Nota Softdrugsbeleid 2024

De raad van de gemeente Maassluis;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2024

 

besluit

 

Het college stelt de raad voor:

 

  • 1.

    De Nota Softdrugsbeleid 2024 vast te stellen;

  • 2.

    De Nota Softdrugsbeleid 2010 (2010-4150) in te trekken;

  • 3.

    Kennis te nemen van de door de burgemeester vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het Coffeeshopbeleid 2024.

 

Inleiding

 

Voor u ligt de Nota Softdrugsbeleid 2024. Het Nederlands drugsbeleid richt zich op het tegengaan en reduceren van drugsgebruik, zeker voor zover leidend tot gezondheids- en sociale schade. Gemeente Maassluis volgt het nationale beleid, wat tevens gericht is op het voorkomen en verminderen van schade die aan het gebruik, de productie en de handel in drugs is verbonden. Dit betekent dat verschillende maatregelen en interventies in samenhang worden ingezet voor diverse doelgroepen en de omgeving.

 

Het softdrugsbeleid van de gemeente Maassluis is na 14 jaar toe aan actualisatie. Daarnaast zijn er landelijke ontwikkelingen in wetgeving en beleid geweest in de afgelopen jaren. Hieronder wordt een kort overzicht geschetst van de belangrijkste veranderingen, deze ontwikkelingen hebben invloed op onze kijk op het gebruik van middelen en vormen kaders voor het lokale beleid.

Sinds 2014 is de leeftijdsgrens voor het kopen van alcohol van 16 naar 18 jaar verhoogd. In 2014 is ook het rookverbod in openbare ruimte, horeca en het op het werk ontstaan, gevolgd door het verbod op tabaksreclame in 2016. De overheidsmaatregelen die in 2021 en in 2022 zijn ingevoerd richten zich op het uitstalverbod van tabaksproducten, neutrale verpakkingen op tabaksproducten en een verbod op sigarettenautomaten. Vanuit het Nationaal Preventieakkoord is in 2024 ook de verkoop van tabaksproducten in supermarkten verboden. Het gebruik van lachgas is sinds 2015 toegenomen en om het recreatieve gebruik terug dringen en het aanbod te beperken is lachgas per 1 januari 2023 op de lijst II van de Opiumwet geplaatst. Tevens zijn er afgelopen jaren enkele nieuwe psychoactieve stoffen toegevoegd aan de Opiumwet. Sinds 2019 heeft de burgemeester de bevoegdheid (op grond van het verruimde art. 13b van de Opiumwet) om woningen of andere panden ook te sluiten als er sprake is van strafbare voorbereidingshandelingen voor het bereiden of telen van drugs. Cannabis is nog steeds de meest gebruikte illegale drug in Nederland en het percentage (bijna) dagelijkse gebruikers nam toe tussen 2017 en 2018, maar bleef daarna stabiel.

 

Het landelijke drugsbeleid is gericht op de volksgezondheid. Het beleid is er op gericht het gebruik van drugs te ontmoedigen en normalisering van drugsgebruik tegen te gaan. Uit het oogpunt van justitie en veiligheid is het drugsbeleid juist gericht op bestrijding van de productie en handel van drugs. Hierbij ligt vooral de focus op ondermijnende criminaliteit rondom illegale drugs.

 

Doelstelling

Beschermen van de volksgezondheid, beheersen van de overlast en onveiligheid en het tegengaan van (georganiseerde) criminaliteit in Maassluis.

 

Kaders en prioriteiten

In Nederland is het kweken van cannabis, de zogenaamde hennepteelt, wettelijk niet toegestaan (uitgezonderd de deelnemers aan het Experiment Gesloten Coffeeshopketen van het ministerie van VWS). Toch zijn er naar schatting 10.000 tot 30.000 hennepkwekerijen. Het gaat daarbij niet om burgers die een paar plantjes voor eigen gebruik hebben, maar om teelt voor financieel gewin met veel apparatuur die normaal gesproken voor reguliere tuinbouw wordt ingezet. Deze zijn vaak te vinden in woningen en veroorzaken veiligheidsrisico’s voor omwonenden, zoals brandgevaar door overbelasting van de elektriciteit. Per jaar wordt er 200 miljoen euro aan energie illegaal afgetapt en zijn er ten minste 65 woningbranden als gevolg van hennepteelt. Handel, productie, teelt en andere illegale activiteiten rondom zowel hard-, soft- en synthetische drugs als xtc, hebben een ondermijnend en potentieel ontwrichtend effect op de samenleving. Het ontwrichtend effect wordt veroorzaakt door de verwevenheid van onder- en bovenwereld, corruptie en de innesteling van gemeenschappen en maatschappelijke sectoren.

 

In de Opiumwet en het Nederlandse drugsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen softdrugs -en harddrugs. Harddrugs bevatten stoffen met een onaanvaardbaar risico (voor de volksgezondheid). Zowel landelijk als lokaal wordt beoogd om:

  • De markt voor softdrugs te scheiden van de markt voor harddrugs;

  • Overlast en verstoring van de openbare orde te beperken en beheersbaar te houden;

  • Gezondheidsrisico’s te beperken, met name voor jongeren.

Voor het effectief voorkomen en terugdringen van drugsgebruik is een integrale aanpak noodzakelijk. Dit betekent dat verschillende maatregelen en interventies in samenhang worden inzet voor verschillende doelgroepen en hun omgeving. Dit doen we aan de hand van vier thema’s:

  • voorlichting en educatie;

  • signalering advies en ondersteuning;

  • fysieke en sociale omgeving;

  • regelgeving en handhaving.

Leeswijzer

Het Softdrugsbeleid Maassluis 2024 bestaat uit twee delen. Deel I is het algemene deel, met daarin de wettelijke kaders, bevoegdheden, de landelijke werkwijze en organisatie. Deel II is toegespitst op de lokale situatie en de vier pijlers voor een integrale aanpak.

 

DEEL I ALGEMEEN

1. Landelijk drugsbeleid

Het Nederlandse drugsbeleid steunt op twee pijlers: de bescherming van de volksgezondheid en de bestrijding van overlast en criminaliteit. Het landelijk beleid richt zich op het voorkomen en reduceren van drugsgebruik en het beperken van risico’s van drugsgebruik voor de gebruiker zelf, de directe omgeving en voor de samenleving. In de Opiumwet is onderscheid gemaakt tussen harddrugs en softdrugs. Middelen met een groot gezondheidsrisico, zoals xtc, cocaïne en heroïne, worden harddrugs genoemd. Cannabisproducten zoals marihuana en hasj worden softdrugs genoemd. De regels over drugs zijn beschreven in de Opiumwet. Het bezit, handel in, verkoop en de productie van alle drugs zijn strafbaar. Alleen als het voor medische, diergeneeskundige, instructieve en wetenschappelijke doeleinden is, geldt hier een uitzondering op.

 

Onder strenge voorwaarden is het mogelijk om bepaalde softdrugs (cannabis) in zogenaamde coffeeshops te verkopen. De achterliggende gedachte hiervan is te voorkomen dat de cannabisgebruiker in aanraking komt met drugs met een groter gezondheidsrisico (harddrugs). Door de verkoop van cannabis te gedogen en streng op te treden tegen de verkoop van harddrugs, worden de gebruikers van cannabis beter afgeschermd van drugs die veel schadelijker zijn voor de gezondheid zijn. Dit wordt het gedoogbeleid genoemd. Tegelijkertijd wordt het bezit of de verkoop van harddrugs harder aangepakt. Voor coffeeshops kan de (gemeentelijke) overheid regels opstellen.

 

Strafbaar

Het gebruik van softdrugs is niet strafbaar. Wel strafbaar is het telen, bereiden, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben of vervaardigen van drugs (Opiumwet, art. 3). In de Algemeen Plaatselijke verordening heeft de gemeente Maassluis ook het openlijk gebruik van middelen, zoals bedoeld in de Opiumwet (art. 2 en 3) op of aan de weg, een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw strafbaar gesteld (APV, art. 2.74b). De grondslag van het gedoogbeleid om bepaalde softdrugs te mogen verkopen ligt in de afweging van belangen, waarbij het belang van handhaving moet wijken voor een hoger geprioriteerd algemeen belang. In de context van het drugsbeleid wordt dit hogere belang gevonden in de volksgezondheid (scheiding der markten) en de openbare orde.

DEEL II GEMEENTE MAASSLUIS

 

Een effectief softdrugsbeleid werkt integraal. Dit betekent dat verschillende maatregelen en interventies in samenhang worden inzet voor verschillende doelgroepen en de omgeving. We doen dit aan de hand van vier thema’s:

  • voorlichting en educatie;

  • signalering advies en ondersteuning;

  • fysieke en sociale omgeving;

  • regelgeving en handhaving.

