Beleidsregel ontheffingverlening zero-emissiezone bedrijfs- en vrachtauto’s Den Haag Centrum 2024

Toelichting

 

Het college heeft besloten dat per 1 januari 2025 het centrum van Den Haag een zero-emissiezone wordt. Dat betekent dat bedrijfs- en vrachtauto’s die niet emissieloos zijn, niet meer in het centrum mogen komen. In een aantal gevallen en/of omstandigheden moet hier een uitzondering op gemaakt kunnen worden. Dit wordt geregeld in deze beleidsregel.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

 

gelet op:

 

  • - artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; 

    - artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994; en  

    - de artikelen 86c, 86d, 86e en 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;  

 

besluit vast te stellen de Beleidsregel ontheffingverlening zero-emissiezone bedrijfs- en vrachtauto’s Den Haag Centrum 2024:

 

 

Artikel 1 Definities:   

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

bijzonder voertuig

vrachtauto met carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31, of de aanduiding voor speciale doeleinden SB of SF, een kermisvrachtauto, een circusvrachtauto, een vrachtauto ingezet voor exceptioneel transport, een verhuisauto, een vrachtauto met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer, of een opleggertrekker met 4 of meer-assen;

Centraal Loket

extern gemandateerde die namens het college de in het daartoe verleende mandaat aangeduide ontheffingsaanvragen van de bij verkeersbesluit ingestelde zero-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto’s in behandeling neemt en besluit op deze aanvragen;

college

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

datum van eerste toelating (DET)

datum waarop het voertuig voor het eerst in gebruik is genomen, zoals voor in Nederland geregistreerde voertuigen is vastgelegd in het kentekenregister van de RDW;

datum tenaamstelling

datum waarop het voertuig op naam is gesteld zoals voor in Nederland geregistreerde voertuigen is vastgelegd in het kentekenregister van de RDW;

eigenaar

natuurlijke persoon of rechtspersoon op wiens naam het kenteken bij de RDW geregistreerd staat;

lease

zowel operationele als financiële lease waaraan een rechtsgeldige leaseovereenkomst ten grondslag ligt;

plug-in hybride vrachtauto

vrachtauto die in het kentekenregister van de RDW gekenmerkt is met OCV-HEV of OVC-FCHV;

RDW

Dienst Wegverkeer;

toegang

recht op verblijf in de zone op de datum of periode waarvoor vrijstelling of ontheffing verleend is;

verhuisauto

vrachtauto als bedoeld in artikel 86c van het RVV 1990 en die als zodanig bij het Centraal Loket is geregistreerd.

zero-emissiezone (ook wel nul-emissiezone genoemd)

ruimtelijk begrensd gebied dat is gelegen in een gemeente waar, om reden van leefbaarheid, luchtkwaliteit en klimaat, een selectief toelatingsbeleid voor bedrijfsauto’s en vrachtauto’s wordt gehanteerd in relatie tot de door die voertuigen veroorzaakte milieuhinder, luchtverontreiniging en CO2-uitstoot, dat is ingesteld bij verkeersbesluit met de zonaal uitgevoerde verkeersborden C22e, met onderborden als bedoeld in artikel 86e van het RVV 1990.

 

Artikel 2 – Toepassingsbereik

Deze beleidsregel is uitsluitend van toepassing op ontheffingen in het kader van de bij verkeersbesluit van 25 juni 2024, met ingang van 1 januari 2025 ingestelde geslotenverklaring (zero-emissiezone) voor bedrijfs- en vrachtauto’s.

 

§ 1 LANGDURIGE ONTHEFFINGEN  

 

Artikel 3 - Ontheffing in verband met de levertijd van een vervangend emissieloos voertuig  

  • 1.

    Het college kan op aanvraag voor een bedrijfs- of een vrachtauto een ontheffing op kenteken verlenen, indien dit voertuig aantoonbaar vervangen wordt door een emissieloos voertuig dat nog niet geleverd is en in het geval van een leasevoertuig de leaseperiode langer is dan een jaar gerekend vanaf het moment van levering van het leasevoertuig. 

  • 2.

    Bij de aanvraag in verband met de vervanging van een voertuig door een aangekocht emissieloos voertuig wordt ten minste een aankoopbewijs in de vorm van een opdrachtbevestiging, met de verwachte levertijd van het voertuig inclusief eventuele opbouw overlegd. 

  • 3.

    Bij de aanvraag in verband met de vervanging van een voertuig door een emissieloos leasevoertuig, wordt ten minste een leasecontract met de verwachte levertijd van het te leasen voertuig overlegd.  

  • 4.

    Bij de aanvraag in verband met de vervanging door een emissieloos voertuig van een voertuig waarvoor een aanbestedingsprocedure gaande is, wordt ten minste een bewijs van start van de aanbesteding overgelegd. 

  • 5.

    Een ontheffing gebaseerd op het eerste lid wordt verleend voor de duur van de levertijd zoals aangegeven op het aankoopbewijs of in de gunning vermelde levertijd van het voertuig inclusief de opbouw, plus dertig dagen.  

  • 6.

    Het te vervangen voertuig komt niet opnieuw in aanmerking voor een ontheffing op grond van dit artikel.  

 

Artikel 4 – Ontheffingen voor bijzondere voertuigen met een DET tot 13 jaar oud 

  • 1.

    Het college kan op aanvraag een ontheffing op kenteken verlenen voor de volgende categorieën bijzondere voertuigen met een datum eerste toelating (DET) tot en met 12 jaar oud die geen toegang hebben tot de zero-emissiezone: 

    a. kermis- en circusvrachtauto’s; 

    b. vrachtauto’s voor exceptioneel transport; 

    c. verhuisauto’s; 

    d. vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer. 

  • 2.

    De ontheffing voor een kermis- of circusvrachtauto wordt verleend als blijkt uit belastinggegevens dat het voertuig gedeeltelijke vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting heeft gekregen.

  • 3.

    De ontheffing voor een vrachtauto voor exceptioneel transport wordt verleend na melding van het kenteken van het (trekkende) voertuig en onder vermelding van RDW-klantnummer.

  • 4.

    De ontheffing voor een verhuisauto wordt verleend als de verhuisonderneming die het kenteken aanmeldt, staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in de categorie ‘Verhuisvervoer’, het aangemelde voertuig een verhuisauto is, en de verhuisonderneming de kentekenhouder is. Om vast te stellen of verhuizen een structurele bedrijfsactiviteit is, kan aanvrager gevraagd worden om een of meer van de volgende stukken te overleggen: 

    a. een kopie van het lidmaatschapsbewijs van de Organisatie voor Erkende Verhuizers, dan wel; 

    b. verhuisovereenkomsten, waaruit blijkt dat er het hele jaar door wordt verhuisd;   

    c. een verzekeringspolis, waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de wettelijke eisen en verhuizingen als activiteit zijn gedekt door een aansprakelijkheidsverzekering;  

    d. opleidingscertificaten, waaruit blijkt dat het personeel dat in dienst is, een verhuisopleiding heeft genoten;  

    e. Algemene Voorwaarden, welke zien op het uitvoeren van verhuizingen. 

  • 5.

    De ontheffing voor een vrachtauto met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer wordt verleend op grond van een keuringsbewijs van de RDW voor dit voertuig. Als de kraan meerdere keren uitschuifbaar is, is het hefvermogen: 

    a. minimaal 33 tonmeter als de mast 2 keer uitschuifbaar is; 

    b. minimaal 32 tonmeter als de mast 3 keer uitschuifbaar is; 

    c. minimaal 31 tonmeter als de mast 4 keer uitschuifbaar is; 

    d. minimaal 30 tonmeter als de mast 5 keer uitschuifbaar is; 

    e. minimaal 29 tonmeter als de mast 6 keer uitschuifbaar is; 

    f. minimaal 29 tonmeter als de mast 7 keer uitschuifbaar is; 

    g. minimaal 28 tonmeter als de mast 8 keer uitschuifbaar is. 

  • 6.

    Het college weigert een aanvraag voor een ontheffing voor een bijzonder voertuig met een datum van eerste toelating van 13 jaar of ouder als bedoeld in dit artikel. 

  • 7.

    De ontheffing wordt tot uiterlijk 31 december 2029 verleend en vervalt vanaf 13 jaar na DET van het voertuig. 

 

Artikel 5 – Ontheffing voor plug-in hybride vrachtauto 

  • 1.

    Het college kan op aanvraag een ontheffing op kenteken verlenen voor een plug-in hybride vrachtauto, indien deze aantoonbaar emissieloos rijdt in de zero-emissiezone. 

  • 2.

    De aanvrager verklaart schriftelijk bij de aanvraag: 

    a. elektrisch te rijden in de zero-emissiezone; en  

    b. voertuigdata bij te houden met daarbij de gereden routes. 

  • 3.

    Aan de ontheffing wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat de ontheffinghouder, op verzoek van het college, binnen zes weken voertuigdata verstrekt waaruit blijkt dat emissieloos wordt gereden in de zero-emissiezone.  

  • 4.

    Als tijdens een steekproefcontrole wordt geconstateerd dat het voertuig niet emissieloos binnen de zero-emissiezone heeft gereden, kan de ontheffing worden ingetrokken.

  • 5.

    Het voertuig waarvan de ontheffing is ingetrokken, komt voor de gemeente Den Haag niet meer in aanmerking voor een ontheffing op grond van dit artikel. 

  • 6.

    Voor Plug-in hybride vrachtauto’s kan uiterlijk tot en met 31 december 2029 een ontheffing worden verleend. 

 

Artikel 6 – Ontheffing voor voertuigen die niet emissieloos verkrijgbaar zijn 

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing op kenteken verlenen voor voertuigen waarvoor aantoonbaar nog geen vergelijkbaar emissieloos alternatief voertuig verkrijgbaar is. 

  • 2.

    Bij de aanvraag wordt een of meer van de volgende documenten overgelegd met betrekking tot het voertuig waarvoor ontheffing wordt aangevraagd: 

    a. offertes van twee leveranciers die verklaren dat het beoogde voertuig en/of de gewenste voertuig(-configuratie) met de vereiste specificaties niet emissieloos verkrijgbaar is; 

    b. één kenteken van de aanhanger behorend bij het huidige voertuig;   

    c. een bewijsstuk waaruit het benodigde elektrische vermogen blijkt van de opbouw van het voertuig; of  

    d. een bewijsstuk waaruit blijkt dat het voertuig voor de bedrijfsvoering wordt gebruikt voor ondeelbare lading en de massa hiervan; of

    e. een bewijsstuk waaruit blijkt dat het voertuig wordt ingezet voor verplaatsing van zeer zware lading die in grote volumes over onverharde ondergrond moet worden verplaatst; of  

    f. een bewijsstuk waaruit blijkt dat het voertuig wordt ingezet voor uitzonderlijke logistieke toepassingen waarvoor overslag van grote naar kleine voertuigen niet mogelijk is; of

    g. een bewijsstuk waaruit blijkt dat een specialistisch voertuig dat zowel op de weg als op het spoor moet kunnen rijden, vanwege overschrijding van gewicht niet door de RDW goedgekeurd kan worden.  

  • 3.

    Op basis van de beoordeling van de onder het tweede lid ingediende documenten en de mogelijkheden of alternatieven die er zijn voor het voertuig in het kader van bijvoorbeeld innovatie, stand van de techniek, vergelijkbaarheid of proportionaliteit op het moment van de aanvraag, wordt ontheffing verleend: 

    a. wanneer de toegestane maximum massa van de aanhanger bedoeld in het tweede lid, onder b, groter is dan de jaarlijks vast te stellen richtwaarde; 

    b. wanneer het benodigde elektrische vermogen bedoeld in het tweede lid, onder c,  groter is dan de jaarlijks vast te stellen richtwaarde; 

    c. wanneer naar het oordeel van het college er geen emissieloos alternatief is waarmee de aanvrager redelijkerwijs zijn werkzaamheden kan uitvoeren; 

    d. wanneer naar het oordeel van het college dat een voertuig voor toepassingen als bedoeld in het tweede lid, onder d, e of f, niet emissieloos verkrijgbaar is; 

    e. wanneer het in het tweede lid, onder g, bedoelde bewijsstuk wordt overlegd. 

  • 4.

    De duur van een ontheffing als bedoeld in dit artikel is voor een bestaand voertuig telkens maximaal een jaar.  

  • 5.

    Per aanhanger wordt voor één voertuig op kenteken ontheffing verleend op grond van dit artikel.

  • 6.

    Voor bestaande voertuigen kan tot en met 31 december 2029 een ontheffing worden verleend.  

  • 7.

    Ook voor een nieuw aan te schaffen voertuig dat niet emissieloos is en een bestaand voertuig vervangt kan ontheffing verleend worden tot en met 31 december 2029.  

  • 8.

    In het geval dat ontheffing wordt aangevraagd voor een voertuig zoals bedoeld in lid 7 en het voertuig is nog niet op kenteken gezet, dan kan de ontheffing op een andere manier, bijvoorbeeld per post, worden aangevraagd dan via het digitale portal van de gemeentelijke website of van het Centraal Loket.

 

Artikel 7 – Ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing op kenteken verlenen voor een bedrijfs- of vrachtauto met emissieklasse 5 of hoger in particuliere bezit, wanneer dit voertuig aantoonbaar uitsluitend particulier wordt gebruikt.

  • 2.

    De aanvrager overlegt bij de aanvraag de volgende documenten:

    a. een kwartaalrekening inzake betaalde motorrijtuigenbelasting of een uitdraai van bankafschriften waaruit de betaling van het afgelopen half jaar blijkt; en

    b. autoverzekeringspapieren; en

    c. recente foto’s van de betreffende bedrijfs- of vrachtauto waarop het voertuig zowel van binnen als buiten zichtbaar is inclusief het kenteken; en

    d. een schriftelijke verklaring waarin melder verklaart de bedrijfs- of vrachtauto alleen voor eigen privé gebruik in te zetten en te blijven inzetten.

  • 3.

    De ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto’s kan tot en met 31 december 2027 worden verleend.

 

Artikel 8 - Ontheffing voor bedrijfs- en vrachtauto´s die vanwege een handicap zijn aangepast

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing op kenteken verlenen voor een bedrijfs- of vrachtauto die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone, indien deze bedrijfs- of vrachtauto aantoonbaar in verband met een handicap van de voertuigeigenaar, de bestuurder van het voertuig, van een gezinslid van de eigenaar danwel de bestuurder of van een persoon aan wie de eigenaar of bestuurder mantelzorg verleent, is aangepast voor een bedrag van ten minste € 500.

  • 2.

    De aanvrager overlegt bij de aanvraag ten minste:

    a. een betaalbewijs van een onderneming die aantoonbaar gespecialiseerd is in voertuigaanpassingen voor gehandicapten en waaruit de aanpassing blijkt; of

    b. een foto van het voertuig waarop de aanpassing in of aan het voertuig zichtbaar is en een foto waarop het voertuig en het kenteken zichtbaar zijn; en

    c. een kopie van de gehandicaptenparkeerkaart van de voertuigeigenaar, bestuurder van het voertuig, van een gezinslid van de eigenaar danwel de bestuurder of van een persoon aan wie de eigenaar mantelzorg verleent.

  • 3.

    De ontheffing voor bedrijfs- en vrachtauto’s die vanwege een handicap zijn aangepast kan tot en met 31 december 2029 worden verleend.

 

§ 2 - DAGONTHEFFINGEN

 

Artikel 9 – Dagontheffing voor bedrijfsauto´s

  • 1.

    Vanaf 1 januari 2025 kan het college op aanvraag een dagontheffing op kenteken verlenen voor een bedrijfsauto met emissieklasse vier die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone.

  • 2.

    Vanaf 1 januari 2027 kan het college op aanvraag een dagontheffing op kenteken verlenen voor een bedrijfsauto met emissieklasse vijf die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone.

  • 3.

    Vanaf 1 januari 2028 kan het college op aanvraag een dagontheffing op kenteken verlenen voor een bedrijfsauto met emissieklasse zes die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone.

  • 4.

    Een dagontheffing wordt per kenteken en per zone maximaal twaalf keer per kalenderjaar verleend.

  • 5.

    De dagontheffing is geldig voor een periode van dertig uur, die begint om 00.00 uur op de in de aanvraag aangegeven kalenderdag en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag.

  • 6.

    De dagontheffing kan tot en met dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als het voertuig eerder die kalenderdag in de zero-emissiezone is geweest.

  • 7.

    Bij verkoop van het voertuig, vervreemding of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder blijft het aantal reeds verleende dagontheffingen in het betreffende kalenderjaar en voor de betreffende zone(s) staan.

 

Artikel 10 - Dagontheffing voor vrachtauto’s

  • 1.

    Het college kan op aanvraag een dagontheffing op kenteken verlenen voor een vrachtauto met emissieklasse vijf of hoger die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone.

  • 2.

    Een dagontheffing wordt per kenteken en per zone maximaal twaalf keer per kalenderjaar verleend.

  • 3.

    De dagontheffing is geldig voor een periode van dertig uur, die begint om 00.00 uur op de in de aanvraag aangegeven kalenderdag en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag.

  • 4.

    De dagontheffing kan tot en met dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als het voertuig eerder die kalenderdag in de zero-emissiezone is geweest.

  • 5.

    Bij verkoop van het voertuig, vervreemding of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder blijft het aantal reeds verleende dagontheffingen in het betreffende kalenderjaar en voor de betreffende zone(s) staan.

 

Artikel 11 - Dagontheffing voor kampeerwagens

  • 1.

    Het college kan op aanvraag een dagontheffing op kenteken verlenen voor een bedrijfsauto of vrachtauto die als kampeerwagen geregistreerd staat in een zero-emissiezone die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone.

  • 2.

    Een dagontheffing wordt per kenteken en per zone maximaal twaalf keer per kalenderjaar verleend.

  • 3.

    De dagontheffing is geldig voor een periode van dertig uur, die begint om 00.00 uur op de in de aanvraag aangegeven kalenderdag en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag.

  • 4.

    De dagontheffing kan tot en met dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als het voertuig eerder die kalenderdag in de zero-emissiezone is geweest.

  • 5.

    De dagontheffing is geldig in de zero-emissiezone waar de betreffende kampeerwagen geregistreerd staat.  

 

§ 3 - GEMEENTESPECIFIEKE ONTHEFFINGEN

 

Artikel 12 – Ontheffing voor bedrijfs- of vrachtauto’s in verband met bedrijfseconomische omstandigheden

  • 1.

    Het college verleent op aanvraag ontheffing op kenteken voor een bedrijfs- of vrachtauto, indien wordt aangetoond dat de bedrijfseconomische omstandigheden van het bedrijf in verband met aanschafkosten van een emissieloos voertuig dit noodzakelijk maakt.

  • 2.

    Het college verleent de ontheffing indien de aanvrager aantoont dat:

    a. voor de onderneming geen alternatieve vervoeroplossing voorhanden is om de zero-emissiezone te betreden, rekening houdend met de verhouding tussen laadcapaciteit van diens voertuig en de werkelijke vracht;

    b. met het voertuig vaker dan het maximaal aantal te verkrijgen dagontheffingen in de zero-emissiezone wordt gereden;

    c. sprake is van afhankelijkheid van de zero-emissiezone voor zijn omzet; en

    d. mits dat in verband met de aanschafkosten van een emissieloos voertuig een bedrijf in zodanige bedrijfseconomische omstandigheden dreigt te komen, dat een ontheffing noodzakelijk is.

  • 3.

    Bij de aanvraag worden de volgende documenten overlegd:

    a. jaarrekeningen van de afgelopen drie jaar;

    b. BTW-aangiften van het huidige jaar;

    c. overzicht van het voertuigenpark van de onderneming van de aanvrager;

    d. rittenstaten en facturen waaruit de behaalde omzet in de zero-emissiezone met het betreffende voertuig blijkt;

    e. contracten waaruit blijkt dat de onderneming werkzaamheden in de zero-emissiezone verricht;

    f. kenteken van het betreffende voertuig;

    g. voor zover aanwezig, een offerte van de leverancier van een voor de zero-emissiezone geschikt(e) voertuig(en) inclusief de eventueel noodzakelijke aanpassingen; en

    h. indien aanwezig, een standplaatsvergunning of marktvergunning.

  • 3.

    Een ontheffing op basis van dit artikel kan per voertuig met bijbehorend kenteken worden verleend voor telkens maximaal één jaar.

 

Artikel 13 – Afwijkingsbevoegdheid

  • 1.

    Het college kan overeenkomstig artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht op aanvraag op kenteken ten gunste van een aanvrager een ontheffing verlenen wegens bijzondere omstandigheden die bij het opstellen van dit beleid niet zijn voorzien of als toepassing ervan gevolgen heeft voor de aanvrager die onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen.

  • 2.

    De aanvrager dient in ieder geval een document met toelichting op de aanvraag aan te leveren.

  • 3.

    Bij de afweging tot het verlenen van een ontheffing op grond van dit artikel neemt het college in ieder geval mee:

    a. de noodzaak om in de zero-emissiezone te rijden met het betreffende voertuig en de voorhanden zijnde alternatieven;

    b. de te verwachten frequentie van het aantal ritten in de zero-emissiezone.

 

§ 4 – OVERIGE BEPALINGEN

 

Artikel 14 – Algemene overige bepalingen

  • 1.

    De aanvraag van een ontheffing wordt in beginsel digitaal op het daartoe bestemde aanvraagformulier via het daartoe bestemde digitale portaal van de gemeentelijke website of van het Centraal Loket ingediend.

  • 2.

    Aan een ontheffing kunnen door het college voorschriften of beperkingen worden verbonden in het belang van de handhaving, de verkeersveiligheid of het milieu.

  • 3.

    De aanvrager van een ontheffing kan om aanvullende bewijsstukken gevraagd worden, indien dit voor de beoordeling noodzakelijk is.

  • 4.

    Aan een ontheffing wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat de bestuurder van een voertuig die zich bevindt in de zero-emissiezone de ontheffing, of een kopie daarvan, op verzoek van de handhaver toont. Aan een kopie van de ontheffing wordt gelijkgesteld een afbeelding daarvan op een smartphone, laptop, tablet of ander mobiel device, apparaat of toestel.

 

Artikel 15 – Weigerings- en intrekkingsgronden langdurige ontheffing

  • 1.

    Het college:

    a. kan een aanvraag afwijzen wanneer een ontheffing als bedoeld in de artikelen 3, 5, 6, 7, 12 en 13 wordt aangevraagd voor een bedrijfs- of vrachtauto die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone door een ondernemer of eigenaar die zich na 31 december 2024 in het gebied van de zero-emissiezone vestigt;

    b. wijst een aanvraag af wanneer een ontheffing als bedoeld in de artikelen 3, 5, 6, 7, 12 en 13 wordt aangevraagd voor een bedrijfsauto of vrachtauto die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone met een datum tenaamstelling na 31 december 2024, met uitzondering van het bepaalde in artikel 6, zevende lid, of;

    c. kan een aanvraag afwijzen wanneer een ontheffing als bedoeld in de artikelen 3, 5, 6, 7, 12 en 13 wordt aangevraagd door een ondernemer of eigenaar die werk heeft aangenomen in de zero-emissiezone na 31 december 2024 met een bedrijfsauto of vrachtauto die niet voldoet aan de eisen van de zero-emissiezone.

  • 2.

    Het college trekt een verleende ontheffing in:

    a. indien ter verkrijging daarvan aantoonbaar onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    b. indien gewijzigd beleid dit noodzakelijk maakt;

    c. veranderde wet- en regelgeving dit noodzakelijk maakt;

    d. op verzoek van de ontheffinghouder;

    e. als geconstateerd wordt dat niet meer wordt voldaan aan de voorschriften, voorwaarden danwel beperkingen die aan de ontheffing zijn verbonden en waaronder de ontheffing is verleend;

    f. als de tenaamstelling van een voertuig waarvoor op grond van paragraaf 1 en 3 ontheffing is verleend, is gewijzigd.

  • 3.

    Bij verkoop van het voertuig, vervreemding of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder vervalt de op het kenteken verkregen ontheffing.

 

Artikel 16 – Overgangsrecht

Een ontheffing die is verleend krachtens de beleidsregel ontheffingverlening milieuzone diesel personen- en bedrijfsauto’s Den Haag 2021 en de Beleidsregel ontheffingverlening milieuzone diesel vrachtauto’s en autobussen Den Haag 2021 en die nog niet eerder is vervallen of ingetrokken, geldt als een ontheffing verleend krachtens deze beleidsregel, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze beleidsregel.Deze ontheffing geldt uitsluitend in de zero-emissiezone van Den Haag en niet in de zero-emissiezone van overige steden.

 

Artikel 17 – Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 juli 2024.

 

Artikel 18 – Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel ontheffingverlening zero-emissiezone bedrijfs- en vrachtauto’s Den Haag Centrum 2024

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 juni 2024

 

Den Haag, 25 juni 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de locoburgemeester,

Robert van Asten

 

 

Toelichting

 

Algemeen deel

Bedrijven, overheden en kennisinstellingen hebben in 2014 een convenant gesloten om de stedelijke logistiek efficiënter en duurzamer te maken: de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek (ZES). Vanuit deze Green Deal ZES zijn in de afgelopen jaren diverse regionale pilots uitgevoerd met innovatieve logistieke concepten om stadskernen efficiënter en duurzamer te bevoorraden. Daarbij ging het bijvoorbeeld om overslag aan de randen van de stad (‘hubs’), de inzet van Light Electric Vehicles (LEV), vervoer over water en nieuwe samenwerkingsvormen binnen de logistieke keten. Circa 200 bedrijven, overheden en organisaties hebben inmiddels de Green Deal ZES ondertekend.

 

Met het Klimaatakkoord van 28 juni 2019 hebben de doelstellingen van de Green Deal ZES een nieuwe impuls gekregen. Het Klimaatakkoord zet in op een versnelling naar een volledig emissievrije stadslogistiek: de zogenoemde zero-emissie of nul-emissie stadslogistiek. Dit gebeurt met het instellen van zero-emissiezones voor bedrijfs- en vrachtauto’s in dertig tot veertig grotere gemeenten vanaf 2025. Deze afspraken zijn een belangrijke aanjager voor emissieloos transport in Nederland in 2050.

 

In de Uitvoeringsagenda stadslogistiek van 9 februari 2021 hebben gemeenten, de rijksoverheid en andere stakeholders zich gezamenlijk eraan gecommitteerd om de invoering van zero-emissiezones voor stadslogistiek in 2025 te bevorderen. Deze samenwerking richt zich – onder meer – op de totstandkoming en implementatie van eenduidige regels voor de invoering van zero-emissiezones en het inventariseren en het onderzoeken van knelpunten en oplossingsrichtingen bij de invoering van zero-emissiezones.

 

Een van de afspraken uit de uitvoeringsagenda stadslogistiek is dat gemeenten en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat samenwerken aan een zo uniform mogelijk ontheffingen- en vrijstellingensysteem, bij voorkeur met een gezamenlijk of landelijk loket. Het centraal loket en uniform ontheffingenbeleid voorziet in de behoefte bij bedrijfsleven en gemeenten om eenduidig, transparant en klantvriendelijk ontheffingen aan te vragen. Een ondernemer hoeft zodoende voor het grootste deel van de ontheffingen, met uitzondering van ontheffingen die door deelnemende gemeenten niet aan het Centraal Loket zijn gemandateerd, maar bij één loket een aanvraag in te dienen. De aanvrager krijgt dan een besluit dat voor meerdere zones geldt en waarvoor in het geval van langdurige ontheffingen slechts één keer leges hoeft te worden betaald. Voor de ontheffingen die niet zijn gemandateerd aan het Centraal Loket betekent dit dat de ontheffing moet worden aangevraagd bij de betreffende gemeente en deze geldt dan ook alleen voor de zone in die gemeente en dan zijn alleen daar leges verschuldigd.

 

In het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV’90) zijn de vrijstellingen vastgelegd. Het Centraal Loket wordt bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten gemandateerd voor het in behandeling nemen van en het besluiten over ontheffingen die genoemd zijn in paragraaf 1 (langdurige ontheffingen) en paragraaf 2 (dagontheffingen). Deelnemende gemeenten met zero-emissiezones hebben het gemeenschappelijk deel van dit beleid (paragrafen 1, 2 en 4) gezamenlijk vormgegeven. Het in behandeling nemen van en het besluiten over de ontheffingen in paragraaf 3 wordt niet gemandateerd aan het Centraal Loket.

 

Het ontheffingenbeleid is voor een groot deel gebaseerd op het ontheffingenbeleid voor de milieuzones vracht- en bedrijfsauto’s van diverse gemeenten zoals dat de afgelopen jaren is uitgevoerd. Het ontheffingenbeleid bestaat uit een deel dat alle gemeenten met zero-emissiezones hanteren: de in dat deel opgenomen ontheffingen zijn gelijk getrokken. Daarnaast bestaat het ontheffingenbeleid in paragraaf 3 uit gemeente specifieke ontheffingen.

 

Daarbij is de ontheffingstekst voor alle gemeenten gelijk voor de artikelen 12 en 13, maar wordt lokaal beoordeeld op basis van specifieke, lokale omstandigheden en afwegingen.

 

Voor het in behandeling nemen van aanvragen van ontheffingen zijn leges verschuldigd.

 

Dit ontheffingenbeleid geldt zowel voor Nederlandse als buitenlandse kentekens. Ook voor buitenlandse kentekens kunnen ontheffingen worden aangevraagd.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Paragraaf 1

 

Artikel 1 - Definities

In dit artikel zijn de definities opgenomen. Bedrijfsauto, emissieklasse, emissieloos voertuig, vrachtauto voor exceptioneel transport, kermis- en circusvrachtauto en vrachtauto zijn gedefinieerd in het RVV ’90. Kampeerwagen is gedefinieerd in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen.

 

Artikel 2 - Toepassingsbereik

Dit artikel is opgenomen vanwege de inwerkingtredingsdatum van de nieuwe beleidsregels en de intrekkingsdatum van beleidsregels voor milieuzones in sommige gemeenten. Gelet op deze data (1 juli 2024 en 1 januari 2025), gelden zowel de nieuwe beleidsregels voor de zero-emissiezone als de beleidsregels voor de milieuzone in de periode van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2024. Omdat duidelijk moet zijn welke regels in welk geval gelden, is het artikel over het toepassingsbereik opgenomen.

 

Artikel 3 - Ontheffing in verband met de levertijd van een vervangend emissieloos voertuig

In afwachting van de levering van een vervangend emissieloos voertuig verleent het college ontheffing onder de voorwaarden zoals genoemd in dit artikel. In veel gevallen dient na levering van het chassis nog een motor of een op maat gemaakte opbouw gerealiseerd te worden. Ook deze tijd wordt tot de levertijd gerekend. Aanbestedende partijen hebben vaak meer tijd nodig dan een individuele ondernemer (zie vierde lid). Als een voertuig ontheffing heeft gekregen vanwege de bedrijfsling van een emissieloos voertuig, komt hetzelfde (fossiel aangedreven) voertuig niet nogmaals in aanmerking voor een langdurige ontheffing voor het voertuig met het opgegeven kenteken. Er kan immers vanuit gegaan worden dat het uitstootvrije voertuig is geleverd (lid 6) en het vervuilende voertuig vervangt in de zone.

 

Artikel 4 – Ontheffingen voor bijzondere voertuigen met een DET tot 13 jaar oud

Op grond van het RVV is een aantal categorieën bijzondere voertuigen vrijgesteld van de zero-emissiezone, waarvoor voorheen nog een ontheffing diende te worden aangevraagd,. Het gaat om vrachtauto’s met de in het kentekenregister vastgelegde carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31 of de aanduiding speciale doeleinden SB en SF, die jonger zijn dan 13 jaar.

 

Naast deze bijzondere voertuigen zijn er nog andere voertuigen jonger dan 13 jaar waarop de zero-emissiezone eveneens niet van toepassing is: kermis- en circusvrachtauto’s; vrachtauto’s voor exceptioneel transport, verhuisauto’s en vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer. Omdat deze voertuigen niet op voorhand herkenbaar zijn aan een bijzondere aantekening in het kentekenregister en aanvullende informatie betreffende het voertuig en het gebruik ervan nodig is, is een wettelijk verankerde vrijstelling niet mogelijk. Voor deze voertuigen dient nog steeds een ontheffing te worden aangevraagd.

 

Dit geschiedt op dezelfde wijze als bij de milieuzones voor vrachtauto’s, waar de ontheffing werd verleend door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl). De ontheffing aan kermis- en circuswagen wordt verleend als de kentekenhouder aantoont dat deze van de Belastingdienst gedeeltelijke vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting heeft gekregen. De ontheffing voor vrachtauto’s voor exceptioneel transport wordt verleend als voor het voertuig een incidentele of jaarontheffing exceptioneel transport is afgegeven door de RDW. De ontheffing voor een verhuisauto wordt verleend als de verhuisonderneming die het kenteken aanmeldt, staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in de categorie ‘Verhuisvervoer’, als het aangemelde voertuig een verhuisauto is, en de verhuisonderneming de kentekenhouder is. Aantonen van het lidmaatschap van de Organisatie voor Erkende Verhuizers volstaat ook. De ontheffing als Bedrijfsauto’s met zware laadkraan wordt verleend op grond van een keuringsbewijs van de RDW.

 

Artikel 5 – Ontheffing voor plug-in hybride vrachtauto

Lid 3 benoemt dat de ondernemer op verzoek van het college bewijsmiddelen moet overhandigen waarmee kan worden aangetoond dat met een plug-in hybride vrachtauto uitsluitend emissieloos wordt gereden in de zero-emissiezone. Dit kan bijvoorbeeld een uitdraai zijn van het motormanagementsysteem waaruit precies blijkt waar het voertuig elektrisch heeft gereden en waar niet. Als tijdens een steekproefcontrole wordt geconstateerd dat men niet emissieloos binnen de zero-emissiezone heeft gereden, kan de ontheffing, worden ingetrokken.

 

Er komen maar weinig voertuigen voor deze ontheffing in aanmerking, omdat het grootste deel emissieklasse 6 is en onder de in het RVV vastgelegde overgangsregeling valt waarbij ze toegang hebben tot en met 31 december 2029.

 

Artikel 6 – Ontheffing voor voertuigen die niet emissieloos verkrijgbaar zijn

Ondernemers kunnen ontheffing aanvragen om met hun huidige, niet-emissieloze bedrijfs- of vrachtauto langer toegang tot de zero-emissiezone te krijgen omdat er nog geen emissieloos alternatief verkrijgbaar is. Ook kunnen zij ontheffing krijgen om met een nieuw aan te schaffen niet-emissieloos voertuig toegang tot de zone te krijgen omdat voor het huidige voertuig dat om technische redenen niet langer inzetbaar is, nog geen emissieloos alternatief verkrijgbaar is.

 

Of een emissieloos alternatief verkrijgbaar is, kan worden beoordeeld aan de hand van voertuig- en bedrijfskenmerken zoals trekkracht, vermogen van de opbouw van het voertuig (wanneer het vermogen van de opbouw geleverd wordt door energiebron van de aandrijflijn), het gewicht van de te vervoeren lading, voor het verplaatsing van zeer zware lading over onverharde ondergrond, voor uitzonderlijke logistieke toepassingen waarvoor overslag van grote naar kleine voertuigen niet mogelijk is, of wordt gebruikt voor zowel weg als spoor.

 

Het derde lid van dit artikel geeft aan op basis waarvan het College beoordeelt of een ontheffingsaanvraag kan worden toegekend. Het College neemt daar in ieder geval in mee de in het tweede lid bedoelde documenten en de in het derde lid genoemde mogelijkheden en alternatieven. Hiertoe kan het college zich laten adviseren door een adviescomité van deskundigen, gemeentelijk specialisten en juristen. Dit adviescomité adviseert of bij de aanvraag voor een ontheffing voor een nieuw aan te schaffen niet-emissieloos voertuig, ter vervanging van een bestaand voertuig dat om technische redenen niet langer inzetbaar is, sprake is van een niet-verkrijgbaar emissieloos alternatief. Het adviescomité kan hiertoe aanvullende bewijsstukken opvragen bij de aanvrager. Onder stand van de techniek valt in ieder geval de jaarlijkse update die Panteia uitvoert in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

 

Een ontheffing op grond van dit artikel kan ook worden aangevraagd als het nieuwe, niet-emissieloze voertuig nog niet op kenteken is gezet. Echter, het aanvraagproces om een ontheffing aan te vragen vereist het kenteken waarvoor ontheffing wordt aangevraagd maar in geval van een nog niet geleverde niet-emissieloos voertuig is het kenteken nog niet bekend. De aanvraag kan dan niet via de aanvraag-applicatie gedaan worden. In dat geval dient de aanvraag op een andere manier gedaan worden, bijvoorbeeld via de post of via e-mail.

 

Artikel 7 – Ontheffing voor particuliere bedrijfsauto´s en vrachtauto´s

De zero-emissiezone is bedoeld om de stadslogistiek emissievrij te maken. In de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek is daarom vastgelegd dat particulieren die niet bedrijfsmatig gebruik maken van een bedrijfs- of vrachtauto in aanmerking komen voor een ontheffing, mits zij kunnen aantonen dat het voertuig niet bedrijfsmatig gebruikt wordt. Hiervoor moet een aantal documenten aangeleverd worden.

Een verleende ontheffing is geldig tot en met 31 december 2027 24:00uur.

In de Voorjaarsbesluitvorming Klimaat van het kabinet van 26 april 2023 zijn afspraken gemaakt voor een aanvullend klimaatpakket (Kamerbrief over voorjaarsbesluitvorming Klimaat | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl). In dit aanvullende pakket is onder andere de uitbreiding van zero-emissiezones voor gemeenten opgenomen, met name gericht op mobiliteit. Hierdoor wordt de mogelijkheid geboden voor gemeenten om vanaf 2028 de zero-emissiezones uit te breiden naar particuliere bedrijfsauto's. Dit besluit is genomen door het Kabinet.

Als tijdens een steekproefcontrole wordt geconstateerd dat het voertuig toch bedrijfsmatig wordt gebruikt, kan de ontheffing, worden ingetrokken.

 

Kampeerwagens zijn voor het overgrote deel in particulier bezit en komen ook in aanmerking voor deze ontheffing. Voor kampeerwagens in bedrijfsbezit kunnen andere ontheffingsmogelijkheden van toepassing zijn.

 

Artikel 8 – Ontheffing voor bedrijfsauto´s en vrachtauto´s die vanwege een handicap zijn aangepast

Op basis van dit artikel wordt ontheffing verleend voor een bedrijfs- of vrachtauto die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone indien deze is aangepast voor een bedrag van minimaal € 500,- (zegge: vijfhonderd euro). De aanpassing is gedaan vanwege de handicap van de voertuigeigenaar of bestuurder, een gezinslid of een persoon voor wie de eigenaar of bestuurder mantelzorger is.

 

Ter onderbouwing van de ontheffingsaanvraag dient een aantal bewijsstukken te worden overgelegd, deze zijn nader omschreven in het tweede lid van artikel 7.

 

Paragraaf 2

 

Artikel 9 – Dagontheffing voor bedrijfsauto´s

Per 1 januari 2025 hebben bedrijfsauto´s met emissieklasse 4 of lager geen toegang meer tot de zero-emissiezone. Bij wijze van overgangsregeling blijft het voor deze voertuigen mogelijk tot 1 januari 2027 een beperkt aantal dagontheffingen per jaar aan te vragen. Op grond van artikel 86e, derde en vierde lid, van het RVV hebben bedrijfsauto´s met emissieklasse 5 en 6 toegang tot de zero-emissiezone tot 1 januari 2027 respectievelijk 1 januari 2028. Bij wijze van overgangsregeling blijft het voor deze voertuigen mogelijk vanaf 1 januari 2027 dan wel 1 januari 2028 een beperkt aantal dagontheffingen per jaar aan te vragen.

 

Deze dagontheffing begint altijd om 00.00 uur van de kalenderdag waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag.

 

Voor een maximale flexibiliteit voor ondernemers kan de ontheffing voorafgaand aan, maar ook op dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als de bedrijfsauto’s eerder die kalenderdag al in de zero-emissiezone is geweest.

 

Artikel 10 - Dagontheffing voor vrachtauto’s

De mogelijkheid om voor vrachtauto’s met emissieklasse 5 een dagontheffing aan te vragen is een voortzetting van huidig beleid in de milieuzones voor vrachtauto’s.

