Gemeenteblad van Berkelland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berkelland | Gemeenteblad 2024, 279049 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berkelland | Gemeenteblad 2024, 279049 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling Fijnder
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk, ieder voor zover zij daartoe bevoegd zijn;
De instemmingsbesluiten van de gemeenteraden van Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk en het advies van het dagelijks bestuur van deze regeling;
Tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Fijnder, door vaststelling van onderstaande integrale tekst.
Hoofdstuk 2 Belang, visie, taken en bevoegdheden
Artikel 4 Taken en bevoegdheden
Fijnder verleent alleen diensten aan gemeenten buiten het artikel 2, derde lid, genoemde rechtsgebied en/of andere organen en rechtspersonen dan de deelnemende gemeenten als het algemeen bestuur hiermee instemt, met dien verstande dat Fijnder ten minste tachtig procent van zijn werkzaamheden uitsluitend voor de deelnemende gemeente verricht. Het algemeen bestuur beslist over de dienstverlening aan derden.
De dienstverlening bedoeld in het eerste lid geschiedt in principe op basis van een overeenkomst, tussen Fijnder en gemeente of gemeenten, dan wel organen of rechtspersonen die het aangaat. In deze overeenkomst wordt vastgelegd welke prestaties Fijnder zal leveren, de kosten die bij deze derden in rekening worden gebracht en de voorwaarden waaronder tot de dienstverlening wordt overgegaan.
Hoofdstuk 3 Inrichting bestuur
De colleges kunnen voor ieder lid daarnaast één plaatsvervangend lid uit hun midden aanwijzen, dat een lid vervangt bij verhindering of ontstentenis. Hetgeen in deze regeling is bepaald ten aanzien van een lid van het algemeen bestuur is van overeenkomstige toepassing op het plaatsvervangend lid, tenzij de regeling anders bepaalt.
Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar minimaal twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste een vijfde deel van de leden waaruit het algemeen bestuur bestaat, met opgave van redenen, daarom verzoekt. In dat laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats.
Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 23 van de Wet gemeenschappelijke regelingen bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Op de vergadering, bedoeld in het zesde lid, is het vijfde lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het vijfde lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
De voorzitter kan het algemeen bestuur voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
De leden van het bestuur van Fijnder en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 165, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering over hetgeen zij in de vergadering van het algemeen bestuur hebben gezegd of aan het algemeen bestuur schriftelijk hebben overgelegd.
Een lid van het algemeen bestuur neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger van zijn gemeente in een andere hoedanigheid eveneens betrokken is en waarbij belangenverstrengeling speelt of de integriteitsvraag aan de orde zou kunnen zijn.
Artikel 13a: Zienswijze besluiten algemeen bestuur
De algemeen verbindende voorschriften ten aanzien van de aan Fijnder gedelegeerde bevoegdheden zijn opgenomen in de verordening sociaal domein van de drie aangesloten gemeenten. Daarnaast handelt Fijnder binnen de kaders van de begroting. Het Algemeen Bestuur kan besluiten om een zienswijze te vragen op een voorgenomen besluit met een verstrekkend politiek of financieel karakter, dat niet valt onder de kaders van de verordening sociaal domein of de begroting.
Artikel 14 Taken en bevoegdheden
Het algemeen bestuur besluit slechts tot oprichting van en de deelname in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de gemeenteraden in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het besluit wordt genomen bij meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.
Afdeling 3.3 Dagelijks bestuur
De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen door en uit het algemeen bestuur en mogen niet afkomstig zijn uit dezelfde gemeente. Zij worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in de nieuwe samenstelling, volgend op de dag van aftreden van de leden van de gemeenteraden van de gemeenten.
Het algemeen bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur ontslag verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot ontslag van een lid van het dagelijks bestuur heeft besloten.
Over een voorstel tot het verlenen van ontslag als bedoeld in het eerste lid wordt niet beraadslaagd of besloten, dan nadat het algemeen bestuur ten minste twee weken en ten hoogste drie maanden tevoren heeft verklaard, dat de betrokken leden van het dagelijks bestuur het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezitten.
De oproeping tot de vergadering waarin over dat voorstel wordt beraadslaagd of besloten wordt ten minste achtenveertig uur voor de aanvang of zoveel eerder als het algemeen bestuur heeft bepaald, bij de leden van het algemeen bestuur bezorgd. Zij vermeldt het voorstel tot het verlenen van ontslag als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 18a Zienswijze besluiten Dagelijks Bestuur
In de verordening sociaal domein zijn de algemeen verbindende voorschriften opgenomen die het kader vormen voor het handelen van Fijnder. Er zijn derhalve geen besluiten van het dagelijks bestuur, waarvoor aan de raden vooraf een zienswijze moet worden gevraagd, bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 19 Taken en bevoegdheden
Het dagelijks bestuur heeft de volgende taken en bevoegdheden:
besluiten, om namens Fijnder, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.
Artikel 20a Zienswijze besluiten voorzitter
Er zijn geen besluiten van de voorzitter, waarvoor aan de raden vooraf een zienswijze moet worden gevraagd, bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid, Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 22a Gemeenschappelijke adviescommissie
Het algemeen bestuur stelt op voorstel van de raden, met inachtneming van artikel 24a van de Wet gemeenschappelijke regelingen, een gemeenschappelijke adviescommissie in. De gemeenschappelijke adviescommissie kan het algemeen bestuur van advies voorzien, de besluitvorming van de raden met betrekking tot de regeling voorbereiden of de raden van advies voorzien.
Hoofdstuk 4 Inlichtingen en verantwoording
Artikel 24 Informatie- en verantwoordingsplicht van de voorzitter
De voorzitter geeft de raden mondeling of schriftelijk een door een of meer leden van een van die raden gevraagde inlichtingen, alsmede uit eigen beweging alle inlichtingen die de raden nodig hebben voor de uitoefening van hun taken, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 25 Informatie- en verantwoordingsplicht van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur geeft de raden mondeling of schriftelijk de door een of meer leden van een van die raden gevraagde inlichtingen, alsmede uit eigen beweging alle inlichtingen die de raden nodig hebben voor de uitoefening van hun taken, tenzij de verstrekking ervan in strijd is met het openbaar belang.
De directeur staat als secretaris het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur ter zijde bij de uitoefening van hun taken. Hij is aanwezig in de vergadering van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur en kan aan de beraadslaging deelnemen. Hij ondertekent mede de stukken die van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur uitgaan.
Hoofdstuk 6 Financiële bepalingen
Artikel 28 Algemene financiële uitgangspunten
Het algemeen bestuur stelt een bijdrageverordening vast, waarin in elk geval wordt geregeld op welke wijze en in welke mate de gemeenten financieel bijdragen aan de middelen voor instandhouding van Fijnder. Nadere financieringsafspraken voor extra taken worden opgenomen in de overeenkomst zoals bedoeld in artikel 5, derde lid.
Artikel 36 Financiële controleverordening
Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid en doelmatigheid van het financieel beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.
Het algemeen bestuur wijst een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de in artikel 34 bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.
De beheerder van de in het vorige lid aan te wijzen archiefbewaarplaats oefent overeenkomstig de regeling als bedoeld in het eerste lid toezicht uit op het beheer van de archiefbescheiden van Fijnder en haar rechtsvoorgangers, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.
Afdeling 9.2 Wijziging, toetreding, uittreding en opheffing
Artikel 44 Aanvang uittredingsprocedure
Indien het algemeen bestuur van oordeel is dat het besluit tot uittreding van een college ertoe leidt dat continuering van de samenwerking in de regeling redelijkerwijs niet meer mogelijk is, doet zij de colleges een voorstel tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling Fijnder als bedoeld in artikel 52.
Indien binnen drie maanden na ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit als bedoeld in het eerste lid door ten minste twee colleges van de andere deelnemers wordt besloten tot uittreding dan wel tot opheffing van de regeling worden deze besluiten tot uittreding respectievelijk deze besluiten tot opheffing beschouwd als besluiten tot opheffing als bedoeld in artikel 52.
Artikel 45 Procedure voor vaststellen uittredingsplan
Met het oog op het bepalen van de inhoud van het uittredingsplan wijst het algemeen bestuur een onafhankelijke externe deskundige aan die in opdracht van het algemeen bestuur het concept uittredingsplan voorbereidt. Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende deelnemer en het algemeen bestuur. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van de uittredende deelnemer. De selectiecommissie besluit bij meerderheid van stemmen.
Ten minste 8 maanden voorafgaand aan het moment van uittreding stelt het algemeen bestuur het uittredingsplan en de voorlopige uittreedsom vast. Het algemeen bestuur baseert de berekening van de voorlopige uittreedsom op de systematiek als bedoeld in het eerste lid en op de jaarrekening van het meest recent verstreken begrotingsjaar.
Uiterlijk 8 maanden na het moment van uittreding stelt het algemeen bestuur de definitieve uittreedsom vast. Het algemeen bestuur baseert de berekening van de definitieve uittreedsom op de systematiek als bedoeld in het eerste lid en op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding.
Artikel 46 Te vergoeden kosten
De voorlopige respectievelijk definitieve uittreedsom bestaat uitsluitend uit een vergoeding ter compensatie van frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten. De frictiekosten en desintegratiekosten worden berekend op basis van de principes van goed koopmanschap en de principes van accounting.
Onder desintegratiekosten wordt verstaan alle kosten direct dan wel toekomstig te maken dan wel te dragen door de Gemeenschappelijke Regeling Fijnder die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de uittreding.
Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op kosten te dragen door de Gemeenschappelijke Regeling Fijnder die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan binnen een periode van 5 jaar vanaf het moment van uittreding als direct gevolg van de uittreding.
Gelijktijdig met het opstellen van het concept uittredingsplan stelt het algemeen bestuur, indien dat noodzakelijk is gelet op de uittreding, een voorstel voor wijziging van de regeling en van de daarop gebaseerde besluiten op. Dit voorstel wordt samen met het concept uittredingsplan aan de deelnemers toegezonden voor besluitvorming. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat de uittredende deelnemer alleen het concept uittredingsplan voor besluitvorming krijgt toegezonden. De raming en berekening van de kosten voor uittreding worden gebaseerd op de feiten en omstandigheden die bekend waren op het moment van de daadwerkelijke uittreding. Beleidswijzigingen, wijziging van economische omstandigheden en wijziging van inzichten die zich voordoen of opkomen na het moment van de daadwerkelijke uittreding kunnen niet worden betrokken bij de bepaling van de hoogte van de uittreedsom.
Feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan na het moment van daadwerkelijke uittreding kunnen niet leiden tot wijziging van de hoogte van de uittreedsom, tenzij de uitgetreden deelnemer dan wel het algemeen bestuur kan aantonen dat de hoogte van de uittreedsom anders zou zijn bepaald omdat: de wederpartij onjuiste inlichtingen heeft verstrekt waarvan deze diende aan te nemen dat de hoogte van de uittreedsom anders zou luiden indien deze onjuiste inlichtingen niet zouden zijn verstrekt; de wederpartij inlichtingen die hem op het moment van het bepalen van de uittreedsom bekend waren niet heeft verstrekt terwijl de wederpartij redelijkerwijs had moeten aannemen dat deze inlichtingen van invloed zouden kunnen zijn op de bepaling van de hoogte van de uittreedsom.
Artikel 48 Advies Ondernemingsraad
Alvorens het algemeen bestuur het concept uittredingsplan voor zienswijzen toezendt aan de colleges stelt het de ondernemingsraad van Fijnder in de gelegenheid om advies uit te brengen over de personele en organisatorische gevolgen die voortvloeien uit het concept uittredingsplan, conform de bepalingen in de Wet op de ondernemingsraden. Met de inhoud van dit advies wordt rekening gehouden in het concept uittredingsplan.
Indien het algemeen bestuur in het concept uittredingsplan vaststelt dat de uittreding een verlies van 20 of meer arbeidsplaatsen tot gevolg heeft of kan hebben, treedt het algemeen bestuur in overleg met de bij de sector betrokken vakbonden om te bepalen of het opstellen van een sociaal plan noodzakelijk is, alvorens het dagelijks bestuur het concept uittredingsplan voor zienswijzen toezendt aan de deelnemers. De conclusies van dit overleg worden opgenomen in het voorstel waarmee het concept uittredingsplan wordt aangeboden aan de deelnemers.
Artikel 49 Wijziging van de regeling
Gelijktijdig met het opstellen van het concept uittredingsplan stelt het algemeen bestuur, indien dat noodzakelijk is gelet op de uittreding, een voorstel voor wijziging van de regeling en van de daarop gebaseerde besluiten op. Dit voorstel wordt samen met concept uittredingsplan aan de deelnemers toegezonden voor besluitvorming.
Artikel 50 Wederzijdse verantwoordelijkheden
Gemeenschappelijke Regeling Fijnder is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittredingskosten zo laag mogelijk te houden. Het voorgaande behoeft niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.
De vertegenwoordiger van de uittredende deelnemer in het algemeen bestuur houdt gedurende de periode vanaf het besluit tot uittreding tot de daadwerkelijke uittreding bij de beraadslaging in en besluitvorming door het algemeen bestuur rekening met de belangen van de Gemeenschappelijke Regeling Fijnder zoals deze zich kunnen voordoen vanaf het moment van daadwerkelijke uittreding. Indien nodig onthoudt deze vertegenwoordiger zich van beraadslaging en besluitvorming, tenzij dit strijdig is met de belangen van zijn gemeente.
De uittredende deelnemer is gehouden zich in te spannen om de formatie van het openbaar lichaam die als gevolg van de uittreding boventallig is geworden met behoud van arbeidsvoorwaarden in dienst te nemen of anderszins in stand te doen houden. De waarde van de formatie die de uittredende partij overneemt van de Gemeenschappelijke Regeling Fijnder wordt gekapitaliseerd en in mindering gebracht op de uittreedsom.
Artikel 51 Betaling van de uittreedsom
Bij de voorbereiding van het concept uittredingsplan biedt het algemeen bestuur de uittredende deelnemer de keuze tussen een betaling van de uittreedsom in een aantal termijnen of voor betaling van de uittreedsom in een keer. In het uittredingsplan bepaalt het algemeen bestuur conform de voorkeur van de uittredende deelnemer of de uittredende deelnemer de uittreedsom in een daarbij te bepalen aantal termijnen of in een keer dient te betalen.
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Berkelland op 2 april 2024
De burgemeester,
Drs. J.H.A. van Oostrum
de secretaris,
M.J.N. Broers
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost
Gelre op 7 mei 2024
De burgemeester,
A.H. Bronsvoort
de secretaris,
J.L.L. Heerkens
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Winterswijk op 28 maart 2024
de burgemeester,
B.J.J. Bengevoord
de secretaris,
S.M.H. Weir
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-279049.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.