Het lokale bestuur stelt binnen de landelijke kaders op gemeentelijk niveau het drugsbeleid vast en voert daarop de regie. Het is aan de lokale driehoek om het beleid concreet in te vullen en prioriteiten te stellen aan de dagelijkse handhaving. Een handhavingsarrangement, waarbinnen het optreden van bestuur, politie en OM op elkaar aansluit en elkaar aanvult, vormt de basis voor de inzet van het bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumentarium. Het handhavingsarrangement, waarin per gedoogcriterium de eventuele bestuurlijke en strafrechtelijke sancties zijn opgenomen, wordt in de driehoek afgestemd.

 

3. Softdrugsbeleid op vier thema’s

Na alcohol en tabak is cannabis het meest gebruikte verslavende middel in Nederland. Bijna een kwart van de volwassen bevolking heeft wel eens cannabis (hasj en wiet) gebruikt. Meestal leidt dit niet tot problemen. Toch zijn er wel risico’s verbonden aan cannabisgebruik. Dit geldt met name voor jongeren, mensen met psychische problemen of mensen die vaak gebruiken. Gemeente Maassluis wil inzetten op vier thema’s om zowel preventief als repressief te kunnen interveniëren:

 

3.1 Voorlichting en educatie

Gemeente Maassluis zal extra inzetten op preventie met verslavingszorg van Youz. In Maassluis is er een preventief netwerk rondom jongeren actief, waaronder het jongerenwerk, het onderwijs, het CJG en het wijkteam Vraagraak. Professionals uit dit netwerk hebben aangegeven expertise over verslavingspreventie te missen. Daarom zet de gemeente een expert van Youz in die de professionals ondersteunt en traint bij het omgaan met verslaving, en daarnaast laagdrempelig advies en consultatie over middelengebruik. Het doel is om middelengebruik, gokken en problematisch gamen bij jongeren te voorkomen en terug te dringen. Youz verslavingszorg geeft voorlichtingen en trainingen voor intermediairs die (in-)direct met jongeren te maken hebben. Er wordt beleidsadvies gegeven aan organisaties en evenementen en er worden consultaties geboden aan jongeren en ouders die problemen ervaren.

 

Speciale aandacht gaat uit naar jongeren, met name kwetsbare jongeren. De gemiddelde startleeftijd van softdrugsgebruik is 16 jaar. Bij andere verslavende middelen, zoals alcohol, lachgas en problematisch gamegedrag ligt de startleeftijd vaak nog lager.

 

Met kennis over de verschillende middelen en de signalen die kunnen duiden op problemen kunnen ouders en professionals in gesprek blijven met jongeren. Met de informatie over hoe te handelen kunnen zij tijdig hulp bieden of inroepen. Youz stemt de vorm en inhoud van de communicatie af op het doel en de doelgroep. Ouders en professionals hebben bijvoorbeeld andere informatie nodig dan experimenterende jongeren. De voorlichting en educatie ondersteunt bij voorkeur activiteiten op de andere pijlers.

 

Dit past ook binnen de ontwikkelingslijnen van het (landelijke) Integraal Zorgakkoord (IZA), het Regionaal Integraal Zorgakkoord (RIGA) en de lokale gezondheidsontwikkelingen die onder Gala (Gezond en Actief Leven Akkoord) door het Rijk gefinancierd worden. Iza is een landelijke werkagenda met als doel de zorg in Nederland te verbeteren en voor te bereiden op de toekomst. Belangrijk vastgelegd onderdeel hierin is de (regionale en lokale) preventie-infrastructuur, waaronder ook aandacht voor Drugspreventie (Onderdeel G, lid 1.A) de uitwerking hiervan vindt komende jaren lokaal plaats binnen onder andere het GALA.

 

3.2 Signalering advies en ondersteuning

De genomen maatregelen, zoals extra streng handhaven op de aanwezigheid van en verkoop van softdrugs aan minderjarigen, houdt uitbreiding van de verscheidenheid van verslavende middelen niet tegen. Het CJG en jongerenwerk uiten hun zorg over verslaving aan lachgas, snus en gokken. Bovendien lijken jongeren het gebruik van cannabis en xtc steeds normaler te zijn gaan vinden, terwijl drugsgebruik juist bij jonge mensen kan leiden tot, al dan niet blijvende, schade aan de hersenen en achterstand in ontwikkeling.