 

Voor vrachtauto’s die maximaal 12 keer per jaar per gemeente in een zero-emissiezone komen, kan een dagontheffing worden aangevraagd. Deze ontheffing begint altijd om 00.00 uur van de kalenderdag waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag. Voor een maximale flexibiliteit voor ondernemers kan de ontheffing tot en met dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als de vrachtauto eerder die kalenderdag al in de zero-emissiezone is geweest.

 

Artikel 11 - Dagontheffing voor kampeerwagens

Dieselpersonenauto´s die als kampeerwagen staan geregistreerd in een milieuzone zijn op grond van artikel 86d, vijfde lid, onder a, van het RVV vrijgesteld in die desbetreffende milieuzone. Deze vrijstelling beoogt de houder van de kampeerwagen in staat te stellen het voertuig in ieder geval bij zijn woning in en uit te pakken. Deze vrijstelling is in het RVV niet opgenomen voor bedrijfs- en vrachtauto´s die als kampeerwagen staan geregistreerd in een zero-emissiezone. Om mensen met een bedrijfs- of vrachtauto die als kampeerwagen staat geregistreerd in een zero-emissiezone ook de mogelijkheid te bieden hun voertuig bij hun woning in- en uit te pakken, is het mogelijk hiervoor 12 dagontheffingen per kenteken per kalenderjaar aan te vragen. Op deze manier heeft men de mogelijkheid om het voertuig in- en uit te pakken in geval van vakanties. Deze ontheffing is in het beleid opgenomen in combinatie met een ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s met ondergrens. Hierbij kan vanaf emissieklasse 5 ontheffing worden aangevraagd. Omdat kampeerwagens doorgaans een lagere emissieklasse hebben, komen deze voertuigen niet in aanmerking voor een ontheffing voor particuliere bedrijfs- of vrachtauto´s, waardoor ze in tegenstelling tot kampeerwagens die als personenauto staan geregistreerd alsnog zouden worden geweerd. Om deze voertuigen toch toegang te laten behouden zijn dagontheffingen in het leven geroepen.

 

Paragraaf 3 Gemeente specifieke ontheffingen

 

Artikel 12 – Ontheffing voor bedrijfs- of vrachtauto’s in verband met bedrijfseconomische omstandigheden

Het is denkbaar is dat een onderneming in de problemen komt door de instelling van een zero-emissiezone, doordat een investering in een emissieloos voertuig op korte termijn financieel niet mogelijk is en dat door het zich niet meer kunnen begeven in de zero emissiezone wellicht te veel omzet wegvalt. Voor deze ondernemingen is deze ontheffing.

 

De beoordeling van deze ontheffingsaanvraag gaat als volgt. Eerst wordt door een externe partij in opdracht van het college gekeken of de continuïteit van de onderneming wordt bedreigd, gelet op alle omstandigheden van het geval en adviseert hierover het college (stap 1). Vervolgens kijkt het college of er voor de ondernemer geen alternatieven zijn (stap 2).

 

STAP 1 Bedreiging continuïteit onderneming

Om te beoordelen of sprake is van een situatie waarbij het bedrijf in ernstige financiële problemen dreigt te komen, toetst het college de financiële positie van de onderneming.

 

Hierbij wordt gekeken naar de draagkracht, waaronder wordt verstaan de mate waarin de onderneming in staat is om investeringen te doen. Hiertoe wordt op basis van de door de aanvrager aan te leveren jaarrekeningen gelet op de ontwikkeling van de omzet en het resultaat uit onderneming en daarmee de ontwikkeling van de vermogenspositie van de onderneming. Onder vermogenspositie wordt hier verstaan de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen op de balans en de ontwikkeling duidt op het toevoegen of het onttrekken aan het eigen vermogen. Het privévermogen en inkomsten buiten de onderneming blijven buiten beschouwing. Financiële gegevens worden in beginsel beschouwd over een periode van drie historische jaren plus een prognose van een jaar. In relatie tot de tenaamstelling van de vrachtauto waarvoor ontheffing wordt aangevraagd, kan er soms sprake zijn van een leaseconstructie, of het kan gaan om een gehuurde vrachtauto, of het kan een dochteronderneming betreffen. In dergelijke gevallen wordt de advisering gebaseerd op geconsolideerde jaarrekeningen. De ontwikkeling van de vermogenspositie kan worden gewaardeerd en uitgedrukt in 3 mogelijke categorieën van draagkracht in relatie tot de mogelijkheid van het doen van een investering voor de zero-emissiezone: beperkte draagkracht, voldoende draagkracht en ruim voldoende draagkracht.

 

De kosten van de benodigde investeringen worden in eerste instantie gebaseerd op door de desbetreffende onderneming aangeleverde prijsindicaties, eventueel onderbouwd met een offerte. Zo nodig onderzoekt het college, eventueel via het Centraal Loket, zelf de kosten.

 

Ontheffing wordt verleend als uit de beoordeling blijkt dat de investering door de onderneming in een emissieloos voertuig, of het ontzeggen van de toegang tot de zero-emissiezone voor het huidige voertuig, naar het oordeel van het college te grote consequenties heeft voor het voortbestaan van de onderneming Bij de beoordeling of door de eisen van de zero-emissiezone de continuïteit van de desbetreffende onderneming wordt bedreigd, wordt gekeken naar de onderneming van de hoofdgebruiker in het geheel. Er wordt niet beoordeeld of de continuïteit van een bepaald bedrijfsonderdeel wordt bedreigd. Het begrip bedrijfsonderdeel laat zich niet of nauwelijks afbakenen, waardoor bij toepassing discussies zouden kunnen ontstaan over wat onder dit begrip moet worden verstaan. Een en ander laat onverlet dat zich de situatie kan voordoen dat de continuïteit van een cruciaal bedrijfsonderdeel of een cruciale bedrijfsactiviteit van een onderneming wordt bedreigd en dat daardoor de continuïteit van de gehele onderneming in gevaar komt. Maar in dergelijke gevallen beschouwt het college de continuïteit van de desbetreffende onderneming logischerwijs in haar geheel.

 

Op basis van deze beoordelingssystematiek kan over het gros van de aanvragen een oordeel worden gegeven. De systematiek is een hulpmiddel en in gevallen waarin met de beoordelingssystematiek geen (sluitende) beslissing kan worden genomen, neemt het college op basis van aanvullende gegevens in een tweede stap ook andere factoren in overweging.

 

STAP 2 Mogelijke alternatieven

Bij het bepalen of een onderneming geen alternatieven heeft, kijkt het college onder andere naar de mogelijkheid van dagontheffingen, de inzet van schonere voertuigen uit het wagenpark, de huur van schonere voertuigen, het inhuren van een andere transporteur die wel een schoon voertuig heeft, inzet van lichtere voertuigen uit het wagenpark en de aanschaf van een tweedehands voertuig.

 

Beoordeling

Op grond van stappen 1 en 2 beslist het college over het verlenen van de ontheffing voor het voertuig. Het kenteken van het voertuig wordt toegevoegd aan het ontheffingenregister van de Centraal Loket. De ontheffing wordt voor maximaal één jaar verleend.

