Gemeenteblad van Nijmegen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2024, 287356 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2024, 287356 | gemeenschappelijke regeling |
Besluit tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid
De colleges van burgemeester en wethouders van gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Heumen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Nijmegen, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel, ieder voor zover daartoe bevoegd;
gezien het daartoe strekkende verzoek van het algemeen bestuur van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid;
gelet op het bepaalde in artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de verkregen zienswijzen van de gemeenteraad van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel;
vast te stellen de navolgende wijziging van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid.
De gemeenschappelijke regeling wordt als volgt gewijzigd.
In artikel 4 wordt het woord openbare vervangen door: ‘publieke’.
Artikel 5, derde lid onder g. wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Aan artikel 5, derde lid wordt een nieuw onderdeel h. toegevoegd:
Een nieuw artikel 11 a wordt ingevoegd:
Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijze gegeven is stelt het dagelijks bestuur de raden van de deelnemende gemeenten, en indien het een besluit van het algemeen bestuur betreft, ook het algemeen bestuur, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Een nieuw artikel 11 b wordt ingevoegd:
Inspraak verloopt via de gemeenteraden en colleges van de deelnemende gemeenten, die deze inbreng mee kunnen nemen in een zienswijze of mee kunnen geven aan hun vertegenwoordiger in het algemeen bestuur. Ingezetenen en belanghebbenden kunnen via de bestaande mogelijkheden inbreng hebben op de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.
Artikel 12, onder j. wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Artikel 14, zesde lid wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Artikel 19 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
‘Artikel 19 Het algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de raden
Artikel 23 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
De aanhef van artikel 27 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
‘Artikel 27 Beleidsplan / meerjarenstrategie ’
De aanhef van artikel 28 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
‘Artikel 28 Beleidsprogramma / begroting’
Artikel 31 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
‘Artikel 31 Begrotingsprocedure
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur biedt de raden een termijn van minimaal twaalf weken voor het schriftelijk naar voren brengen van een zienswijze. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Het dagelijks bestuur stelt de raden van de deelnemende gemeenten voorafgaande aan het vaststellen van de begroting door het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze zoals bedoeld in het vierde lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Artikel 33 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Artikel 34 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
‘Artikel 34 Zorgplicht archiefbescheiden
Het dagelijks bestuur is tevens belast met de zorg voor de archiefbescheiden die worden gevormd krachtens de gedelegeerde en gemandateerde taken. Het dagelijks bestuur stelt voor het beheer van de archiefbescheiden van GGD Gelderland-Zuid nadere regels vast, met inachtneming van het bepaalde in de archiefverordening zoals genoemd in lid 1.
Artikel 35 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Toetreding tot deze regeling is slechts mogelijk voor zover de Wet Veiligheidsregio’s en de Wet publieke gezondheid dit toelaten.’
Een nieuw artikel 35a wordt ingevoegd:
De deelnemende gemeenten hanteren als uitgangspunt dat de uittredende gemeente over een periode van vijf jaar de eigen bijdrage moet doorbetalen, waarbij deze bijdrage ieder jaar met twintig procent afneemt, zodat de uittredende gemeente in het zesde jaar niet meer hoeft te betalen, tenzij de bevindingen van de projectgroep aanleiding vormen tot bijstelling van dat uitgangspunt.
De projectgroep wordt samengesteld door het dagelijks bestuur en bestaat uit een afgevaardigde van het dagelijks bestuur, een afgevaardigde van de uittredende gemeente en één of meer onafhankelijk deskundigen, in gezamenlijkheid te benoemen. De kosten van de in te schakelen deskundigen komen voor rekening van de uittredende gemeente.
Het algemeen bestuur neemt het besluit tot vaststelling van de uittreedsom uiterlijk twaalf maanden na ontvangst van het gemeentelijke uittredingsbesluit als dat aan de orde is of twaalf maanden nadat de indeling in regio’s zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s is gewijzigd. De beslistermijn kan éénmaal worden verdaagd met zes maanden.
Artikel 36 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Het dagelijks bestuur zendt het door het algemeen bestuur vastgestelde voorstel ter besluitvorming toe aan de colleges van de deelnemende gemeenten, nadat de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze naar voren te brengen bij de colleges van burgemeester en wethouders over het ontwerp van de gewijzigde regeling.
Artikel 37 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
De titel van Hoofdstuk 17 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Een nieuw artikel 39a wordt ingevoegd:
Artikel 40 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Deze gewijzigde regeling treedt, na een daartoe strekkend besluit van twee derde van het aantal gemeenten, in werking op de dag nadat deze op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, onverminderd het bepaalde in artikel 26 lid 3 van de wet.’
Een nieuw artikel 40a wordt ingevoegd:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen maakt de regeling bekend in alle deelnemende gemeenten in het door de gemeente Nijmegen uitgegeven gemeenteblad en draagt zorg voor toevoeging aan het register zoals bedoeld in artikel 136 van de wet, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 van de wet.
Nijmegen, 24 juni 2024
Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen
A.P.W. van de Klift
gemeentesecretaris
H.M.F. Bruls
burgemeester
TOELICHTING OP HET WIJZIGINGSBESLUIT
In artikel 11a zijn de besluiten opgenomen die in navolging van de wijziging van (artikel 10 lid 5 en lid 6 van) de Wet gemeenschappelijke regelingen aan de raden worden voorgelegd voor het geven van een zienswijze. De consultatie door het dagelijks bestuur van de raden in het kader van (besluiten inzake) de meerjarenstrategie, de aanpassing van het takenpakket van de GGD en de wijziging van de gemeenschappelijke regeling is in dit artikel geformaliseerd. De zienswijzen dienen schriftelijk aan het dagelijks bestuur van de GGD te worden toegezonden. De verplichte schriftelijke en gemotiveerde reactie van het dagelijks bestuur op de ingebrachte zienswijzen is voor de volledigheid verwerkt in het derde lid maar deze verplichting voor het dagelijks bestuur is reeds opgenomen in artikel 10 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze verplichting van het dagelijks bestuur is in die zin een aanscherping van de reeds bestaande praktijk van het vragen om een zienswijze (overeenkomstig de begrotingsprocedure). Een verplichting om daarop te reageren was er voorheen niet. Om te voorkomen dat de procedure vertraging oploopt door niet-tijdig ingediende zienswijzen (om wat voor reden dan ook) hoeft het dagelijks bestuur niet-tijdig ingediende zienswijzen niet te betrekken in het schriftelijke en gemotiveerde oordeel met betrekking tot ingediende zienswijzen. Dat mag uiteraard wel maar dit artikel geeft aan dat het dagelijks bestuur daartoe niet is verplicht.
Artikel 11b is opgenomen in navolging van de wijziging van (artikel 10 lid 7 van) de Wet gemeenschappelijke regelingen en betreft de participatie van ingezetenen en belanghebbenden. Gelet op de zienswijzeprocedure (nader uitgewerkt in artikel 11a hiervoor), is gekozen voor inspraak die via de gemeenteraden en colleges verloopt. Ingezetenen en belanghebbenden hebben derhalve indirect, via de gemeenteraad, inspraak. Inbreng geschiedt via de gebruikelijke mogelijkheden.
Naar aanleiding van de regionale raadsbijeenkomst van 27 maart 2023 in het Rijk van Nijmegen en de Raadsavond van 25 september 2023 in Rivierenland is het tweede lid opgenomen om daarmee tegemoet te komen aan de voorkeursvariant van de raden. Wanneer besluitvorming zoals genoemd in het tweede lid aan de orde is, kan het algemeen bestuur ook bekijken welk participatie-instrument (bijvoorbeeld een bijeenkomst) in dat kader het meest geschikt is.
Artikel 19 wordt aangepast als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het derde lid van dit artikel geeft aan op welke wijze inlichtingen aan de raden van de deelnemende gemeenten worden verstrekt.
Artikel 31 wordt gewijzigd als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en vormt een weergave van hetgeen daarover in de Wet gemeenschappelijke regelingen is opgenomen. Artikel 31 is opgenomen in deze regeling om zodoende inzicht te verschaffen in de procedure zonder dat het raadplegen van de Wet gemeenschappelijke regelingen daarvoor noodzakelijk is. In het negende lid van artikel 31 zijn de uitzonderingen op de hoofdregel opgenomen.
Artikel 31 wordt gewijzigd als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en vormt een weergave van hetgeen daarover in de Wet gemeenschappelijke regelingen is opgenomen.
Artikel 34 (begroting en jaarrekening), artikel 34a, artikel 34b (kadernota en voorlopige jaarrekening) en artikel 35 (ontwerpbegroting en begroting) van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn van toepassing en leidend. De hoofdregel is de procedure van ontwerp toezenden aan de raden door het dagelijks bestuur, zienswijze door de raden, schriftelijke en gemotiveerde reactie van het dagelijks bestuur alvorens het besluit (door het algemeen bestuur) wordt genomen tot vaststellen van de begroting.
Artikel 31 is opgenomen in deze regeling om zodoende inzicht te verschaffen in de procedure zonder dat het raadplegen van de Wet gemeenschappelijke regelingen daarvoor noodzakelijk is.
In het negende lid van artikel 31 zijn de uitzonderingen op de hoofdregel opgenomen.
Op grond van artikel 35 lid 7 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn de artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Artikel 213a inzake periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur wordt niet aangestuurd door de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 33 van deze regeling wordt gewijzigd als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en vormt een weergave van hetgeen daarover in de Wet gemeenschappelijke regelingen is opgenomen.