 

Ouders en professionals hebben vaak snel in de gaten wanneer er mogelijk iets aan de hand is met een jongere. Een goede signaleringsketen zorgt ervoor waar zij met hun vragen en signalen terecht kunnen en dat tijdig hulp kan worden ingezet, van licht naar zwaar. De regierol is belegd bij de Sociale Wijkteams van de gemeente. Zij hebben goed contact met verslavingszorg en beschikken over expertise op het gebied van preventie. De Sociale Wijkteams zorgen voor informatie-uitwisseling tussen verschillende samenwerkingspartners binnen de regels van de AVG en het faciliteren van kennisopbouw en bijscholing op het gebied van signalerings- en verwijsvaardigheden met betrekking tot verslavende middelen en kunnen doorverwijzen.

 

3.3 Fysieke en sociale omgeving

De illegale teelt van hennep en ook de productie van harddrugs zorgen in woonwijken voor overlast zoals: brandgevaar, wateroverlast, stank, en schade aan woningen. Vaak is hier de georganiseerde criminaliteit bij betrokken. In de Opiumwet zijn ook voorbereidingshandelingen of handelingen ter vergemakkelijking of ondersteuning van de productie van drugs (drugslabs) en illegale hennepteelt strafbaar gesteld. Toch neemt de wietteelt in (koop)woningen, op industrieterreinen en in buitengebieden de laatste jaren toe. Uit strafrechtelijke onderzoeken blijkt dat criminele samenwerkingsverbanden vaak een rol spelen bij het benaderen van mensen die hun huis beschikbaar stellen voor de hennepteelt of de productie van drugs. De mensen die hiervoor benaderd worden zijn doorgaans de financieel kwetsbaren. Daarnaast is een recordaantal nieuwe middelen, als lachgas en GHB, op de markt verschenen. De populariteit laat het aantal gezondheidsincidenten stijgen. De fysieke omgeving en sociale omgeving is van invloed op hoe inwoners, en vooral jongeren, hiermee omgaan. De manier hoe ouders met hun kind praten over middelengebruik of de reactie van een school op een verslavingsprobleem bij een leerling heeft invloed op hoe jongeren omgaan met verslavende middelen. Door het afbreukrisico van verslavende middelen op het lichamelijk en geestelijk welzijn duidelijk te maken en de criminele wereld achter de productie ervan zichtbaar te maken, kunnen jongeren ondersteund worden in hun weerbaarheid. De gemeente Maassluis draagt aan deze weerbaarheid bij door het faciliteren van Youz verslavingszorg , het Jongerenwerk, het Sociale Wijkteam en het CJG, met heldere communicatie over drugs, verslavend middelengebruik, de handhaving van huisregels op evenementen en Coffeeshopbeleid Maasluis 2024.

 

3.4 Regelgeving en handhaving

Gemeente Maassluis hanteert voor coffeeshops het maximumstelsel, waardoor slechts 1 coffeeshop aanwezig is binnen de gemeente. Aan de locatie van de coffeeshop zijn regels gesteld, waardoor deze zich niet in de buurt van scholen of een jongerenlokaal bevindt. Gemeente Maassluis geeft actief uitvoering aan het gemeentelijke handhavingsbeleid. De burgemeester maakt daarbij gebruik van zijn bevoegdheid tot het nemen van bestuurlijke maatregelen, zoals het sluiten van de betreffende panden of het afgeven van een officiële waarschuwing. Een integrale aanpak van zinvolle afwegingen voor een bestuurlijke, strafrechtelijke of fiscale aanpak (of een combinatie van interventies) leidt tot een adequate aanpak op lokaal niveau.

 

De gemeente Maassluis neemt deel aan het regionaal samenwerkingsverband met de omliggende gemeenten, Politie, Woningcorporaties, de Dienst Roerende Zaken Domeinen (DRZ), netleverancier Stedin en de Belastingdienst. Door uitwisseling van gegevens worden locaties opgespoord waar mogelijk sprake is van illegale hennepteelt. Vervolgens kan in deze samenwerking een passende actie worden ingezet. Deze regionale bestuurlijke aanpak hennepteelt combineert bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen, welke in samenhang worden ingezet. De bestuurlijke maatregelen richten zich in de eerste plaats op het tegengaan van de directe overlast en het gevaar van de teelt, zoals deze door bewoners wordt ervaren. De aanpak gaat uit van een nauwe samenwerking tussen gemeenten, de politie en het Openbaar Ministerie, waarbij de gemeenten zowel financieel als bestuurlijk verantwoordelijk zijn voor de aanpak.

