Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoeksche Waard 2024

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard,

 

Gelet op de artikelen:

5.1 derde lid onder c, 5.3 tweede lid, 5.4 zesde en zevende lid, 5.5 derde lid, 5.6 vijfde en zesde lid, 8.3 eerste lid, 8.4 vijfde lid, 11.3 derde lid en 15.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoeksche Waard 2020

 

Besluit:

 

Vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoeksche Waard 2024

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In dit Besluit verstaan wij onder:

    • a.

      Besluit: het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoeksche Waard 2024;

    • b.

      Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoeksche Waard 2020.

  • 2.

    Alle begrippen, die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015, de Verordening en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).

HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 2.1 Afschrijvingsperioden

Onverminderd de toepassing van artikel 8.3 vijfde lid onder f van de Verordening hanteren wij voor voorzieningen de volgende afschrijvingsperioden:

Woningaanpassingen:

  • keuken 20 jaar;

  • badkamer 25 jaar.

Artikel 2.2 Toepassing primaat verhuizing

Het bedrag waarboven toepassing van het primaat van de verhuizing, zoals bedoeld in artikel 8.3 eerste lid van de Verordening, kan worden toegepast bedraagt € 2.812,03.

HOOFDSTUK 3 PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 3.1 Recht op Persoonsgebonden budget

Onverminderd de voorwaarden en/of weigeringsgronden van artikel 2.3.6 van de wet maatschappelijke ondersteuning 2015 bestaat geen recht op een Persoonsgebonden budget indien en zolang een risico bestaat dat beslag kan worden gelegd op het Persoonsgebonden budget.

Artikel 3.2 Persoonsgebonden budget woningaanpassing

  • 1.

    Bij de verlening van een Persoonsgebonden budget voor het realiseren van een woningaanpassing dient binnen 6 maanden na het besluit met de werkzaamheden te worden aangevangen.

  • 2.

    In afwijking van artikel 5.1 derde lid onder c van de Verordening dient het Persoonsgebonden budget voor woningaanpassingen binnen 15 maanden na toekenning te zijn aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    Voor de verstrekking van een Persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing geldt dat de cliënt:

    • a.

      met de werkzaamheden waarop de maatwerkvoorziening betrekking heeft, niet mag beginnen voordat het College positief heeft beslist op de aanvraag;

    • b.

      het College desgevraagd op één of meer door het College te bepalen tijdstippen toegang tot de woning of het gedeelte van de woning biedt waar de aanpassing wordt aangebracht;

    • c.

      desgevraagd aan het College inzage verstrekt in de bescheiden en tekeningen die betrekking hebben op de woningaanpassing;

    • d.

      desgevraagd aan het College de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de gerealiseerde woningaanpassing.

  • 4.

    Onmiddellijk na de voltooiing van de aanpassingswerkzaamheden, doch uiterlijk binnen 15 maanden na het besluit tot toekenning, verklaart de cliënt schriftelijk aan het College dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

  • 5.

    De gereedmelding, bedoeld in het vorige lid, is voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat bij het treffen van de maatwerkvoorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder het Persoonsgebonden budget is toegekend.

  • 6.

    De cliënt, aan wie een Persoonsgebonden budget is verstrekt voor het realiseren van een woningaanpassing aan de eigen woning, is verplicht zorg te dragen voor een opstalverzekering die in voldoende mate de te verzekeren waarde van de woning dan wel de getroffen woningaanpassing dekt voor het risico van schade.

Artikel 3.3 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening

  • 1.

    Bij de verstrekking van een Persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel kunnen de volgende eisen gelden:

    • a.

      de cliënt dient een maatwerkvoorziening van goede kwaliteit aan te schaffen, volgens de door het College daaraan gestelde eisen;

    • b.

      de cliënt dient een onderhoudscontract af te sluiten met een leverancier, waarin tenminste zijn opgenomen de kosten van reparaties (inclusief onderdelen, voorrijkosten en arbeidsloon), 24-uurs-service, recht op gebruik van leenvoorziening, jaarlijks onderhoud en keuring;

    • c.

      de cliënt dient bij aanschaf van een vervoersvoorziening een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

  • 2.

    De cliënt dient het College desgevraagd in de gelegenheid te stellen de met het Persoonsgebonden budget aangeschafte maatwerkvoorziening te bezichtigen en te laten beoordelen.

Artikel 3.4 Budgetperioden hulpmiddelen

Onverminderd de toepassing van artikel 5.6 lid 5 van de Verordening worden voor hulpmiddelen de volgende budgetperioden gehanteerd:

  • tilliften: 10 jaar;

  • hulpmiddelen voor kinderen: 5 jaar;

  • overige hulpmiddelen: 7 jaar.

Artikel 3.5 Persoonsgebonden budget

  • 1.

