Wijziging Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft,

 

overwegende:

 

  • -

    dat de Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard laatstelijk per 1 januari 2016 is aangepast;

     

  • -

    dat wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 aanleiding geeft tot het wijzigen van de Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard,

gelet op:

 

  • -

    de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    de Archiefwet 1995;

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    de toestemming van de raden van Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, overeenkomstig artikel 61, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen,

besluiten:

 

de Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard als volgt te wijzigen:

Artikel I  

De Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard wordt als volgt gewijzigd:

 

  • -

    In artikel 5 wordt in het vijfde lid “als bedoeld in artikel 17 van de Wet gemeenschappelijke regelingen” geschrapt;

  • -

    In artikel 5 wordt in het zesde lid “als bedoeld in artikel 16 lid 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen” geschrapt;

  • -

    Artikel 5 wordt aangevuld met een zevende lid dat luidt:

7. De raden van de deelnemende gemeenten of het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap kunnen te allen tijde om inlichtingen, als bedoeld in artikel 17, lid 1, van de Wet gemeenschappelijke regelingen verzoeken.

 

  • -

    Artikel 5 wordt aangevuld met een achtste lid dat luidt:

8. Onverminderd het bepaalde in het zevende lid, zal de Archiefcommissie de raden en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap in ieder geval via de jaarrekening de inlichtingen verstrekken die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun taak.

 

  • -

    Artikel 5 wordt aangevuld met een negende lid dat luidt:

9. Tijdens een van de vergaderingen als bedoeld in het tweede lid wordt het functioneren van de Gemeenschappelijke regeling geëvalueerd.

 

  • -

    In artikel 6, wordt in het tweede lid “1 augustus” gewijzigd in “1 september”.

  • -

    Artikel 7, eerste lid, wordt vervangen door een nieuw artikellid, dat luidt:

De Archiefcommissie zendt de ontwerpbegroting twaalf weken voor dat zij wordt vastgesteld toe aan de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap.

 

  • -

    Artikel 7, vierde lid, wordt vervangen door een nieuw artikellid, dat luidt:

De Archiefcommissie stelt de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap voorafgaand aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van haar oordeel over de zienswijze, bedoeld in het derde lid, en van de eventuele conclusies die zij daaraan verbindt.

 

  • -

    Na artikel 7, vierde lid, wordt een vijfde lid ingevoegd dat luidt:

Nadat de begroting door de Archiefcommissie is vastgesteld, zendt zij deze aan de raden van de deelnemende gemeente en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap en aan Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht en Zuid-Holland. Inzending van de vastgestelde begroting aan Gedeputeerde Staten geschiedt voor 15 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de begroting dient.

 

  • -

    Het eerste lid van artikel 11 wordt aangevuld en komt te luiden:

1. Voor het toetreden van een gemeente tot de gemeenschappelijke regeling wordt vereist een besluit van het college van die gemeente en toestemming van de raad van die gemeente. Voorafgaand hieraan wordt de raad of het algemeen bestuur van de toetredende deelnemer de gelegenheid geboden tot het geven van een zienswijze over de voorgenomen toetreding. De raad of het algemeen bestuur kan zijn zienswijze geven binnen acht weken na de ontvangst van de kennisgeving over de voorgenomen toetreding.

 

  • -

    Het eerste lid van artikel 12 wordt aangevuld en komt te luiden:

1. Elk der deelnemers kan uit de gemeenschappelijke regeling treden met ingang van een begrotingsjaar, mits het besluit daartoe tenminste één jaar voordien per aangetekende brief is gezonden aan het college van Woerden.

Voorafgaand hieraan wordt de raad of het algemeen bestuur van de uittredende deelnemer de gelegenheid geboden tot het geven van een zienswijze over de voorgenomen uittreding. De raad of het algemeen bestuur kan zijn zienswijze geven binnen acht weken na de ontvangst van de kennisgeving over de voorgenomen uittreding.

 

  • -

    Het vierde en vijfde lid van artikel 12 worden geschrapt;

  • -

    Het zesde lid van artikel 12 wordt omgenummerd naar 4.;

  • -

    Artikel 13 wordt vervangen door een nieuw artikel dat luidt:

Artikel 13 Wijziging

 

1. De regeling kan worden gewijzigd indien tenminste twee derde van het aantal deelnemers daartoe besluit.

2. Alvorens een ontwerp-besluit ter wijziging van de gemeenschappelijke regeling voor toestemming aan de raden en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap wordt voorgelegd wordt het ontwerp van de gewijzigde regeling toegezonden aan de raden van de deelnemers en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap voor het geven van een zienswijze. De raden en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap kunnen binnen acht weken na ontvangst van het ontwerp van de regeling hun zienswijze geven aan de deelnemers.

3. Nadat de raden en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap eventuele zienswijzen hebben ingediend nemen de deelnemers een ontwerp-besluit dat zij voor toestemming voorleggen aan de raden en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap. De raden en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap besluiten binnen 13 weken na verzending van het ontwerp-besluit door de deelnemers.

4. Nadat de raden en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap toestemming als bedoeld in artikel 13 lid 3 hebben gegeven nemen de deelnemers het definitieve besluit tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling.

5. De wijziging van de regeling treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking door de deelnemers.

 

  • -

    Artikel 14 wordt vervangen door een nieuw dat luidt:

Artikel 14 Opheffing

 

1. De regeling kan worden opgeheven indien tenminste twee derde van het aantal deelnemers daartoe besluit. Ten behoeve van opheffing van de regeling wordt vereist een daartoe strekkend besluit van de deelnemers.

2. Opheffing van de regeling als in het eerste lid bedoeld, zal ingaan vanaf het moment dat de Archiefcommissie daartoe besloten heeft.

3. Bij het besluit tot opheffing van de regeling stelt de Archiefcommissie een liquidatieplan vast dat voorziet in de financiële en andere gevolgen van de opheffing.

 

  • -

    Artikel 15 wordt vervangen door een nieuw artikel dat luidt:

Er zijn geen besluiten van de Archiefcommissie, waarvoor aan de raden of het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap vooraf een zienswijze dient te worden gevraagd, zoals bedoeld in artikel 10, lid 5 en lid 6, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

  • -

    Na artikel 15 wordt een nieuw artikel ingevoegd dat luidt:

Artikel 16 Bekendmaking

 

1. Het college van Woerden zorgt voor de bekendmaking van de regeling en wijzigingen ervan als bedoeld in artikel 26, lid 1 en lid 4, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

Het college van Woerden voegt in het register, bedoeld in artikel 136, lid 1, de gegevens toe, bedoeld in artikel 136, lid 2, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking, onverminderd het bepaalde in artikel 26, lid 3, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Aldus vastgesteld te Woerden op 18 juni 2024,

de secretaris

Drs. M. Brander

de burgemeester

V.J.M. Molkenboer

Naar boven