vierde deel van de inwoners van de gemeenten zich daarvoor hebben verklaard. Onder het aantal inwoners van een gemeente wordt verstaan de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar waarin de stemming over het betreffende onderwerp plaatsvindt.
De regeling wordt opgeheven, wanneer de colleges van tenminste vijf gemeenten, vertegenwoordigende tenminste drie vierde deel van de inwoners van de gemeenten daartoe besluiten. Onder het aantal inwoners van een gemeente wordt verstaan de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar waarin de stemming over het betreffende onderwerp plaatsvindt.
Artikel 45 Toezending regeling
Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn draagt zorg voor toezending van deze regeling, alsmede van besluiten tot wijziging of opheffing van de regeling en van besluiten tot toetreding en uittreding aan gedeputeerde staten.
Artikelsgewijze toelichting Regeling Regio Stedendriehoek
Bij ontwerpregeling 20 december 2023
De gemeenschappelijke regeling is voortaan een collegeregeling gebaseerd op artikel 1 en 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna: Wgr) . Het zijn formeel de acht colleges van de deelnemende gemeenten die de samenwerking aangaan, en daarover onder meer verantwoording afleggen aan de gemeenteraad.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2 Openbaar lichaam, naam, vestigingsplaats en bestuur
Hierin zijn geen veranderingen gebracht: Regio Stedendriehoek blijft een openbaar lichaam, formeel gevestigd in Apeldoorn, als grootste gemeente. Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit het algemeen en dagelijks bestuur en de voorzitter: dat is wettelijk zo geregeld.
Hoofdstuk II Belangen, taken en bevoegdheden
In dit hoofdstuk is de brede scope van Regio Stedendriehoek onder woorden gebracht. Er zijn geen wijzigingen wat betreft taken. Ook komt er geen verandering in de bevoegdheden: via deze regeling worden er geen gemeentelijke bevoegdheden overgedragen, die de Regio Stedendriehoek in plaats van de deelnemende gemeente uitoefent. Bevoegdheden kunnen wel opgedragen worden om namens de colleges uit te oefenen. Regio Stedendriehoek beschikt wel over eigen wettelijke bevoegdheden (onder meer omdat zij rechtspersoonlijkheid heeft en omdat het algemeen bestuur de begroting vaststelt, nadat de raden een zienswijze bij het concept hebben kunnen uitbrengen). In artikel 4, tweede lid is verder onder woorden gebracht dat Regio Stedendriehoek bevoegd is tot het organiseren van overleggen voor afstemming, standpuntbepalingen en belangenbehartiging ten opzichte van provincie, Rijk en maatschappelijke organisaties.
Dit artikel verwoordt de actuele doelstelling van de samenwerking. Dat wordt verder in de regeling uitgewerkt en concreet gemaakt.
De Wet gemeenschappelijke regelingen schrijft voor dat de belangen worden vermeld waarvoor de regeling is aangegaan (artikel 10 Wgr). Artikel 4, eerste lid van de gemeenschappelijke regeling geeft die belangen weer. Het tweede lid geeft aan hoe die belangen worden behartigd: het bevorderen van overleg en afstemming en coördinatie tussen de gemeenten, het bevorderen van gemeenschappelijke standpuntbepalingen en het voeren van overleg met andere overheden en belangengroepen.
Hoofdstuk III Het algemeen bestuur
In de gemeenschappelijke regeling wordt gesproken van algemeen bestuur, in overeenstemming met de terminologie uit de Wgr.
In dit artikel is vastgelegd dat het algemeen bestuur bestaat uit 1 vertegenwoordiger per college. Ieder lid heeft 1 stem. Artikel 9 beschrijft de besluitvorming en het benodigd aantal stemmen.
Artikel 6 Plaatsvervangende leden
Elk college wijst ook een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur aan dat, evenals het collegelid dat hij in het algemeen bestuur vervangt, over één stem beschikt.
Artikel 7 Onverenigbaarheid lidmaatschap
Het is onwenselijk wanneer een medewerker van Regio Stedendriehoek (in de meest brede zin van het woord) tevens bestuurlijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft in het algemeen bestuur.
Dit artikel koppelt het lidmaatschap van het algemeen bestuur aan dat van het college. Er is immers sprake van verlengd lokaal bestuur, waar het collegelid in het algemeen bestuur het belang van de eigen gemeente behartigt. In het vierde lid is onder woorden gebracht dat een lid van het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd is aan het eigen college, dat hem kan ontslaan. Dit is in overeenstemming met de betreffende bepalingen in de wet (artikel 18 Wgr).
