Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen De Ronde Venen 2024

Het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen;

 

gelet op de Verordening gemeentelijke begraafplaatsen De Ronde Venen 2024

 

overwegende dat…

 

B E S L U I T

 

vast te stellen

 

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen De Ronde Venen 2024

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze Nadere regels verstaan onder:

  • a.

    algemeen erkende feestdagen in de zin van deze verordening zijn: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei.

  • b.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    begraafplaats(en):

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats ’t Geinhoff aan de Bijdorplaan in Abcoude;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats Rusthoff aan de Rijksstraatweg in Baambrugge;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats Vrederust aan de Ringdijk in Wilnis;

  • e.

    beheerder: de persoon die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • f.

    beheersverordening: de Verordening gemeentelijke begraafplaatsen De Ronde Venen 2024

  • g.

    bijzetten: het begraven van een persoon in een bestaand (particulier of algemeen) graf of het plaatsen van een asbus in een urnennis of in een particulier (urnen-)graf;

  • h.

    buitengewone uren van begraving of bezorging van as: het tijdsbestek waarbinnen extra kosten voor begraven of bezorging van as worden berekend;

  • i.

    doodgeborene: de na een zwangerschapsduur van ten minste 24 weken levenloos ter wereld gekomen menselijke vrucht.

  • j.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

  • k.

    gedenkblaadje: een koperen blaadje wat in de gedenkboom kan worden bevestigd. Er is onderscheid tussen een groot en een klein blaadje;

  • l.

    gedenkboom: een cortenstalen boom waarin op aanvraag gedenkblaadjes bevestigd kunnen worden;

  • m.

    gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, afdekplaat of een ander monument ter nagedachtenis aan een overledene; ook kettingen, hekwerken, opsluitbanden e.d. vallen onder dit begrip;

  • n.

    gewone uren van begraving of bezorging van as: het tijdsbestek waarbinnen geen extra kosten voor begraven of bezorging van as worden berekend

  • o.

    graf: een graf in de grond/zand of grafkelder, bestaande uit meerdere graflagen;

  • p.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of urnennis;

  • q.

    grafbeplanting: gewassen en losse bloemen en planten op een graf of bij een urnennis;

  • r.

    grafkelder: een water- en luchtdichte betonnen, kunststof of gemetselde ondergrondse constructie met afdekplaat waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • s.

    grafnummer: het nummer dat een specifiek graf of urnennis aanduidt;

  • t.

    lijk: het lichaam van een overledene of doodgeborene;

  • u.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • v.

    particulier kindergraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen tot en met de leeftijd van 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • w.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • x.

    particuliere urnenkelder: een betonnen, kunststof of gemetselde ondergrondse constructie met afdekplaat waarin een of meerdere asbussen worden bijgezet;

  • y.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • z.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een particulier urnengraf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • aa.

    ruimen: het uit graven verwijderen van de overblijfselen van lijken en eventuele resten van kisten en omhulsels, evenals het ruimen van een asbus door middel van het verstrooien van de as;

  • bb.

    samenvoegen: de stoffelijke resten uit bepaalde graflagen in het graf verzamelen, samenbrengen en in hetzelfde graf terugplaatsen om ruimte te maken voor het begraven van nieuwe lijken (verlengen van de begraafcyclus);

  • cc.

    schudden: de stoffelijke resten uit alle graflagen in het graf verzamelen, samenvoegen en onder de onderste graflaag plaatsen om ruimte te maken voor het begraven van nieuwe lijken (verlengen van de begraafcyclus);

  • dd.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

Hoofdstuk 2 Openstelling begraafplaatsen

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang, met uitzondering van de begraafplaats in Wilnis.

  • 2.

    De begraafplaats in Wilnis is van 1 maart tot 1 november van 8.00 tot 20.00 uur en van 1 november tot 1 maart van 8.00 tot 18.00 uur voor een ieder toegankelijk.

  • 3.

    Als de aula op de begraafplaats in Wilnis open is voor een plechtigheid, is de begraafplaats toegankelijk.

Hoofdstuk 3 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 3 Aantal lijken of asbussen in particuliere en algemene graven

  • 1.

    In particuliere graven kunnen maximaal twee lijken worden begraven en tevens kunnen er vier asbussen in of op worden bijgezet, met uitzondering van particuliere kindergraven, particuliere urnengraven en urnennissen.

  • 2.

