Artikel I
De Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Amstelveen 2024 wordt als volgt gewijzigd:
A.
Aan artikel 1 begripsomschrijving worden de volgende begrippen toegevoegd:
- •
Kinderen: de ten laste komende kinderen als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub e van de Participatiewet.
- •
Schoolgaand kind: een kind dat het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs of het praktijkonderwijs volgt, of ingevolge zijn leerplicht na het behalen van een VMBO-diploma een andere vorm van onderwijs volgt.
- •
Bijstandsuitkering: algemene uitkering op grond van de Participatiewet
- •
Peildatum: is de aanvraagdatum, de dag dat de kosten zich voordoen of de datum waarop ambtshalve het recht wordt vastgesteld
B.
Artikel 17 komt als volgt te luiden:
Artikel 17 Ondersteuning behalen startkwalificatie en vaktraining of huiswerkbegeleiding.
- 1.
Het college kan bijzondere bijstand om niet verstrekken aan een jongere van 18 tot en met 22 jaar die in een kwetsbare positie opgroeit en een opleiding volgt of weer gaat volgen. Dit kan voor de kosten die een passende bijdrage leveren aan het behalen van de startkwalificatie. Het doel hiervan is om hun positie op de arbeidsmarkt te versterken.
- 2.
Het college kan bijzondere bijstand eenmalig om niet verstrekken aan een kind op de middelbare school tot 18 jaar voor kortdurende vaktraining of huiswerkbegeleiding.
- 3.
Voor de kosten genoemd in lid 1 en 2 geldt dat:
- a.
de noodzaak en het beoogde doel wordt gemotiveerd door een medewerker van Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten, een leerplichtambtenaar, een jeugdhulpverlener, een medewerker van het sociaal team, scholen of een andere maatschappelijke organisatie.
- b.
De verstrekking van de bijstand wordt afgestemd op de omstandigheden en mogelijkheden van de jongere.
- c.
Er zijn geen financiële middelen om de kosten die een passende bijdrage leveren zelf te betalen.
- d.
Als de school zelf kosteloos huiswerkbegeleiding aanbiedt, geldt dat als een voorliggende voorziening, als gevolg waarvan er geen bijzondere bijstand kan worden verstrekt.
- e.
De hoogte van de vergoeding wordt bepaald door middel van de noodzaak en door de goedkoopst mogelijke optie.
C.
Artikel 21 komt als volgt te luiden:
Artikel 21 Kindregelingen tot 18 jaar
- 1.
Het college biedt schoolgaande kinderen uit de doelgroep een kindpakket.
- 2.
De ondersteuning is gericht op meedoen in de samenleving. Deze tegemoetkoming bestaat uit diverse kosten zoals sport/cultuur, internet, schoolkosten, computer.
- 3.
Het kindpakket bevat de volgende vergoedingen:
- a.
€ 500,00 per schooljaar per kind in de leeftijd 4 t/m 8 jaar
- b.
€ 650,000 per schooljaar per kind in de leeftijd van 9 t/m 11 jaar
- c.
€ 800,00 per schooljaar per kind in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar
- d.
€ 200,00 voor een tablet per 4 jaar per gezin met kind(eren) in de leeftijd van 6 t/m 8 jaar
- 4.
Voor de vergoedingen onder lid 3 a t/m d geldt:
- a.
Een schooljaar betreft een periode van 12 maanden lopend van 1 augustus tot 1 augustus;
- b.
1 augustus is de peildatum waarop de leeftijd van het kind wordt bepaald en welke vergoeding van toepassing is;
- c.
Het recht op de vergoeding start op de eerste dag van de maand waarin het kind de leeftijd van 4 jaar bereikt;
- d.
De vergoedingen worden automatisch ambtshalve toegekend aan rechthebbenden die een bijstandsuitkering ontvangen. Daarvoor geldt dat:
- I.
De peildatum waarop wordt vastgesteld of de rechthebbende een bijstandsuitkering ontvangt 1 augustus is;
- II.
De ambtshalve uitbetaling uiterlijk september plaatsvindt voor het lopende schooljaar;
- III.
Nieuwe instromers met een bijstandsuitkering bij de toekenning van de bijstandsuitkering ambtshalve de vergoeding toegekend krijgen.
- e.
Overige rechthebbenden zonder bijstandsuitkering kunnen elk schooljaar het kindpakket aanvragen. Daarvoor geldt dat:
- I.
De aanvrager op de peildatum een laag inkomen en bescheiden vermogen heeft;
- II.
Het inkomen en vermogen wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is gedaan.
- III.
Een aanvraag gedurende het hele schooljaar kan worden ingediend en uiterlijk 31 juli moet worden gedaan voor het lopende schooljaar.
- IV.