 

Naast de landelijke wetgeving heeft de gemeente verschillende instrumenten voor regelgeving en handhaving op gebied van drugs, afhankelijk van de situatie. Omdat softdrugs minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan harddrugs, geldt in Nederland een gedoogbeleid. Het gedoogbeleid bepaalt dat coffeeshops onder strenge voorwaarden en conform de richtlijnen cannabis mogen verkopen en hiervoor niet strafrechtelijk worden vervolgd. De inkoop, productie en levering van softdrugs valt echter niet onder het gedoogbeleid. De Opiumwet biedt weinig beleidsvrijheid voor gemeenten, aangezien het merendeel van de handelingen in de drugsketen strafbaar is gesteld. Het merendeel van de bestrijding van drugsactiviteiten richt zich op het voorkomen of beëindigen van gevaarzettende situaties en het opwerpen van barrières om de ongewenste facilitering tegen te gaan. Het lokale Coffeeshopbeleid regelt de bevoegdheid van gemeenten om in de lokale driehoek nadere afspraken te maken over de handhaving. De verkoop via de coffeeshop en de handhaving zijn geregeld in het Coffeeshopbeleid Maassluis 2024.

 

Ernst, aard of combinatie van overtredingen

Bij een combinatie van overtredingen kent justitie een hoge prioriteit toe aan de vervolging hiervan. Het achtereenvolgens of tegelijkertijd overtreden van verschillende voorwaarden kan leiden tot het overslaan van bepaalde beschreven stappen in de overheidsreactie op afzonderlijke overtredingen. Ook de ernst en de aard van de feiten en omstandigheden kunnen voor de burgemeester aanleiding zijn om te besluiten tot het overslaan van bepaalde beschreven stappen in het handhavingsarrangement.

 

Cijfers softdrugsgebruik

 

Op 23 april is het softdrugsbeleid in de commissie besproken. Hieruit kwam naar voren dat er een behoefte is aan een cijfermatig inzicht van het gebruik van softdrugs in Maassluis en is er een debat aangevraagd over de mogelijkheid tot het openen van een tweede coffeeshop.

 

Onderstaande cijfers komen uit de GGD Gezondheidsmonitor. Het recentste onderzoek komt uit 2022. In april 2024 worden de vragen voor de GGD Gezondheidsmonitor opnieuw uitgezet en dit onderzoek loopt tot begin juli 2024. De resultaten worden in het voorjaar van 2025 gepubliceerd (GGD-Rotterdam-Rijnmond, 2024).

Onder softdrugsgebruik wordt verstaan het gebruik van hasj en wiet.

 

Softdrugsgebruik van jongeren in Maassluis

Het aantal jongeren van 18 tot en met 23 jaar in Maassluis, die in de afgelopen vier weken cannabis gebruikten is vanaf 2012 tot 2020, 4,1 procent toegenomen (zie tabel 1).

 

Het aantal kinderen tussen de 13 en 14 jaar in Maassluis, die in de afgelopen vier weken cannabis gebruikten was in 2019 1,2 procent en in 2021 0 procent. Het aantal kinderen tussen de 15 en 16 jaar in Maassluis, die in de afgelopen vier weken cannabis gebruikten was in 2019 6,2 procent en in 2021 5,6 procent (zie tabel 2).

 

Tabel 3.

 

Van de kinderen tussen de 13 en 14 jaar in Maassluis gebruikten in 2015 1,7 procent, in 2019 2,3 procent en in 2021 0,4 procent ooit cannabis. Van de kinderen tussen de 15 en 16 jaar in Maassluis gebruikten in 2015 8,4 procent, in 2019 11 procent en in 2021 10,4 procent ooit cannabis (zie tabel 3).

 

Conclusie softdrugsgebruik van jongeren in Maassluis

We zien in de leeftijdscategorie van 18 t/m 23 jaar dat er een stijgende lijn is in het aantal jongeren, die de afgelopen vier weken cannabis hebben gebruikt. In de leeftijdscategorie 13 t/m 16 jaar zien we juist een daling in het gebruik van softdrugs.

 

Landelijk was er geen verschil in het gebruik tussen jongens en meisjes van de leeftijdscategorie 12 tot 18 jaar. Tevens zien we landelijk onder leerlingen van het VMBO-basis en de kaderberoepsgerichte leerweg het gebruik van tabak het hoogst. Zo heeft 13 procent van hen de afgelopen maand gerookt, tegenover 5 procent van de Vwo-leerlingen. Bij andere middelen, zoals softdrugsgebruik, zijn de verschillen tussen schoolniveaus minder duidelijk aanwezig.

 

Softdrugsgebruik van volwassenen in Maassluis

In Maassluis gebruikten in de leeftijdscategorie van 18 t/m 64 jaar in 2012 3,2 procent, in 2016 2,3 procent, in 2020 4,8 procent en in 2022 4,8 procent cannabis in de afgelopen vier weken (zie tabel 4).

 

In Maassluis gebruikten in de leeftijdscategorie van 18 t/m 64 jaar in 2012 4,5 procent, in 2016 3,9 procent in 2020 10,1 procent en in 2022 6,3 procent cannabis in het afgelopen jaar (zie tabel 5.)

 

Conclusie softdrugsgebruik van volwassenen in Maassluis

We zien het aantal gebruikers, die in de afgelopen vier weken cannabis gebruikt hebben, in de periode van 2012 tot 2020 toenemen. In 2022 is er een kleine daling geweest, maar het aantal gebruikers is hoger gebleven dan in 2016 en 2012. Wanneer we kijken naar het aantal gebruikers van het afgelopen jaar zien we een stijgende lijn, met een uitschieter in 2020. Het gebruik van softdrugs neemt bij volwassenen in verhouding meer toe dan het gebruik onder jongeren t/m 16 jaar.

 

Coffeeshops in Nederland

Uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) blijkt dat het aantal coffeeshops in Nederland een stabiliserende trend laat zien, die sinds 2017 zichtbaar is. Eind 2022 hebben 102 van de 345 Nederlandse gemeenten samen 565 gedoogde verkooppunten van cannabis. Ook in het gemeentelijk beleid over coffeeshops is weinig veranderd. Eind 2022 hadden 102 van de 344 gemeenten een gedoogbeleid, 235 gemeenten een nulbeleid (er worden geen coffeeshops gedoogd) en 7 gemeenten geen coffeeshopbeleid (WODC, 2024).

Landelijk wordt in veel gemeenten een norm gehanteerd die varieert van één coffeeshop per 15.000 tot 40.000 inwoners. Dit is geen officiële norm, het is een richtlijn. De gemeente Maassluis telt 35.826 inwoners in april 2024 (Allecijfers.nl, 2024).

 

Coffeeshop in Maassluis

Binnen de gemeente Maassluis is er één coffeeshop gedoogd. Het handelen van (hard)drugs wordt door de inwoners en ondernemers van Maassluis als een ernstige vorm van overlast ervaren. Om deze reden is in het coalitieakkoord 2022-2026, het tegengaan van drugshandel als blijvend aandachtspunt opgenomen. In het coalitieakkoord is vastgesteld dat de aanwezigheid van één coffeeshop in de gemeente voldoet en dit aantal niet verder wordt uitgebreid (Gemeente Maassluis, coalitieakkoord 2022-2026).

 

In Maasluis is het aantal woningen in de afgelopen jaren toegenomen. Het is met de huidige bestemmingsplannen zeer moeilijk om een geschikte plek te vinden, die voldoet aan de wet en-regelgeving voor een coffeeshop.

 

Verwijzingen

Allecijfers.nl (2024, mei). Aantal inwoners per jaar. Opgehaald van Allecijfers.nl Gemeente Maassluis: https://allecijfers.nl/gemeente/maassluis/

Gemeente Maassluis (2022-2026, mei). Coalitieakkoord. Opgehaald van https://cuatro.sim-cdn.nl/maassluis/uploads/gemeentemaassluis_coalitieakkoord_2022_samen_betrokken_het_verschil_maken-gecomprimeerd.pdf?cb=SHZ17viO.

GGD-Rotterdam-Rijnmond (2024, mei). Opgehaald van Gezondheidskaart: https://gezondheidinkaart.nl/jive

WODC (2024, mei ). WODC - actueel nieuws 2023. Opgehaald van WODC: https://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2023/09/18/stabilisering-in-aantal-coffeeshops-in-nederland#:~:text=De%20stabiliserende%20trend%20in%20het,over%20coffeeshops%20is%20weinig%20veranderd.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis van d.d. 4 juni 2024.

 

De griffier,

J. Vinke

 

De voorzitter,

drs. J.G. de Vries

Naar boven