Gemeenteblad van Nijmegen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2024, 291678 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2024, 291678 | gemeenschappelijke regeling |
Besluit tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Milieusamenwerking en afvalverwerking regio Nijmegen
De Raden en de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Beuningen, Berg en Dal, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen.
gezien het daartoe strekkende verzoek van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling milieusamenwerking en afvalverwerking regio Nijmegen;
gelet op het bepaalde in artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de verkregen zienswijzen en toestemming van de gemeenteraad van de gemeenten
Beuningen, Berg en Dal, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen;
vast te stellen de navolgende wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking en afvalverwerking regio Nijmegen.
De gemeenschappelijke regeling Milieusamenwerking en afvalverwerking regio Nijmegen wordt als volgt gewijzigd.
Op grond van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn Raden, de Colleges van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeesters bevoegd een gemeenschappelijke regeling te treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten wordt gewijzigd in:
“Op grond van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn Raden en de Colleges van Burgemeester en Wethouders bevoegd een gemeenschappelijke regeling te treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten”.
Gedeputeerde Staten: het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland wordt achter het woord provincie Gelderland toegevoegd ; en Limburg
Artikel 12: Voorzitter wordt gewijzigd, als volgt:
Aan artikel 12, lid 2 wordt het woord “door dat college” vervangen door het Dagelijks Bestuur.
Bij afwezigheid van de voorzitter wordt hij vervangen door een lid van het dagelijks bestuur, door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen.
Artikel 14: Commissies van advies en vakberaden wordt gewijzigd.
Artikel 14 lid 1 wordt de woorden “ dagelijks bestuur en de voorzitter” verwijderd.
Aan artikel 17 Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur ten opzichte van de raden, wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
Artikel 23 Begrotingsprocedure wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Het dagelijks bestuur stelt de raden van de deelnemende gemeenten voorafgaande aan het vaststellen van de begroting, door het algemeen bestuur, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het vierde lid, alsmede van de eventuele conclusies diehet daaraan verbindt.
Artikel 25 Jaarrekening wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Het dagelijks bestuur biedt de concept jaarrekening over het afgelopen jaar, onder toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 212 van de Gemeentewet aangewezen deskundigen, en hetgeen het dagelijks bestuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden jaarlijks vóór 30 april aan de deelnemende gemeenten.
Artikel 28 Garantstelling lid 3 wordt gewijzigd.
Achter het woord “bevolkingscijfers” wordt de toevoeging “per 1 januari van het jaar” toegevoegd.
Na Artikel 28 wordt “Hoofdstuk 11: Evaluatie” toegevoegd.
Het kopje: “Artikel 29 Archief” wordt vervangen door “Artikel 29: Evaluatie”
Artikel 29 wordt vervangen en komt als volgt te luiden:
Aan artikel 30 Toetreding en uittreding wordt vervangen door Artikel 30: Archief.
Aan Artikel 30: Archief wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:
Artikel 30 wordt gewijzigd en vervangen door Artikel 31 en komt als volgt te luiden:
Artikel 31: Toetreding en uittreding
Aan de toetreding respectievelijk uittreding kunnen bij de in het tweede lid bedoelde adviezen kaders worden verbonden die worden uitgewerkt in een toe- of uittredingsregeling en worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst met betreffende gemeente.
de uittredingskosten zijn de kosten die te maken hebben met (de afbouw van) de overcapaciteit die kan ontstaan in de personele en de materiële sfeer. Basis voor de uittredingskostenberekening zijn de gemiddelde realisatiecijfers (afbouw bedrijfsvoeringorganisatie, aangegane verplichtingen) van de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin het voornemen tot uittreden kenbaar wordt gemaakt. De kosten die niet direct aan de uittredende partij kunnen worden toegerekend, worden berekend door totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een (algemene) reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de te betalen uittredingskosten. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel uit de begroting (art. 24.1).
de hoogte van uittredingssom wordt bepaald op de kosten die het samenwerkingsverband moet maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren voor de deelnemende gemeenten zonder de uittredende gemeente. Tot een maximumbedrag van vijf jaar de inbreng van de uittredende gemeente in het jaar dat het besluit tot uittreding werd genomen.
Het kopje “Artikel 31 Wijziging en opheffing “ wordt vervangen door Artikel 32 Wijziging en opheffing.
Artikel 31 lid 3 wordt gewijzigd in artikel 32 lid 3 en komt als volgt te luiden:
“Voor zover bij de wijziging wettelijke bevoegdheden van het College van Burgemeester en Wethouders zijn betrokken, dient daartoe ook te worden besloten door ten minste twee derde van het aantal Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten”.
Artikel 33 Liquidatie lid 4 liquidatie wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
“Het liquidatieplan geeft regels voor de wijze waarop de deelnemende gemeenten, voor zover het saldo ontoereikend is, zorgdragen voor de nakoming van de verplichtingen van het openbaar lichaam naar rato conform artikel 24.1”.
Nijmegen, 24 juni 2024
Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen
A.P.W. van de Klift
gemeentesecretaris
H.M.F. Bruls
burgemeester
TOELICHTING OP HET WIJZIGINGSBESLUIT
In het verleden werden drie bestuursorganen aangewezen om een gemeenschappelijke regeling te treffen. Burgemeesters worden uit deze opsomming verwijderd aangezien deze regeling niet gaat over zelfstandige bevoegdheid van de Burgemeester als bestuursorgaan.
De gemeente Mook en Middelaar liggen in een andere Provincie.
De stukken van gemeente Mook en Middelaar dienen bij het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg aangeboden. In de oude regeling werd alleen het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland genoemd.
Ingevolgde de wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) wordt de voorzitter van het AB door het AB uit zijn midden aangewezen. Om die reden moet de aanwijzing door het Dagelijks Bestuur gebeuren.
Het dagelijks bestuur en de voorzitter moeten verwijderd worden. Ingevolge artikel 24 van de Wgr is alleen het AB bevoegd om adviescommissies in te stellen.
In de gemeenschappelijke regelingen moet worden opgenomen op welke wijze door het bestuur van de gemeenschappelijke regelingen actieve informatie wordt verschaft aan de raden.
De stukken van het bestuur zijn openbaar. Met de Wet open overheid en de aanpassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt nog meer transparantie gevraagd van de gemeenschappelijke regeling. Dit is nu verankerd in artikel 17 lid 3.
De begrotingsprocedure wordt altijd al met de deelnemers afgestemd en daardoor loopt deze ook altijd binnen de termijnen. De Wet gemeenschappelijke regelingen vraagt inmiddels andere termijnen dan voorheen en die termijnen zijn met artikel 18 ook verankerd in de gemeenschappelijke regeling. Daarnaast wordt het dagelijks bestuur verplicht om te reageren op ingediende zienswijzen op de ontwerpbegroting.
Voor de jaarrekeningsprocedure geldt hetzelfde als de begrotingsprocedure. De GR MARN handelt in samenwerking met de deelnemers altijd binnen de afgesproken termijnen. De Wet gemeenschappelijke regelingen vraagt voor de jaarrekeningsprocedure andere termijnen en die zijn met artikel 25 verankerd in de gemeenschappelijke regeling.
Betreft verduidelijking van de bepaling.
De Wet gemeenschappelijke regelingen vraagt om aan te geven of er een evaluatie van de regeling plaatsvindt en met welke frequentie. Dat is nu opgenomen in artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling. Ook is bepaald dat de regeling voor onbepaalde tijd wordt vastgesteld. (Dit was ook altijd al het uitgangspunt)
Het archiefwet is aangescherpt middels artikel 30 lid 5.
De uittredingsprocedure was altijd al omschreven maar is niet voldoende duidelijk in het kader van de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen. Daarom is deze nu aangepast, wat tot meer duidelijkheid over de uittreding van een van de deelnemers leidt.
In de gemeenschappelijke regelingen moet worden opgenomen of en zo ja, voor welke besluiten en een voorafgaande zienswijze van de raden, wordt gevraagd. Daarnaast wordt een wijziging voorgesteld omdat de regeling een gemengde regeling betreft hoeft enige wijziging niet door de Burgemeesters te worden bekrachtigd.
Betreft verduidelijking van de bepaling met verwijzing naar de uittredingsbepalingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-291678.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.