Een aanvraag voor het nieuwe schooljaar kan worden gedaan vanaf 1 augustus en niet eerder.
- V.
Per 1 augustus de aanvraag voor het nieuwe schooljaar is.
- VI.
Bij een toekenning de gehele vergoeding voor het gehele betreffende schooljaar wordt uitgekeerd.
- VII.
Inwoners die in de loop van het schooljaar tot de doelgroep zijn gaan behoren een aanvraag kunnen indienen vanaf het moment dat zij aan de voorwaarden zijn gaan voldoen.
- VIII.
Een aanvraag per 1 augustus voor een vergoeding van het voorgaande schooljaar niet kan toegekend worden met terugwerkende kracht en niet in behandeling wordt genomen.
D.
Artikel 22 komt als volgt te luiden:
Artikel 22 zwemles voor kinderen van 4 tot 18 jaar
- 1.
Het college biedt kinderen van 4 t/m 17 jaar een 100% vergoeding voor een zwempakket ABC per kind.
- 2.
Het zwempakket bestaat uit de benodigde zwemlessen voor het behalen van zwemdiploma A,B en optioneel C, de inschrijfkosten en de kosten voor het zwemdiploma.
- 3.
Het kind waarvoor de vergoeding wordt aangevraagd is op aanvraagdatum in elk geval 4 jaar.
- 4.
het zwempakket wordt eenmalig per kind verstrekt
- 5.
het zwempakket wordt in natura door het kind afgenomen bij zwembad De Meerkamp tenzij er zwaarwegende redenen zijn om hiervan af te wijken;
- 6.
wanneer het kind bij een ander zwembad dan De Meerkamp zwemlessen wil volgen kan er een vergoeding worden verstrekt van maximaal de kosten van het totale zwempakket bij De Meerkamp;
- 7.
Wanneer voorafgaand aan de aanvraag het kind al met de zwemlessen is gestart dan bestaat het zwempakket uit de resterende benodigde zwemlessen en de kosten voor het zwemdiploma.
E.
Artikel 22 Zwemregeling voor volwassenen van 18 jaar en ouder wordt artikel 23.
F.
Artikel 23 Regeling voor ouderen wordt artikel 24 Regeling voor ouderen en komt als volgt te luiden:
Artikel 24 Regeling voor ouderen
- 1.
Het college verstrekt op aanvraag de regeling voor ouderen aan personen vanaf de AOW- leeftijd.
- 2.
De tegemoetkoming is er op gericht om meedoen aan de samenleving te bevorderen en voorziet in de kosten van deelname aan de samenleving. Voor bijvoorbeeld sport/cultuur, reiskosten en de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen.
- 3.
De hoogte van de tegemoetkoming is:
- a.
€ 300 per alleenstaande per kalenderjaar
- b.
€ 375 voor samenwonenden of gehuwden per kalenderjaar
- 4.
De regeling wordt voor onbepaalde tijd toegekend
- 5.
Bij een toekenning wordt de vergoeding elk jaar uiterlijk februari voor het lopende kalenderjaar ambtshalve uitgekeerd zolang er geen gewijzigde omstandigheden zijn.
- 6.
Voor de tegemoetkoming onder lid 3 geldt:
- a.
Aanvrager heeft op peildatum een laag inkomen en vermogen;
- b.
Het inkomen en vermogen wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is gedaan;
- c.
Een aanvraag voor de vergoeding moet uiterlijk 31 december worden gedaan voor het lopende kalenderjaar;
- d.
Een aanvraag vanaf 1 januari is van toepassing op het jaar waarin het is aangevraagd;
- e.
Een aanvraag kan niet toegekend worden over het voorgaande kalenderjaar (met terugwerkende kracht);
- f.
Bij een toekenning wordt de gehele vergoeding voor het gehele betreffende kalenderjaar uitgekeerd.
- g.
Inwoners die in de loop van het kalenderjaar tot de doelgroep zijn gaan behoren kunnen een aanvraag indienen vanaf het moment dat zij aan de voorwaarden zijn gaan voldoen.
G.
Artikel 24 Regeling maatwerk voorziening chronisch zieken wordt artikel 25
H.
Artikel 25 collectieve ziektekostenverzekering wordt artikel 26
I.
Artikel 26 Terugvordering en verhaal wordt artikel 27
J.
Artikel 27 Onvoorziene omstandigheden, hardheidsclausule, maatwerk wordt artikel 28
K.
Artikel 28 Overgangsrecht wordt artikel 29.
L.
Artikel 29 overgangsrecht kindregelingen wordt artikel 30
M.
Artikel 30 inwerkingtreding en citeertitel wordt artikel 31 en komt als volgt te luiden
/2/png-2/RGB.png)
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen