Wijziging Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk 2020

De gemeenteraad van Rijswijk,

Bijeen in openbare vergadering op 18 juni 2024

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

d.d. 21 mei 2024, nr.

 

BESLUIT:

 

De navolgende wijzigingen op de Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk 2020 vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

De volgende definities worden aan de lijst begripsbepalingen toegevoegd en luiden als volgt:

 

  • speelautomaat: toestel als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder a van de wet;

  • kansspelautomaat: speelautomaat als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder c, van de wet;

  • Wet Bibob : Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • exploitatievergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • nadere regels: de door de burgemeester te stellen nadere regels zoals bedoeld in artikel 3, derde lid;

De volgende definities worden aangepast en luiden als volgt:

 

  • speelautomatenhal: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder b, van de wet;

  • de definitie van 'ondernemer' wordt aangepast in 'ondernemer of exploitant';

  • de definitie van 'meerspeler' wordt aangepast in 'meerspeler(s)'

Artikel 2 Vergunningplicht

Artikel 2 wordt gewijzigd en luidt als volgt uit:

 

  • 1.

    Het is verboden zonder exploitatievergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een exploitatievergunning verlenen.

  • 3.

    De exploitatie vergunning wordt verleend voor een periode van 15 jaar. Na afloop van deze termijn komt de exploitatievergunning opnieuw beschikbaar.

  • 4.

    Indien de exploitatievergunning beschikbaar is, kondigt de burgemeester door middel van een openbare bekendmaking de mogelijkheid aan tot het indienen van een aanvraag om een exploitatievergunning.

  • 5.

    In de openbare bekendmaking wordt aangegeven op welke wijze en in welke periode een aanvraag om een exploitatievergunning kan worden ingediend, alsmede wordt de verdelingsprocedure en toe te passen criteria medegedeeld.

  • 6.

    Een exploitatievergunning kan uitsluitend worden verleend voor een speelautomatenhal in het gebied, zoals aangegeven op de in bijlage 1 bij deze verordening behorende kaart.

  • 7.

    In de speelautomatenhal mogen maximaal 150 kansspelautomaten worden opgesteld.

  • 8.

    De exploitatie vergunningverlening valt onder het toepassingsbereik van de Wet Bibob .

  • 9.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij het niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op het verlenen van een exploitatievergunning.

Artikel 3 De aanvraag

Artikel 3 wordt gewijzigd en luidt als volgt:

 

Artikel 3 lndieningsvereisten exploitatievergunning

  • 1.

    Een exploitatievergunning dient een ondernemer aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      de namen van de aanvrager en tevens de beoogd bedrijfsleider(s) en beheerder(s}, elk voorzien van een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      het adres en de kadastrale gegevens van de beoogde locatie;

    • c.

      een nauwkeurige beschrijving van de beoogde inrichting, inclusief de oppervlakte daarvan;

    • d.

      een tekening/plattegrond op schaal van de beoogde inrichting, waaruit ten minste blijkt waar en in welk aantal kansspel- of behendigheidsautomaten worden opgesteld, waarbij meerspelers afzonderlijk zijn aangeduid en een omschrijving van de doelgroep waarop de ondernemer zich richt en van de wijze waarop de inrichting zal worden geëxploiteerd;

    • e.

      het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel;

    • f.

      een verklaring waaruit blijkt dat de ondernemer gerechtigd is over de locatie te beschikken;

    • g.

      een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer of, indien de ondernemer een rechtspersoon is een verklaring omtrent gedrag voor rechtspersonen dan wel, een verklaring omtrent gedrag van ieder die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt, en van de bedrijfsleider(s) en beheerder(s);

    • h.

      bescheiden waaruit blijkt dat aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, onder b van de wet gestelde eis wordt voldaan;

    • i.

      een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob ), zoals dat wordt gehanteerd door de Kansspelautoriteit.

  • 2.

    De ondernemer overlegt bij zijn aanvraag tevens:

    • a.

      het document 'Conceptomschrijving speelautomatenhal' zoals bedoeld en beschreven in de Nadere regels.

    • b.

      het document 'Plan preventie gokverslaving' zoals bedoeld en beschreven in de Nadere regels, met daarin een beschrijving van de wijze waarop kansspelverslaving wordt beoogd te worden voorkomen.

    • c.

      het document 'Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid' zoals bedoeld en beschreven in de Nadere regels, met daarin een beschrijving van de beoogde aanpak van de leefbaarheid, veiligheid, en openbare orde in de directe omgeving van de speelautomatenhal.

  • 3.

    De burgemeester is bevoegd nadere regels vast te stellen ten aanzien van onder andere:

    • a.

      de indieningsvereisten voor een aanvraag van een exploitatievergunning.

    • b.

      de procedure van vergunningverlening, waarmee aan gegadigden voor de exploitatievergunning ruimte wordt geboden om naar de exploitatievergunning mee te dingen, waartoe tijdig voorafgaand aan de start van de aanvraagprocedure de noodzakelijke informatie bekend wordt gemaakt met betrekking tot de beschikbaarheid van de exploitatievergunning, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria.

Artikel 4 Selectieproces

In de tekst van artikel 4, eerste lid wordt de verwijzing naar artikel 11 vervangen door een verwijzing naar artikel 2 en luidt als volgt:

 

  • 1.

    Als na de bekendmaking, bedoeld in artikel 2, één aanvraag is ontvangen, dan neemt de burgemeester die aanvraag in behandeling.

In de tekst van artikel 4, tweede lid wordt de verwijzing naar artikel 11 vervangen door een verwijzing naar artikel 2. Ook wordt een verwijzing opgenomen naar de Nadere regels en luidt als volgt:

 

  • 2.

    Als na de bekendmaking, bedoeld in artikel 2, meer dan één aanvraag is ontvangen, beoordeelt de burgemeester de ontvangen aanvragen conform hetgeen hierover is opgenomen in de Nadere regels.

In artikel 4 komen het derde, het vierde en het vijfde lid te vervallen.

 

Artikel 5 Beslistermijn

Aan artikel 5 wordt een derde en een vierde lid toegevoegd en luiden als volgt:

 

  • 3.

    Indien een inhoudelijke beoordeling van de stukken hiertoe aanleiding geeft, kan de beslistermijn eenmaal met 6 weken worden verlengd.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking) is niet van toepassing.

Artikel 6 Tenaamstelling en voorschriften

In artikel 6 wordt in het tweede lid ook de enkelvouds vorm van namen opgenomen en luidt als volgt:

 

  • 2.

    In de exploitatievergunning worden de naam (namen) van de beheerder(s) en de bedrijfsleider(s) vermeld.

In artikel 6 wordt in het derde lid onder a en onder b de verwijzing naar de speelautomatenhal toegevoegd en luidt als volgt:

 

  • a.

    de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

  • b.

    het toezicht in de speelautomatenhal;

In artikel 6 wordt in het derde lid onder e gewijzigd en luidt als volgt:

 

  • e.

    de toegang- en leeftijdscontrole van de speelautomatenhal;

In artikel 6 wordt in het derde lid onder f gewijzigd en luidt als volgt:

 

  • f.

    de wijze waarop de exploitant gokverslaving dient te voorkomen en te bestrijden;

Artikel 7 Weigeringsgronden

In artikel 7 wordt in het eerste lid onder a, een aa ingevoegd en luidt als volgt:

  • 1aa.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhal/en reeds is verleend;

In artikel 7 wordt in het eerste lid onder a en b gewijzigd en luiden als volgt:

  • a.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens artikel 30d, vierde lid, van de wet gestelde eisen;

  • b.

    de speelautomatenhal niet vanaf een openbare weg als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet, voor publiek toegankelijk is;

In artikel 7 wordt in het eerste lid onder g toegevoegd en luidt als volgt:

 

  • g.

    de aanvraag wordt ingediend op een moment dat de burgemeester niet overeenkomstig artikel 3 heeft bekendgemaakt dat aanvragen kunnen worden ingediend;

Artikel 8 Vervallen vergunning

In artikel 8 wordt het eerste lid en onder a, b en c gewijzigd en luiden als volgt:

 

  • 1.

    Een vergunning vervalt indien:

    • a.

      de ondernemer de exploitatie van de speelautomatenhal heeft beëindigd;

    • b.

      26 weken na het onherroepelijk worden van de vergunning, geen gebruik is gemaakt van de vergunning;

    • c.

      indien niet binnen vier weken een aanvraag tot wijziging van de vergunning, als bedoeld in artikel Ba eerste lid, is ingediend.

In artikel 8 wordt een derde lid toegevoegd en luidt als volgt:

 

  • 3.

    Indien de vergunning ingevolge het eerste of tweede lid vervalt, kan de burgemeester toepassing geven aan de procedure als bedoeld in artikel 2 voor zover de burgemeester opnieuw tot het verlenen van een vergunning wil overgaan.

Artikel 8a Wijziging beheerder of bedrijfsleider

Artikel 8a wordt toegevoegd en luidt als volgt:

 

  • 1.