    Voor het Persoonsgebonden budget voor begeleiding voor personen die behoren tot het sociaal netwerk van de cliënt, zoals bedoeld in artikel 5.4 lid 4 van de Verordening, worden in 2024 de volgende bedragen gehanteerd:

    Periode

    Uurtarief

    01-01-2024 t/m 29-02-2024

    23,23

    01-03-2024 t/m 30-09-2024

    23,82

    01-10-2024 t/m 31-12-2024

    24,42

  • 2. a.

    Voor het Persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning, zoals bedoeld in artikel 5.5 van de Verordening, worden in 2024 de volgende bedragen gehanteerd:

    Periode

    Uurtarief

    01-01-2024 t/m 29-02-2024

    19,80

    01-03-2024 t/m 30-09-2024

    20,39

    01-10-2024 t/m 31-12-2024

    20,99

  • 3.

    Uit het Persoonsgebonden budget mogen de reiskosten worden betaald van de persoon aan wie het Persoonsgebonden budget wordt uitbetaald in verband met het bieden van de geïndiceerde maatwerkvoorziening, niet zijnde vervoer naar en van de locatie, met een maximum van 40 kilometer per dag. De hoogte is gebaseerd op het maximaal belastingvrije bedrag (€ 0,19).

Artikel 3.6 Vrij besteedbaar bedrag begeleiding

Van het Persoonsgebonden budget kan 1,5% tot een maximum van € 1.250,00 per jaar buiten de verantwoording worden gelaten van de overeenkomst als bedoeld in artikel 5.2 van de Verordening.

HOOFDSTUK 4 TARIEVEN MAATWERKVOORZIENINGEN

Artikel 4.1 Huishoudelijke Ondersteuning

Het tarief, zoals bedoeld in artikel 5.5 lid 3 van de Verordening, bedraagt € 34,60 per uur.

Artikel 4.2 Dagbesteding, begeleiding, kortdurend verblijf en vervoer

De tarieven, zoals bedoeld in artikel 5.4 lid 6 en artikel 7.4 van de Verordening bedragen voor individuele begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en vervoer bedragen:

 

Product, type Wmo Begeleiding

Eenheid

Tarief 2024, geïndexeerd

Individuele Begeleiding Ondersteunend

per uur

per cliënt

€ 70,55

Individuele Begeleiding Basis

per uur

per cliënt

€ 77,56

Individuele Begeleiding Specialistisch

per uur

per cliënt

€ 84,50

Individuele Begeleiding Waakvlam

per uur

per cliënt

€ 72,76

Begeleiding Groep Ondersteunend

per dagdeel

per cliënt

€ 46,66

Begeleiding Groep Basis

per dagdeel

per cliënt

€ 61,31

Begeleiding Groep Specialistisch

per dagdeel

per cliënt

€ 79,09

Arbeidsmatige Dagbesteding Ondersteunend

per dagdeel

per cliënt

€ 50,16

Arbeidsmatige Dagbesteding Basis

per dagdeel

per cliënt

€ 61,31

Arbeidsmatige Dagbesteding Specialistisch

per dagdeel

per cliënt

€ 80,49

Beschut Wonen in een Gemeenschap

per etmaal

per cliënt

€ 8,30

Vervoer Regulier 0 tot 5 km

enkele reis cliënt

per dag

per cliënt

€ 20,98

Vervoer Regulier 5 tot 10 km

enkele reis cliënt

per dag

per cliënt

€ 20,98

Vervoer Regulier 10 km of meer

enkele reis cliënt

per dag

per cliënt

€ 28,70

Vervoer Rolstoel 0 tot 5 km

enkele reis cliënt

per dag

per cliënt

€ 20,98

Vervoer Rolstoel 5 tot 10 km

enkele reis cliënt

per dag

per cliënt

€ 28,70

Vervoer Rolstoel 10 km of meer

enkele reis cliënt

per dag

per cliënt

€ 39,59

 

Kortdurend verblijf (logeerzorg):

Beslapen bed: €139,86

Onbeslapen bed: €129,72

Artikel 4.3 Hulpmiddelen

De volgende categorieën hulpmiddelen voor vervoer en wonen zijn beschikbaar binnen een standaard leveringsassortiment. Uit concurrentieoverwegingen kunnen categorieprijzen niet worden gepubliceerd.

 

  • 1.

    Handbewogen- en duwrolstoelen voor incidenteel gebruik

  • 2.

    Handbewogen rolstoelen met kantelfunctie

  • 3.

    Handbewogen rolstoelen voor semipermanent gebruik of actief gebruik

  • 4.

    Elektrische rolstoelen met elektrische versnelling

  • 5.

    Duw- en hoepelondersteuning voor rolstoelen

  • 6.

    Kinderduw-en wandelwagens en buggy’s

  • 7.

    Overige rolstoelvoorzieningen

  • 8.

    Scootmobielen

  • 9.

    Driewielfietsen

  • 10.

    Handbike

  • 11.

    Duo fietsen

  • 12.

    Autostoeltjes

  • 13.

    Overige vervoersvoorzieningen

  • 14.

    Tilliften

  • 15.

    Douche- en toiletvoorzieningen

  • 16.

    Overige woonvoorzieningen

HOOFDSTUK 5 TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN

Artikel 5.1 Meerkosten en aanvraag

  • 1.

    Het College kan op aanvraag aan de persoon als bedoeld in artikel 11.1 eerste lid van de Verordening een tegemoetkoming in de meerkosten verlenen voor:

    • a.

      de verhuis- en herinrichtingskosten die het gevolg zijn van een verhuizing als bedoeld in artikel 8.3 van de Verordening;

    • b.

      de kosten in verband met de aanschaf van een geschikte sportrolstoel welke dient ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie;

    • c.

      de kosten in verband met het zich verplaatsen in de leefomgeving met een eigen auto, een rolstoeltaxi of individueel taxivervoer als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Verordening welke dienen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie.

Artikel 5.2 Hoogte tegemoetkoming meerkosten

  • 1.

    De hoogte van de tegemoetkoming voor de verhuis- en herinrichtingskosten is een vast bedrag voor de kosten van stoffering en verven/behangen van de nieuwe woning. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de gezinsgrootte. De tegemoetkoming voor inrichtingskosten bedraagt voor een:

    • a.

      eenpersoonshuishouden € 2.812,03;

    • b.

      tweepersoonshuishouden € 2.812,03;

    • c.

      driepersoonshuishouden € 3.925,14;

    • d.

      huishouden van 4 of meer personen € 5.038,24.

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming voor de verhuiskosten bedraagt maximaal € 1.171,69 en wordt vastgesteld op basis van de werkelijke kosten.

  • 3.

    De tegemoetkoming van maximaal één maand dubbele woonlasten, zijnde de werkelijke kosten van de woonruimte met de laagste lasten.

  • 4.

    De hoogte van de tegemoetkoming voor:

    • a.

      het gebruik van een (eigen) auto bedraagt maximaal een kilometervergoeding van € 0,32 onder aftrek van de reguliere kosten voor openbaar vervoer ter hoogte van € 0,17 per km;

    • b.

      het gebruik van een rolstoeltaxi of individuele taxi bedraagt maximaal het bijbehorende reguliere tarief per kilometer, tijdtarief en het van toepassing zijnde reguliere voorrijdtarief per rit onder aftrek van de reguliere kosten voor openbaar vervoer ter hoogte van € 0,17 per km;

    • c.

      de aanschaf van een sportrolstoel bedraagt maximaal € 3.175,86 voor een periode van minimaal 3 jaar.

  • 5.

    Het College stemt de hoogte van de tegemoetkoming in het vierde lid onder a of b af op de samenvallende vervoersbehoefte van de echtgenoten of daarmee gelijkgestelden.

  • 6.

    Vallen de vervoersbehoeften als bedoeld in het vorige lid in belangrijke mate samen, dan verstrekt het College slechts een keer het bedrag genoemd in het vierde lid onder a of b.

  • 7.

    Het College kan in individuele gevallen afwijken van de (uitkomst van) bedragen genoemd in het vierde lid onder a of b indien de vervoersbehoefte als bedoeld in artikel 5.1 onder c van dit Besluit daartoe aanleiding geeft gelet op de zelfredzaamheid en participatie.

Artikel 5.3 Uitbetaling tegemoetkoming meerkosten

  • 1.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5.2 eerste en derde lid van dit Besluit wordt uitbetaald nadat het College heeft vastgesteld dat de persoon aan wie de tegemoetkoming is toegekend is verhuisd naar de voor hem meest geschikte beschikbare woning.

  • 2.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5.2 tweede lid van dit Besluit wordt uitbetaald nadat het College heeft vastgesteld dat de persoon aan wie de tegemoetkoming is toegekend is verhuisd naar de voor hem meest geschikte beschikbare woning op basis van nota’s of een door het college goedgekeurde offerte.

  • 3.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5.2 vierde lid onder a van dit Besluit wordt uitbetaald nadat het College de aanvraag om de tegemoetkoming heeft toegekend.

  • 4.

    De tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 5.2 vierde lid onder b van dit Besluit worden uitbetaald op basis van declaratie of op basis van nota’s.

  • 5.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5.2 vierde lid onder c van dit Besluit worden uitbetaald op basis van een door het College goedgekeurde offerte of op basis van een nota.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Indexering

  • 1.

    Op grond van artikel 15.2 van de Verordening kunnen jaarlijks per 1 januari de bedragen in dit Besluit verhoogd of verlaagd worden conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 2.

    Voor zover gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van de consumentenprijsindex alle huishoudens over de periode oktober van het voorvorige jaar tot en met september van het vorige jaar.

Artikel 6.2 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit Besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoeksche Waard 2024.

  • 2.

    Onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2023 van de gemeente Hoeksche Waard treedt dit besluit in werking met ingang van 1 januari 2024.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard d.d.

de secretaris,

de burgemeester,

Naar boven