 

Artikel 13 –Afwijkingsmogelijkheid

De afwijkingsmogelijkheid, ook wel hardheidsclausule genoemd, geeft het college mogelijkheden voor maatwerk bij het beoordelen van bijzondere gevallen die bij het opstellen van dit beleid niet zijn voorzien, of die bij toepassing van het beleid gevolgen heeft voor de aanvrager die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

 

Een voorbeeld: bij het opstellen van deze beleidsregels is er bijvoorbeeld wel al landelijke aandacht voor net-congestie, maar wat de concrete gevolgen daar van zijn per gemeente en hoe zich dat gaat uiten in de laadinfrastructuur is nog niet duidelijk. Ook een ontheffingsmogelijkheid in de beleidsregel opnemen ten aanzien van een ontheffing hiervoor is nog niet mogelijk vanwege de vele onzekerheden. Met de invoering van de zero-emissiezones zullen emissieloze bedrijfs- en vrachtauto’s meer en meer laadinfra nodig hebben. De netcapaciteit in Nederland loopt tegen haar grenzen aan wat ertoe kan leiden dat ondernemers geen laadinfra voor al hun voertuigen kunnen realiseren. Naar verwachting kunnen ondernemers met enkele voertuigen binnen hun eigen aansluiting voldoende laadinfra realiseren, maar dat ondernemers met meer dan vijf voertuigen knelpunten kunnen ondervinden. Of dat inderdaad zo is, is afhankelijk van een aantal zaken zoals: moeten die voertuigen per sé in de zero-emissiezones komen, zijn er geen (tijdelijke) alternatieven goed beschikbaar? Als dat daadwerkelijk blijkt, dan kunnen ondernemers een beroep doen op de hardheidsclausule vanwege knelpunt netcongestie. Dit zal per geval bekeken worden qua problemen en oplossingen.

 

Artikel 14 – Algemene overige bepalingen

Het college stelt een digitaal formulier via de gemeentelijke website ter beschikking voor het doen van een aanvraag. Dit digitale formulier is via een link op de gemeentelijke website te benaderen. Er zijn leges verschuldigd voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Het college kan voorschriften of beperkingen verbinden aan een verleende ontheffing in het belang van de handhaving, de openbare veiligheid, de verkeersveiligheid of het milieu. Bijvoorbeeld het voorschrift dat de voertuigbestuurder die zich bevindt in de zero-emissiezone op verzoek van de handhaver de ontheffing of een papieren- of digitale kopie daarvan laat zien.

 

Artikel 15 – Weigerings- en intrekkingsgronden langdurige ontheffing

De publicatiedatum van het verkeersbesluit en ontheffingenbeleid zal verschillen per gemeente. De langdurige ontheffingen, met uitzondering van de ontheffing vanwege bedrijfseconomische omstandigheden en de afwijkingsbevoegdheid, hebben een geldigheid in de zones van gemeenten die de beoordeling van ontheffingsaanvragen hebben gemandateerd aan een Centraal Loket. In dit artikel wordt bepaald in welke omstandigheden een aanvraag voor langdurige ontheffing kan worden geweigerd. Hierbij is een compromis gesloten tussen gemeenten die vroeg het verkeersbesluit en ontheffingenbeleid vaststellen, soms al begin 2024, en gemeenten die dat later doen, soms pas in de loop van 2025 of 2026.

 

Aanvragen voor een langdurige ontheffing voor niet-emissieloze voertuigen met een Datum Eerste Toelating na 31 december 2024, worden geweigerd. Dit betekent voor gemeenten waar het ontheffingenbeleid in 2024 wordt vastgesteld, dat er nog niet-emissieloze voertuigen met ontheffing binnen de zone kunnen rijden met een Datum Eerste Toelating in het restant van 2024. Voor gemeenten waar het ontheffingenbeleid vanaf 1 januari 2025 wordt vastgesteld kan bij het publiceren ervan de indruk ontstaan dat de mogelijkheid om ontheffingen aan te vragen met terugwerkende kracht wordt beperkt. Dit zal extra aandacht in de communicatie over de invoering van de zone krijgen.

 

Als een ondernemer, eigenaar zich in een zero-emissiezone vestigt na 31 december 2024, kan een aanvraag voor elk van de soorten langdurige ontheffing worden geweigerd omdat deze ondernemer op de hoogte had kunnen zijn van het beleid van de gemeente waarin de zone is gelegen.

 

Een langdurige ontheffing die een ondernemer aanvraagt voor een niet-emissieloos voertuig dat hij wil inzetten voor werk in de zero-emissiezone dat hij na 31 december 2024 heeft aangenomen, kan worden geweigerd omdat de ondernemer op de hoogte had kunnen zijn van het beleid van de gemeente. Dit betekent voor gemeenten waar het ontheffingenbeleid in 2024 wordt vastgesteld, dat er nog niet-emissieloze voertuigen met ontheffing binnen de zone kunnen rijden voor werk dat de eigenaar in het restant van 2024 heeft aangenomen.

 

Het college kan een verleende ontheffing voor toegang tot de zero-emissiezone intrekken als aanvrager aantoonbaar onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, als beleid of wet- en regelgeving wijzigt, als de ontheffinghouder erom vraagt, als er niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de ontheffing is verleend, of als de datum tenaamstelling wijzigt van een voertuig waarvoor ontheffing wegens late levertijd is verleend. Als het voertuig wordt verkocht, vervreemd of als het kenteken naar een andere kentekenhouder overgaat vervalt de ontheffing.

 

Kentekenhouders dienen het van de hand doen van hun voertuig te melden. Het Centraal Loket zal regelmatig de tenaamstelling van deze categorie voertuigen controleren.

 

Artikel 16– Overgangsrecht

In gemeenten waar de zero-emissiezone het gebied van de milieuzone geheel overlapt, wordt het ontheffingenbeleid van de oude milieuzone, voor zover het gaat om bedrijfs- en vrachtauto´s, ingetrokken en vervangen door het ontheffingenbeleid zero-emissiezone. In gemeenten waar de milieuzone en de zero-emissiezone verschillende gebieden zijn, blijven het ontheffingenbeleid milieuzone, voor zover het gaat om bedrijfs- en vrachtauto´s, en het ontheffingenbeleid zero-emissiezone naast elkaar bestaan.

 

Een ontheffing die is verleend krachtens de beleidsregel ontheffingverlening milieuzone diesel personen- en bedrijfsauto’s Den Haag 2021 en de Beleidsregel ontheffingverlening milieuzone diesel vrachtauto’s en autobussen Den Haag 2021 en die nog niet eerder is vervallen of ingetrokken, geldt als een ontheffing verleend krachtens deze beleidsregel, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze beleidsregel.

Deze ontheffing geldt uitsluitend in de zero-emissiezone van Den Haag en niet in de zero-emissiezone van overige steden.

 

 

Naar boven