Besluit tot wijziging van het besluit jeugdhulp gemeente Renkum 2022

Het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Renkum;

 

besluit vast te stellen het besluit tot wijziging van het besluit jeugdhulp gemeente Renkum 2022.

Artikel I

Het besluit jeugdhulp gemeente Renkum 2022 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

 

gelet op de Verordening jeugdhulp gemeente Renkum 2021;

 

overwegende dat het college het wenselijk acht nadere regels te stellen ter uitvoering van de hierboven genoemde Verordening;

 

besluit vast te stellen het Besluit jeugdhulp gemeente Renkum 2022, hierna te noemen het besluit

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

 

gelet op de Verordening jeugdhulp gemeente Renkum 2023;

 

overwegende dat het college het wenselijk acht nadere regels te stellen ter uitvoering van de hierboven genoemde Verordening;

 

besluit vast te stellen het Besluit jeugdhulp gemeente Renkum 2022, hierna te noemen het besluit

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      Sociaal Team: uitvoerend team van de gemeente waar inwoners terecht kunnen met vragen op het gebied van welzijn, zorg, jeugd, werk en inkomen dat voorzieningen kan verstrekken.

    • b.

      Verordening: Verordening jeugdhulp gemeente Renkum 2021;

    • c.

      VOG: Verklaring omtrent gedrag;

    • d.

      Wettelijk verwijzer: de huisarts, de jeugdarts of een medisch specialist.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het Besluit Jeugdwet, de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening jeugdhulp gemeente Renkum 2021.

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      Sociaal Team: uitvoerend team van de gemeente waar inwoners terecht kunnen met vragen op het gebied van welzijn, zorg, jeugd, werk en inkomen dat voorzieningen kan verstrekken.

    • b.

      Verordening: Verordening jeugdhulp gemeente Renkum 2023;

    • c.

      VOG: Verklaring omtrent gedrag;

    • d.

      Wettelijk verwijzer: de huisarts, de jeugdarts of een medisch specialist.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het Besluit Jeugdwet, de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening jeugdhulp gemeente Renkum 2023.

 

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4. Enkelvoudige Ernstige Dyslexie (EED)

  • 1.

    Jeugdigen van 7 t/m 12 jaar kunnen voor diagnose en behandeling van Enkelvoudige Ernstige Dyslexie (EED) in aanmerking komen indien zij staan ingeschreven bij een basisschool.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van de kosten voor een diagnosetraject van EED en/of een behandeltraject van EED toont de ouder een dyslexieverklaring van de basisschool, ondertekend door de directeur, aan het Sociaal Team.

  • 3.

    De dyslexieverklaring geldt als aanvraag voor een diagnosetraject dyslexie.

  • 4.

    Indien na afronding van het diagnosetraject is vastgesteld dat er sprake is van EED bij de jeugdige, komt een jeugdige in aanmerking voor behandeling van EED.

  • 5.

    Het product Diagnose Dyslexie kan per jeugdige maximaal 12 uur worden ingezet over een periode van maximaal 5 maanden.

  • 6.

    Het product Behandeling Dyslexie kan per jeugdige maximaal 60 uur worden ingezet over een periode van maximaal 18 maanden.

Artikel 4. Ernstige Dyslexie (ED)

  • 1.

    Jeugdigen van 7 t/m 12 jaar kunnen voor diagnose en behandeling van Ernstige Dyslexie (ED) in aanmerking komen indien zij staan ingeschreven bij een basisschool.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van de kosten voor een diagnosetraject van ED en/of een behandeltraject vanED toont de ouder een dyslexieverklaring van de basisschool, ondertekend door de directeur, aan het Sociaal Team.

  • 3.

    De dyslexieverklaring geldt als aanvraag voor een diagnosetraject dyslexie.

  • 4.

    Indien na afronding van het diagnosetraject is vastgesteld dat er sprake is van EDbij de jeugdige, komt een jeugdige in aanmerking voor behandeling van ED.

  • 5.

    Het product Diagnose Dyslexie kan per jeugdige maximaal 12 uur worden ingezet over een periode van maximaal 5 maanden.

  • 6.

    Het product Behandeling Dyslexie kan per jeugdige maximaal 60 uur worden ingezet over een periode van maximaal 18 maanden.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5. Jeugdwetvervoer

Kosten van vervoer van de jeugdige van of naar de jeugdhulpaanbieder, die gemaakt zijn vóór de datum waarop het college het besluit over het jeugdwetvervoer heeft genomen, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Artikel 5. Jeugdwetvervoer

  • 1.

    De jeugdige kan, met inachtneming van het in artikel 13 van de verordening bepaalde, in aanmerking komen voor jeugdwetvervoer.

  • 2.

    Kosten van vervoer van de jeugdige van of naar de locatie waar jeugdhulp geboden wordt, die gemaakt zijn vóór de datum waarop het college het besluit over het jeugdwetvervoer heeft genomen, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 3.

    Indien de afstand tussen het hoofdverblijf van de jeugdige en de locatie waar jeugdhulp geboden wordt minder dan 6 kilometer of meer dan 50 kilometer bedraagt, dan wordt er geen kilometervergoeding verstrekt.

  • 4.

    De kilometervergoeding wordt berekend over de kortste route tussen het hoofdverblijf van de jeugdige en de locatie waar jeugdhulp geboden wordt volgens de ANWB-routeplanner.

  • 5.

    De kilometervergoeding bedraagt € 0,23 per kilometer.

  • 6.

    Aanpassingen van een vervoermiddel vanwege een medische situatie worden niet vergoed.

 

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 7. Weigeren en beëindigen van een pgb

  • 1.

    Het college kan een pgb weigeren als er tijdens het onderzoek naar aanleiding van de vraag om ondersteuning in de vorm van een pgb overwegende bezwaren bestaan tegen het beheren van een pgb door de budgethouder.

  • 2.

    Overwegende bezwaren zijn er als er een ernstig vermoeden is dat de budgethouder problemen zal hebben met het omgaan met een pgb. De situaties waarbij het risico groot is dat het pgb niet besteed wordt aan het daarvoor bestemde doel zijn bijvoorbeeld:

    • a.

      de budgethouder is verminderd handelingsbekwaam;

    • b.

      de budgethouder heeft als gevolg van een verstandelijke handicap en/of (ernstige) psychische problemen onvoldoende inzicht in de eigen situatie;

    • c.

      er is sprake van schulden- en/of verslavingsproblematiek;

    • d.

      er is eerder misbruik gemaakt van het pgb;

    • e.

      er is eerder sprake geweest van fraude;

    • f.

      er is eerder sprake geweest van surseance van betaling of een faillissement;

    • g.

      er is sprake van schuldsanering op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • h.

      er is sprake van een instabiele situatie ten aanzien van de beperkingen;

    • i.

      de budgethouder leeft een zwervend bestaan;

    • j.

      er is sprake van onvoldoende taal-/rekenvaardigheid;

    • k.

      er is sprake van dementie.

  • 3.

    Bovendien kan een pgb beëindigd worden in de volgende onderstaande gevallen:

    • a.

      als blijkt dat de jeugdige of budgethouder onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      als de jeugdige of budgethouder niet voldoet aan de aan het toekennen van een pgb verbonden voorwaarden;

    • c.

      als de jeugdige of budgethouder het pgb niet gebruikt of voor een ander doel gebruikt.

  • 4.

    Verder wordt het pgb geweigerd in de volgende gevallen:

    • a.

      Indien de budgethouder een voorstel doet dat zou leiden tot een hoger pgb dan het vergelijkbare zorg in natura aanbod, en de jeugdige weigert het verschil in budget zelf te financieren (we bieden wel de jeugdige de mogelijkheid het verschil in budget zelf te financieren).

    • b.

      Dubbelrol van de professionele zorgaanbieder en bewindvoerder. Indien de professionele ondersteuner tevens de rol van bewindvoerder of wettelijk vertegenwoordiger aanneemt, is dit in strijd met boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Met name als de professionele zorgaanbieder geregistreerd is als bewindvoerder (voert voor meer dan drie personen bewind). Er kan dan sprake zijn van belang dat tegengesteld is aan het belang van de jeugdige.

Artikel 7. Weigeren en beëindigen van een pgb

  • 1.

    Het college kan een pgb weigeren als er tijdens het onderzoek naar aanleiding van de vraag om ondersteuning in de vorm van een pgb overwegende bezwaren bestaan tegen het beheren van een pgb door de budgethouder.

  • 2.

    Overwegende bezwaren zijn er als er een ernstig vermoeden is dat de budgethouder problemen zal hebben met het omgaan met een pgb. De situaties waarbij het risico groot is dat het pgb niet besteed wordt aan het daarvoor bestemde doel zijn bijvoorbeeld:

    • a.

      de budgethouder is verminderd handelingsbekwaam;

    • b.

      de budgethouder heeft als gevolg van een verstandelijke handicap en/of (ernstige) psychische problemen onvoldoende inzicht in de eigen situatie;

    • c.

      er is sprake van schulden- en/of verslavingsproblematiek;

    • d.

      er is eerder misbruik gemaakt van het pgb;

    • e.

      er is eerder sprake geweest van fraude;

    • f.

      er is eerder sprake geweest van surseance van betaling of een faillissement;

    • g.

      er is sprake van schuldsanering op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • h.

      er is sprake van een instabiele situatie ten aanzien van de beperkingen;

    • i.

      de budgethouder leeft een zwervend bestaan;

    • j.

      er is sprake van onvoldoende taal-/rekenvaardigheid;

    • k.

      er is sprake van dementie.

  • 3.

    Verder wordt het pgb geweigerd in de volgende gevallen:

    • a.

      Indien de budgethouder een voorstel doet dat zou leiden tot een hoger pgb dan het vergelijkbare zorg in natura aanbod, en de jeugdige weigert het verschil in budget zelf te financieren (de jeugdige wordt wel de mogelijkheid geboden het verschil in budget zelf te financieren).

    • b.

      Dubbelrol van de professionele zorgaanbieder en bewindvoerder. Indien de professionele ondersteuner tevens de rol van bewindvoerder of wettelijk vertegenwoordiger aanneemt, is dit in strijd met boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Met name als de professionele zorgaanbieder geregistreerd is als bewindvoerder (voert voor meer dan drie personen bewind). Er kan dan sprake zijn van belang dat tegengesteld is aan het belang van de jeugdige.

 

 

Artikel II

Dit besluit tot wijziging van het besluit Jeugdhulp gemeente Renkum 2022 treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking op overheid.nl.

 

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van: 11 juni 2024

M.J.J. (Marcel) Wagener

Gemeentesecretaris

A.M.J. (Agnes) Schaap

Burgermeester

Naar boven