    Indien een in de vergunning vermelde bedrijfs/eider of beheerder niet meer als zodanig werkzaam is, dient de vergunninghouder binnen vier weken nadat deze situatie is ontstaan een aanvraag tot wijziging van de vergunning in. De vergunninghouder verstrekt daarbij de gegevens, bedoeld in artikel 4 eerste lid onder a en f.

  • 2.

    Van de vergunning kan gebruik worden gemaakt totdat de burgemeester op de wijziging van de aanvraag heeft beslist.

Artikel 9 Intrekken vergunning

In artikel 9 wordt in het eerste lid aanhef en onder c een tekstuele toevoeging gedaan en luiden als volgt:

 

  • 1.

    De vergunning wordt ingetrokken indien:

    • c.

      indien niet langer wordt voldaan aan het bij of krachtens artikel 30c van de wet bepaalde, of aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, onder a van de wet geldende eisen.

Artikel 10 Overlijden ondernemer

In artikel 10 eerste en tweede lid wordt het woord 'exploitatie' vervangen door 'speelautomatenhal' en luiden als volgt:

 

  • 1.

    Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voorzetting van de speelautomatenhal wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist, is voortzetting van de speelautomatenhal toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de tot dan geldende vergunning.

In artikel 10 wordt het vierde lid gewijzigd en luidt als volgt:

 

  • 4.

    De nieuwe vergunning zoals bedoeld in het eerste lid heeft dezelfde geldigheidsduur als de voorgaande vergunning.

Artikel 11 Bekendmaking van beschikbaarheid

Artikel 11 komt te vervallen.

 

Artikel 12 Strafbepaling

Artikel 12 wordt tekstueel gewijzigd en luidt als volgt:

 

Overtreding van enig artikel van deze verordening en van de krachtens deze verordening gegeven voorschriften wordt- voor zover niet strafbaar gesteld in artikel 31 van de wet - gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

 

Artikel 15 Overgangsrecht

In artikel 15 wordt de geldigheid van de exploitatievergunning gewijzigd en luidt als volgt:

 

Een vergunning, verleend op grond van de Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk, die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening geldig is, geldt als vergunning, bedoeld in artikel 2, tweede lid, waarvan de geldigheid afloopt na vijftien jaar, te rekenen vanaf 1 april 2020.

 

Toelichting

 

De algemene toelichting op de Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk wordt aangepast dan wel aangevuld op diverse onderdelen.

 

1. Algemeen deel

In het algemene deel van de toelichting onder 1.6, wordt tekst gewijzigd en luidt als volgt:

 

Op grond van de jurisprudentie, mag de duur van een vergunning voor een economische activiteit in beginsel niet van onbepaalde (of van een buitensporig lange) duur zijn verleend, omdat dit tot onevenredige bevoordeling van de vergunninghouder leidt. Aangenomen wordt dat een redelijke geldigheidsduur van de vergunning lang genoeg moeten zijn om de investeringen die gedaan zijn terug te verdienen en daarbij een redelijk rendement te maken. Uit jurisprudentie en wetgeving is niet op te maken welke concrete termijn gehanteerd moet worden voor de geldigheid van een gemeentelijke exploitatievergunning. De vergunning mag niet buitensporig lang zijn en moet de ondernemer in staat stellen een redelijke winst te maken.

 

De ontstaande praktijk is dat veel vergunningen voor speelautomatenhallen worden vergund voor een periode van tussen de 10 of 15 jaar. Van deze periode is algemeen aanvaard dat hij niet buitensporig lang is.

 

In de verordening tot wijziging van de 'Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk 2020' wordt de vergunningstermijn verlengd van 10 jaar naar 15 jaar. De verlenging van de geldigheidsduur heeft met diverse aspecten te maken. Bij het bepalen van de geldigheidsduur wordt de termijn die de vergunninghouder nodig heeft voor het terugverdienen van zijn investeringen in acht genomen.

Waar in het verleden een geldigheidsduur van 10 jaar afdoende leek, is de praktijk weerbarstiger gebleken.

 

In het, in opdracht van de gemeente Amsterdam, door het Bureau voor Economische Argumentatie (BEA), uitgevoerde onderzoek "Gokken met beleid" wordt op basis van diverse ontwikkelingen geconcludeerd dat een geldigheidsduur van 15 jaar passend is. Het onderzoek noemt met name ontwikkelingen zoals de invoering van het Centraal Register Uitsluiting kansspelen (CRUKS) en daarmee gepaarde hoge kosten, een (destijds aanstaand, inmiddels ingevoerd) volledig rookverbod, het legaliseren van de online- kansspelmarkt waardoor de bezoekersaantallen in speelautomatenhal/en teruglopen en sluitingen vanwege het corona-tijdperk als invloeden op het verdienvermogen van speelautomatenhal/en.