Artikel 34 lid 3 en lid 4 en artikel 34b van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn van toepassing en leidend.
De tekst van dit lid is gebaseerd op het bepaalde in artikel 40 van de Archiefwet 1995. Een door het algemeen bestuur vastgestelde archiefverordening vormt de basis waarop de aan het dagelijks bestuur toebedeelde zorg zoals aangegeven in artikel 41 lid 1 onder a van de Archiefwet 1995 nader wordt vormgegeven. Op 12 december 2013 heeft het algemeen bestuur de Archiefverordening GGD Gelderland-Zuid 2013 vastgesteld. Deze verordening is bij brief van 13 december 2013 aan Gedeputeerde Staten van Gelderland toegezonden.
De bedoelde regels zijn opgenomen in het Besluit Informatiebeheer GGD Gelderland-Zuid 2013.
De aanwijzing van de archiefbewaarplaats is opgenomen in het Besluit Informatiebeheer GGD Gelderland-Zuid 2013 evenals de aanwijzing van de Directeur Publieke Gezondheid (DPG) als beheerder.
De verslaglegging door de archivaris aan het dagelijks bestuur is de basis voor de verantwoording van het dagelijks bestuur jegens het algemeen bestuur.
Artikel 35 wordt gewijzigd als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen, met dien verstande dat artikel 35 voorheen de toetreding én uittreding betrof. Artikel 35 beperkt zich nu tot de toetreding. De uittreding wordt geregeld in artikel 35a van deze regeling. Artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is van toepassing op (besluiten tot) toetreding tot deze regeling, met verwijzing naar het vijfde lid van het genoemde artikel 1. Zie ook de toelichting bij artikel 36.
Artikel 35a wordt aan deze regeling toegevoegd als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen. In dit artikel zijn de bepalingen over uittreding opgenomen om zodoende de deelnemers aan deze regeling op voorhand in kennis te stellen van de wijze waarop de uittreding is geregeld. Artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is van toepassing op (besluiten tot) uittreding uit deze regeling, met verwijzing naar het vijfde lid van het genoemde artikel 1. Zie ook de toelichting bij artikel 37.
Artikel 36 wordt gewijzigd met dien verstande dat artikel 36 voorheen wijziging én opheffing betrof. Het nieuwe artikel 36 beperkt zich tot wijziging van deze regeling. De wijziging is ingegeven door de wijziging van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. In het betreffende artikel is de procedureregeling opgenomen ingeval van wijziging van de regeling, bestaande uit een ontwerpregeling, mogelijkheid van zienswijze en lokale besluitvorming. Wijzigen van de regeling bestaat (net als bij toetreding en uittreding) uit twee stappen. Allereerst het voorleggen van een ontwerp van de gewijzigde regeling aan de raden waarover zijn hun zienswijze kenbaar mogen maken bij hun college van burgemeester en wethouders. Daarna het voorleggen van de gewijzigde regeling aan de colleges van burgemeester en wethouders ter besluitvorming die dat pas doen na toestemming van de raden. De mogelijkheid van het naar voren brengen van de zienswijze door de raden bij de colleges van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen moet worden onderscheiden van de zienswijze-procedure zoals opgenomen in artikel 10 lid 5 en lid 6 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 11a van de regeling, gezien het formele vereiste van een schriftelijke en gemotiveerde reactie op de zienswijze.
Opheffing van de regeling wordt gekoppeld aan de wettelijke mogelijkheden daartoe. Opheffing wordt (vooralsnog) niet bestreken door artikel 1 lid 5 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 39a wordt toegevoegd aan deze regeling in het hoofdstuk Slotbepalingen als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
De toelichting bij artikel 40 wordt gewijzigd en luidt na wijziging:
Artikel 40 vormt deels een weergave van hetgeen in artikel 1 lid 4 en lid 5 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is bepaald. Artikel 1 lid 4 en lid 5 biedt derhalve het wettelijke kader. Onder het treffen van een regeling wordt mede verstaan het wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een regeling.
Een gemeente heeft ingestemd met de wijzigingen, indien daartoe door het college van burgemeester en wethouders is besloten. De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters gaan niet over tot het wijzigen van een regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
Bekendmaking en inwerkingtreding van een gemeenschappelijke regeling is geregeld in artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De nadere invulling daarvan is terug te vinden in artikel 40a (Bekendmaking) van deze regeling.
Artikel 40a wordt toegevoegd aan deze regeling in het hoofdstuk Slotbepalingen. Bekendmaking van besluiten was voorheen opgenomen in artikel 36 lid 3 van de GR GGD Gelderland-Zuid. Artikel 40a is in overeenstemming met artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-287356.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.