Gemeenteblad van Zeist
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeist | Gemeenteblad 2024, 291083 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeist | Gemeenteblad 2024, 291083 | gemeenschappelijke regeling |
Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) 2024
De gemeenteraden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist;
ieder voor zover hun eigen gemeente bevoegd;
Overwegende dat de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 gewijzigd is, en de gemeenschappelijke regeling hierop moet worden aangepast;
de gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug als volgt te wijzigen:
Artikel I – Actieve informatieplicht
Artikel 18 tweede lid wordt opgesplitst in een tweede en derde lid onder omnummering van lid 3, 4 en 5 naar lid 4, 5 en 6 en komt als volgt te luiden:
Behoudens de verstrekte informatie uit het voorgaande lid verstrekt het algemeen bestuur driemaal per jaar informatie over de voortgang van de uitvoering van de taakstelling zoals opgenomen in het strategisch plan en de op grond daarvan geformuleerde operationele (jaar)doelstellingen. Tevens wordt daarbij inzicht verschaft in de kosten die gepaard gaan met de realisatie van die doelstellingen.
Artikel II – Zienswijzen, participatie en adviescommissies
Na artikel 18 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 18a Zienswijzen gemeenteraden
Het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur beslist bij een voorstel dat voor de gemeenten ingrijpende gevolgen kan hebben niet alvorens de raden door het dagelijks bestuur om zienswijzen zijn gevraagd. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de raden hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
Het algemeen bestuur respectievelijk het dagelijks bestuur beslist niet over een voorstel alvorens de raden om zienswijzen zijn gevraagd, wanneer ten minste twee gemeenteraden het bestuur hierom verzoeken. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de raden hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
Indien het tweede of derde lid wordt toegepast, dan hebben de raden acht weken de tijd hun zienswijzen bij het dagelijks bestuur bekend te maken. Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijzen gegeven is stelt het dagelijks bestuur de raden én het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Artikel 18b Participatie belanghebbenden en ingezetenen
Belanghebbenden en ingezetenen van de deelnemende gemeenten kunnen bij het algemeen bestuur inspreken aan het begin van de vergadering van het algemeen bestuur over onderwerpen die op de agenda van het algemeen bestuur staan. In het reglement van orde, bedoeld in artikel 9, vierde lid, worden nadere regels gesteld omtrent deze inspraak.
Artikel IV – Termijnen begroting
Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 september, de ontwerpbegroting en de opmerkingen van de deelnemers en zo nodig een nota van wijzigingen aan het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur zendt de raden zijn schriftelijke reactie op de zienswijzen, overeenkomstig artikel 35, vierde lid, van de Wet.
Een gemeenteraad en een college van burgemeester en wethouders van een van de deelnemende gemeenten kan besluiten tot uittreding uit de regeling, onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de wet. Een uittreding kan alleen geschieden wanneer zowel de raad als het college van één gemeente besluit tot uittreding, tenzij de raden en colleges unaniem anders beslissen.
Artikel VII – Uittredingsprocedure
Na artikel 30 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Het in artikel 30, derde lid, bedoelde uittredingsplan bevat de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van drie jaar het directe gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende deelnemer.
De uittredende deelnemer betaalt in het jaar na de daadwerkelijke uittreding nog 100% van zijn bijdrage zoals die was in het jaar waarin tot uittreding werd besloten. In het jaar volgend op het jaar van de daadwerkelijke uittreding wordt nog 66,5% van de genoemde bijdrage betaald, en in het daaropvolgende jaar nog 33,5%. Met deze betalingen kwijt de uittredende deelnemer zich van eventuele andere kosten verbonden aan de uittreding.
Na opheffing van de gemeenschappelijke regeling worden de onder het eerste lid bedoelde archiefbescheiden met inachtneming van artikel 8 van het Archiefbesluit voor zover mogelijk vervreemd aan de taakopvolger. De overbrenging van de archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Zeist geschiedt als had geen opheffing plaatsgevonden. Als er geen taakopvolger is, geschiedt de genoemde overbrenging direct.
Artikel 37, derde lid, komt te luiden:
Daartoe zal het dagelijks bestuur, in overleg met de directeur, gehoord de colleges en de raden van de gemeenten, om de zes jaar een onderzoeksvoorstel opstellen, dat aan het algemeen bestuur ter vaststelling zal worden voorgelegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-291083.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.