In dit artikel is vastgelegd dat het algemeen bestuur tenminste vier keer per jaar vergadert (eerste lid). Het algemeen bestuur streeft naar besluitvorming op basis van consensus en unanimiteit (tweede lid). Is dat niet mogelijk, dan besluit het algemeen bestuur op basis van een gewone meerderheid, zoals beschreven in artikel 5: ieder lid heeft één stem. Betreft het een besluit dat de verhoging van de gemeentelijke financiële bijdrage tot gevolg heeft, dan is een meerderheid van tweederde noodzakelijk (derde lid). De Wet open overheid is van toepassing voor het uit eigen beweging openbaar maken van vergaderstukken, verslagen en besluiten.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft daarom geen toelichting.
Artikel 11 Zienswijze bij voorgenomen besluiten
Artikel 10, zesde lid 6, Wgr is de wettelijke grondslag voor extra zienswijze-mogelijkheden. De volgende beleidsdocumenten krijgen eerst een zienswijze-procedure vooraleer het algemeen bestuur deze definitief kan vaststellen: de participatienota bedoeld in artikel 12, de meerjarige kadernota, de meerjarige strategische visie, de voortgangsrapportages. Dit hangt samen met de kaderstellende en controlerende rol van de raden en de informatieverschaffing aan de raden. Artikel 10, zesde lid, Wgr schrijft de procedure voor: het dagelijks bestuur stelt de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijze, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt. Dan pas kan het algemeen bestuur tot definitieve besluitvorming overgaan.
Ook dit artikel behelst een nieuwe mogelijkheid dankzij de recente Wgr-herziening (artikel 10, zevende lid Wgr). De tekst van dit artikel is tot stand gekomen in overleg met de raden. Kern van de zaak is, dat het algemeen bestuur een participatienota zal vaststellen, waarin ook een relatie zal worden gelegd met de participatie op lokaal niveau. Welke besluiten voor participatie in aanmerking komen en op welke wijze participatie ingevuld wordt, zal in de nota beschreven worden. Daarom wordt, voordat de participatienota wordt vastgesteld de nota voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten om de verankering van de participatie in de nota te beoordelen in relatie tot de participatie op lokaal niveau. Artikel 10, achtste lid, Wgr bepaalt dat participatie plaatsvindt met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. In de regeling mag hiervan worden afgeweken. Daardoor kan maatwerk worden verricht. In het tweede lid is daarom de mogelijkheid van afwijking van de standaardprocedure opgenomen.
Hoofdstuk IV Het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur heeft 3 leden, inclusief de voorzitter. Het is de bedoeling dat het algemeen bestuur streeft naar een evenwichtige samenstelling van het dagelijks bestuur. Leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen door en uit het algemeen bestuur: de Wgr schrijft dit voor.
Dit artikel koppelt logischerwijs het lidmaatschap van het dagelijks bestuur aan dat van het algemeen bestuur. Ook regelt dit artikel hoe moet worden omgegaan met het tussentijdse openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur en met de waarneming van de functie totdat een opvolger in het dagelijks bestuur is aangewezen.
Het dagelijks bestuur fungeert als agendacommissie van het algemeen bestuur. Daarnaast heeft het dagelijks bestuur wettelijke bevoegdheden op het gebied van de organisatie. Het dagelijks bestuur neemt zwaarwegende besluiten, waaronder het aanstellen van de secretaris/directeur, altijd in overleg met het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur komt tenminste vier keer per jaar bijeen (eerste lid). Elk lid heeft 1 stem (tweede lid). Voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn diverse bepalingen uit de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing (derde lid), wat verder zal worden uitgewerkt in een reglement van orde (vierde lid). De Wet open overheid is van toepassing voor het openbaar maken van agenda’s en besluitenlijsten (vijfde lid).
Artikel 16 Taakverdeling en plaatsvervanging
Het dagelijks bestuur maakt zelf een taakverdeling en regelt de onderling vervanging.
Artikel 17 Zienswijzen bij voorgenomen besluiten
De zienswijze-mogelijkheden uit de Wgr voor de raden zijn in dit artikel niet gespecificeerd. In zijn algemeenheid raken de uitvoerende besluiten van het dagelijks bestuur niet de taken van de raden, waardoor het niet nodig is die voor te leggen aan de raden. Het dagelijks bestuur is verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur, waarin collegeleden vertegenwoordig zijn.
De artikelen 18, 19 en 20 geven de wettelijke regels met betrekking tot de voorzitter van een openbaar lichaam weer.
