Beleidsregels voor toekennen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Lingewaard 2024

Op 24 juni 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders de beleidsregels voor toekennen van individuele gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Lingewaard 2024 vastgesteld.

 

Het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard

 

Gelet op het bepaalde in:

  • -

    artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994;

  • -

    artikel 12 en 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW);

  • -

    de ministeriële Regeling gehandicaptenparkeerkaart;

Overwegende dat:

  • -

    het belangrijk is om voorzieningen te bieden die het voor mensen met een handicap mogelijk maken om mee te kunnen doen aan de samenleving;

  • -

    het in het kader van het parkeerbeleid wenselijk is om uniforme beleidsregels voor het toekennen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats vast te stellen;

Besluit:

vast te stellen de Beleidsregels voor toekennen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Lingewaard 2024:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats aangeduid met bord E6 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).

  • 2.

    houder van een voertuig:

    • a.

      degene die beschikt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs van het voertuig;

    • b.

      degene die blijkens een leaseovereenkomst gebruiker is van het voertuig;

    • c.

      degene die beschikt over een op naam afgegeven verzekeringsbewijs van een niet-kentekenplichtig voertuig.

  • 3.

    IGPP: individuele gehandicaptenparkeerplaats, een gehandicaptenparkeerplaats gereserveerd op kenteken.

  • 4.

    parkeerplaats: een verhard oppervlak, bestemd voor het parkeren van een motorvoertuig, met de minimale afmetingen van 2 meter breed en 5 meter lang (langsparkeren) of 2,5 meter breed en 5 meter lang (haaksparkeren).

  • 5.

    verkeersbesluit: een besluit als bedoeld in artikel 15 Wegenverkeerswet 1994, op grond waarvan het bord E6 uit bijlage 1 van het RVV 1990 kan worden geplaatst.

  • 6.

    voertuig: een motorvoertuig, gehandicaptenvoertuig of brommobiel zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990

  • 7.

    werknemer: iedere persoon die werkzaam is voor een bedrijf, kantoor, onderneming en wat dies meer zij, in welke arbeidsrechtelijke hoedanigheid ook.

Artikel 2 Aanvraag individuele gehandicaptenparkeerplaats bij een woonadres

Om in aanmerking te komen voor een IGPP bij een woonadres dient een aanvrager:

  • 1.

    in het bezit te zijn van een Europese gehandicaptenparkeerkaart Bestuurder die nog minimaal 6 maanden geldig is ten tijde van de aanvraag;

  • 2.

    te beschikken over een rijbewijs dat nog minimaal 6 maanden geldig is na datum van aanvraag;

  • 3.

    volgens de Gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) te staan ingeschreven op het adres waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd;

  • 4.

    of één van de huisgenoten van de aanvrager, over een motorvoertuig te beschikken.

Artikel 3 Aanvraag individuele gehandicaptenparkeerplaats bij een werkadres

  • 1.

    Een verzoek om een IGPP bij een werkadres wordt gedaan door de werkgever.

  • 2.

    Het verzoek wordt gedaan namens een werknemer die:

    • a.

      beschikt over een Europese Gehandicaptenparkeerkaart Bestuurder die minimaal 6 maanden geldig is na datum van aanvraag;

    • b.

      beschikt over een rijbewijs dat minimaal 6 maanden geldig is na datum van aanvraag;

    • c.

      (huisgenoot van) de houder is van het voertuig waarvoor de IGPP wordt aangevraagd.

  • 3.

    De werkgever dient:

    • a.

      een arbeidscontract of werkgeversverklaring te overleggen waaruit blijkt dat de werknemer werkzaam is op de locatie van het bedrijf waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd en minimaal een wekelijkse binding met het bedrijf heeft;

    • b.

      een uittreksel van de Kamer van Koophandel te overleggen waaruit blijkt dat het bedrijf waar de werknemer werkzaam is, gevestigd is op het adres waarvoor de IGPP wordt aangevraagd.

Artikel 4 Eigen parkeergelegenheid

Aanvrager komt niet in aanmerking voor een IGPP als hij / zij beschikt of kan beschikken over eigen parkeergelegenheid (na)bij zijn / haar woning, mits de eigen parkeergelegenheid fysiek bereikbaar en bruikbaar is of kan worden gemaakt én binnen een loopafstand van 100 meter van de woning is gelegen.

Onder eigen parkeergelegenheid (na)bij de woning wordt verstaan:

  • a.

    een oprit met de mogelijkheid tot parkeren op eigen terrein;

  • b.

    een garage of carport op eigen terrein of;

  • c.

    een parkeerplaats in een (gemeenschappelijke) parkeergarage of op een (gemeenschappelijk) parkeerterrein dat is gebouwd (mede) ten behoeve van de woning van aanvrager;

Artikel 5 Locatie van de individuele gehandicaptenparkeerplaats

  • 1.

    De IGPP wordt binnen 100 meter loopafstand van de woning van aanvrager gerealiseerd en wordt binnen de bestaande parkeerruimte aangelegd.

  • 2.

    De gemeente bepaalt, in overleg met de aanvrager, de meest geschikte locatie. Daarbij wordt gekeken dat er geen verkeersonveilige situaties ontstaan en dat de bereikbaarheid en bruikbaarheid van de weg niet belemmerd wordt.

  • 3.

    Wanneer de aanvrager beschikt over een elektrische auto kan bij een openbare laadpaal één parkeervak op kenteken worden gereserveerd. Indien er geen geschikte bestaande openbare laadpaal is, kan de aanvrager zelf een openbare laadpaal aanvragen.

Artikel 6 Kosten van de aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats

  • 1.

    Voor het aanleggen, verplaatsen of aanpassen van een IGPP worden kosten in rekening gebracht bij de aanvrager. De hoogte van deze kosten zijn vastgelegd in de legesverordening die jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

  • 2.

    De kosten dienen te worden voldaan voordat de IGPP wordt aangelegd, verplaatst of aangepast.

Artikel 7 Aanleg van de individuele gehandicaptenparkeerplaats

  • 1.

    Wanneer een IGPP kan worden toegekend, wordt een verkeersbesluit genomen voor het reserveren van een parkeerplaats op kenteken waarvoor de daarvoor noodzakelijke procedure wordt gevolgd.

  • 2.

    Een IGPP wordt gerealiseerd door:

    • a.

      plaatsing van het bord E6 uit bijlage 1 van het RVV met daarbij een onderbord met daarop één kenteken;

    • b.

      markering van het parkeervak op het wegdek;

    • c.

      bij een IGPP bij een werkadres wordt op het onderbord ook een tijdsvenster overeenkomstig de werktijden van aanvrager geplaatst.

  • 3.

    De houder van een IGPP is verplicht door te geven als het kenteken van het motorvoertuig wijzigt. De gemeente plaatst dan zo spoedig mogelijk een nieuw onderbord. Hiervoor worden legeskosten in rekening gebracht.

Artikel 8 Gronden om een individuele gehandicaptenparkeerplaats op te heffen

De IGPP wordt opgeheven als:

  • 1.

    degene voor wie de parkeerplaats is gerealiseerd, is verhuisd of overleden;

  • 2.

    degene voor wie de parkeerplaats is gerealiseerd niet meer beschikt over een geldig rijbewijs of een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart Bestuurder;

  • 3.

    degene voor wie de parkeerplaats is gerealiseerd, of diens huishouden, niet meer over een motorvoertuig beschikt;

  • 4.

    degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen, niet meer werkzaam is bij het bedrijf waarbij de parkeerplaats is aangevraagd;

  • 5.

    het bedrijf waarbij de parkeerplaats is aangevraagd, is verhuisd of is opgehouden te bestaan;

  • 6.

    op verzoek van degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen;

  • 7.

    de parkeerplaats onrechtmatig is aangewezen op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegewezen als de onjuistheid van die gegevens ten tijde van het beoordelen van de aanvraag bekend zouden zijn geweest.

  • 8.

    de IGPP niet wordt gebruikt door of voor degene voor de IGPP is aangewezen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en overgangsregeling

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 5 juli 2024.

  • 2.

    Gelijktijdig wordt het Beleid individuele gehandicaptenparkeerplaatsen, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 17 december 2002, ingetrokken.

  • 3.

    De inwerkingtreding van deze beleidsregels heeft geen gevolgen voor reeds aangelegde IGPP’s. Deze behouden hun geldigheid, ook als ze niet conform het gestelde in deze beleidsregels zijn aangelegd.

  • 4.

    De bepalingen uit artikel 8 van deze beleidsregels zijn wel van toepassing op reeds aangelegde IGPP’s.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Lingewaard op 24 juni 2024

de secretaris,

drs. I.P van der Valk

de burgemeester,

dr. P.T.A.M. Kalfs

Toelichting bij Beleidsregels voor toekennen van individuele gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Lingewaard 2024

Toelichting artikel 2

Alleen personen die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart Bestuurder komen in aanmerking voor een IGPP.

 

Personen die beschikken over een gehandicaptenparkeerkaart Passagier kunnen door de bestuurder worden afgezet bij de woning, waarna de bestuurder een vrije parkeerplaats opzoekt. Daarom is het in dat geval niet nodig een parkeerplaats op kenteken te reserveren.

 

Een gehandicaptenparkeerkaart Bestuurder wordt alleen verstrekt aan personen die zelf een auto kunnen besturen met een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard, die met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen.

 

Het kenteken van het voertuig waarvoor de IGPP wordt aangevraagd, dient op naam te staan van één van de bewoners van het huishouden van de aanvrager. In het geval van een leaseauto dient een verklaring van een erkende leasemaatschappij (ingeschreven bij de Kamer van Koophandel) te worden overlegd.

 

Toelichting artikel 4

Bepalend is of aanvrager kan beschikken over een eigen parkeergelegenheid die geschikt is of geschikt kan worden gemaakt als gehandicaptenparkeerplaats. Het doet daarbij niet ter zake of de oprit, carport of garage op het moment van aanvragen in gebruik is voor andere doeleinden, tenzij de bestemming of functie van rechtswege is gewijzigd.

 

Onder beschikt of kan beschikken over een parkeerplaats in een (gemeenschappelijke) parkeergarage of op een (gemeenschappelijk) parkeerterrein wordt verstaan dat de aanvrager een parkeerplaats kan kopen, huren of gebruiken in een parkeergarage of op een parkeerterrein dat is gebouwd (mede) ten behoeve van de woning van aanvrager. Het gaat daarbij niet om de vraag of men financieel in staat is een parkeerplaats te kopen, huren of gebruiken, maar om de vraag of er een parkeerplaats te koop, te huur of te gebruiken is.

 

Toelichting artikel 5

De IGPP wordt bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de woning van de aanvrager aangelegd. 100 meter is een maximum afstand. Het gaat hierbij om 100 meter afstand die op maaiveldniveau moet worden afgelegd vanaf de voordeur van de woning tot aan de parkeerplaats. Bij wooncomplexen wordt niet de voordeur van de individuele woning gebruikt, maar de ingang van het wooncomplex. Dit hoeft niet de hoofdingang te zijn, maar de voor de aanvrager dichtstbijzijnde te gebruiken ingang.

 

Een openbare laadpaal kan worden aangevraagd op eerder vastgestelde locaties, zie hiervoor de plankaart. Als er geen geschikte locatie binnen 100 meter van de woning is, kan een extra locatie worden aangewezen mits deze aan alle voorwaarden voldoet (groene plaatsingszone, niet hinderlijk of gevaarlijk). Als er extra kosten zijn verbonden aan het plaatsen van een openbare laadpaal in verband met afstand tot een ls-kabel zijn deze voor de aanvrager. Aan het reserveren van een parkeerplaats op kenteken bij een openbare laadpaal zijn geen andere kosten verbonden dan de kosten voor een gewone IGPP.

 

Toelichting artikel 6

Op basis van artikel 29 BABW mogen de kosten van het aanleggen of aanpassen van een IGPP worden doorbelast naar de aanvrager.

 

Naast de kosten die in rekening worden gebracht voor het aanleggen of aanpassen van een IGPP kunnen op basis van de legesverordening ook kosten in rekening worden gebracht voor het in behandeling nemen van de aanvraag.

 

Toelichting artikel 7

Als de IGPP wordt aangevraagd voor een voertuig zonder kenteken, zal indien mogelijk een onderbord met verduidelijkende tekst (bijvoorbeeld ‘Canta’) worden geplaatst.

 

Door bij de parkeerplaats op kenteken een onderbord te plaatsen die de werkdagen en –tijden aangeeft, is de parkeerplaats buiten die momenten door een ieder te gebruiken.

Naar boven