Gemeenteblad van Venray
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Venray | Gemeenteblad 2024, 282097 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Venray | Gemeenteblad 2024, 282097 | gemeenschappelijke regeling |
Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord
De colleges van de gemeenten Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert,
en gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet
ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft
de gemeenschappelijke regeling de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord te wijzigen met ingang van 1 juli 2024, waardoor deze als volgt komt te luiden:
MODULAIRE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SOCIAAL DOMEIN LIMBURG-NOORD
HOOFDSTUK 3 HET ALGEMEEN BESTUUR
Artikel 8 Werkwijze en vergaderorde
Een lid van het algemeen bestuur ontvangt een aantal stemmen dat gelijk staat aan het aantal inwoners van zijn gemeente op 1 januari van het voorgaande jaar, gedeeld door 15.000. Het aantal stemmen wordt rekenkundig afgerond (< 0,5: afronding naar beneden, ≥ 0,5: afronding naar boven), met een minimum van 1 stem
HOOFDSTUK 4 HET DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 9 Taken en bevoegdheden
Tot de taken en de bevoegdheden van het dagelijks bestuur van de regeling behoren:
te besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.
HOOFDSTUK 7 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN ONTSLAG
Artikel 15 Het dagelijks bestuur en de voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur
Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot ontslag van het lid van het dagelijks bestuur heeft besloten.
Artikel 17 Leden algemeen bestuur ten opzichte van het college van burgemeester en wethouders
Een lid van het algemeen bestuur is het college die dit lid heeft aangewezen met inachtneming van artikel 16 en artikel 18 van de wet verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur verrichte handelingen en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van dat college aangegeven wijze.
HOOFDSTUK 7A ZIENSWIJZEN EN INSPRAAK
Het algemeen bestuur beslist niet over een voorstel alvorens de raden van de deelnemende gemeenten om zienswijzen zijn gevraagd, wanneer ten minste een vijfde van de raden het dagelijks bestuur hierom verzoekt. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de raden hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
Indien het tweede lid wordt toegepast, dan hebben de raden twaalf weken de tijd hun zienswijzen bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen. Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijzen gegeven zijn, stelt het dagelijks bestuur de raden en het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Artikel 22 Regeling inzake vergoeding van werkzaamheden
Het algemeen bestuur kan met inachtneming van de artikelen 21 en 25 van de wet voor de leden van een commissie als bedoeld in artikel 14 van deze regeling, die niet de functie van burgemeester, wethouder of secretaris vervullen, een regeling inzake de vergoeding van hun werkzaamheden respectievelijk voor het bijwonen van vergaderingen een tegemoetkoming in de kosten vaststellen.
HOOFDSTUK 12 HET UITVOERINGSPLAN EN HET UITVOERINGSPROGRAMMA
Artikel 24 Uitvoeringsprogramma
Het algemeen bestuur stelt voor ieder jaar een uitvoeringsprogramma vast, waarin de activiteiten van het samenwerkingsverband worden aangegeven. Het uitvoeringsprogramma bevat voorts in ieder geval een overzicht van de voor de verwezenlijking van de activiteiten benodigde financiële en personele middelen en is een onderdeel van de begroting.
HOOFDSTUK 15 TOETREDING, UITTREDING EN OPHEFFING
Artikel 32 Procedure voor vaststelling uittredingsplan
Het in artikel 31 bedoelde uittredingsplan bevat de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van vijf jaar het directe gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende deelnemer.
Met het oog op het bepalen van de inhoud van het uittredingsplan wijst het algemeen bestuur een onafhankelijke externe deskundige aan die in opdracht van het algemeen bestuur het uittredingsplan voorbereidt. De kosten voor het inschakelen van een onafhankelijke externe deskundige komen voor rekening van het uittredende college.
Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van een gezamenlijke voordracht van het uittredende college en het dagelijks bestuur. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval de vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van het uittredende college.
Het algemeen bestuur baseert de berekening van de voorlopige uittreedsom op de systematiek als bedoeld in het eerste lid en op de jaarrekening van het meest recent verstreken begrotingsjaar. Tevens past de onafhankelijke adviseur bij de berekening van de uittreedsom een risico-opslag van 5% op de uittreedsom toe om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende deelnemer van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.
Het algemeen bestuur is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittreedsom zo laag mogelijk te houden. Het algemeen bestuur onderzoekt in dat kader met de uittredende deelnemer de mogelijkheid tot overname van personeel, activa en contracten. Het voorgaande behoeft echter niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.
Het liquidatieplan geeft regels voor de wijze waarop de deelnemende gemeenten, voor zover het saldo ontoereikend is, zorgdragen voor de nakoming van de verplichtingen van het samenwerkingsverband, uitgaande van de verdeling van financiële lasten en risico’s tussen deelnemende gemeenten per samenwerkingsmodule.
Geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van een regeling tussen besturen van deelnemende gemeenten of tussen besturen van een of meer gemeenten en het bestuur van het samenwerkingsverband worden overeenkomstig artikel 28 van de wet, door Gedeputeerde Staten beslist.
Artikel 39 Evaluatie en bekendmaking
Het college van de gemeente Venray maakt een volledig ondertekend exemplaar van deze regeling alsmede besluiten tot wijziging, tot uittreding van, van toetreding tot en tot opheffing van deze regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend in het door de gemeente Venray uitgegeven Gemeenteblad.
SAMENWERKINGSMODULE 1: OPDRACHTGEVEN NOORD-LIMBURG
Deze samenwerkingsmodule maakt onlosmakelijk deel uit van de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze samenwerkingsmodule wordt verstaan onder:
Deze samenwerkingsmodule dient ter verhoging van de effectiviteit en de efficiëntie van het opdrachtgeven.
De deelnemers verlenen ieder afzonderlijk de mandaten, volmachten en machtigingen aan het samenwerkingsverband die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken.
De deelnemers vrijwaren de niet-deelnemers van aansprakelijkheid ten gevolge van de uitvoering van de taken van deze samenwerkingsmodule.
SAMENWERKINGSMODULE 2: REGIONALE TAKEN BW MO B&P NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG
Deze samenwerkingsmodule maakt onlosmakelijk deel uit van de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze samenwerkingsmodule wordt verstaan onder:
verdeelsleutel BW, MO en B&P: de verdeling van een (positief of negatief) bedrag over de deelnemers waarbij geldt dat 25% van het saldo wordt verdeeld naar rato van het aantal inwoners van elke deelnemer en 75% van het saldo wordt verdeeld naar rato van de lokale zorg- en toegangskosten ten behoeve van de doelgroep BW, MO en B&P die elke deelnemer heeft.
Deze samenwerkingsmodule dient ter verhoging van de effectiviteit en de efficiëntie van de uitvoering van de regionale taken BW MO B&P.
De deelnemers verlenen ieder afzonderlijk de mandaten, volmachten en machtigingen aan het samenwerkingsverband die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken.
Indien een deelnemer in enig jaar substantieel meer indicaties BW en/of MO heeft afgegeven (die ten laste komen van het Regionaal budget BW, MO en B&P) dan op grond van de inschatting als bedoeld in de Regionale raming BW, MO en B&P of door maatschappelijke ontwikkelingen zou mogen worden verwacht, kan een onafhankelijk onderzoek worden ingesteld en kan het samenwerkingsverband op basis van de uitkomsten van dit onderzoek een financiële correctiemaatregel aan de betrokken deelnemer opleggen.
De deelnemers vrijwaren de niet-deelnemers van aansprakelijkheid ten gevolge van de uitvoering van de taken van deze samenwerkingsmodule.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-282097.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.