Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2024, 277679 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2024, 277679 | beleidsregel |
Concern Informatiebeveiligingsbeleid 2024-2026
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van 14 mei 2024; registratienummer: 24bo004653;
gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 32 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;
overwegende, dat actualisatie van het Concern Informatiebeveiligingsbeleid noodzakelijk is als gevolg van enerzijds de cyclische eis hiertoe in de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), anderzijds door ontwikkeling inzake informatieveiligheid in de afgelopen beleidsperiode (2021-2023).
Dat actualisering van de uitgangspunten wet- en regelgeving, waaronder voldoen aan CSIR en NIS2 aan de orde is.
Het college stelt het Informatiebeveiligingsbeleid Gemeente Rotterdam 2024-2026 vast, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 mei 2024.
De secretaris,
J.H. Meijer, L.s.
De burgemeester,
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Strategisch beleidskader Informatiebeveiliging Concern 2024-2026
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid van de gemeente Rotterdam heeft als doel het beschermen van de gemeentelijke informatie, waaronder informatie van burgers, ondernemers en ketenpartners, het beschermen van de infrastructurele objecten met een ICT-component en toepassing van de relevante wet- en regelgeving. Het uitgangspunt bij deze bescherming betreft zowel effectieve omgang met beveiligingsuitdagingen die voortkomen uit een voortdurend veranderend dreigingslandschap, als het minimaliseren van risico’s in de dienstverlening en bedrijfsvoering. Het college van B en W hecht grote waarde aan informatieveiligheid en verwacht dat iedere werknemer zich individueel verantwoordelijk voelt voor het veilig omgaan met informatie en objecten.
Dit strategische informatiebeveiligingsbeleid is kaderstellend en richtinggevend ten aanzien van informatieveiligheid van de gemeente Rotterdam en dient als leidraad voor de uitwerking op tactisch en operationeel niveau zoals beleidsstukken, procedures en werkinstructies die gerelateerd zijn aan het vakgebied van informatieveiligheid.
Onze ambities voor informatieveiligheid zijn als volgt:
We zullen de gegevens van burgers en ondernemers op een veilige manier verwerken door het implementeren van organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen, zoals vereist door wet- en regelgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet basisregistratie personen (BRP) en de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid draagt bij aan het begrip dat niet alle elementen van informatieveiligheid volledig kunnen worden gecontroleerd. Dit begrip stelt ons in staat om te focussen op gebieden waar controle en invloed mogelijk zijn, die gepaard gaan met robuuste bescherming en voorbereiding tegen bekende dreigingen. Tegelijkertijd begrijpen we dat nieuwe, onvoorziene dreigingen kunnen ontstaan, waarvoor we voortdurend weerbaarheid en response moeten blijven ontwikkelen.
Onze samenleving digitaliseert snel en als gemeente passen wij onze dienstverlening aan op deze mogelijkheden. Ook de Rotterdammer benut volop de mogelijkheden van nieuwe digitale middelen. Tegelijkertijd brengen toenemende nieuwe mogelijkheden van technologie en de voortdurende digitalisering van onze diensten een groeiende complexiteit met zich mee. Dit heeft impact op het gebied van effectieve en verifieerbare informatie- beveiliging van zowel de dienstverlening als de bedrijfsvoering. De complexiteit manifesteert zich met nieuwe dreigingen bij verschillende aspecten, zoals de technische infrastructuur, applicaties, processen en het gebruik van informatie. Het vergt een door- tastende aanpak om ervoor te zorgen dat onze informatiebeveiliging bij deze aspecten gelijke tred kan houden met steeds veranderende dreigingen.
In verschillende wet- en regelgeving worden de eisen aan informatieveiligheid aangescherpt. Toezichthouders stellen meer en hogere eisen aan aantoonbare informatie- beveiliging. Vraagstukken met betrekking tot de digitale veiligheid worden door wetgeving steeds meer gekoppeld aan de verantwoordelijkheden van eigenaren, zoals de bronhouders. Hierbij zijn zowel interne als externe partijen en toezichthouders betrokken. Het is verplicht om de juridische aspecten, zoals bij aanbestedingen en in contracten met leveranciers, af te stemmen op de gewenste en noodzakelijke informatieveiligheid van de gemeente. Ook bij de uitwisseling van gegevens met samenwerkingsverbanden en ketenpartners moeten de juiste maatregelen worden getroffen om risico’s als datalekken te voorkomen. Het is van toenemend belang om als gemeente het overzicht en de controle te behouden over onze toeleveringsketen. Dit met het doel om de afhankelijkheden in de keten voor onze bedrijfs- kritische informatiesystemen te beheersen. Wereldwijde incidenten hebben aangetoond dat juist deze keten potentiële risico’s meebrengt voor de continuïteit van onze bedrijfsvoering. Enkele voorbeelden hiervan zijn: het misbruik van kwetsbaarheden in software (zoals Citrix1 en Log4J2) en ransomware aanvallen (zoals bij gemeente Antwerpen, Buren, Hof van Twente, de Bibliotheek Rotterdam, en de Universiteit Maastricht).
In de snel digitaliserende wereld van vandaag, waar Kunstmatige Intelligentie (AI) een steeds grotere rol speelt, wordt het steeds complexer om echte informatie te onderscheiden van valse informatie. Dit heeft wereldwijd geleid tot problemen zoals nepnieuws, deepfakes, vermoedelijke inmenging in verkiezingen en het stelen van digitale identiteiten. Het is van cruciaal belang om de identiteit van gebruikers en apparaten te waarborgen, aangezien dit de basis vormt voor veilige toegang tot essentiële diensten en informatiesystemen.
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid geeft de strategie en kaders voor de gemeentelijke informatiebeveiliging. Uitwerkingen voeden het meerjarenplan informatiebeveiliging, welke onder regie van de Chief Information Security Officer (CISO) wordt uitgevoerd. Er wordt een duurzame beveiligingsarchitectuur ontwikkeld en onderhouden, zodat het zich aanpast aan de veranderende dreigingen.
Vanwege de ontwikkelingen inzake informatieveiligheid in de afgelopen beleidsperiode (2021-2023) is vaststelling van het geactualiseerde Concern Informatiebeveiligingsbeleid voor de periode 2024-2026 nodig. Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid geeft richting aan de Rotterdamse informatiebeveiligingsaanpak, waarbij de belangrijkste doelen zijn om te voldoen aan wet- en regelgeving en effectief om te gaan met beveiligingsuitdagingen die voortkomen uit een voortdurend veranderend dreigingslandschap. Tevens zal het Concern Informatiebeveiligingsbeleid het clustermanagement ondersteunen bij hun verantwoorde- lijkheid voor het veilig houden van dienstverlening aan Rotterdammers en ondernemers.
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid is als strategisch beleid kaderstellend en richtinggevend voor de informatieveiligheid van de gemeente Rotterdam. Het geeft de kaders voor de ontwikkeling van onderwerpspecifieke documenten op tactisch niveau, waaronder specifiek de uitwerking van de beleidsnormen uit de Baseline Informatie- beveiliging Overheid (BIO). Daarnaast is het Concern Informatiebeveiligingsbeleid richtinggevend voor de inrichting op operationeel niveau met betrekking tot informatiebeveiligingsprocessen en -werkinstructies.
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid is als volgt opgebouwd:
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid is in lijn met:
2.2 Wat is informatiebeveiliging?
Informatiebeveiliging omvat de processen en maatregelen die zijn ingericht om de betrouwbaarheid van gemeentelijke processen, informatiesystemen en de daarin opgeslagen gegevens, zowel digitaal als analoog (tekst, video, geluid) te waarborgen en te beschermen tegen mogelijke schade, zowel opzettelijk als onopzettelijk veroorzaakt.
Deze betrouwbaarheid betreft de aspecten:
Deze indeling van betrouwbaarheid wordt aangeduid met de afkorting BIV.
Informatiebeveiliging borgt de betrouwbaarheid met beveiligingsmaatregelen tegen bedreigingen en risico’s ter voorkoming en vermindering van:
Normen voor informatiebeveiligingsmaatregelen worden in de BIO versie 1.43 omschreven op vier verschillende niveaus die bekend staan als de Basis Beveiliging Niveaus (BBN). Voor elk gedefinieerd bedrijfsbelang wordt het juiste niveau van passende4 BIV- maatregelen vastgesteld om een adequate bescherming te bieden tegen de geïnventariseerde dreigingen.
De gemeente Rotterdam voldoet standaard aan het BBN2. Als er vanwege mogelijke dreigingen voor de te beschermen bedrijfsbelangen (TBB)5 een hoger BBN-niveau wordt vereist, (zoals BBN2+ of BBN3) dan zal via een diepgaande risicoanalyse worden bepaald welke aanvullende passende BIV-maatregelen getroffen moeten worden om de geïdentificeerde risico’s te minimaliseren.
2.3 Scope van het Concern Informatiebeveiligingsbeleid
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid volgt de uitgangspunten voor informatieveiligheid zoals vastgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de aanvullende beveiligingseisen die voortvloeien uit wet- en regelgeving.
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid is van toepassing op een breed scala van situaties en entiteiten binnen de gemeente Rotterdam, namelijk op:
Er zijn verschillende domeinen met inhoudelijke aspecten van informatieveiligheid. Deze domeinen moeten voldoen aan de informatiebeveiliging en -normen van het Concern Informatiebeveiligingsbeleid. Het domein privacy, waar persoonsgegevens worden beschermd door middel van passende organisatorisch en technische beveiligingsmaatregelen, heeft een groot raakvlak met informatieveiligheid. Andere domeinen met relevante raakvlakken zijn beschreven in paragraaf 3.6. Het is hierbij belangrijk om op te merken dat de beleidsmatige aspecten van deze domeinen, zoals bepaald in relevante wet- en regelgeving, buiten de scope vallen van dit Concern Informatiebeveiligingsbeleid.
2.4 Dreigingslandschap gemeente Rotterdam
De gemeente Rotterdam heeft te maken met een voortdurend veranderend dreigings-landschap. De arena rondom digitale aanvallen wordt niet alleen groter en intensiever, maar ook complexer. Mensen, informatiesystemen en apparaten zijn via netwerken op verschillende manieren met elkaar verbonden (‘internet of everything’). In al deze verbindingen kunnen beveiligingsproblemen ontstaan. Dit kan bewust of onbewust schade veroorzaken aan de informatievoorziening van de gemeentelijke organisatie, de werknemers of de burger.
De digitale dreiging is permanent en door steeds verdergaande digitalisering groeien zowel de aanvalsmogelijkheden van de actoren als het aantal actoren. Vanuit het perspectief van nationale veiligheid zijn de voornaamste dreigingen gerelateerd aan (de voorbereidingen voor) sabotage, spionage en het beïnvloeden van verkiezingen. Statelijke actoren maken vaak misbruik van actualiteiten, zoals bij een pandemie, een ramp, oorlogsdreigingen en politieke verkiezingen. Dreigingen vanuit criminele actoren zijn hoofdzakelijk te doen om financieel gewin.
Digitale incidenten en beveiligingsproblemen kunnen leiden tot maatschappij-ontwrichtende schade, (grootschalige) uitval van digitale diensten, processen, infrastructurele objecten of systemen. Naast digitale dreigingen van buitenaf, vormt het informatieveilig gedrag van werknemers bewust of onbewust ook een dreiging met impact op de gemeentelijke informatievoorziening.
Het onderkennen en kunnen herkennen van dreigingen is randvoorwaardelijk voor een snelle en effectieve respons. Om goede risicoafwegingen te kunnen maken en te kunnen prioriteren in de te treffen maatregelen, moet duidelijk zijn wat de meest relevante dreigingen zijn. Het Dreigingsbeeld Informatiebeveiliging Gemeente Rotterdam biedt hier inzicht in6. Het dreigingsbeeld en de onderliggende dreigingsanalyses die hier periodiek op worden gedaan, stelt de gemeente beter in staat om haar kennis, aandacht en middelen te besteden aan de belangrijkste dreigingen en kwetsbaarheden.
Gezien de mondiale ontwikkelingen van de dreigingen is stilstaan met informatiebeveiliging een groot risico voor de gemeente. De informatiebeveiligingsorganisatie heeft continu werk aan het monitoren van de dreigingen om zo incidenten en datalekken te voorkomen die potentieel aanzienlijke schade voor Rotterdam zouden kunnen betekenen.
Het is onmogelijk om incidenten volledig te voorkomen. Wat we wél kunnen doen is weerbaarder worden en weten hoe we moeten handelen als een digitaal incident de gemeente treft. Hiermee kunnen we de negatieve gevolgen zo klein mogelijk proberen te houden. Goed voorbereid zijn, klaarstaan en alertheid vormen de kern van de veerkracht van de gemeente Rotterdam op het gebied van informatiebeveiliging. Deze veerkracht en weerbaarheid omvatten de activiteiten en maatregelen welke nodig zijn om netwerken, (keten-)informatiesystemen, infrastructurele objecten, gebruikers van dergelijke systemen, en personen die getroffen kunnen worden te beschermen tegen de dreigingen.
2.5 Doelstellingen Concern Informatiebeveiligingsbeleid
De hoofddoelen van het Concern Informatiebeveiligingsbeleid zijn:
Om deze doelen te bereiken, heeft de gemeente Rotterdam een geformaliseerd en gestructureerd Meerjarenplan Informatiebeveiliging. Dit bevat een overzicht en prioritering van alle trajecten, projecten en activiteiten tot en met 2026. Deze zijn uitgewerkt langs de indeling van ‘beleid’, ‘uitvoering’ en ‘control’ (kortweg BUC). De BUC-methode wordt gebruikt in de BIO, de BIO thema’s en diverse normeringen van informatiebeveiliging en is het ondersteunende raamwerk voor het informatiebeveiligingsbeleid.
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid is een kader voor iedereen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. In onderstaande tabel zijn de doelgroepen weergegeven inclusief hun taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot informatieveiligheid en verwijzingen naar onderliggende bronnen waarin dit is vastgesteld.
Legenda bronnen informatieveiligheid:
(1) De VNG-resolutie ‘Digitale Veiligheid: kerntaak voor de gemeenten’ (VNG, feb. 2021) (2) BIO, versie 1.4, 2020
(3) Kadernota ‘Sturen en Verantwoorden Rotterdam 2023’
(4) Het VNG-manifest “de tien bestuurlijke principes voor informatiebeveiliging” (2019)
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid voor de periode 2024-2026 is vastgesteld door het college van B en W. Het vorige Concern Informatiebeveiligingsbeleid (periode 2021- 2023) is ingetrokken. Uiterlijk in 2026 wordt het Concern Informatiebeveiligingsbeleid, waar nodig, gewijzigd en opnieuw ter vaststelling aangeboden. Indien een nieuw, dan wel gewijzigd, Concern Informatiebeveiligingsbeleid nog niet is vastgesteld, blijft het huidige Concern Informatiebeveiligingsbeleid van kracht.
Jaarlijks wordt via het ENSIA-verantwoordingsproces gerapporteerd aan zowel het college van B en W als aan de gemeenteraad over de status van informatieveiligheid van de gemeente. Hierbij wordt het informatiebeveiligingsbeleid getoetst op effectiviteit en actualiteit.
3 Uitgangspunten voor informatiebeveiliging
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste uitgangspunten voor informatiebeveiliging die van toepassing zijn binnen de gemeente Rotterdam. Informatiebeveiliging is het middel om het bestuurlijke beleidsdoel informatieveiligheid vorm te geven. De uitgangspunten voor informatiebeveiliging omvatten:
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid benadrukt dat informatiebeveiliging geen op zichzelf staand thema is. Informatiebeveiliging is één van de kwaliteitsaspecten van informatievoorziening en mede daardoor nauw verweven met andere domeinen binnen de gemeente. Bovendien wordt de cruciale rol van een informatieveilige cultuur en bewustwording van informatiebeveiliging benadrukt.
3.1 Bestuurlijke principes informatiebeveiliging
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid is gebaseerd op het VNG-manifest ‘De tien bestuurlijke principes voor informatiebeveiliging’7. Deze principes betreffen de bestuurlijke aanvulling op de BIO en benadrukken de waarden die door bestuurders worden gehanteerd en uitgedragen.
De informatiebeveiligingsprincipes uit het VNG-manifest dienen als algemene uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de inrichting van de gemeentelijke organisatie. Ze zijn universeel van toepassing en ze vormen zo de uitgangspunten voor het bestuur, directie en management, het Concern Informatiebeveiligingsbeleid, de inrichting en werkwijze voor informatiebeveiliging van de gemeente. De gemeente Rotterdam stelt aanvullende bestuurlijke afspraken voor informatiebeveiliging:
Een belangrijk principe van informatiebeveiliging is security-by-design. Dit principe houdt in dat passende informatiebeveiligingsmaatregelen in een zo vroeg mogelijk stadium worden geïntegreerd bij het ontwikkelen en implementeren van nieuwe processen, applicaties en innovaties (bijvoorbeeld met AI, algoritmes en chatbots). De gemeente houdt hierbij rekening met bestaande en toekomstige dreigingen en het benoemen en mitigeren van de beveiligingsrisico’s. Bij het toepassen van dit uitgangspunt werkt de gemeente Rotterdam zowel norm- als risicogebaseerd.
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid van de gemeente Rotterdam wordt bepaald door verschillende wet- en regelgeving. Dit omvat onder andere8: de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Uitvoeringswet AVG (UAVG), de Archiefwet, de Telecommunicatiewet, de eIDAS-verordening, de Wet Open Overheid (WOO), de Wet Basisregistratie personen (BRP), de Wet SUWI, de Wet politiegegevens (Wpg), de Uitvoeringswet cyberbeveiligingsverordening, de EU-data-governance verordening en het intellectueel eigendomsrecht.
Daarnaast zijn er ook aanvullende overheidsrichtlijnen en –convenanten relevant voor het Concern Informatiebeveiligingsbeleid. Dit zijn de Baseline Informatieveiligheid Overheid versie 1.4 (BIO), de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA), de Gemeentelijke Model Architectuur (GEMMA), de eenduidige Normering Single Information Audit (ENSIA), de Cyber Security Implementatie Richtlijn Objecten (CSIR) en de Richtlijn Netwerk- en Informatie-Security (NIS2).
Door de continue aandacht voor informatieveiligheid vanuit de wetgever, wordt er aangepaste en nieuwe Europese en nationale wet- en regelgeving verwacht zoals de Kunstmatige Intelligentie verordening (2025), en de European Dataspaces, de BIO 2.0 (2025) en de eIDAS2.0. Na besluitvorming over de impact van deze veranderingen voor informatieveiligheid worden de nieuwe normen en richtlijnen toegevoegd aan het Concern Informatiebeveiligingsbeleid.
Voor de domeinen (zie 3.6) die specifieke wet- en regelgeving (materiële wetten) hebben waarin eisen aan informatieveiligheid worden gesteld, geldt dat deze domeinen moeten voldoen aan het Concern Informatiebeveiligingsbeleid.
Naleven van wet- en regelgeving ten aanzien van informatieveiligheid vergt steeds meer externe verantwoording, met name voor het gebruik van DigiD, SUWI en BRP.
De gemeente moet aantoonbaar voldoen aan deze wet- en regelgeving en wordt door meerdere toezichthouders, waaronder de gemeenteraad, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Autoriteit Persoonsgegeven (AP), periodiek gecontroleerd. Rotterdam is voor deze verantwoording aangesloten bij de landelijk ingevoerde ENSIA-systematiek.
Vanwege de steeds snellere ontwikkelingen in informatietechnologie en digitalisering wordt de wereldwijde omgeving complexer, onzekerder en onveiliger. Dit brengt meer risico’s met zich mee met betrekking tot de beveiliging van de (persoons)gegevens en informatiesystemen. Om deze risico’s te beheersen en te voldoen aan de eisen van aantoonbaarheid, volgt de gemeente Rotterdam de beleidskaders en standaardproducten voor informatiebeveiliging die zijn ontwikkeld door de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (VNG/IBD), het Centrum voor Informatiebeveiliging en Privacy (CIP) en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
De gemeente houdt zich aan de informatiebeveiligingsstandaarden van de ‘pas toe of leg uit’-lijst van het Forum Standaardisatie zoals voorgeschreven in de Wet Digitale Overheid 2023 (WDO). Deze standaarden verbeteren de samenwerking tussen bedrijven, burgers en de overheid rondom het veilig uitwisselen van gegevens. Het toepassen van deze standaarden volgt de BIO-aanpak voor risicobeheersing, het 100% voldoen aan deze ‘pas toe of leg uit’-lijst van het Forum Standaardisatie is geen doel op zichzelf.
Een internationale erkende norm voor het adequaat beveiligen van informatie en informatiesystemen is vastgelegd in de ISO27001/2. Voor de Nederlandse overheid (alle bestuurslagen) is deze normering vertaald naar de BIO9 door de VNG/IBD. De BIO is een verplichte norm voor overheden met minimale implementatiewijzen van een risico- gebaseerd managementsysteem en beheersmaatregelen die aansluiten op de verschillende omgevingen van de overheid, waar op een eenduidige wijze verantwoording mee kan worden afgelegd. De VNG/IBD helpt gemeenten met aanvullende producten en handreikingen om de BIO te implementeren. De beheersmaatregelen van de BIO zijn vertaald in operationele richtlijnen voor de gemeente in een Rotterdamse Informatiebeveiliging Framework (RIF), welke onderdeel is van het Rotterdamse Information Security Management System (ISMS) zoals beschreven in hoofdstuk 4.
De gemeente Rotterdam past, als aanvulling op de ISO27001/2 en de BIO, de volgende normen en standaarden toe:
3.4 Strategisch risicomanagement informatiebeveiliging
De kern van strategisch risicomanagement is het bewust komen tot betrouwbaarheidseisen en beveiligingsmaatregelen en het bewust accepteren van beheersbare risico’s. Hierbij wordt uitgegaan van het principe ‘van onbewust risico’s lopen naar bewust risico’s nemen’10.
Strategisch risicomanagement voor informatiebeveiliging houdt in dat informatie- beveiligingsrisico’s inzichtelijk en systematisch worden geïnventariseerd en worden beoordeeld. Daarna zal de informatiebeveiligingsorganisatie adviseren over de te treffen maatregelen om de risico’s te mitigeren. Dit advies ondersteunt de proceseigenaar en het clustermanagement om verantwoording af te leggen over haar besluiten. Deze verantwoording betreft zowel de opvolging van de geadviseerde maatregelen als de eventueel geaccepteerde risico’s. Door dit risicomanagementproces te integreren in de bedrijfsprocessen die zijn ingericht om de doelstellingen van de organisatie te realiseren wordt de weerbaarheid tegen dreigingen verhoogd.
3.5 Raakvlakken met organisatie domeinen
De principes voor informatiebeveiliging gelden voor de hele gemeentelijke organisatie.
Binnen de gemeentelijke organisatie zijn specifieke domeinen waar informatiebeveiliging een positieve impact heeft. Hieronder wordt per domein een korte toelichting gegeven waarin de samenhang is beschreven met het strategisch perspectief van informatie- beveiliging:
Privacy: de proceseigenaar dient als verantwoordelijke voor het verwerken van persoonsgegevens te voldoen aan de verplichtingen van de AVG. Privacy richt zich vooral op het inzichtelijk krijgen van risico’s bij de verwerking van persoonsgegevens en het nemen van maatregelen om deze risico’s te verminderen. Gemeente Rotterdam is als verwerkingsverantwoordelijke verplicht om passende organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen te nemen, zoals bedoeld in de artikelen 5, 24, 25 en 32 van de AVG. Daarnaast moet de gemeente Rotterdam kunnen laten zien dat de juiste organisatorische en technische maatregelen zijn genomen om de persoonsgegevens te beveiligen. Om persoonsgegevens veilig te verwerken neemt de gemeente Rotterdam verschillende maatregelen zoals Privacy-by-Design, het autoriseren van toegang, het loggen van applicatiegebruik en het vergroten van het bewustzijn bij werknemers over mogelijke risico’s. Daarnaast heeft de gemeente Rotterdam de werkprocessen waarin persoonsgegevens worden verwerkt, vastgelegd in een verwerkingsregister.
Informatiebeheer: de proceseigenaar dient als verantwoordelijke voor het verwerken, opslaan en verwijderen van informatie de kaders en richtlijnen van informatiebeheer toe te passen. Dit zorgt ervoor dat informatie vindbaar, beschikbaar, toekomstbestendig, interpreteerbaar, leesbaar, en betrouwbaar is en in overeenstemming blijft met de Archiefwet. Deze kwaliteit van informatie is nodig voor het correct uitvoeren van processen, het afleggen van verantwoording, het uitvoeren van onderzoek en het borgen van cultuurhistorische waarden. Er wordt speciale aandacht besteed aan het openbaar maken van informatie (‘open tenzij...’) zoals voorgeschreven in de Wet open overheid (Woo) en de Wet hergebruik overheidsinformatie (Who). Door een classificatieschema te gebruiken, naast de BBN-classificatie, wordt bepaald welke passende maatregelen nodig zijn naast de beveiligingsmaatregelen, om de genoemde kwaliteit te waarborgen. Dit helpt om de informatiehuishouding op orde te brengen en te houden.
Datamanagement: is een op zichzelf staande discipline die de hele datalevenscyclus afdekt van creatie, beschrijving en organisatie via beheer en integratie tot delen en vernietigen. De proceseigenaar is verantwoordelijk voor het beheer en gebruik van data over de hele levenscyclus. Als data voor een ander proces gebruikt gaat worden dan ontstaat er een afspraak tussen de twee proceseigenaren, die van de databron en het daadwerkelijke gebruik. Beide proceseigenaren zijn uiteraard gehouden aan wet- en regelgeving en Rotterdamse kaders als het open databeleid, de Datastrategie; Datamanagement Functie Ontwerp; Governance van hoog risico algoritmen; en het Afwegingskader voor sensoren, data-toepassingen en AI. Uit Rotterdamse kaders én Nederlandse en Europese wetgeving (o.a. Who) volgt een ambitie en verplichting om data te delen. Datamanagement helpt om data intern en extern te ontsluiten en om te kunnen beschikken over betrouwbare data van de juiste betekenis. Het maakt data vindbaar, toegankelijk, begrijpelijk, betrouwbaar, herleidbaar naar de bron en transparant in verantwoordelijkheid.
Data ethiek: de proceseigenaar van data-en analyseproducten zorgt voor verantwoord gebruik. Data ethiek kijkt naar de bewuste afweging die gemaakt wordt over hoe we willen dat er met data om mag worden gegaan, vooral bij data-en analyseproducten waar ethische dillema’s spelen. De afweging die we (impliciet) maken wordt transparant gemaakt door deze te concretiseren en te documenteren. Bij algoritmes wordt dit meegenomen in het algoritmeregister11.
Architectuur: de proceseigenaar draagt zorg voor het inpassen van voorgestelde veranderingen in de bestaande architectuurprincipes, -richtlijnen en -modellen van de gemeente. Hiermee zorgt hij ervoor dat verandering voldoet aan de gemeentelijke kaders, in dit geval de kaders op het gebied van informatiebeveiliging. De bijbehorende informatiebeveiligingsarchitectuur is een verzameling samenhangende principes, richtlijnen en modellen die richting geven aan de implementatie van het Concern Informatiebeveiligingsbeleid. Dit borgt dat de juiste beveiligingsmaatregelen genomen en onderhouden worden. De Rotterdamse architectuur kaders staan niet op zichzelf maar zijn een afgeleide van de Europese en nationale referentiearchitecturen zoals de NORA en de verbijzondering voor de gemeenten de GEMMA.
Fysieke beveiliging: de proceseigenaar of clustermanagement geeft als verantwoordelijke van het pand of de ruimte alleen geautoriseerde werknemers toegang tot het pand of de ruimte waar gevoelige informatie fysiek of digitaal aanwezig is. Alle interne werknemers van de gemeente Rotterdam hebben algemene autorisatie tot alle werklocaties inclusief alle ruimtes die geen extra beveiliging nodig hebben binnen deze werklocatie. Externe werknemers krijgen enkel toegang tot hun specifieke werklocatie. Concern Huisvesting past beveiligingsmaatregelen toe op basis van een risicoafweging om de aanwezige fysieke informatie te beschermen conform de geldende eisen uit het Concern Informatiebeveiligingsbeleid.
Business Continuity Management (BCM): de proceseigenaar draagt zorg voor het tijdig herstel van de werking van zijn proces in geval van een onderbreking als gevolg van een incident of calamiteit. Als het gaat over de continuïteit van de informatie- voorziening worden de benodigde maatregelen genomen conform het Concern Informatiebeveiligingsbeleid.
HR: werknemers die met informatie werken kunnen al dan niet bewust een risico vormen voor informatieveiligheid. De HR-afdeling realiseert maatregelen op het gebied van arbeidsvoorwaarden, gedragsregels en maatregelen en ter voorkoming of verkleining van de risico’s. Dit is bijvoorbeeld door bij indiensttreding een geldige Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te eisen, het laten afleggen van een ambtseed en/of het laten tekenen van een geheimhoudingsverklaring.
Operationele Technologie (OT), Industriële Automatisering (IA), Proces automatisering (PA), ICS/SCADA: de proceseigenaar houdt rekening met extra beveiligingseisen die gelden voor Operationele Technologie (OT). OT is een overkoepelende term voor verschillende systemen waaronder Industrial Control Systems (ICS), Supervisory Control And Data Acquisition (SCADA), Programmable Logic Controllers (PLC), Industrial en Internet of Things toepassingen (IIot/IoT). Hieronder vallen bijvoorbeeld systemen voor het beheren van bruggen, sluizen, gemalen, tunnels, verkeerslichten, camera’s, parkeergarages, liften, toegangspoorten, (straat)verlichting en sensoren die worden gebruikt voor het verzamelen van data. De gevolgen van een incident in dit domein kunnen levensbedreigend en/of verstorend/ontwrichtend zijn voor de samenleving.
3.6 Verhogen Digitale Weerbaarheid
Het Concern Informatiebeveiligingsbeleid geeft richting aan het waarborgen en verhogen voor veilig werken zowel door als voor alle werknemers. Door continu aandacht te besteden aan het belang van het veilig werken met informatie, wordt de digitale weerbaarheid en veerkracht van de gemeente verhoogd. Hierbij zijn een aantal onderwerpen belangrijk:
Informatiebeveiliging is van iedereen
In ons dagelijks leven en werk zijn we steeds meer afhankelijk geworden van internet, social media en cloudopslag. Dit brengt beveiligingsrisico's met zich mee, met name op het gebied van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van onze informatie. Werknemers moeten zich daarom bewust zijn van deze risico's. Want, naast het hebben van een technisch veilige omgeving, zijn het de werknemers en hun handelen die onze digitale omgeving écht veilig of onveilig maken. Het verantwoord en veilig omgaan met informatie en onze werkomgeving is daarom de gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen.
De meeste incidenten worden, vaak onbewust, veroorzaakt door fouten van werknemers. Het Concern bewustwordingsprogramma Blijf alert! leert werknemers op een gestructureerde manier hoe ze bewust en veilig met informatie en onze werkomgeving moeten omgaan, onder andere met e-learnings en bij instromen van nieuwe werknemers. Dit programma is herkenbaar en sluit aan bij de dreigingen en risico’s rondom onze informatievoorziening. De uitleg van de gewenste houding en gedrag inclusief normen, waarden en verantwoordelijkheden sluit goed aan bij werknemers. De situaties die worden besproken zijn vergelijkbaar met wat werknemers zowel op de werkvloer als ook in hun privéleven tegenkomen. Het bewustwordingsprogramma ondersteunt via maatwerk ook een gehele afdeling of team. Tevens is er aansluiting op de campagnes vanuit privacy en informatiebeheer, met als doel de boodschap te versterken en bij de werknemers centraal aandacht te vragen.
Het bewustwordingsprogramma bevordert een gewenste cultuurverandering om het gewenste gedrag te stimuleren. De gemeente Rotterdam streeft naar een cultuur waarin informatieveiligheid en privacy in het DNA van elke werknemer zit. Dit omvat een open cultuur waarin werknemers elkaar kunnen helpen en corrigeren, evenals een veilige meldcultuur waarin het melden van incidenten en het signaleren van risico’s wordt aangemoedigd. Werknemers moeten zich vrij voelen om incidenten te melden, risico’s te herkennen en elkaar aan te spreken op onveilig gedrag.
Goed voorbeeld doet goed volgen
Informatieveilig gedrag is alleen effectief als iedereen meewerkt. Dit betekent dat zowel het bestuur, de directie, het management en de werknemers betrokken moeten zijn en blijven. Het management heeft hierin een voorbeeldfunctie. Hun houding en gedrag zijn van essentieel belang; zij stimuleren veilig gedrag en dragen dit uit naar de rest van de organisatie. Het bewustwordingsprogramma biedt ondersteunende hulpmiddelen om veilig werken te vergemakkelijken.
Het uitvoeren van crisisoefeningen helpt ons om effectief om te gaan met digitale dreigingen. Door regelmatig te oefenen kunnen we samen leren, ervaring opdoen en beter voorbereid zijn op mogelijke incidenten. Op deze manier kunnen we onze digitale veiligheid verbeteren. Aangezien digitale dreigingen voortdurend veranderen is het continu leren belangrijk. Het is cruciaal dat we goed voorbereid zijn zodat we problemen kunnen voorkomen en ervoor kunnen zorgen dat al onze digitale diensten veilig en beschikbaar blijven. Samen met de proceseigenaren worden structureel oefeningen georganiseerd waarbij we gebruik maken van de lessons learned uit incidenten en crisissen uit andere organisaties.
Digitale incidenten en beveiligingsproblemen ontstaan vaak door misbruik van kwetsbaarheden in software die gebruikt wordt. Onze informatiebeveiligings- organisatie neemt verschillende maatregelen om deze kwetsbaarheden op te sporen. Bovendien stimuleren we actief het melden van dergelijke kwetsbaarheden via ons ‘Coordinated Vulnerability Disclosure’ loket12. Ook organiseren we jaarlijks het evenement ‘Hack010’, waarbij ethische hackers worden uitgenodigd om kwetsbaarheden in onze ICT-infrastructuur te identificeren, waardoor we passende beveiligingsmaatregelen kunnen nemen.
4 Organisatie van informatiebeveiliging
De gemeentesecretaris is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de organisatiebrede vraagstukken met betrekking tot informatiebeveiliging13. De gemeentesecretaris wordt daarbij ondersteund door de informatiebeveiligingsorganisatie vanuit BCO/IIFO.
4.1 De informatiebeveiligingsorganisatie
De informatiebeveiligingsorganisatie van de gemeente Rotterdam is een lerende en samenwerkende organisatie. Ze zal op grond van onafhankelijkheid, de transparantie van de informatiebeveiligingsprocessen, de kwaliteit van de informatiebeveiligings- adviezen en een toegewijde uitvoering van haar taken, de proceseigenaren en het clustermanagement zo goed mogelijk ondersteunen bij hun verantwoordelijkheden voor informatieveiligheid. De proceseigenaren en het clustermanagement zijn eindverantwoordelijk:
De informatiebeveiligingsorganisatie is opgedeeld in verschillende lagen en aansturing. Vanuit een strategisch, tactisch en operationeel niveau en een duidelijke taakverdeling worden de proceseigenaren en het clustermanagement effectief ondersteund door:
De Chief Information Security Officer (CISO) die verantwoordelijk is voor het coördineren van de informatiebeveiliging binnen de gemeente Rotterdam. De CISO stuurt de gehele informatiebeveiligingsorganisatie functioneel aan14. De CISO en zijn team zijn organisatorisch belegd bij BCO/IIFO/CIO-Office en opereren op strategisch niveau, waarbij zij zich richten op het gehele concern en alle genoemde doelgroepen.
De informatiebeveiligingsorganisatie moet voortdurend investeren in expertise door middel van permanente educatie, training, en actieve monitoring van bedreigingen. Structurele investeringen in kennis, vaardigheden en ondersteunende tools zijn essentieel om aan
4.2 Managementsysteem voor informatiebeveiliging (ISMS)
De informatiebeveiligingsorganisatie wordt in haar werkzaamheden ondersteund door een managementsysteem voor informatiebeveiliging, ook wel bekend als het Information Security Management System (ISMS). Het ISMS ondersteunt het college van B en W, de Concerndirectie, het clustermanagement en de proceseigenaren bij het bereiken van het maximaal 'in control' zijn met betrekking tot informatieveiligheid.
De CISO is verantwoordelijk voor het Rotterdamse ISMS waarmee de principes van informatieveiligheid (zoals beschreven in hoofdstuk 3) systematisch worden beheerd. Dit gebeurt door middel van een cyclisch en iteratief risicobeheerproces. Vanuit het ISMS kan het Concern Dashboard worden gevoed met relevante prestatie indicatoren Informatieveiligheid.
Met het ISMS is informatiebeveiliging ingericht als een continu verbeterproces, om voortdurend te werken aan de best mogelijke invulling van maatregelen voor een betrouwbare informatievoorziening. Dit verbeterproces wordt ondersteund door verschillende methodes:
Het ISMS van de gemeente Rotterdam volgt een gestructureerde aanpak bestaande uit de volgende vier stappen:
Check: In deze fasen worden de efficiëntie en effectiviteit van de geïmplementeerde maatregelen geëvalueerd met als doel 'in control' te zijn en te blijven. Deze stap omvat de NIST-principe Detecteren, Reageren en Herstellen, waarmee de impact van digitale incidenten en misbruik van kwetsbaarheden wordt verminderd.
S tappen van het NIST-framework
4.3 Controle en verantwoording
Rotterdammers verwachten een betrouwbare overheid die zorgvuldig met hun informatie omgaat. Het gaat daarbij om het waarborgen van beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van gemeentelijke processen, informatiesystemen en de daarin opgeslagen gegevens. Dat zorgt zowel voor betrouwbaarheid als voor goede kwaliteit en continuïteit van de bedrijfsvoerings- en dienstverleningsprocessen.
Het college van B en W legt jaarlijks verantwoording af over de stand van zaken op het gebied van informatieveiligheid binnen Rotterdam via een collegeverklaring informatie- beveiliging. Deze verklaring is gebaseerd op de landelijke en voor gemeenten verplichte ENSIA-systematiek. De Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) is in 2017 ontstaan op initiatief van gemeenten en de ministeries van BZK en SZW om een zo effectief en efficiënt mogelijk ingericht verantwoordingsstelsel voor informatieveiligheid te bieden. Dit stelsel omvat een zelfevaluatie gebaseerd op de informatiebeveiligingsnormen die van toepassing zijn voor de overheid. Tevens ondersteunt dit stelsel de verantwoordingsfase over informatieveiligheid, welke door het college van B en W wordt afgelegd aan enerzijds de gemeenteraad en anderzijds aan de verschillende toezichthouders van de ministeries van BZK en SZW met betrekking tot de informatiebeveiligingsnormen uit de wet- en regelgeving betreffende de BRP, PUN, SUWI, DigiD, BAG, BGT en BRO.
De ENSIA-verantwoording betreft:
De CISO voert als ENSIA-coördinator de regie en ziet toe dat de informatie die nodig is voor de beantwoording van de zelfevaluatie (de informatiebeveiligings-audit vragen) door de informatiebeveiligingsorganisatie wordt verzameld. De proceseigenaren en het cluster- management zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van alle benodigde informatie om de jaarlijkse zelfevaluatie informatiebeveiliging in te vullen. De Informatiebeveiligings- organisatie adviseert de ENSIA-coördinator over de aangeleverde informatie en controleert of deze volledig is. Ten slotte wordt door een onafhankelijke register-auditor (binnen de gemeente belegd bij afdeling Concern Auditing) een oordeel afgegeven over het wel of niet voldoen aan de specifieke ENSIA-normen van informatiebeveiliging.
4.4 Afwijkingen van de informatiebeveiligingsprincipes
Bij de implementatie van beveiligingsmaatregelen moet altijd een goede balans worden gevonden tussen informatieveiligheid, gebruiksvriendelijkheid (werkbaarheid) en kosten zoals beschreven in hoofdstuk 3.1.
De eindverantwoordelijkheid voor het tijdig en correct implementeren van beveiligings- maatregelen ligt bij de proceseigenaren en het clustermanagement ten aanzien van haar processen, informatiesystemen, gegevens, webapplicaties en/of objecten. In uitzonderlijke gevallen, zoals bijvoorbeeld bij schaarse middelen, korte termijn vervangingsperspectief of reorganisaties, kan de verantwoordelijke voorstellen doen aan de portefeuillehouder informatiebeveiliging om af te wijken van het advies van de informatiebeveiligings- organisatie om maatregelen te implementeren. Hierbij hoort ook de ‘pas toe of leg uit’-lijst ten aanzien van de informatiebeveiligingsstandaarden zoals vermeld in hoofdstuk 3.3. Als maatregelen niet meteen of helemaal niet geïmplementeerd worden, dan ontstaat er een risico welke bewust voor kortere of langere tijd geaccepteerd moet worden.
De informatiebeveiligingsorganisatie documenteert het besluit over uitstel van implementatie van de maatregelen op basis van een risico acceptatie overeenkomst in het ISMS. De informatiebeveiligingsorganisatie bewaakt het betreffende risico en rapporteert periodiek aan de portefeuillehouder, de proceseigenaar en het clustermanagement over het risico in relatie met de stand van de vereiste beveiligingsmaatregelen. Als het risico in omvang groeit of er ontstaat een strategisch risico ten aanzien van de bedrijfsvoering of dienstverlening, dan wordt een herbeoordeling gevraagd van het besluit om af te wijken van het implementeren van de maatregelen. Strategische risico’s worden door de portefeuillehouder voorgelegd aan de Concerndirectie.
Bijlage A: Relevante documenten en bronnen
Bijlage B: Overige gebruikte afkortingen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-277679.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.