 

Een termijn moet daarentegen niet te kort zijn, dat de ondernemer (of ondernemers) afzien van het doen van de noodzakelijke en gewenste investeringen. Het afzien van dergelijk investeringen, zeker wanneer die zien op de preventie van gokverslaving, heeft nadelige consequenties. Een periode van 15 jaar is redelijke termijn waarbij investeringen in apparatuur die bijdraagt aan het voorkomen van gokverslaving, en training en opleiding van de medewerkers en bedrijfsleiders, kunnen worden 'afgeschreven' en er redelijke winst gemaakt kan worden.

 

De belastingdienst hanteert minimale afschrijvingstermijnen voor:

 

Elektronische apparatuur en inventaris (5 jaar)

 

Goodwill (10 jaar)

 

Een ondernemer kan, bij de indiening van zijn aanvraag en bij het opstellen van zijn ondernemingsplan, rekening houden met de termijn die in deze verordening gesteld wordt.

 

In het algemene deel van de toelichting onder 1.7, wordt tekst toegevoegd en luidt als volgt:

 

Ten aanzien van het aantal speelautomatenhal/en in de gemeente, wijzigt de verordening niet. Bij de bepaling van het maximum is de omvang en het inwoneraantal mede bepalend. Hiervoor is ook gekeken naar het beleid van omliggende (grotere) gemeenten. In Amsterdam geldt een maximum van 21 speelautomatenhal/en. Dit komt neer op één speelautomatenhal per ca. 39.000 inwoners. In Rotterdam is er één speelautomatenhal per ca. 51.000 inwoners. Zoetermeer kent één speelautomatenhal per ca. 42.000 inwoners, Dordrecht één per 29.000 en Den Haag één per ca. 81.000 inwoners.

Naast dat het een vorm van entertainment is, die de aantrekkelijkheid van je stad kan vergroten, staat het ook op gespannen voet met het restrictieve overheidsbeleid dat o.a. gericht is op de beheersing van de kansspelverslaving.

 

2. Artikelsgewijs

 

Artikel 2 Vergunningplicht

De toelichting bij artikel 2 wordt gewijzigd en luidt als volgt:

 

In artikel 2, eerste lid, is het verbod opgenomen om, zonder daartoe strekkende vergunning, een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

Het verbod heeft als grondslag 149 jo. 154 van de Gemeentewet. Door opname van het gebod en strafbaarstelling (in artikel 12) in deze verordening is handhaving ook mogelijk door toezichthouders die door de gemeente zijn aangewezen. De aanwijzing van de toezichthouders vindt plaats op grond van artikel 13 van de verordening.

 

Het tweede lid bevat de beperking dat de burgemeester bevoegd is om één vergunning te verlenen. Art. 30c, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet op de kansspelen opent de mogelijkheid dat de gemeentelijk wetgever het exploiteren van speelautomatenhallen in zijn geheel verbiedt dan wel in beperkte mate met vergunning van de burgemeester toestaat. Van deze mogelijkheid gebruik maken en daarbinnen één vergunning toestaan is niet in strijd met deze wet. De mogelijkheid scheppen bij verordening om vergunning te verlenen houdt ook in de mogelijkheid om ten hoogste één vergunning te verlenen. Voor de overwegingen ter bepaling van dit maximum, zie het algemeen deel van de toelichting.

 

De duur van de geldigheid van de vergunning is gewijzigd. De vergunning is vijftien jaar geldig. Voor de overwegingen ter bepaling van deze termijn, zie het algemeen deel van de toelichting.

Deze vergunning, bedoeld in dit artikel, afgegeven door de burgemeester, is de gemeentelijke exploitatievergunning. Deze is te onderscheiden van de vergunningen die door de Kansspelautoriteit worden verleend.

De locatie waar de speelautomatenhal binnen de gemeente gevestigd kan zijn is beperkt. De locatie is beperkt tot de op de kaart ingetekende gebieden.

 

Artikel 3 De aanvraag

De toelichting op artikel 3 wordt gewijzigd en luidt als volgt:

 

Artikel 3 Indieningsvereisten exploitatievergunning

Dit artikel regelt welke documenten bij een vergunningaanvraag dienen te worden overgelegd. Het betreft naast de reguliere contactgegevens, legitimatiebewijzen ook enkele documenten en aanvullende informatie die hieronder toegelicht worden.

 

Onderdeel f heeft betrekking op bewijs over de mogelijkheid om over de ruimte te beschikken. Dat kan zijn in de vorm van een bewijs van eigendom, een (voorlopige) huurovereenkomst, of anderszins.