De voorzitter wordt door het algemeen bestuur uit haar midden aangewezen (eerste lid), vervangen door een ander lid van het dagelijks bestuur dat hiertoe wordt aangewezen door het algemeen bestuur (tweede lid) en draagt zorg voor de handhaving van de orde in de vergadering van het algemeen bestuur (derde lid, dat het betreffende artikel uit de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing verklaart).
Artikel 19 Vertegenwoordiging in en buiten rechte
De voorzitter ondertekent de stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan. Omdat een openbaar lichaam, anders dan een gemeente, niet dualistisch is georganiseerd, maar monistisch werkt, worden alle stukken van het algemeen en dagelijks bestuur mede ondertekend door de secretaris (eerste lid).
Het tweede en het derde lid volgen de betreffende bepaling in de wet (artikel 33d Wgr): de voorzitter vertegenwoordigt Regio Stedendriehoek in en buiten rechte. Dat is naar analogie van een burgemeester in de gemeente. De voorzitter laat zich echter vervangen door een lid van het dagelijks bestuur wanneer zijn gemeente partij is.
Artikel 20 Zienswijzen bij voorgenomen besluiten
Besluiten van de voorzitter raken in zijn algemeenheid niet de taken van de raden en worden derhalve niet voorgelegd aan de raden voor zienswijzen.
Hoofdstuk VI bestuurscommissies
Artikel 21 Instellen bestuurscommissies
Dit artikel biedt het algemeen bestuur de mogelijkheid een zogeheten bestuurscommissie in te stellen. De Wgr (artikel 25) schrijft voor dat het algemeen bestuur de bestuurscommissie pas kan instellen wanneer de raden van de gemeenten tevoren de gelegenheid krijgen hun eventuele wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Hoofdstuk VII Adviescommissies
Dit hoofdstuk volgt de betreffende bepalingen uit de Wgr (artikel 24 en 24a) voor het opstellen van zogeheten adviescommissies.
Artikel 22 Instellen adviescommissies
Omwille van de duidelijkheid in de ‘governance’ van Regio Stedendriehoek hebben de Strategische Board, de programmaberaden en het overleg van gemeentesecretarissen formeel een positie in de gemeenschappelijke regeling gekregen als adviescommissie (artikel 22, tweede en derde lid). Het algemeen bestuur werkt de samenstelling, de bevoegdheden, de thema’s en de werkwijze verder uit (zie artikel 24), tenzij het enkel om bevoegdheden van het dagelijks bestuur gaat. In dat geval wordt de invulling bepaald door het dagelijks bestuur (vijfde lid). In het zesde lid is vastgelegd dat een lid van het dagelijks bestuur tot wiens portefeuille het werkterrein van de commissie beheert, bij de vergaderingen van de commissie aanwezig is.
Artikel 23 Gemeenschappelijke adviescommissie
Dit artikel geeft uiting aan een mogelijkheid in de Wgr (artikel 24a): indien de raden van de gemeenten dit gezamenlijk, dat wil zeggen bij unaniem besluit, voorstellen, is het algemeen bestuur verplicht een gemeenschappelijke adviescommissie in het leven te roepen. De Wgr schrijft voor dat het algemeen bestuur de bevoegdheden, taken en werkwijze regelt, nadat de raden de gelegenheid hebben gehad om hun eventuele wensen en bedenkingen aan het algemeen bestuur ter kennis te brengen.
Dit artikel bepaalt dat het algemeen bestuur de samenstelling, de bevoegdheden, de thema’s en de werkwijze regelt van alle commissies en overleggen.
Hoofdstuk VIII Inlichtingen, verantwoording en terugroeping
In dit hoofdstuk zijn de betreffende bepalingen uit de Wgr (artikelen 16,17,18,19 en 19a) verwerkt.
Artikel 25 Relaties dagelijks bestuur - algemeen bestuur
Dit artikel regelt, naar analogie van de relatie tussen het college en de raad, de verhouding tussen het dagelijks en algemeen bestuur, binnen het openbaar lichaam Regio Stedendriehoek. De leden van het dagelijks bestuur zijn tezamen en afzonderlijk verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur (eerste lid, geven gevraagd en ongevraagd informatie aan het algemeen bestuur (tweede lid); het algemeen bestuur kan dit in zijn reglement van orde verder uitwerken (derde lid). Indien de leden van het dagelijks bestuur (inclusief de voorzitter) niet meer het vertrouwen van het algemeen bestuur hebben, kunnen zij als lid van het dagelijks bestuur worden ontslagen (maar niet als lid van het algemeen bestuur: dat recht heeft alleen het betreffende college, conform artikel 8, vierde lid).
Artikel 26 Relatie bestuur (algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter) – raden van gemeenten
Dit artikel schrijft voor dat de bestuursorganen van de Regio Stedendriehoek een actief informatiebeleid zullen voeren ten opzichte van de gemeenteraden. Het algemeen bestuur zal dit verder concreet uitwerken.
Artikel 27 Relaties leden algemeen bestuur – raden en colleges van gemeenten
Dit artikel geeft de wettelijke verplichtingen (artikel 18 Wgr) voor het geven van informatie door een individueel lid van het algemeen bestuur aan de betreffende gemeenteraad (eerste lid). De raad kan zelf bepalen op welke wijze dat geschiedt. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat het betreffende lid van het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd is aan het betreffende college. Op grond van artikel 8, vierde lid kan het college zijn vertegenwoordiger in het algemeen bestuur ontslaan, wanneer deze niet meer beschikt over het vertrouwen van het college.
Dit artikel opent de mogelijkheid dat het algemeen bestuur een vergoeding toekent aan leden van bestuurs- en adviescommissies, voor zover het niet een burgemeester, wethouder of gemeente-secretaris betreft.
Dit hoofdstuk regelt de ondersteuning voor de regionale bestuursorganen en de ambtelijke organisatie, zoveel als mogelijk naar analogie van de Gemeentewet. Overeenkomstig zijn wettelijke taken (artikel 33b Wgr) heeft met name het dagelijks bestuur hierin een rol.
Artikel 29 Secretariële ondersteuning voor bestuursorganen
Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de secretariële ondersteuning voor de bestuursorganen van de Regio Stedendriehoek en wijst daartoe de secretaris aan.
Artikel 30 De ambtelijke organisatie
Dit artikel bepaalt dat het dagelijks bestuur regels vaststelt voor de ambtelijke organisatie (tweede lid). Het derde lid bepaalt dat de Regio Stedendriehoek een secretaris/directeur kent. Deze positie wordt verder uitgewerkt in de al genoemde regeling voor de ambtelijke organisatie en in een afzonderlijke instructie voor de secretaris/directeur.
Omwille van de duidelijkheid is opgenomen dat voor bij de Regio Stedendriehoek gedetacheerd personeel, in dienst van een gemeente, de rechtspositie van de betreffende gemeente van toepassing is.
Hoofdstuk XI Financiële bepalingen
De bepalingen in dit hoofdstuk zijn grotendeels ongewijzigd: er zijn geen nieuwe financiële afspraken tussen de gemeenten. Wel is op enkele plaatsen een nieuwe wettelijke verplichting opgenomen.
Artikel 32 Kaderbrief en voorlopige jaarrekening
Dit artikel bevat de betreffende wettelijke bepaling (artikel 34b Wgr): uiterlijk 30 april ontvangen de raden de zogeheten kadernota (met de algemene financiële en beleidsmatige kaders) voor het komende begrotingsjaar en de voorlopige jaarrekening van het afgelopen jaar.
Artikel 33 Begroting en gemeentelijke bijdrage
Dit artikel legt vast (eerste, tweede en derde lid) dat de gemeenten een gelijke bijdrage per inwoner verschuldigd zijn en dat zij tweemaal per jaar bij wijze van voorschot de helft van die bijdrage betalen zoals in de begroting is geraamd. Daarin is geen verandering gekomen met deze wijziging. Nieuw zijn het vierde en vijfde lid, met daarin het nieuwe tijdstip (15 september) waarop het begrotingsproces uiterlijk moet zijn afgerond.
Artikel 34 Begrotingswijzigingen
Voor een begrotingswijziging gelden dezelfde regels als voor de begroting, maar wanneer een begrotingswijziging voor de gemeenten budgettair neutraal is, is het niet nodig de raad een zienswijze te vragen.
Dit artikel is inhoudelijk niet gewijzigd; het geeft de wettelijk verplichte, en voor Regio Stedendriehoek gebruikelijke regels weer.
Dit artikel spreekt voor zich en behoefte daarom geen toelichting.
Dit artikel spreekt voor zich; het wil waarborgen dat het openbaar lichaam Regio Stedendriehoek altijd kan voldoen aan zijn financiële verplichtingen.
Dit artikel spreekt voor zich; het beschrijft de verplichtingen die voortvloeien uit de Archiefwetgeving.
Hoofdstuk XIII Geschillenregeling
Artikel 39 Geschillenbeslechting
Artikel 39 van de regeling is niet gewijzigd. De Wgr bepaalt dat geschillen worden beslecht door gedeputeerde staten (artikel 28 Wgr). Vooraleer het geschil aan gedeputeerde staten wordt voorgelegd, wordt de kwestie voorgelegd aan een geschillencommissie (eerste lid), die is benoemd door het dagelijks bestuur, in samenspraak met de betrokken gemeente of gemeenten (tweede lid). De geschillencommissie brengt een advies uit; betrokken partijen kunnen tevoren overeenkomen dat dat advies bindend is (vierde lid).
Hoofdstuk XIV Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
Dit hoofdstuk is grotendeels identiek aan de vorige gemeenschappelijke regeling, maar op grond van de herziende Wgr zijn met name de bepalingen voor uittreding aangepast. Ook is de tekst aangepast omdat deze gewijzigde regeling nu een collegeregeling is, waaraan de raden en burgemeesters niet meer deelnemen. Er is geen wijziging aangebracht in de stemverhoudingen die nodig zijn voor een toetreding, wijziging of opheffing van de regeling. Daarvoor blijft de instemming nodig van de colleges van tenminste vijf gemeenten, die tenminste drie vierde deel van de inwoners vertegenwoordigen. Deze gekwalificeerde meerderheid moet een sterk draagvlak garanderen. De eis van drie vierde van de inwoners moet verzekeren dat altijd de instemming van de grootse gemeente nodig is. Voor de toetreding, wijziging of uittreding gelden de regel van de Wgr: een college biedt eerst een voorstel daartoe bij de raad aan voor een zienswijze, waarna het eventueel aangepaste ontwerp aan de raad wordt aangeboden voor toestemming (artikel 1 Wgr).
Een college van een andere gemeente kan toetreden, indien de colleges van tenminste vijf gemeenten, die tenminste drie vierde deel van de inwoners vertegenwoordigen, daarmee instemmen. Aan de toetreding kunnen voorwaarden worden verbonden.
In dit artikel is de herziening van de Wgr uit 2022 verwerkt. In de regeling dient opgenomen te zijn wat de gevolgen zijn van uittreding voor het vermogen van de rechtspersoon Regio Stedendriehoek, het vermogen van de uittredende gemeenten en het vermogen van de ‘achterblijvende’ gemeenten. Een gemeente die wil uittreden, moet tevoren weten wat de kosten voor die uittreding zijn. Daarom is vastgelegd dat de uittreding pas kan plaatsvinden op 1 januari van het tweede jaar na aankondiging en dat de kosten vervolgens in de twee jaren daarna nog eenmaal 80% en 60% bedragen van de gemeentelijke bijdrage in het laatste jaar van deelname. Daarmee hebben de achterblijvende gemeenten en de organisatie van Regio Stedendriehoek voldoende tijd om zich te prepareren op de gevolgen, ook de niet-financiële consequenties. Het algemeen bestuur maakt daartoe een uittredingsplan.
Het dagelijks bestuur, maar ook een afzonderlijk college, kan een voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling indienen. Het algemeen bestuur stelt het voorstel tot wijziging vast, dat door het dagelijks bestuur wordt aangeboden aan alle colleges. Voor de wijziging is de instemming vereist van colleges van tenminste vijf gemeenten, die tenminste drie vierde deel van de inwoners vertegenwoordigen.
Ook hier geldt: de regeling wordt opgeheven, wanneer de colleges van tenminste vijf gemeenten, vertegenwoordigende tenminste drie vierde deel van de bevolking van de regio daartoe besluiten. Het algemeen bestuur besluit vervolgens tot liquidatie en stelt een liquidatieplan op in samenspraak met de raden; het dagelijks bestuur is belast met de liquidatie en de bestuursorganen van de regio blijven functioneren totdat de liquidatie is voltooid.
Dit artikel is een uitvloeisel van de herziening van de Wgr (artikel 11a) dat voorschrijft dat een gemeenschappelijke regeling bepalingen moet bevatten omtrent de evaluatie. Artikel 44 bepaalt dat er tenminste eens in de vier jaar een evaluatie plaatsvindt en dat het algemeen bestuur de omvang, inhoud en werkwijze van die evaluatie bepaalt, nadat de raden om een zienswijze is gevraagd.
Artikel 45 Toezending regeling
Dit artikel geeft het college van de gemeente Apeldoorn, als plaats van vestiging van Regio Stedendriehoek, de opdracht de regeling bekend te maken en te zenden aan gedeputeerde staten.
Artikel 46 Duur en inwerkingtreding
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-295128.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.