Gemeenteblad van Venlo
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Venlo | Gemeenteblad 2024, 276150 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Venlo | Gemeenteblad 2024, 276150 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Venlo
Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;
gezien het voorstel van 4 juni 2024;
gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
mede gelet op de door de gemeenteraad verleende toestemming d.d. 24 april 2024;
de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 is gewijzigd ter verbetering van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen;
alle gemeenschappelijke regelingen daarom voor 1 juli 2024 moeten worden aangepast;
de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Venlo en omstreken mee heeft gedaan aan een gezamenlijk traject van 21 Limburgse gemeenschappelijke regelingen om te komen tot gezamenlijke wijzigingen;
in dit traject ook wijzigingen voortvloeiende uit de Aanpassingswet Wnra en de Wet elektronische publicaties zijn voorgesteld;
in samenspraak met de archiefdeskundigen tot een nieuwe archiefbepaling is gekomen.
vast te stellen de navolgende wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Venlo en omstreken met ingang van 1 juli 2024, waardoor deze als volgt komt te luiden:
HOOFDSTUK II ALGEMENE BEPALINGEN
De verdeling van taken en bevoegdheden tussen het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter komt overeen met die, welke in de Gemeentewet is aangegeven voor respectievelijk het college van B&W, de gemeenteraad en de burgemeester van een gemeente, voor zover daarvan in deze regeling niet is afgeweken.
Artikel 4 Doelstelling en taken
Het Werkvoorzieningschap heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening, te weten:
het voorzien in aangepaste werkgelegenheid voor personen, die in belangrijke mate ten gevolge van bij hen gelegen factoren, niet of voorshands niet in de gelegenheid zijn onder normale omstandigheden arbeid te verrichten, zoals bedoeld in de Wet sociale werkvoorziening; Het zal daartoe een of meer werkverbanden oprichten, exploiteren en in stand houden, waarbinnen objecten, als bedoeld in de Wet sociale werkvoorziening, kunnen worden uitgevoerd, dan wel de objecten als bedoeld in de Wet sociale werkvoorziening inkopen bij private rechtspersonen;
HOOFDSTUK III HET ALGEMEEN BESTUUR
Artikel 12 Vergaderingen van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur beslist niet over een voorstel alvorens de gemeenteraden om zienswijzen zijn gevraagd, wanneer ten minste twee gemeenteraden het dagelijks bestuur hierom verzoeken. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de raden hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
Indien het derde lid wordt toegepast, dan hebben de gemeenteraden twaalf weken de tijd hun zienswijzen bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen. Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijzen gegeven zijn, stelt het dagelijks bestuur de gemeenteraden en het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
De leden van een commissie, als bedoeld in artikel 15, kunnen een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen en een tegemoetkoming in de kosten volgens door het algemeen bestuur vast te stellen regels.
Over alle zaken, het Werkvoorzieningschap betreffende, adviseert het algemeen bestuur uit eigen beweging dan wel op verzoek van:
Aan de in het eerste lid bedoelde verantwoordelijkheid wordt op dezelfde wijze voldaan als in het reglement van orde voor de vergaderingen van de desbetreffende gemeenteraad ten aanzien van het afleggen van verantwoording door de burgemeester en door de leden van het college van burgemeester en wethouders is voorzien.
Het algemeen bestuur verschaft aan het college van burgemeester en wethouders dat dit bestuur heeft aangewezen, respectievelijk aan de desbetreffende gemeenteraad, de door een of meer leden van dat college, respectievelijk die raad verlangde inlichtingen, op de in de betreffende gemeente gebruikelijke wijze.
Het lid van het algemeen bestuur tot wie het verzoek om inlichtingen is gericht, draagt er zorg voor dat het verzoek, alsmede het antwoord of de kennisgeving bedoeld in het derde lid, ter kennis wordt gebracht van het college van B&W dat hem heeft aangewezen, respectievelijk de desbetreffende gemeenteraad.
HOOFDSTUK IV HET DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 24 Vergaderingen van het dagelijks bestuur
Een vergadering van het dagelijks bestuur wordt niet gehouden, wanneer blijkens de presentielijst minder dan de helft van de leden aanwezig is. In dit geval wordt een nieuwe vergadering uitgeschreven, binnen veertien dagen te houden. In deze tweede vergadering worden uitsluitend onderwerpen op de agenda van de eerste vergadering vermeld, aan de orde gesteld. In deze vergadering kunnen besluiten genomen worden, ongeacht het aantal aanwezige leden.
Indien een lid stemming verlangt, wordt over zaken mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd. Over personen wordt schriftelijk, met gesloten ongetekende briefjes, gestemd. Leden die blanco of anderszins ongeldige briefjes ingeleverd hebben worden geacht, voor wat de geldigheid der stemmen betreft, aan de stemming te hebben deelgenomen.
Bij het staken van stemmen over zaken wordt een voorstel geacht niet te zijn aangenomen. In een volgende vergadering kan het voorstel eventueel opnieuw ter beslissing worden voorgelegd. Bij het staken van stemmen over personen wordt een herstemming gehouden. Indien de stemmen bij deze herstemming staken, wordt het betreffende voorstel in de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Staken ook dan de stemmen, dan heeft de voorzitter een doorslaggevende stem.
Het dagelijks bestuur is bevoegd adviseurs uit te nodigen deel te nemen aan haar vergaderingen en beraadslagingen. Deze hebben een adviserende stem.
Over alle zaken, het werkvoorzieningschap betreffende, adviseert het dagelijks bestuur uit eigen beweging dan wel op verzoek van:
De voorzitter vertegenwoordigt het Werkvoorzieningschap in en buiten rechte. Indien hij behoort tot het bestuur van een der aan de regeling deelnemende gemeenten, die partij is in een geding, waarbij het Werkvoorzieningschap is betrokken, dan vertegenwoordigt de vice-voorzitter het Werkvoorzieningschap. Zijn beiden bij het geschil betrokken, dan wijst het dagelijks bestuur een ander als vertegenwoordiger aan. De voorzitter kan de vertegenwoordiging buiten rechte aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen voor een geval als bedoeld in dit lid.
HOOFDSTUK VII FINANCIELE VERPLICHTINGEN
Het algemeen bestuur stelt, mede gelet op het ter zake bepaalde in de Wet sociale werkvoorziening, regelen vast ter zake van het geldelijk beheer en de boekhouding. In deze regelen, die toegezonden dienen te worden aan gedeputeerde staten, wijst het algemeen bestuur een of meer externe deskundigen aan die met deze controle belast worden.
Jaarlijks heeft een controle, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, plaats. Van deze controle wordt verslag opgemaakt. De functionaris, van wie het geldelijk beheer en betreffende administratie wordt gecontroleerd, is bevoegd dit verslag van aantekeningen te voorzien. Elk controlerapport wordt ter kennis gebracht van het bestuur en aan gedeputeerde staten toegezonden.
Bij schorsing, ontslag of overlijden van een functionaris, belast met het geldelijk beheer, worden de geldmiddelen en de betreffende administratie, welke deze beheerde, onmiddellijk gecontroleerd. Hiermede is belast de externe deskundige als bedoeld in lid 1 van dit artikel. Deze maakt verslag op, dat aan het algemeen bestuur en gedeputeerde staten wordt aangeboden.
Het dagelijks bestuur zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de gemeenteraden, vergezeld van een voorlopige berekening van de door de gemeenten te betalen bijdrage en voorzien van een toelichting van het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerpbegroting op, voorzien van een toelichting, en zendt dit ontwerp tenminste twaalf weken voordat deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, doch uiterlijk 30 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de ontwerpbegroting geldt, toe aan de colleges en de raden. brengen. In de ontwerpbegroting wordt aangegeven de raming van de door gemeenten voor dat jaar verschuldigde bijdrage.
Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks conform de regels zoals vastgelegd in het jaarlijks vast te stellen beleidsproces de ontwerprekening met betrekking tot het afgelopen boekjaar aan de gemeenteraden, vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid, opgemaakt door de in artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundige, alsmede vergezeld van een voorlopige berekening van de door de gemeenten te betalen bijdrage en voorzien van een toelichting van het dagelijks bestuur.
De gemeenten zijn gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente en aflossing van de op grond van het bepaalde in het vorige lid opgenomen gelden, zulks in verhouding tot het aantal inwoners van deze gemeenten per 1 januari van het jaar van sluiting van de lening of het aangaan van de rekening-courant overeenkomst.
HOOFDSTUK VIII VERDELING BATEN EN LASTEN
De verrekening van de niet relevante kosten, o.a. bestuurskosten, vindt plaats overeenkomstig de ter zake door het algemeen bestuur vast te stellen regels.
Het exploitatieoverschot van enig jaar, met inbegrip van de begrote gemeentelijke bijdragen, als bedoeld in artikel 38 lid 1, wordt toegevoegd aan het egalisatiefonds, tot een maximum van de begrote gemeentelijke bijdragen, als bedoeld in artikel 38 lid 1 minus de niet relevante kosten, voor het betreffende jaar.
Het exploitatietekort, uitgaande boven de begrote gemeentelijke bijdragen, als bedoeld in artikel 38 lid 1, wordt ten laste gebracht van het egalisatiefonds. Ingeval het saldo van het egalisatiefonds niet toereikend is om het tekort te dekken, dragen de colleges van B&W bij in het tekort, overeenkomstig het bepaalde in artikel 36.
HOOFDSTUK X TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, OPHEFFING
Artikel 43 Procedure en inhoud van het uittredingsplan
Het in artikel 42 bedoelde uittredingsplan bevat de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van vijf jaar het directe gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende gemeente.
Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke adviseur aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende gemeente en de voorzitter. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke adviseur aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van de uittredende gemeente.
De onafhankelijke adviseur neemt bij het bepalen van de uittreedsom het bepaalde in dit artikel en in artikel 40 in acht en baseert zich daarbij op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding. Tevens past de onafhankelijke adviseur bij de berekening van de uittreedsom een risico-opslag van 10% op de uittreedsom toe om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende gemeente van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.
Het algemeen bestuur is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittreedsom zo laag mogelijk te houden. Het algemeen bestuur onderzoekt in dat kader met de uittredende gemeente de mogelijkheid tot overname van personeel, activa en contracten. Het voorgaande behoeft echter niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de gemeente.
De regeling kan worden gewijzigd indien de colleges van ten minste twee derde van het aantal deelnemende gemeenten hiertoe besluiten, onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de wet. In het geval het aantal gemeentes aan de regeling is gedaald tot twee, dienen de colleges van burgemeester en wethouders van beide gemeenten te besluiten tot wijziging van de regeling.
Deze regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van alle colleges van burgemeester en wethouders minus één. In het geval het aantal gemeentes aan de gemeenschappelijke regeling is gedaald tot twee, dienen de colleges van beide gemeenten te besluiten tot het opheffen van de regeling. Het besluit tot opheffing wordt niet genomen voordat de gemeenteraden gedurende twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk op de voorgestelde opheffing hun zienswijze bij het college naar voren te brengen.
Het algemeen bestuur treedt op als opdrachtgever van de deskundigencommissie. In de opdracht wordt ten minste het probleem geschetst, worden de te beantwoorden vragen geformuleerd en wordt de termijn genoemd waarbinnen de deskundigencommissie haar advies dient uit te brengen, zijnde doch uiterlijk twaalf maanden na het indienen van het verzoek tot een onafhankelijk deskundigenadvies.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-276150.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.