Wijzigingsbesluit gasaansluitplicht netbeheerder Amsterdam wissellocaties Da Costakade

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op

  • artikel 10, lid 7, onderdeel a van de Gaswet,

  • artikel 2, vierde lid, onderdeel c van de Algemene inspraakverordening,

  • bijlage 2, hoofdstuk 4, paragraaf 2, randnummer 59 van het Algemeen Mandaatbesluit Amsterdam,

  • aanvragen voor omgevingsvergunningen met kenmerken Z2023-W005106, Z2023-W005102, Z2023-W005108, Z2023-W005155, Z2023-W005131 en Z2023-W005134;

gezien

  • de op 3 maart 2020 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050’,

  • de op 30 september 2020 door de gemeenteraad vastgestelde ‘Transitievisie Warmte Amsterdam’,

  • het op 20 december 2022 door het college vastgestelde ‘Gefundeerd Herstellen - Actieplan bruggen en kademuren’

besluit het ‘Besluit gasaansluitplicht netbeheerder Amsterdam’ als volgt te wijzigen:

Artikel I  

In bijlage I wordt aan het einde van de opsomming in het Inhoudsoverzicht het volgende onderdeel toegevoegd:

 

Gebied 5 Wissellocaties Da Costakade

Artikel II  

Aan bijlage I wordt aan het einde de volgende paragraaf toegevoegd:

 

Gebied 5 Wissellocaties Da Costakade

 

Overzichtskaart

 

 

Detailkaart Bilderdijkkade

 

 

Detailkaart Geuzenkade

 

 

Detailkaart Jacob van Lennepkade

 

 

Detailkaart Rijpgracht

 

 

Gebiedsomschrijving

 

Het gebied Wissellocaties Da Costakade bestaat uit ten hoogste 24 voorwaardelijk aangewezen adressen van wissellocaties voor woonboten. De voorwaarde is dat met betrekking tot een hierin aangewezen wissellocaties een omgevingsvergunning moet bestaan die de wissellocatie mogelijk maakt. Als geen omgevingsvergunning voor een hier aangewezen wisselligplaats tot stand is gekomen, dan is het adres van die wissellocatie ook niet aangewezen als onderdeel van het gebied waar een gasaansluiting om dwingende redenen van algemeen belang strikt noodzakelijk is. De voorwaardelijk aangewezen ligplaatsen zijn verdeeld over de volgende vier deelgebieden in de omgeving van de Da Costakade:

  • 1.

    Bilderderdijkkade, bestaande uit:

    • a.

      vier ligplaatsen aan de oostzijde van het rak van de Bilderdijkgracht tussen de Kwakerstraat en de Kinkerstraat;

    • b.

      drie ligplaatsen aan de westzijde van het rak van de Bilderdijkgracht tussen de Kwakerstraat en de Kinkerstraat;

    • c.

      twee ligplaatsen aan de oostzijde van het rak van de Bilderdijkgracht tussen de Kinkerstraat en de Jacob van Lennepstraat

  • 2.

    Geuzenkade, bestaande uit vijf ligplaatsen aan de zuidwestzijde van het Westelijke marktkanaal ter hoogte van de panden aan de Geuzenkade met huisnummers 48 tot en met 75;

  • 3.

    Jacob van Lennepkade, bestaande uit vijf ligplaatsen aan de zuidzijde van het rak van Jacob van Lennepkanaal tussen de Jan Pieter Heijestraat en de Nicolaas Beetsstraat;

  • 4.

    Rijpgracht, bestaande uit 5 ligplaatsen aan de noordzijde van de Rijpgracht.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de combinaties van straatnamen, huisnummers, huisnummertoevoegingen en kadastrale aanduidingen die, als er een passende omgevingsvergunning voor bestaat, binnen het aangewezen gebied liggen.

 

Straatnaam

Huis-nummer

Toe-voeging

Postcode

Kadastrale aanduiding

Bilderdijkkade

27

S

1053VH

ASD13Q07759G0000

Bilderdijkkade

35

S

1053VH

ASD13Q07759G0000

Bilderdijkkade

50

S

1053VN

ASD13Q07759G0000

Bilderdijkkade

58

S

1053VN

ASD13Q07759G0000

Bilderdijkkade

60

S

1053VN

ASD13Q07759G0000

Bilderdijkkade

61

S

1053VJ

ASD13Q07759G0000

Bilderdijkkade

63

S

1053VJ

ASD13Q07759G0000

Bilderdijkkade

77

S

1053VK

ASD13Q04757G0000

Bilderdijkkade

99

S

1053VM

ASD13Q04757G0000

Geuzenkade

53

S

1056KM

STN02L02109G0000

Geuzenkade

53

T

1056KM

STN02L02109G0000

Geuzenkade

53

U

1056KM

STN02L02109G0000

Geuzenkade

53

V

1056KM

STN02L02109G0000

Geuzenkade

53

W

1056KM

STN02L02109G0000

Jacob van Lennepkade

115

S

1054ZJ

ASD16T07200G0000

Jacob van Lennepkade

123

S

1054ZJ

ASD16T07200G0000

Jacob van Lennepkade

147

S

1054ZK

ASD16T07200G0000

Jacob van Lennepkade

157

S

1054ZL

ASD16T07200G0000

Jacob van Lennepkade

165

S

1054ZM

ASD16T07200G0000

De Rijpgracht

12

S

1055VS

STN02C08387G0000

De Rijpgracht

14

S

1055VS

STN02C08387G0000

De Rijpgracht

18

S

1055VS

STN02C08387G0000

De Rijpgracht

24

S

1055VS

STN02C08387G0000

De Rijpgracht

28

S

1055VS

STN02C08387G0000

 

De volgende tabel geeft een overzicht van de relatie tussen de OmgevingsLoketOnline nummers (voortaan: OLO-nummers), het kenmerk van de omgevingsvergunningaanvraag, en de bovenstaande adressen. Deze informatie kan behulpzaam zijn bij het bepalen of een omgevingsvergunning tot stand is gekomen en of de voorwaardelijke aanwijzing rechtskracht heeft gekregen. Het is niet uitgesloten dat uiteindelijk een omgevingsvergunning met een ander OLO-nummer en kenmerk de wissellocatie mogelijk maakt en dat de aanwijzing van dat adres als gevolg daarvan rechtskracht krijgt.

 

Straatnaam

Huis-nummer

Toe-voeging

OLO-nummer

Kenmerk

Bilderdijkkade

27

S

8280873

Z2023-W005102

Bilderdijkkade

35

S

8280873

Z2023-W005102

Bilderdijkkade

50

S

8282639

Z2023-W005106

Bilderdijkkade

58

S

8282639

Z2023-W005106

Bilderdijkkade

60

S

8282639

Z2023-W005106

Bilderdijkkade

61

S

8280873

Z2023-W005102

Bilderdijkkade

63

S

8280873

Z2023-W005102

Bilderdijkkade

77

S

8283429

Z2023-W005108

Bilderdijkkade

99

S

8283429

Z2023-W005108

Geuzenkade

53

S

8292763

Z2023-W005155

Geuzenkade

53

T

8292763

Z2023-W005155

Geuzenkade

53

U

8292763

Z2023-W005155

Geuzenkade

53

V

8292763

Z2023-W005155

Geuzenkade

53

W

8292763

Z2023-W005155

Jacob van Lennepkade

115

S

8289081

Z2023-W005131

Jacob van Lennepkade

123

S

8289081

Z2023-W005131

Jacob van Lennepkade

147

S

8289081

Z2023-W005131

Jacob van Lennepkade

157

S

8289081

Z2023-W005131

Jacob van Lennepkade

165

S

8289081

Z2023-W005131

De Rijpgracht

12

S

8289223

Z2023-W005134

De Rijpgracht

14

S

8289223

Z2023-W005134

De Rijpgracht

18

S

8289223

Z2023-W005134

De Rijpgracht

24

S

8289223

Z2023-W005134

De Rijpgracht

28

S

8289223

Z2023-W005134

 

Besluitvorming

Het besluit tot voorwaardelijke aanwijzing van de wissellocaties op de Bilderdijkkade, Geuzenkade, Jacob van Lennepkade en de Rijpgracht is op 14 juni 2024 namens het college van B&W genomen door de directeur Ruimte en Duurzaamheid.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel IV  

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit gasaansluitplicht netbeheerder Amsterdam wissellocaties Da Costakade.

Aldus vastgesteld op 14 juni 2024.

Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

Josja van der Veer

directeur Ruimte en Duurzaamheid

Toelichting  

Dit wijzigingsbesluit wijzigt het ‘Besluit gasaansluitplicht netbeheerder Amsterdam’ door een specifiek gebied toe te voegen aan bijlage I van dat besluit. Als gevolg van deze aanwijzing heeft de netbeheerder de taak om de aangewezen ligplaatsen van een kleinverbruik gasaansluiting te voorzien indien daartoe wordt verzocht. Aanleiding voor dit besluit is een verzoek van het programma Kademuren en Bruggen van de gemeente Amsterdam. In verband met de herstelwerkzaamheden aan de kademuren bestaat er behoefte aan een aantal van gasaansluiting voorziene ligplaatsen om woonboten tijdelijk af te meren. Deze boten zijn op de oorspronkelijke ligplaats op het gas aangesloten en moeten tijdelijk worden verplaatst, omdat er werkzaamheden aan kademuren of bruggen worden uitgevoerd. Het is voor die woonboten het tijdelijk onmogelijk om op de oorspronkelijke ligplaats afgemeerd te blijven.

 

Relevante regelgeving

In Nederland wordt de werking van het aardgasnet gereguleerd via de Gaswet. Een centrale rol wordt daarbij gespeeld door de netbeheerder. De netbeheerder heeft een wettelijke taak om te zorgen voor een betrouwbare levering van gas in zijn werkgebied en heeft daarbij ook de taak om te zorgen voor (mogelijkheden tot) aansluiting op het gasnet.

 

In artikel 10, lid 6, onderdeel a en b van de Gaswet zijn respectievelijk de plicht voor de netbeheerder om een kleinverbruik aansluiting te regelen (doorlaatwaarde tot 40m3(n) per uur) en om een aansluitpunt aan te bieden voor een grootverbruik aansluiting (doorlaatwaarde >40m3(n) per uur)

 

In artikel 10, lid 7, onderdeel a van de Gaswet is geregeld dat de aansluitplicht voor een kleinverbruik aansluiting uit lid 6, onderdeel a niet van toepassing is voor nieuwbouw, tenzij het college dit gebied aanwijst (voortaan: aanwijzingsbevoegdheid). De afweging of er sprake is van zwaarwegende redenen van algemeen belang die aanleiding geven tot een aanwijzing ligt bij het college.

 

De regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht geeft in de onderdelen van artikel 1 enkele concrete voorbeelden wanneer het college kan, en dus niet moet, beslissen om een gebied aan te wijzen. Er is dus sprake van een discretionaire bevoegdheid van het college. De wetgever heeft de beleidsruimte wel beperkt door te vereisen dat er in ieder geval zwaarwegende redenen van algemeen belang moeten zijn die een dergelijke gasaansluiting strikt noodzakelijk maken. De wetgever werpt met deze norm aan het college een drempel op om tot een aanwijzing te komen. Uit het voorgaande concludeert het college dat zij bij de beslissing om een gebied aan te wijzen veel beslissingsruimte heeft en dat er in geen geval sprake is van een gebonden bevoegdheid. Het college kan een aanvraag toekennen als zij redelijkerwijs tot de conclusie komt dat er zwaarwegende redenen van algemeen belang zijn die de aanwijzing strikt noodzakelijk maken.

 

Relevant beleid

Op 3 maart 2020 stelde het college van burgemeester en wethouders Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 vast (voortaan: Routekaart). Daarin schetst zij haar plannen om ervoor te zorgen dat de gemeente Amsterdam in 2050 Klimaatneutraal zal zijn. Op pagina 15 van deze Routekaart schetst het college dat zij een Transitievisie Warmte vast zal stellen met duidelijkheid over wanneer welke wijk van het aardgas afgaat en welke alternatieve warmtetechniek wordt aangeboden. Op 30 september 2020 heeft de gemeenteraad van Amsterdam deze Transitievisie Warmte (voortaan: TVW) vastgesteld. Met betrekking tot het gebied waarin de te realiseren wissellocaties zijn gelegen geeft het college op de transitiekaart in de figuur op pagina 7 aan dat de verwachting is dat een deel van het gebied gebruik zal gaan maken van een aardgasvrij gasnet en dat tot 2040 ingezet wordt op het besparen van tot 70% van het gebruikte aardgas. Voor het andere deel van het gebied is op basis van deze zelfde figuur de verwachting vanaf 2030 gefaseerd gestart zal worden met het aansluiten van het daar aanwezige vastgoed aan een warmtenet. Het betreft dus gebieden waar een gasaansluiting vereist zal blijven of waar de aansluiting op het warmtenet en afsluiting van het aardgas pas over een relatief lange termijn wordt voorzien.

 

Het Amsterdamse beleid is duidelijk. We moeten toe naar Klimaatneutraal en dat betekent dat de gemeente Amsterdam moet nastreven om zo min mogelijk CO2 uit te stoten. Er staat voldoende vast dat de verbranding van aardgas direct leidt tot CO2-uitstoot. Het verminderen van het gebruik van aardgas, leidt tot een vermindering van de CO2-uitstoot, aangenomen dat het alternatief niet tot méér uitstoot leidt. Zij wordt daarbij gesteund door een steeds dwingender wettelijke kader.

 

Zonder het voorgaande tegen te spreken moet onder ogen gezien worden dat de beleidsdoelstellingen uit de TVW en de Routekaart zeer algemeen van strekking zijn en dat de TVW in haar opzet een grote ‘korrelgrote’ heeft. Dit beleidsstuk laat zeker ook ruimte voor voortschrijdend inzicht en maatwerk bijvoorbeeld in het kader van de buurtuitvoeringsplannen, zoals genoemd op pagina p.15 . Ook spelen de financiële haalbaarheid en uitvoerbaarheid mee bij de overwegingen blijkens ‘de leidende principes bij de energietransitie’ op pagina 19 van de TVW. Een behoorlijke terughoudendheid van het college om de aanwijzingsbevoegdheid te gebruiken is op zijn plaats.

 

De omstandigheid dat een deel van het aan te wijzen gebied op grond van de TVW aangemerkt is als een gebied waar overgegaan wordt op een aardgasvrij gasnet en tot 2040 ingezet wordt op 70% besparing van aardgas, pleit in ieder geval niet tegen een aanwijzing.

 

De omstandigheid dat het andere deel van het aan te wijzen gebied op grond van de TVW aangemerkt is als een gebied waar vanaf 2030 gefaseerd overgegaan zal worden naar een warmtenet pleit op het eerste gezicht tegen de aanwijzing van de wissellocaties aldaar. Tegelijkertijd moet onder ogen worden gezien dat ‘vanaf 2030’ het laatste mogelijke tijdvak binnen de TVW voor aansluiting aan het warmtenet betreft. Mogelijke vertragingen in gebieden die eerder over gaan naar het warmtenet vertalen zich in vertragingen in de realisatie van aansluiting aan warmtenetten in een gebied dat later aan de beurt is. Het warmtenet moet immers naar de ver weg gelegen gebieden toegroeien om rendabel te blijven. Het feit dat de aansluiting aan het warmtenet ‘gefaseerd’ voorzien is geeft aanleiding te overwegen dat de afsluiting van de gasaansluiting van deze ligplaatsen laat in die fasering opgenomen kan worden. Gelet op de TVW is daarom niet onredelijk om aan te nemen dat deze wissellocaties voor een periode van tenminste 10 jaar en mogelijk wel 15 jaar van een gasaansluiting voorzien kunnen worden, zonder dat daarmee de energietransitie wezenlijke vertraging op zou lopen. Daarbij moet niet uit het oog verloren worden dat verplaatsing in principe niet leidt tot een toename van het aardgasgebruik, slechts tot een verplaatsing van waar het aardgas gebruikt wordt. Het aardgasvrij maken van woonboten kent een eigen proces dat vormgegeven zal worden vanuit gemeentelijke energietransitie ambities. Er is op dit moment nog geen aanpak bepaald voor de omgang met de zeer diverse en complexe groep woonboten. Dit besluit is niet de plaats om vooruit te lopen op dergelijk beleid. Samenvattend kan gestelde worden dat de TVW voldoende ruimte laat voor de aanwijzingen die in dit besluit worden gedaan.

 

Het Gefundeerd herstellen – Actieplan bruggen en kademuren 2023-2026 luidt over woonboten op pagina 19: Van de ongeveer 3.000 Amsterdamse woonboten liggen er 1.700 binnen de scope van het programma. Het verplaatsen van iemands huis heeft veel impact, maar er bestaat helaas geen methodiek waarbij bruggen en kademuren hersteld worden terwijl de woonboten op hun plaats kunnen blijven liggen. […] Bij werkzaamheden aan bruggen en kademuren komen de woonboten in de meeste gevallen weer terug op hun oorspronkelijke plek en gaat het dus om tijdelijke verplaatsingen. De komende periode zoeken we naar meer tijdelijke ligplaatsen (wisselplekken) enonderzoeken we in proeftuinen andere oplossingen voor verplaatsingen. […] Wij zorgen voor deugdelijke aansluitingen voor nutsvoorzieningen, toegangs- en aanmeervoorzieningen en riolering na terugplaatsing, hetzij door hergebruik, hetzij door in overleg met de woonbooteigenaren te vernieuwen.

 

Het spreekt voor zich dat een gasaansluiting onderdeel is van de deugdelijke aansluitingen voor nutvoorzieningen voor woonboten, waar het Actieplan over rept.

 

Ruimtelijke inpasbaarheid

Op het moment van voorbereiding van dit wijzigingsbesluit zijn namens het college omgevingsvergunningaanvragen ingediend voor de wissellocaties. De eventuele totstandkoming van de omgevingsvergunningen vergt een zogenaamde buitenplanse afwijkingsprocedure. Daarmee is de ruimtelijke inpasbaarheid van deze ligplaatsen niet zeker. De voorgenoemde procedure is met aanzienlijke waarborgen, waaronder een uitgebreide zienswijze- en beroepsprocedure, omkleed. Het daarom niet zeker of en wanneer deze omgevingsvergunningen tot stand komen. Om te voorkomen dat met dit besluit onterecht vooruitgelopen wordt op de besluitvorming over deze omgevingsvergunningaanvragen is gekozen om de aanwijzingen in dit besluit voorwaardelijk te maken aan de totstandkoming van de voor de wissellocatie benodigde omgevingsvergunningen. Na iedere vergunningverlening kan namens het college onder verwijzing naar zowel dit besluit en de bekendmaking van de omgevingsvergunning in kwestie een aanmelding van wijziging in het door de ACM beheerde register Gasaansluitplicht gemaakt worden.

 

Participatie en inspraak

Over het beleidsvoornemen om de wissellocatie te realiseren heeft afdoende participatie plaatsgevonden. Deze aanwijzing om op die wissellocaties gasaansluitingen mogelijk te maken geeft slechts uitvoering aan het eerdere beleidsvoornemen. Het kan aangemerkt worden als een beleidsvoornemen van ondergeschikte betekenis en er wordt daarom op grond van artikel 2, vierde lid, onderdeel c van de Algemene Inspraakverordening afgezien van inspraak.

 

Motivering

Het onderhouden en herstellen van bruggen en kademuren is belangrijk om de veiligheid en bereikbaarheid in de stad te borgen. Gelet op het Gefundeerd herstellen – Actieplan bruggen en kademuren 2023-2026 staat vast dat deze werkzaamheden niet uitgevoerd kunnen worden, terwijl de woonboten blijven liggen. Uit datzelfde actieplan volgt dat woonbootbewoners soms naar een tijdelijke wissellocatie moeten verplaatsen om die werkzaamheden uit te kunnen voeren. Er zijn dus zwaarwegende redenen van algemeen belang die ertoe nopen om wissellocaties te maken waar woonschepen tijdelijk afgemeerd kunnen worden terwijl werkzaamheden aan bruggen en kademuren worden uitgevoerd.

 

Waarom een aanwijzing?

Als een woonschip van de ligplaats naar een tijdelijke ligplaats wordt verplaatst blijft de gasaansluiting in de voorzieningenkast op de kademuur ongebruikt achter. De woonboot is qua installaties ingericht op verwarming en koken middels die aardgasaansluiting. Als op een tijdelijke ligplaats geen aansluiting aanwezig is, dan kan de woning niet of beperkt verwarmd worden. Ook voor koken geldt dat dan niet of beperkt mogelijk is. Het ligt daarom voor de hand dat een wissellocatie voorzien moet zijn van een fatsoenlijke gasaansluiting.

In principe heeft de netbeheerder de taak om een gasaansluiting te realiseren als een verplaatste woonbootbewoner die al een gasaansluiting had daar om vraagt, maar dit is in de praktijk een ingewikkeld en tijdrovend proces. Een proces dat dan voor elke te verplaatsen woonboot doorlopen zou moeten worden.

Het niet aanwijzen dwingt het de netbeheerder om bij elke wissel te beoordelen of de woonboot op de tijdelijke ligplaats aangemerkt wordt als nieuwbouw of niet. Het risico dat de netbeheerder in één geval anders besluit is onwenselijk. Juist door deze aanwijzing te doen wordt alle onzekerheid weggenomen en ongeacht de woonboot die op deze ligplaats komt te liggen heeft de netbeheerder de taak om een gasaansluiting te realiseren.

Bijkomend voordat is dat het fysieke deel van de realisatie in de voorzieningenkast op deze manier al kan worden uitgevoerd, voordat duidelijk is welke woonboot aangemeerd zal worden. De woonbootbewoner kan vervolgens, als alles loopt zoals bedoeld, met een administratieve handeling en een koppeling van een gasslang zijn gasaansluiting en gascontract meenemen naar de wissellocatie.

 

Waarom niet aardgasvrij?

Het verplaatsen van een woonboot is in veel gevallen al een behoorlijke opgave. Met de aanwijzing van de Gebied 1 Bokkinghangen 6 en 8 is al gebleken dat het omzetten van een woonboot naar aardgasvrij is in veel gevallen een zeer ingewikkelde, kostbare en tijdrovende klus. Het is daarom onredelijk om te verlangen dat een woonbootbewoner zijn woonboot aardgasvrij maakt, zodat deze op een tijdelijke ligplaats afgemeerd kan worden. Ten overvloede merken we op dat het ook onredelijk is om te verlangen dat een woonbootbewoner, terwijl ze mogelijk voor langere perioden tijdelijk elders liggen, zelf maar even een andere oplossing bedenken of in de kou gaan zitten.

