Gemeenteblad van Ridderkerk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Gemeenteblad 2024, 284763 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Gemeenteblad 2024, 284763 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
begroting: de begroting welke door het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie wordt vastgesteld met alle inkomsten en uitgaven (personele kosten, bedrijfsvoeringskosten en materialen) van de bedrijfsvoeringsorganisatie voor het komende jaar gekoppeld aan de voor de deelnemers uit te voeren taken, de te bereiken doelstellingen en de condities waaronder dat zal gebeuren;
Hoofdstuk 2 Belang, taken en bevoegdheden
Doel van de samenwerking is het bewerkstelligen van een kwalitatief hoogwaardige en doelmatige uitvoering door de bedrijfsvoeringsorganisatie van de door de deelnemende gemeenten opgedragen taken.
De deelnemende gemeenten zijn gehouden in alle gevallen de overeengekomen diensten en producten, die behoren tot de in het eerste lid genoemde taken, af te nemen. Een deelnemende gemeente mag bepaalde taken of aspecten daarvan pas zelf uitvoeren dan wel aan een andere uitvoerder uitbesteden na bestuurlijke besluitvorming van het bestuur. Aan dit besluit kunnen voorwaarden betreffende onder andere de vergoeding van frictiekosten worden gesteld. In artikel 23 van deze Regeling en de dienstverleningsovereenkomst wordt hier nadere uitwerking aan gegeven.
Artikel 5: Algemene bevoegdheidstoedeling
De colleges bepalen middels algemene dan wel afzonderlijke delegatie- en/of mandaatbesluiten welke bevoegdheden die samenhangen met de taakvelden zoals vermeld in artikel 4 van de Regeling, moeten worden verleend aan organen van de bedrijfsvoeringsorganisatie.
Indien desondanks sprake is van onvoldoende kwalitatief of onzorgvuldig c.q. onrechtmatig handelen van het bedrijfsvoeringsorganisatie ten aanzien van één of meer deelnemende gemeenten als gevolg waarvan schade is ontstaan of dreigt te ontstaan, melden de betreffende colleges dit zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen drie maanden na het constateren van de geleden of dreigende schade, bij het bestuur. Het bestuur draagt zorg voor beperking en zo nodig tot herstel van geleden schade.
Hoofdstuk 7: Financiële bepalingen
Artikel 15: Financiële administratie en controle
De colleges en raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen tien weken bij het bestuur van de bedrijfsorganisatie hun zienswijze over de financiële regelingen en nadere regels naar voren brengen. De zienswijzen van de raden en colleges worden gezamenlijk door de afzonderlijke colleges aan het bestuur gezonden.
Het bestuur stelt elk jaar, met inachtneming van de voorschriften genoemd in de financiële regelingen van de bedrijfsvoeringsorganisatie, een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven op voor komend dienstjaar van de bedrijfsvoeringsorganisatie, voorzien van de nodige toelichting en specificaties, rekening houdende met de bepalingen van artikel 4, derde lid, aan de deelnemende gemeenten. Tevens stelt hij elk jaar een meerjarenbegroting op.
Het bestuur stelt elk jaar de rekening van baten en lasten van het voorgaande dienstjaar op met in achtneming van de voorschriften genoemd in de financiële regeling van de bedrijfsvoeringsorganisatie. Het bestuur zendt de jaarrekening ter controle naar de accountant met het verzoek zo spoedig mogelijk het controlerapport uit te brengen.
De bedrijfsvoeringsorganisatie mag een algemene reserve vormen van maximaal 2% van de omvang van de begroting van het jaar waarin afgerekend wordt. De bedrijfsvoeringsorganisatie is verplicht om het meerdere van het positieve saldo op de jaarrekening naar rato terug te storten aan de deelnemende gemeenten.
Indien er tussen de bedrijfsvoeringsorganisatie en een der deelnemende gemeenten een geschil ontstaat over genomen besluiten en/of de uitvoering van de taken zoals opgenomen in de artikel 4 tot en met 6 van deze Regeling, treden het bestuur en het betreffende college terstond in overleg met elkaar teneinde het geschil verder te verkennen en zo mogelijk op te lossen.
Hoofdstuk 10: Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
De uittreding geldt met ingang van 1 januari van het tweede jaar na de bekendmaking van het besluit tot uittreding. De uittredende deelnemer blijft tot de datum van uittreding volwaardig deelnemer en verplicht zich jegens de bedrijfsvoeringsorganisatie en overige deelnemers al zijn verplichtingen na te komen die uit de Regeling voortvloeien.
Het bestuur stelt bij meerderheid van stemmen de gevolgen van de uittreding vast. Dit zijn de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die het rechtstreekse gevolg zijn van de uittreding. Tot de gevolgen van de uittreding behoort ook de vaststelling van een eventuele uittreedsom, te betalen door de uittredende deelnemer. Het bestuur maakt zijn besluit bekend binnen zes maanden nadat het uittredingsbesluit door de uittredende deelnemer bekend is gemaakt. Deze beslistermijn kan eenmaal worden verdaagd met drie maanden.
Voorafgaand aan de vaststelling van de gevolgen van de uittreding door het bestuur, brengt een Commissie van deskundigen hierover advies uit, met inachtneming van deze Regeling. Daartoe wijzen het bestuur en de uittredende deelnemer – elk voor eigen rekening – ieder een deskundige aan. Deze twee deskundigen wijzen gezamenlijk een derde deskundige aan als voorzitter. De Commissie van deskundigen regelt haar eigen procedure. De kosten van de werkzaamheden van de voorzitter en de overige kosten worden door het bestuur en de uittredende deelnemer gedeeld.
Een deelnemer heeft de bevoegdheid om een keer in vijf jaar het bestuur te vragen een anterieure vaststelling van de gevolgen van uittreding over twee jaar vast te stellen. Het bestuur komt hier binnen zes maanden aan tegemoet. Deze termijn kan eenmaal worden verdaagd met drie maanden. De leden vijf tot en met acht zijn van overeenkomstige toepassing, zij het dat het advies van de Commissie van deskundigen bindend is voor het bestuur.
Een deelnemer heeft de bevoegdheid om met toestemming van de raad binnen drie maanden nadat het bestuur een anterieure vaststelling van de gevolgen van een uittreding heeft vastgesteld, een besluit tot uittreding met toestemming van de raad bij de overige deelnemers en het bestuur bekend te maken, voor welke uittreding die reeds vastgestelde gevolgen dan gelden.
Voordat een besluit wordt genomen over de wijziging van het takenpakket, stelt het bestuur bij meerderheid van stemmen de gevolgen van deze wijziging vast. Dit zijn de financiële, juridische, personele en organisatorische gevolgen. Tot de gevolgen van wijziging behoort ook de vaststelling van een wijzigingssom, te betalen door de deelnemer of deelnemers die wijziging wensen. Het bestuur deelt de uitkomsten met de deelnemers binnen zes maanden nadat het wijzigingsverzoek is ontvangen. Deze termijn kan eenmaal worden verdaagd met drie maanden.
Het bestuur kan voor het in kaart brengen van de gevolgen van de voorgestelde wijziging in het takenpakket van de bedrijfsvoeringsorganisatie advies inwinnen bij een Commissie van deskundigen. Daartoe wijzen het bestuur en de, één of meer, deelnemers die de wijziging van de Regeling hebben voorgesteld – elk voor eigen rekening – ieder een deskundige aan. Indien het bestuur de wijziging heeft voorgesteld, wijst het bestuur een deskundige aan en wijzen de deelnemers gezamenlijk een deskundige aan. De twee deskundigen wijzen gezamenlijk een derde deskundige aan als voorzitter. De Commissie van deskundigen regelt haar eigen procedure. De kosten van de werkzaamheden van de voorzitter en de overige kosten worden door het bestuur vergoed.
Het bestuur kan voorzien in een College van vereffenaars met onder meer als taken het nakomen van bestaande verplichtingen, het te gelde maken van overblijvende activa, het overdragen van rechten en verplichtingen aan deelnemers, toezicht en handhaving ten aanzien van al dan niet financiële rechten en verplichtingen van deelnemers en het opstellen van een liquidatieverslag.
Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Barendrecht, op 11 juni 2024,
De secretaris,
G.J. Bravenboer
de burgemeester,
R.E. Schneider
Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Albrandswaard, op 11 juni 2024,
De secretaris,
Florus van der Linden
de burgemeester,
drs. Jolanda de Witte
Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Ridderkerk, op 4 juni 2024,
De secretaris,
M. Kitselar
de burgemeester,
C.A. Oosterwijk
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-284763.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.