    In particuliere urnengraven mogen vier asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

  • 3.

    In particuliere urnennissen mogen maximaal twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet, afhankelijk van het formaat en de wijze van bijzetten.

  • 4.

    In een enkele grafkelder mogen maximaal twee lijken worden begraven en kunnen tevens vier asbussen worden bijgezet.

  • 5.

    Het aantal lijken en asbussen dat in een meervoudige grafkelder begraven of bijgezet kan worden is een veelvoud van het aantal dat toegestaan is in een enkele grafkelder en afhankelijk van het aantal graven dat is uitgegeven voor de bouw van de betreffende grafkelder.

  • 6.

    In particuliere kindergraven kunnen maximaal twee lijken worden begraven en tevens kunnen er twee asbussen in of op worden bijgezet. De asbus van een volwassene mag pas worden bijgezet in een kindergraf indien in dat graf al een kind is begraven of de asbus van een kind is bijgezet.

  • 7.

    In algemene graven kunnen maximaal twee lijken worden begraven.

Artikel 4 Afmetingen graven

De graven hebben de volgende maximale ondergrondse afmetingen (lengte x breedte):

  • -

    graf: 2.20 m x 0.80 m;

  • -

    urnengraf: 0.75 m x 0.75 m;

  • -

    enkele grafkelder: 2.20 m x 1.00 m.

Hoofdstuk 4 Grafkelders, gedenktekens, grafbedekkingen en gedenkboom

Artikel 5 Grafkelder

  • 1.

    De vergunning voor een grafkelder zoals vermeld in artikel 17 van de Beheersverordening wordt schriftelijk aangevraagd door de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Een grafkelder kan bestaan uit één of meer aaneengesloten graven.

  • 3.

    Werkzaamheden en daaruit voortkomende kosten betreffende het openen, onderhouden en sluiten van een grafkelder zijn voor rekening van de rechthebbende.

  • 4.

    Grafkelders mogen uitsluitend worden aangebracht door daartoe ter zake kundige personen en onder toezicht van de beheerder.

  • 5.

    De maximale buitenmaat van de grafkelder mag de maximale afmetingen van een grafkelder niet overschrijden.

  • 6.

    De grafkelder is voorzien van betonnen, gemetselde of kunststof binnenring en afdekplaat, waarbij de afdekplaat rust op de beton-, steen- of kunststofconstructie.

  • 7.

    De afmetingen van de afdekplaat van een grafkelder zijn gelijk aan de maximale ondergrondse afmetingen van een grafkelder.

  • 8.

    Bij de aanvraag van de vergunning op grond van artikel 17 van de Beheersverordening worden (voor zover van toepassing) de volgende gegevens verstrekt op een werktekening:

    • a.

      de maten (lengte, breedte, hoogte en/of doorsnee) van de constructie en afdekplaat;

    • b.

      het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de belettering en/of afbeelding(-en) en de wijze waarop deze wordt aangebracht op de afdekplaat;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de afbeelding(-en) op de afdekplaat;

    • e.

      de locatie van de grafkelder.

Artikel 6 Urnenkelder

  • 1.

    De toestemming/vergunning voor een urnenkelder zoals vermeld in artikel 18 van de Beheersverordening wordt schriftelijk aangevraagd door de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Werkzaamheden en daaruit voortkomende kosten betreffende het openen, onderhouden en sluiten van een urnenkelder zijn voor rekening van de rechthebbende.

  • 3.

    Urnenkelders mogen uitsluitend worden aangebracht door daartoe ter zake kundige personen en onder toezicht van de beheerder.

  • 4.

    De maximale buitenmaat van de urnenkelder mag de maximale afmetingen van een urnenkelder niet overschrijden.

  • 5.

    De urnenkelder is voorzien van betonnen of kunststof binnenring en afdekplaat, waarbij de afdekplaat rust op de beton- of kunststofconstructie.

  • 6.

    De afmetingen van de afdekplaat van een urnenkelder mag niet groter zijn dan de maximale afmetingen van een gedenkteken.

  • 7.

    Bij de aanvraag van de vergunning op grond van artikel 18 van de Beheersverordening worden (voor zover van toepassing) de volgende gegevens verstrekt op een werktekening:

    • a.

      de maten (lengte, breedte, hoogte en/of doorsnee) van de constructie en afdekplaat;

    • b.

      het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de belettering en/of afbeelding(-en) en de wijze waarop deze wordt aangebracht op de afdekplaat (indien van toepassing);

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de afbeelding(-en) op de afdekplaat (indien van toepassing);

    • e.

      de locatie van de urnenkelder.

Artikel 7 Gedenkteken

  • 1.

    Het gedenkteken dient geplaatst te worden binnen de aangegeven markeringen en/of aanwijzingen.

  • 2.

    Het gedenkteken op een grafkelder dient binnen de maximale afmetingen als bedoeld in artikel 4 te worden geplaatst.

  • 3.

    Voor de gedenktekens mogen alleen materialen worden gebruikt die weinig aan slijtage en bederf onderhevig zijn, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 4.

    Ieder gedenkteken waarin glas verwerkt is dient te voldoen aan de voorschriften vermeld in artikel 10.

  • 5.

    De afmetingen van het gedenkteken mogen de maximale afmetingen zoals gesteld in artikel 11 niet overschrijden

  • 6.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 7.

    Behoudens het bepaalde in het zesde lid dienen losse materialen, zoals boomschors, grind, kiezels, etc., aangebracht te worden binnen een opsluiting rondom, zoals bijvoorbeeld een raamwerk van steen, om zijdelingse uitstroom van het losse materiaal te voorkomen. Het losse materiaal dient op zodanige wijze te worden aangebracht dat het als geheel terugneembaar is en derhalve dient er tevens een bodemafdichting, zoals bijvoorbeeld een (wortel)doek, te worden aangebracht.

  • 8.

    Het grafnummer wordt blijvend op de achterzijde van het gedenkteken aangebracht. De teksthoogte van het grafnummer bedraagt minimaal 2,50 centimeter en maximaal 5,00 centimeter. Het grafnummer bevindt zich minimaal 5 centimeter boven het maaiveld.

Artikel 8 Aanvraag vergunning gedenkteken

  • 1.

    De vergunning voor een gedenkteken zoals vermeld in artikel 21 van de Beheersverordening wordt schriftelijk aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders door de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en handtekening van de rechthebbende of de gebruiker van het graf;

    • b.

      het grafnummer.

  • 3.

    Bij de aanvraag wordt een werktekening gevoegd en deze vermeldt in ieder geval:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      volledige opgave van de tekst en afbeeldingen;

    • d.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 9 Voorwaarden plaatsen grafbedekking

  • 1.

    De plaatsing van de grafbedekking geschiedt op een tijdstip dat is bepaald in overleg met de beheerder.

  • 2.

    Grafsteenwerkzaamheden zijn niet mogelijk gedurende een uitvaart.

  • 3.

    De fundering van de grafbedekking ligt verzonken tot maaiveld hoogte.

  • 4.

    Het gedenkteken of de afdekplaat (in geval van een grafkelder) dient op het maaiveld geplaatst te worden.

  • 5.

    Overtollig grond/zand wordt door plaatser zelf afgevoerd en/of gestort op de daarvoor bestemde opslagplaatsen voor grond/zand op de begraafplaatsen.

Artikel 10 Nadere regels gebruik van glas

  • 1.

    Het liggende gedeelte van het gedenkteken dient op een onderplaat gemonteerd te worden op dusdanige wijze dat het gedenkteken als geheel op te tillen is. Ook een staand gedenkteken dient zodanig gefundeerd te zijn dat het als geheel op te tillen is.

  • 2.

    Glas dient een minimale dikte van 15 mm te hebben.

  • 3.

    Glazen delen dienen spannings-en zettingsvrij gemonteerd te worden.

Artikel 11 Afmetingen van gedenktekens

  • 1.

    De maximale afmetingen (in meters) van gedenktekens zijn:

    Lengte

    Breedte

    Hoogte

    Particulier graf

    Begraafplaats te Abcoude

    Gedenkteken staand

    1,00

    1,00

    Gedenkteken liggend

    2,00

    1,00

    0,30

     

    Begraafplaats te Baambrugge

    Gedenkteken staand

    1,00

    1,00

    Gedenkteken liggend

    2,00

    1,00

    0,30

     

    Begraafplaats te Wilnis

    Gedenkteken staand

    0,85

    0,90

    Gedenkteken liggend

    1,90

    0,85

     

    Algemeen graf

    Begraafplaats te Abcoude

    Gedenkteken staand

    0,80

    0,75

    Gedenkteken liggend

    0,80

    0,80

    0,30

     

    Begraafplaats te Baambrugge

    Gedenkteken staand

    0,80

    0,75

    Gedenkteken liggend

    0,80

    0,80

    0,30

     

    Begraafplaats te Wilnis

    Gedenkteken staand

    0,80

    0,75

    Gedenkteken liggend

    0,80

    0,80

    0,30

     

     

    Kindergraf

    Begraafplaats te Abcoude

    Gedenkteken staand

    0,80

    0,80

    Gedenkteken liggend

    1,75

    0,80

     

    Begraafplaats te Wilnis

    Gedenkteken staand

    0,85

    0,90

    Gedenkteken liggend

    1,90

    0,85

     

     

    Urnengraf

    Begraafplaats te Wilnis

    0,70

    0,70

    0,30

    Begraafplaats te Abcoude en Baambrugge

    0,70

    0,70

    0,70

     

    Grafkelder

    Begraafplaats te Abcoude

    Het gedenkteken op een grafkelder dient zich binnen de afdekplaat te bevinden. De hoogte van het gedenkteken is maximaal 1 meter boven het maaiveld.

     

    Begraafplaats te Wilnis

    Het gedenkteken op een grafkelder dient zich binnen de afdekplaat te bevinden. De hoogte van het gedenkteken is maximaal 0.90 meter boven het maaiveld.

     

    Begraafplaats te Wilnis

    Het gedenkteken op een grafkelder dient zich binnen de afdekplaat te bevinden. De hoogte van het gedenkteken is maximaal 1 meter boven het maaiveld.

     

     

     

     

     

     

    Urnenkelder

    0,70

    0,70

    0,50

     

    Urnennis

    Begraafplaats te Abcoude

    De afmetingen van de afdekplaat van de nis dienen overeen te komen met de daadwerkelijke buitenmaten van de nis. Deze dienen ter plaatse te worden nagemeten.

     

    Begraafplaats te Baambrugge

    Nvt, het gedenkteken wordt bij uitgifte van de nis beschikbaar gesteld

     

    Begraafplaats te Wilnis

    Nvt, het gedenkteken wordt bij uitgifte van de nis beschikbaar gesteld

  • 2.

    De hoogte van het gedenkteken wordt berekend vanaf het maaiveld.

  • 3.

    In verband met de geringe afmetingen op de oude gedeelten van de begraafplaatsen in Abcoude en Baambrugge kan de beheerder bepalen dat het gedenkteken maximaal 1,90 meter lang, 0,80 meter breed en 1,00 meter hoog bedraagt.

Artikel 12 Grafbeplanting

Voor beplanting op het graf gelden dezelfde maximale afmetingen (lengte, breedte en hoogte) zoals opgenomen in artikel 11, eerste lid.

Artikel 13 Asbus op graf

  • 1.

    Het plaatsen van een asbus op een graf staat gelijk aan het bijzetten van een asbus in een graf.

  • 2.

    De asbus dient aard- en nagelvast te worden aangebracht op het graf.

  • 3.

    De asbus dient op een funderingsplaat geplaatst te worden om verzakkingen binnen de uitgiftetermijn te voorkomen, tenzij de asbus aard- en nagelvast wordt aangebracht op een bestaand gedenkteken.

  • 4.

    Het materiaal van de asbus dient binnen het redelijke bestand te zijn tegen weersinvloeden, vandalisme en overige beschadigingen.

Artikel 14 Gedenkboom

  • 1.

    In de aanvraag van een gedenkblaadje wordt in ieder geval het volgende vermeld:

    • a.

      Naam en adres aanvrager;

    • b.

      Naam overledene;

    • c.

      De locatie van de gedenkboom.

  • 2.

    Het gedenkblaadje aan de gedenkboom wordt uitgegeven voor onbepaalde tijd.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze Nadere regels treden in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Het Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen De Ronde Venen 2011, vastgesteld op 04 januari 2011door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen, wordt ingetrokken.

Artikel 16 Overgangsrecht

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze Nadere regels een aanvraag om vergunning op grond van de Nadere regels, genoemd in artikel 15, tweede lid, is ingediend en vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze Nadere regels nog niet definitief op de aanvraag is beslist, dan worden daarop deze Nadere regels toegepast.

Artikel 17 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels begraafplaatsen De Ronde Venen 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen van 14 november 2023,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen,

de secretaris,

de burgemeester

Naar boven