 

Onderdeel g wordt verlangd met het oog op voorkomen van criminaliteit. De verklaring omtrent gedrag voor rechtspersonen (VOG RP) kan worden overgelegd in plaats van een individuele VOG per persoon. Voorwaarde daarbij is wel dat bij de VOG RP ook alle relevante (natuurlijke) personen worden betrokken bij de beoordeling.

 

Onderdeel h heeft betrekking op een bewijs van de kennis van de bedrijfsleider(s) en beheerder(s) op het terrein van kansspel-verslaving. Deze personen moeten de kennis hebben die is neergelegd in het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen in artikel 6 van dat besluit. Deze eisen zijn weer verder uitgewerkt in Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen. In de regeling wordt als bewijsstuk aangewezen het "GGZ Nederland certificaat verslavingsproblematiek voor speelautomatencentra". Dit is het bewijsstuk dat overgelegd moet worden.

 

Onderdeel i betreft een aanvraagformulier voor de BIBOB-toets. Deze BIBOB-toets wordt uitsluitend uitgevoerd voor de aanvrager aan wie de gemeente voornemens is de vergunning te verlenen. Om tijdverlies te voorkomen, wordt het passend geacht om de aanvraagformulieren voor de toets al bij de aanvraag te laten overleggen.

 

Het tweede lid is nieuw. Het bepaalt dat de ondernemer bij zijn inschrijving ook de plannen voor de preventie van gokverslaving moet overleggen net als de plannen voor het voorkomen van overlast, verstoring van het leefklimaat en verstoring van de openbare orde. Deze plannen worden betrokken bij het stellen van de voorschriften aan de vergunning. Daarbij worden de plannen gebruikt voor de beoordeling in het selectieproces.

 

Deze vier aanvullende documenten die integraal deel uitmaken van de aanvraag zijn nader toegelicht in nadere regels (Besluit van de burgemeester van de gemeente Rijswijk houdende nadere regels omtrent beoordeling aanvraag vergunning Speelautomatenhal'). Een verwijzing naar de nadere regels wordt voldoende geacht.

 

Artikel 4 Selectieproces

Aan de toelichting op artikel 4 wordt tekst toegevoegd en luidt als volgt:

 

De burgemeester van Rijswijk heeft nadere regels vastgesteld. Aanvragen voor de vrijgekomen vergunning worden beoordeeld op basis van de criteria en het beoordelingsmechanisme zoals opgenomen in deze nadere regels ('Besluit van de burgemeester van de gemeente Rijswijk houdende nadere regels omtrent beoordeling aanvraag vergunning Speelautomatenhal'). In de nadere regels omtrent de beoordeling van de aanvragen staat beschreven wat de aanvraagprocedure omvat, binnen welke termijn er een aanvraag ingediend kan worden, welke informatie er aangeleverd moet worden en op welke wijze. Tenslotte is aangegeven hoe de ingediende aanvragen worden beoordeeld en geselecteerd.

 

Artikel 5 Beslistermijn

In de toelichting op artikel 5 wordt de verwijzing naar artikel 11 vervangen door een verwijzing naar artikel 3 en luidt als volgt:

 

Bij de bekendmaking op grond van artikel 3 derde lid, zou uitgegaan moeten worden van deze termijn.

 

Artikel 8 Vervallen vergunning

De tekst van de toelichting op artikel 8 wordt gewijzigd en luidt als volgt:

 

Dit artikel regels het van rechtswege vervallen van een vergunning. Het eerste lid bevat de gronden waardoor van rechtswege verval intreedt.

 

Artikel 11 Bekendmaking van beschikbaarheid

De toelichting op artikel 11 komt te vervallen.

 

Artikel 13 Toezicht

Bij artikel 13 wordt een toelichting opgenomen en luidt als volgt:

 

Artikel 34 van de wet bepaalt dat met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij (rechtstreeks in de wet) of krachtens (in deze verordening) titel VA, paragraaf 2, van de wet de bij besluit van de burgemeester aangewezen ambtenaren en personen zijn belast. Van dit besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

 

Bij artikel 15 wordt de toelichting gewijzigd en luidt als volgt:

 

De overgangsrechtelijke termijn wordt gelijkgetrokken met de geldigheidsduur van 15 jaar voor een exploitatievergunning, zoals bepaald in artikel 2 van deze verordening.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding

De gewijzigde artikelen op de Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk 2020 treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking ervan.

 

Artikel 17

Deze verordening wordt aangehaald als de Gewijzigde verordening Speelautomatenhallen gemeente Rijswijk 2020.

Aldus besloten door de Raad van de gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 18 juni 2024.

De gemeenteraad,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven