Gemeenteblad van Sittard-Geleen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Sittard-Geleen | Gemeenteblad 2024, 281582 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Sittard-Geleen | Gemeenteblad 2024, 281582 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht en Sittard-Geleen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn,
het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, na daartoe toestemming te hebben gekregen van de gemeenteraad van Heerlen, heeft besloten per 1 januari 2024 uit de gemeenschappelijke regeling te treden;
de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 gewijzigd is;
besluiten de Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg als volgt te wijzigen:
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, worden in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de secretaris onderscheidenlijk gelezen: Kredietbank Limburg, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de secretaris van Kredietbank Limburg.
Hoofdstuk 3. Het doel en de taken
Enkel na instemming van het dagelijks bestuur, gehoord het algemeen bestuur, kan Kredietbank Limburg diensten voor andere gemeenten in Nederland uitvoeren. Alvorens diensten door de Kredietbank Limburg worden verricht, maakt Kredietbank Limburg met de betreffende gemeente afspraken over de kwantiteit en kwaliteit van de te leveren diensten en de vergoeding die hiertegenover staat.
Paragraaf 1. Het algemeen bestuur
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen door de colleges. De colleges van de gemeenten Maastricht en Sittard-Geleen wijzen elk twee leden aan en de colleges van de gemeenten Brunssum, Kerkrade en Landgraaf wijzen elk één lid aan. Tevens kunnen de colleges plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur aanwijzen.
De leden van commissies kunnen een tegemoetkoming in de kosten en – voor zover zij niet de functie van burgemeester, wethouder of gemeentesecretaris vervullen – een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Het algemeen bestuur stelt de bedragen van de vergoeding en de tegemoetkoming op jaarbasis vast en brengt deze ter kennis van de colleges.
Hoofdstuk 5. De bevoegdheden en taken van het bestuur
Aan het bestuur worden ten behoeve van de behartiging van de in artikel 3, tweede lid, vermelde taken onderstaande bevoegdheden door de colleges overgedragen:
Het nemen van een besluit over de toegang tot de schuldhulpverlening op grond van artikel 3 Wgs. Hieronder valt tevens het opstellen van een plan van aanpak ingeval van een positief besluit, indien uit het gesprek in het kader van vroegsignalering een hulpvraag schuldhulpverlening volgt of in geval een inwoner zichzelf meldt voor schuldhulpverlening;
Paragraaf 1. Het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur kan besluiten tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Paragraaf 2. Het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is bevoegd:
te besluiten namens Kredietbank Limburg, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
Hoofdstuk 6. Inlichtingen en verantwoording
De besturen van de gemeenten verstrekken op verzoek van het algemeen of dagelijks bestuur de benodigde inlichtingen en geven de medewerking, die voor de vervulling van de taken van Kredietbank Limburg nodig is.
Het dagelijks bestuur geeft voorts het algemeen bestuur, wanneer een of meer leden daarvan hierom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen. Deze inlichtingen worden zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden schriftelijk verstrekt en mondeling toegelicht in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur.
Hoofdstuk 7. Zienswijze en inspraak
Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur besluiten niet tot het vaststellen van meerjarige strategische plannen dan nadat de raden van de gemeenten gedurende twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk hun zienswijzen op het concept bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen.
Het algemeen bestuur beslist niet over een voorstel alvorens de raden om zienswijzen zijn gevraagd, wanneer ten minste twee gemeenteraden het dagelijks bestuur hierom verzoeken. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de raden hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
Indien het tweede lid wordt toegepast, dan hebben de raden twaalf weken de tijd hun zienswijzen bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen. Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijzen gegeven is stelt het dagelijks bestuur de raden en het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Het algemeen bestuur stelt voorschriften vast met betrekking tot de inrichting van de financiële administratie, het geldelijk beheer en de boekhouding van Kredietbank Limburg.
Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting uiterlijk op 30 april van het jaar voorafgaande aan het jaar, waarop de begroting betrekking heeft, toe aan de raden van de gemeenten, die vervolgens binnen twaalf weken na ontvangst ter zake het dagelijks bestuur van hun zienswijzen kunnen doen blijken; een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 35 van de Wet.
Door de gemeenten wordt in de vergoeding bijgedragen als volgt:
in de overige helft naar verhouding van het totaalbedrag van de aan de inwoners van elke gemeente in het jaar, waarop de vergoeding betrekking heeft, uitstaande kredieten, tot het totaalbedrag van de aan de inwoners van alle gemeenten gedurende hetzelfde jaar uitstaande kredieten, beiden per 1 januari van dat jaar.
Het dagelijks bestuur zendt vóór 30 april van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, de voorlopige jaarrekening aan de raden van de gemeenten. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in elk geval vóór 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, met alle bijbehorende stukken aan de colleges en gedeputeerde staten.
De gemeenten waarborgen de betaling van rente, aflossing en kosten voor de door Kredietbank Limburg aangegane geldleningen en op te nemen gelden in rekening-courant, onder het doen van afstand van de voorrechten, die het Burgerlijk Wetboek borgen toekent, zulks in verhouding tot het inwonertal van elk van de gemeenten.
Hoofdstuk 9. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Het in artikel 33, vierde lid, bedoelde uittredingsplan bevat de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van vijf jaar het directe gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende gemeente.
Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke adviseur aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende gemeente en de voorzitter. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke adviseur aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van de uittredende gemeente.
De onafhankelijke adviseur neemt bij het bepalen van de uittreedsom het bepaalde in dit artikel en in artikel 33 in acht en baseert zich daarbij op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding. Tevens past de onafhankelijke adviseur bij de berekening van de uittreedsom een risico-opslag van 5% op de uittreedsom toe om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende gemeente van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.
Het algemeen bestuur is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittreedsom zo laag mogelijk te houden. Het algemeen bestuur onderzoekt in dat kader met de uittredende gemeente de mogelijkheid tot overname van personeel, activa en contracten. Het voorgaande behoeft echter niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de uittredende gemeente.
De regeling kan worden opgeheven met instemming van alle colleges minus één. Het besluit tot opheffing wordt niet genomen voordat de raden van de gemeenten gedurende twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk op de voorgestelde opheffing hun zienswijze ter kennis van het college te brengen.
In alle gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het algemeen bestuur, zoveel mogelijk analoog aan of in de geest van de bepalingen van de wet.
De werking van de regeling zal geëvalueerd worden indien twee colleges hierom verzoeken. Het dagelijks bestuur zal dan een onderzoeksvoorstel aan de colleges voorleggen. Indien een evaluatie heeft plaatsgevonden kan de eerstvolgende vier jaren geen nieuw verzoek om evaluatie worden ingediend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-281582.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.