Verordening op de Rekenkamer Harlingen 2024

De raad van de gemeente Harlingen

 

Gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet

 

B E S L U I T:

 

Vast te stellen de Verordening op de Rekenkamer Harlingen 2024

 

De Verordening op de Rekenkamercommissie d.d. 11 maart 2008 intrekken

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Gemeentewet

  • b.

    Rekenkamer: de Rekenkamer van Harlingen (hierna Rekenkamer) als bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet.

  • c.

    Voorzitter: de voorzitter van de Rekenkamer Harlingen

  • d.

    Leden: de leden van de Rekenkamer Harlingen

  • e.

    Raad: de gemeenteraad van Harlingen

  • f.

    Griffier: de functionaris als bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet

  • g.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Harlingen

  • h.

    Gemeentebestuur: de gemeenteraad en het college

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een Rekenkamer.

  • 2.

    De Rekenkamer bestaat uit drie externe leden waaronder de voorzitter.

  • 3.

    De leden hebben geen politieke binding met het gemeentebestuur van Harlingen. De leden zijn als zodanig onafhankelijk van de gemeente en het gemeentebestuur en zijn ook niet bestuurlijk verbonden aan een organisatie die op enige wijze financieel aan de gemeente Harlingen is gelieerd.

  • 4.

    De Rekenkamer heeft tot taak onderzoek te doen als bedoeld in artikel 182 van de Gemeentewet.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter en de overige leden van de Rekenkamer.

  • 2.

    Elke voordracht gaat vergezeld van een verklaring van de kandidaat bevattende:

    • a.

      de mededeling dat hij/zij de benoeming zal aanvaarden;

    • b.

      een overzicht van de openbare betrekkingen die hij/zij bekleedt;

    • c.

      een verklaring omtrent het gedrag

  • 3.

    Wijzigingen in het in artikel 3 lid 2 onder b genoemde overzicht worden terstond door het lid aan de raad gemeld.

  • 4.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de Rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

  • 5.

    Bij afwezigheid c.q. verhindering van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 6.

    De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van 4 jaren en herbenoeming vindt plaats voor maximaal twee periodes.

  • 8.

    De Rekenkamer is, met in acht name van hetgeen hierover in deze verordening is geregeld, belast met de inrichting en organisatie van de Rekenkamerfunctie in Harlingen

Artikel 4 Eed of belofte

  • 1.

    De voorzitter en de leden leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad de volgende eed (verklaring en belofte) af:

     

    “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot voorzitter/lid van de Rekenkamer benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.

     

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.

     

    Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als voorzitter/lid van de rekenkamer naar eer en geweten zal vervullen.

     

    Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de voorzitter en de overige leden of stelt hen op non-actief:

    • a.

      bij een verzoek daartoe ingediend door de voorzitter of een lid zelf;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die naar het oordeel van de raad onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamer;

    • c.

      als de raad van oordeel is dat de voorzitter of een lid niet langer geschikt is om zijn functie te vervullen. Hierbij besluit de raad met een gekwalificeerde meerderheid van twee derde van de aanwezige leden;

    • d.

      indien de voorzitter of het lid bij onherroepelijk geworden gerechtelijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien de voorzitter of het lid bij onherroepelijk geworden gerechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      indien de voorzitter of het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • g.

      indien de raad besluit tot een andere invulling van de Rekenkamerfunctie.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van leden van de Rekenkamer.

  • 1.

    De leden en de voorzitter ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer ten bedrage van 167,38 resp. 233,46 per vergadering (prijspeil 2024). Deze vergoeding wordt jaarlijks aangepast overeenkomstig de indexering van de vergoeding voor de raadsleden. Tevens worden de reiskosten vergoed naar de daarvoor in het algemeen bij de gemeente geldende maatstaf.

  • 2.

    De leden van de Rekenkamer ontvangen tevens een vergoeding voor door hen in opdracht van de voltallige Rekenkamer verrichte (onderzoek) werkzaamheden. Deze vergoeding bedraagt per uur 50% van de in lid 1 van artikel 6 genoemde vergadervergoeding.

  • 3.

    De vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid van dit artikel komen ten laste van het budget van de Rekenkamer.

Artikel 7 Ondersteuning van de Rekenkamer

  • 1.

    De griffier van de gemeente is tevens ambtelijk secretaris van de Rekenkamer.

  • 2.

    De secretaris staat de rekenkamer bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de Rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

  • 1.

    De Rekenkamer stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De Rekenkamer neemt een onafhankelijke positie in en bepaalt zelf de onderwerpen waar onderzoek naar wordt verricht.

  • 2.

    De Rekenkamer houdt op basis van haar kennis van en ervaring met de gemeentelijke organisatie gedurende het jaar een groslijst bij van potentiële onderzoeksonderwerpen.

  • 3.

    De Rekenkamer biedt het college jaarlijks de gelegenheid suggesties in te dienen voor het verrichten van (aanvullend) onderzoek. Er vindt 1 à 2 keer per raadsperiode overleg met het college plaats.

  • 4.

    Er vindt minimaal 1 keer per raadsperiode overleg met de raad plaats. In dat kader maar ook daarbuiten heeft de raad of hebben de raadsleden de gelegenheid suggesties aan de Rekenkamer te doen voor onderzoeken.

  • 5.

    De raad kan besluiten de Rekenkamer te verzoeken onderzoek te doen naar een bepaald onderwerp. De Rekenkamer bericht de raad binnen 3 maanden in hoeverre aan dat verzoek kan worden voldaan. Indien de Rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij de raad daarover gemotiveerd informeren.

  • 6.

    De Rekenkamer kan ook de gemeenschap van de gemeente Harlingen uitnodigen suggesties te doen voor onderzoeken.

  • 7.

    De Rekenkamer maakt jaarlijks op basis van de informatie genoemd in lid 1 en 2 van artikel 9 een overzicht van minimaal tien onderzoek waardige onderwerpen en stuurt het overzicht naar de raad.

  • 8.

    De Rekenkamer stelt jaarlijks in december het onderzoeksplan voor het volgend jaar vast en stuurt het plan naar de raad en het college.

  • 9.

    De Rekenkamer formuleert de probleemstelling, doelstelling en aanpak van het beoogde onderzoek in een onderzoeksopzet en stelt deze vast.

  • 10.

    De in lid 9 van artikel 9 bedoelde onderzoeksopzet wordt door de Rekenkamer ter kennisneming aan de raad verstuurd.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    De Rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De Rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De Rekenkamer is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De Rekenkamer vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De Rekenkamer vergadert in beslotenheid, haar rapporten en jaarverslagen zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 5.1 van de Wet Open Overheid kan de Rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. Een verzoek daartoe van het college wordt aan de Wet Open Overheid getoetst.

  • 6.

    De Rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen en extern publiceren over voorgenomen of uitgevoerde onderzoeken.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de Rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget ook externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8.

    De Rekenkamer stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een termijn van 4 weken ten aanzien van feitelijke onjuistheden in het beschrijvend deel van het concept onderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitoefening (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamer bepaalt ook wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    De Rekenkamer stelt vervolgens het college in de gelegenheid een zienswijze in te dienen over het definitieve concept-rapport binnen 4 weken na toezending.

  • 10.

    Na vaststelling door de Rekenkamer worden het onderzoeksrapport, de nota van conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport in beginsel binnen zes weken na beschikbaarheid, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, met de raad besproken.

  • 11.

    De Rekenkamer stelt ieder jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Dit verslag bevat:

    • a.

      een verantwoording over verrichtingen met toetsing aan het onderzoeksplan;

    • b.

      een overzicht van het beschikbare budget en de gemaakte kosten minimaal gesplitst in kosten leden en overige kosten;

    • c.

      eventuele voorstellen voor aanpassingen in de werkwijze.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    De raad neemt jaarlijks in de begroting een budget op voor de kosten van de Rekenkamer en het aantal daarvoor uit te voeren onderzoeken.

  • 2.

    Ten laste van het in lid 1 van artikel 11 genoemde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding van de voorzitter en de leden van de Rekenkamer;

    • b.

      externe deskundigen en bureaus die door de Rekenkamer zijn geconsulteerd;

    • c.

      eventuele overige uitgaven die de Rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De Rekenkamer is voor de besteding van hun budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4.

    Indien het resultaat van de jaarrekening van de Rekenkamer positief is kan de Rekenkamer besluiten dit saldo mee te nemen naar volgend jaar. De Rekenkamer kan tot maximaal 20% van haar budget meenemen naar het volgende jaar. Als voorwaarde hierbij geldt dat de Rekenkamer redelijkerwijs aannemelijk dient te maken dat dit budget nodig is voor een of meerdere onderzoeken of noodzakelijk is voor het algeheel functioneren van de Rekenkamer.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking onder intrekking van de Verordening op de Rekenkamercommissie van 11 maart 2008.

Artikel 13 Citeertitel.

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de Rekenkamer Harlingen 2024.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 5 juni 2024

K.J. de Regt

Griffier

I. Sjerps

Voorzitter

Naar boven