Artikel 1. Definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
- •
Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg;
- •
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- •
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg
- •
Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb;
- •
Liquiditeit: daarbij wordt gekeken of de aanvrager in staat is korte schulden te voldoen;
- •
Solvabiliteit: Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. De indicatieve bandbreedte hiervan is 0,2 (ondergrens) en 0,4 (bovengrens).
- •
Atelier: werkplaats van een maker, zijnde een kunstenaar of creatieve, die een professionele praktijk bedrijft.
- •
Ateliervoorraad: het aantal ateliers in de gemeente Tilburg.
- •
Ateliercomplex: een geheel van bij elkaar horende ateliers.
Artikel 2. Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3. Activiteiten
- 1.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor investeringen in activiteiten die in de gemeente Tilburg:
- a.
De beschikbare ateliervoorraad vergroot;
- b.
De looptijd van een bestaand atelier of ateliercomplex substantieel verlengt;
- c.
De functionaliteit van (een) bestaande atelier(s) ten behoeve van de culturele en creatieve sector substantieel versterkt;
Artikel 4. Subsidieaanvrager
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:
- 1.
Professionele makers die actief zijn in de culturele of creatieve sector die een atelier willen huren, kopen of verbeteren.
- 2.
Organisaties met een rechtsvorm met of zonder winstoogmerk die een ateliercomplex in huur of in eigendom (wensen te) exploiteren ten behoeve van professionele makers die actief zijn in de culturele of creatieve sector;
Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
De subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor uitgaven aan:
- a.
Investeringen ten behoeve van de aankoop en het geschikt maken van een ruimte of gebouw tot atelier of ateliercomplex;
- b.
Verbouwing ter verbetering van de functionaliteit van een bestaand atelier of ateliercomplex;
- c.
Bijdrage voor aanloop- en/of frictiekosten in de eerste twee jaar.
- 2.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 3.
- 3.
In aanmerking voor subsidie komen de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor de uitvoering van activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 en de kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van activiteiten zoals bedoeld in artikel 3.
Artikel 6. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten voor:
- 1.
Investeringen in een atelier of ateliercomplex, die niet beschikbaar komen voor de culturele of creatieve sector;
- 2.
Indien sprake is van de huur van een atelier of ateliercomplex de huurovereenkomst korter loopt c.q. wordt verlengd met minder dan vijf jaar;
- 3.
Uitgaven voor horecavoorzieningen;
- 4.
Roerende goederen die niet nagelvast met het gebouw verbonden zijn
- 5.
- 6.
Kosten voor het opstellen van de subsidieaanvraag;
- 7.
Kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;
- 8.
Verrekenbare of comensabele belastingen, heffingen en lasten;
Artikel 7. Vereisten subsidieaanvraag
- 1.
De subsidieaanvraag dient volledig te zijn. Onvolledige aanvragen kunnen door het College buiten behandeling worden gelaten.
- 2.
De aanvraag voor subsidie omvat:
- a.
Een volledig ingevuld aanvraagformulier;
- b.
Een uitgewerkte investeringsbegroting waarin de uitgaven op een transparante wijze worden weergegeven, met inachtneming van wat gesteld is in artikel 5 en 6. De uitgaven worden nader toegelicht en onderbouwd met offertes;
- c.
Een dekkingsplan van de investeringen waarin de financiering van de investering op een transparante wijze wordt weergegeven. De financiering wordt nader toegelicht en onderbouwd met toezeggingen van de financiers;
- d.
Een uitgewerkte meerjarige exploitatie, waarin de kosten en opbrengsten van de activiteiten worden weergegeven en een eventueel exploitatietekort in de eerste twee jaar blijkt; De meerjarige exploitatie wordt nader toegelicht en onderbouwd;
- e.
Indien een aanvrager een rechtspersoon is en voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, een overzicht van de bestuurssamenstelling, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier;
- f.
Bankbewijs. Om te controleren dat het opgegeven banknummer juist is moet een kopie bankafschrift of foto bankpas mee worden gestuurd. Alle overbodige informatie moet worden afgelakt, minimaal zichtbaar moet zijn de naamstelling en banknummer;
- g.
Een recent Uittreksel KVK dat niet ouder is dan drie maanden;
- 3.
Een subsidieaanvraag bedraagt maximaal € 100.000 of 10% van de totale investering indien sprake is van een aankoop van een atelier of ateliercomplex. Voor aanloop- en/of frictiekosten geldt een maximum van € 25.000.
- 4.
Het college kan naar aanleiding van de aanvraag verduidelijkende vragen stellen en aanvullende stukken opvragen.
Artikel 8. Subsidievorm en de hoogte van de subsidie
Het college verstrekt op grond van deze regeling een eenmalige subsidie.
Artikel 9. Subsidieplafond
Het subsidieplafond betreft voor 2024 €200.000 en voor 2025 en 2026 jaarlijks €100.000 onder voorbehoud van vaststelling van de programmabegroting.
Artikel 10. Wijze van verdeling
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Artikel 11. Weigeringsgronden
Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en artikel 9 van de ASVT geregelde gevallen ook (deels) geweigerd worden indien:
- 1.
Een organisatie geen aantoonbare expertise heeft op het beheer en exploiteren van een ateliercomplex;
- 2.
Niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;
- 3.
De aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
- 4.
Uit de financiële beoordeling blijkt dat de organisatie financieel ongezond is kijkend o.a. naar liquiditeit, solvabiliteit, exploitatieresultaat, ontwikkeling van deze ratio’s in de tijd en de uitleg door de subsidieaanvrager over de financiële gezondheid;
- 5.
Uit de financiële beoordeling blijkt dat het aangevraagde subsidiebedrag hoger is dan hetgeen noodzakelijk is voor de uitvoering van de activiteiten;
- 6.
De activiteiten in de aanvraag niet in verhouding staan tot de mate van vergroting van de beschikbare ateliervoorraad of de verbetering van de functionaliteit van (een) atelier(s) ten behoeve van de in de aanvraag opgenomen doelgroep;
- 7.
Er naar het oordeel van het college al voldoende aanbod is dat in de vraag voorziet;
- 8.
Het door het college vastgestelde subsidieplafond bereikt is;
Artikel 12. Verplichtingen
Het college kan in de verleningsbeschikking aanvullende verplichtingen opleggen.
Artikel 13. Bevoorschotting en betaling in gedeelten
Bevoorschotting van de subsidie vindt in 2 termijnen plaats onder de volgende voorwaarden:
- -
Het eerste voorschot van 90% van het toegekende subsidiebedrag wordt uiterlijk één maand na overlegging van de definitieve toezeggingen van de financiers zoals gespecificeerd in het dekkingsplan;
- -
Het resterende bedrag zal aan u worden uitbetaald nadat de subsidie definitief is vastgesteld.
Artikel 14. Subsidie vaststelling
De subsidie zal worden vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten waarbij het verleende subsidiebedrag als maximum geldt.
Artikel 15. Hardheidsclausule
Het college kan een of meer bepalingen van deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.
Artikel 16. Slotbepalingen
- 1.
Dit is een regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg. De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken. Dit betekent ook dat de verantwoordingsartikelen van de ASV onverkort van toepassing zijn.
- 2.
Deze subsidieregeling treedt direct in werking na publicatie.
- 3.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Atelierfonds Tilburg 2024 – 2026’.