Wijzigingsbesluit verkeersbesluit reserveren parkeerplaatsen voor opladen elektrische voertuigen op Molenstraat ter hoogte van nummer 1 te Wijhe

Nr. 19793-2024

Burgemeester en wethouders van de gemeente Olst – Wijhe;

Overwegingen ten aanzien van het besluit

- gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW);

- dat de weg Molenstraat gelegen is binnen de bebouwde kom van Wijhe;

- dat de weg Molenstraat in beheer is bij de gemeente Olst – Wijhe;

- dat de weg Molenstraat een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

- dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Olst – Wijhe bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor de genoemde wegen;

- dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Olst – Wijhe is gemandateerd aan de wethouder Mobiliteit;

- dat op 23-05-2024 een verkeersbesluit met kenmerknummer 19793-2024 is gepubliceerd omtrent het reserveren van twee parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen op Molenstraat nabij huisnummer 1 te Wijhe;

- dat door belanghebbenden bezwaar is gemaakt tegen het instellen en uitvoeren van deze maatregel onder andere omdat onvoldoende rekening is gehouden met omwonenden van de locatie nabij Molenstraat nr. 1 te Wijhe;

- dat dit bezwaar alleen gemaakt is tegen de locatie op de Molenstraat en dat er geen bezwaar is gemaakt tegen de andere locaties uit het verzamelverkeersbesluit met kenmerk 19793-2024 dat gepubliceerd is op 23-05-2024;

- dat daarom enkel het verkeersbesluit voor de gereserveerde parkeerplaatsen voor opladen elektrische voertuigen op de Molenstraat ter hoogte van huisnummer 1 wordt gewijzigd;

- dat het verkeersbesluit met kenmerk 19793-2024 voor de gereserveerde parkeerplaatsen voor opladen elektrische voertuigen voor de andere locaties die zijn opgenomen in het verkeersbesluit in stand blijft;

- dat gebleken is dat bij de voorbereiding van deze maatregel onjuiste keuzes zijn gemaakt;

- dat geconstateerd is dat de gemaakte bezwaren en gedane suggesties terecht zijn;

- dat een herschikking van de gereserveerde parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen nodig is;

- dat op grond van bovenstaande inzichten het wenselijk is om de in dat verkeersbesluit besloten verkeersmaatregel te wijzigen;

- dat het dan ook noodzakelijk is om met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) het verkeersbesluit van 23-05-2024 met het kenmerknummer 19793-2024 omtrent het reserveren van twee parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen op de Molenstraat ter hoogte van huisnummer 1 te wijzigen;

- dat er daarom een openbaar laadpunt gerealiseerd wordt op de Molenstraat ter hoogte van huisnummer 4 te Wijhe;

- dat het daarom gewenst is om nabij de laadpaal twee parkeerplaatsen te reserveren ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen;

- dat dit gerealiseerd kan worden door middel van het plaatsen van het verkeersbord E8c van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord met de tekst ‘opladen elektrische voertuigen’ en een onderbord dat aanduidt dat het verkeersbord van toepassing is op specifieke parkeervakken. De situatieschets hieronder visualiseert de betreffende verkeersmaatregel;

- dat de twee parkeervakken alleen door elektrische voertuigen gebruikt kunnen worden en dat de hoeveelheid parkeerruimte in de directe omgeving voor niet-elektrische voertuigen daardoor afneemt;

- dat het exclusief parkeren voor elektrische auto’s slechts is toegestaan zolang de auto wordt opgeladen, zodat het oplaadpunt voor meerdere gebruikers beschikbaar is;

- dat het belang van het ontwikkelen van een openbaar oplaadnetwerk prevaleert boven het verlies aan parkeergelegenheid;

- dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van het verkeersbord E4 – met het betreffende onderbord – van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

- dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de verkeersmaatregel strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

- dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt bij het treffen van deze verkeersmaatregel;

- dat gelet op voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer van ondergeschikt belang wordt geacht;

- dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de verkeersadviseur van politie-eenheid Oost Nederland, district IJsselland, daartoe gemandateerd door de Korpschef;

- dat de politie een positief advies heeft uitgebracht over de hierna genoemde verkeersmaatregel.

 

Situatieschets:

BESLUIT

Het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe besluit:

door middel van het plaatsen van het verkeersbord E8c van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord met de tekst ‘opladen elektrische voertuigen’ en een onderbord dat aanduidt dat het verkeersbord van toepassing is op specifieke parkeerplaatsen twee parkeerplaatsen te reserveren ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen op Molenstraat ter hoogte van huisnummer 4 te Wijhe i.p.v. Molenstraat ter hoogte van huisnummer 1 te Wijhe.

Wijhe, 03-07-2024

Burgemeester en wethouders van gemeente Olst-Wijhe

Marcel Blind

Wethouder mobiliteit

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Bent u het niet eens met dit besluit?

Belt u ons dan eerst. Wij nemen dan samen met u het besluit door en kunnen zo nodig een fout herstellen.

Bezwaarclausule

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in de Staatscourant. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Olst – Wijhe, Postbus 23, 8130 AA te Wijhe. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven