Tijdelijke verkeersmaatregelen Geesterweg Akersloot

Het college van burgemeester en wethouders;

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd verkeersbesluiten te nemen voor wegen in beheer van de gemeente Castricum. Bij collegebesluit d.d. 1 januari 2017 is deze bevoegdheid gemandateerd aan het hoofd van het Domein Beheer Openbare Ruimte, onder gemandateerd aan de Teammanager Openbare Ruimte en onder gemandateerd aan de beleids-/medewerker verkeer.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Samenvatting

Om de veiligheid op de weg te verzekeren en voor het beschermen van de weggebruikers en passagiers is het gewenst om tijdelijke verkeersmaatregelen in te voeren op de Geesterweg tussen De Noord en Uiterdijk ter hoogte van nr. 10 in Akersloot.

Motivering

Overwegende dat:

• de onder het kopje 'besluiten' genoemde Geesterweg tussen De Noord en Uiterdijk in Akersloot binnen de bebouwde kom ligt en in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Castricum;

• op dit wegvak een maximumsnelheid van 50 km/uur binnen de bebouwde kom is vastgesteld;

• in het wegen en verkeersnetwerk onderdeel uitmaakt van de doorgaande route tussen Akersloot en het veerpondje over de Zuidschermer/N244, Boekel, Boekelemeer Alkmeer/Heiloo en Heiloo;

• onder het gemotoriseerd verkeer ook zwaar vracht- en landbouwverkeer aanwezig is;

• aan de oostzijde van de rijbaan een vrijliggend, dubbelzijdig fietspad aanwezig is;

• ten oosten van de weg aan het pand Geesterweg nr. 10 bouwwerkzaamheden gaan plaatsvinden van 1 juli 2024 tot 29 maart 2025 of korter of langer indien noodzakelijk;

• het beoogde werkvak ter hoogte van het pand zodanig breed wordt dat het gehele fietspad en een deel van de oostelijke rijstrook moet worden afgezet;

• gebieden ten noorden en zuiden van het wegvak en naastgelegen percelen en woningen bereikbaar moeten blijven;

• hiervoor tijdelijke verkeersmaatregelen langer als vier maanden noodzakelijk zijn;

• dit kan worden bewerkstelligd door het plaatsen van de daarvoor benodigde tijdelijke verkeersmaatregelen conform de landelijke richtlijnen CROW96b Tijdelijke Verkeersmaatregelen;

• de ondergenoemde maatregelen worden genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de veiligheid op de weg te verzekeren en voor het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

• een maximum snelheid van 30 km/uur en een inhaalverbod voor het gemotoriseerde verkeer;

– het plaatsen van de verkeersborden: A1-30 maximumsnelheid 30 km/h, A2-30 einde maximumsnelheid 30 km/h, B6 verleen voorrang aan bestuurders op kruisende weg met haaientanden, C14 gesloten voor fietsers en gehandicaptenvoertuigen onder motor, D5-R gebod tot het volgen van de richting die op het bord is aangegeven, F1 verboden voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen en doorgetrokken middenasmarkering, J16 waarschuwing voor werk in uitvoering, J37 waarschuwing voor met onderbord met tekst 'in- en uitrit werkverkeer', BB16-2 schrikhek, BB35-L/R geleidebaken, T51-X04, T51-X05, OB501-T-L/R - SF1-L/R. B4 en 5 zijn niet geplaats omdat er geen ruimte is aan de oostzijde en dan staan de borden op het asfalt wordt het fietsverkeer belemmert en meer naar rechts staan de borden achter het bouwhek en zijn dan niet goed zichtbaar voor de weggebruikers. In de huidige situatie staan deze borden er ook niet;

– een dwarsprofiel van de rijbaan met van west naar oost geleidebakens van 0,50 meter, obstakelvrees van 0,25 meter, verkeersruimte gemotoriseerd van 2,75 meter, tijdelijke (midden)belijning van 0,10 meter, verkeersruimte gemotoriseerd van 2,75 meter, obstakelvrees van 0,25 meter, barrier van 0,60 meter, obstakelvrees van 0,25 meter, verkeersruimte fietsers (tweerichtingen) van 2,00 meter, bouwhek ter afscherming van de werkruimte;

– tijdelijke verharding met industrieplaten in de berm aan de westzijde van de rijbaan;

Wettelijke grondslag

Gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet hierna WvW en de artikelen 12, 34 en 37 van het Bestluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer hierna BABW, heeft het college van Burgemeester en wethouders van Castricum een verkeersbesluit genomen.

Toelichting wettelijke grondslag

Artikel 15 lid 1 WvW 1994: de plaatsing en/of verwijderen van de in art. 12 BABW opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Artikel 15 lid 2 WvW 1994: maatregelen op of aan de weg tot het aanbrengen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Artikelen 34 en 37 BABW: tijdelijke plaatsingen en tijdelijke maatregelen met een langere duur dan vier maanden.

Artikel 12 BABW: de plaatsing of verwijdering van de hierna genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit:

a. de borden die zijn opgenomen in de hoofdstukken A tot en met G van bijlage1, behorende bij het RVV 1990, uitgezonderd de borden C22 en E9, alsmede de borden E4, E12 en E13, tenzij onder deze verkeersborden een onderbord als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel d, wordt aangebracht;

b. de volgende verkeerstekens op het wegdek: 1. doorgetrokken strepen; 2. aanduiding van fietsstroken; 3. aanduiding van busstroken en busbanen; 4. voetgangersoversteekplaatsen; 5. gele doorgetrokken strepen; 6. gele onderbroken strepen 7. Haaientanden.

In de onderstaande tekst wordt aangegeven waar de borden worden geplaatst en de markeringen worden aangebracht. Uit artikel 12 BABW blijkt dat voor het plaatsen of verwijderen van fysieke maatregelen, zoals drempels en inritconstructies, geen verkeersbesluit vereist is. Deze fysieke maatregelen vallen dan ook buiten het verkeersbesluit.

Belangenafweging

Gelet op artikel 2, lid, 1, sub a t/m d van de WVW1994 en artikel 21 van de BABW heeft het verkeersbesluit de volgende doelstellingen:

In eerste instantie:

• het verzekeren van de veiligheid op de weg;

• het beschermen van weggebruikers en passagiers;

• het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

• het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

In tweede instantie ook voor:

• het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

• het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;

En verder

• het bevorderen van een doelmatig of zuinig energiegebruik;

• het waarborgen van het op juiste wijze in rekening brengen van tarieven voor het gebruik van de weg;

• het gebruik en de waarborging van de juistheid van de registers die ingevolge deze wet worden bijgehouden;

• het voorkomen en bestrijden van fraude;

• de regeling van positie, inrichting en werkwijze, alsmede het uitoefenen van toezicht op zelfstandige bestuursorganen die taken verrichten op het terrein van deze wet,

is het gewenst in Akersloot op de Geesterweg tussen De Noord en Uiterdijk Tijdelijke Verkeersmaatregelen conform CROW 96b in te stellen.

Art. 21 BABW beschrijft hoe een verkeersbesluit expliciet gemotiveerd moet zijn met een of meer van de in art. 2 WvW benoemde doelen.

• hierdoor een veilige en duidelijke situatie ontstaat voor alle weggebruikers in deze omgeving;

• hiermee de verkeersveiligheid verbeterd wordt en potentiele gevaarlijke situaties voorkomen worden;

• het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

De verkeersmaatregelen zijn daarmee in het algemeen belang. De andere in de wegenverkeerswet genoemde doelen en belangen zijn niet of slechts in zeer geringe mate van belang en daarom niet in de afweging mee genomen.

Overleg en gehoord

Overeenkomstig art. 24 BABW is overleg gepleegd met de, namens de korpschef van de Nationale politie, gemandateerde Verkeersadviseur van de Eenheid Noord-Holland. Vanuit de politie is er geen bezwaar advies op deze maatregel. De vooraankondiging van de versmalling dient nog wel even de afstand aangegeven te worden.

BESLUIT

  • 1.

    Bij Geesterweg tussen De Noord en Uiterdijk in Akersloot ter hoogte van nummer10 in Akersloot, tijdelijke verkeersmaatregelen te plaatsen conform de landelijke CROW richtlijnen 96b door het plaatsen van verkeerstekens van Bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

  • 2.

    een maximum snelheid van 30 km/uur en een inhaalverbod voor het gemotoriseerde verkeer;

  • a.

    het plaatsen van de verkeersborden: A1-30 maximumsnelheid 30 km/h, A2-30 einde maximumsnelheid 30 km/h, B6 verleen voorrang aan bestuurders op kruisende weg met haaientanden, C14 gesloten voor fietsers en gehandicaptenvoertuigen onder motor, D5-R gebod tot het volgen van de richting die op het bord is aangegeven, F1 verboden voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen en doorgetrokken middenasmarkering, J16 waarschuwing voor werk in uitvoering, J37 waarschuwing voor met onderbord met tekst 'in- en uitrit werkverkeer', BB16-2 schrikhek, BB35-L/R geleidebaken, T51-X04, T51-X05, OB501-T-L/R - SF1-L/R. B4 en 5 zijn niet geplaats omdat er geen ruimte is aan de oostzijde en dan staan de borden op het asfalt wordt het fietsverkeer belemmert en meer naar rechts staan de borden achter het bouwhek en zijn dan niet goed zichtbaar voor de weggebruikers. In de huidige situatie staan deze borden er ook niet;

  • b.

    een dwarsprofiel van de rijbaan met van west naar oost geleidebakens van 0,50 meter, obstakelvrees van 0,25 meter, verkeersruimte gemotoriseerd van 2,75 meter, tijdelijke (midden)belijning van 0,10 meter, verkeersruimte gemotoriseerd van 2,75 meter, obstakelvrees van 0,25 meter, barrier van 0,60 meter, obstakelvrees van 0,25 meter, verkeersruimte fietsers (tweerichtingen) van 2,00 meter, bouwhek ter afscherming van de werkruimte;

  • c.

    tijdelijke verharding met industrieplaten in de berm aan de westzijde van de rijbaan;

  • 3.

    Genoemde verkeersmaatregel uit te voeren zoals aangegeven op bijgevoegde overzichtstekening;

  • 4.

    Een afschrift van dit besluit te zenden aan de districtschef van Politie Eenheid Noord-Holland van de Nationale Politie.

Castricum 26 juni 2024

het college van burgemeester en wethouders van Castricum

Namens deze,

J.Wanders

Beleidsmedewerker verkeer

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Bezwaarclausule

Op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van bekendmaking een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Castricum, postbus 1301, 1900 BH Castricum. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en bevat tenminste de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Wij wijzen erop dat een bezwaarschrift de werking van het besluit niet schorst.

Voorlopige voorziening

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Kunt u een beslissing op uw bezwaarschrift niet afwachten, omdat er spoed noodzakelijk is? Dan kunt u een voorlopige voorziening aanvragen. Daarmee vraagt u de rechter om de werking van het besluit van de gemeente uit te stellen. Een voorlopige voorziening aanvragen kan alleen als u een bezwaarschrift hebt ingediend. Voor de behandeling van uw aanvraag moet u griffierecht betalen aan de rechtbank. U vraagt een voorlopige voorziening schriftelijk aan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem.

Een verzoekschrift tot voorlopige voorziening kunt u ook digitaal indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Naar boven