 

Het is niet wenselijk om de schijn te laten ontstaan dat een tijdelijke verplaatsing wordt gebruikt om af te dwingen dat woonboten aardgasvrij gemaakt worden. Oplossingen die dwingen tot versneld aardgasvrij maken van de woonboten zouden de al aanwezige weerstand tegen een verplaatsing alleen maar vergroten. Als de weerstand te veel oploopt is het niet meer mogelijk om de woonschepen op basis van overeenstemming te verplaatsen. Gedwongen verplaatsing en de daarmee samenhangende juridische procedures zouden voor de vernieuwing van de kademuren onacceptabele vertraging met zich meebrengen. De beoogde verplaatsing is eind 2024. Dat laatste laat ook (te) weinig tijd om de woonboten aardgasvrij te maken.

 

Stadsdeel

Gezien het concrete en zeer lokale karakter van deze aanwijzing was er geen aanleiding tot het vragen van een formeel advies vanuit het betrokken Stadsdeel West. Gedurende de voorbereiding van dit besluit is het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel West geïnformeerd over de inhoud van dit besluit en deze heeft aangegeven af te zien van de mogelijkheid tot het geven van ongevraagd advies.

 

Netbeheerder

Het college heeft naar aanleiding van de aanvraag ook afstemming gezocht met de netbeheerder. Deze heeft aangegeven dat het lage druk gasnet dichtbij ligt en voldoende druk heeft. Mogelijk is voor de ligplaatsen aan het Geuzenveld een iets kostbaardere verlenging van de hoofdleiding ter plaatse nodig. Dit laatste brengt een WIOR-procedure en mogelijk enige vertraging met zich mee, maar er zijn geen indicaties dat hiermee iets disproportioneel of onredelijks gevraagd wordt.

 

Gelet op het voorgaande kan samenvattend gesteld worden dat er zwaarwegende redenen van algemeen belang zijn die nopen tot het mogelijk maken van gasaansluitingen voor nieuwbouw op de tijdelijke wissellocaties op de Bilderdijkkade, Geuzenkade, Jacob van Lennepkade en de Rijpgracht. Woonbootbewoners wiens woonboot omwille van essentiële werkzaamheden tijdelijk verplaatst worden moeten kunnen rekenen op een gasaansluiting op de tijdelijke locatie.

 

Bezwaarclausule  

 

Niet mee eens? 

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit bezwaar maken. Als verzenddatum van uw bezwaar geldt de poststempel op uw bezwaarschrift.  

 

Stuur uw bezwaarschrift naar: 

Het College van Burgemeester en Wethouders 

T.a.v. Directie Juridische Zaken 

Postbus 202 

1000 AE Amsterdam  

 

Of per mail naar: bezwaarenberoep@amsterdam.nl

 

Vermeld in uw bezwaarschrift altijd:

  • Uw naam, adres en telefoonnummer

  • De datum waarop u het bezwaar schrijft en uw handtekening

  • Het besluit waartegen u bezwaar maakt, met datum en referentienummer van het besluit

  • Waarom u bezwaar maakt.

Na ontvangst informeert de gemeente u over de manier waarop uw bezwaarschrift wordt behandeld.

 

Dient iemand anders namens u een bezwaarschrift in? Stuur dan een machtiging mee.

 

Schorsende werking

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat wil zeggen: het besluit waartegen u bezwaar maakt, blijft geldig totdat over uw bezwaar is beslist.

 

Spoed? Voorlopige voorziening

Bij grote spoed kunt u (tegen kosten) een zogeheten voorlopige voorziening aanvragen. Dat is een spoedprocedure waarmee het genomen besluit tijdelijk kan worden ingetrokken en/of andere maatregelen kunnen worden getroffen. Een voorlopige voorziening vraagt u aan bij:

 

De Voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam

Sector Bestuursrecht Algemeen

Postbus 75850

1070 AW Amsterdam

 

Dat kan ook via. https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht Daarvoor hebt u DigiD nodig

 

Naar boven