Besluit tot aanpassing verordeningen gemeente Sint-Michielsgestel naar aanleiding van de Omgevingswet

 

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2023;

 

gelet op:

de Wet milieubeheer, het Activiteitenbesluit milieubeheer jo. artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, de Winkeltijdenwet, de Wegenverkeerswet 1994, de Erfgoedwet, de Alcoholwet, de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

de Omgevingswet; en

de artikelen 149 en 156, eerste lid, van de Gemeentewet.

 

B E S L U I T :

 

de volgende verordeningen te wijzigen:

Artikel I

 

De Afvalstoffenverordening gemeente Sint-Michielsgestel wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Aan het slot van artikel 1 wordt toegevoegd: ‘Voor zover in deze verordening wordt verwezen naar het begrip inrichting gaat het om inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.’.

 

 

B

 

In artikel 14, tweede lid, onder d, wordt ‘Waterwet’ vervangen door ‘Omgevingswet’.

 

 

C

 

In artikel 16 vervallen de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid, en het tweede lid en derde lid.

 

 

D

 

In artikel 18 vervalt ‘en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer’ en na het slot van het artikel wordt toegevoegd ‘Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.’.

 

 

E

 

In artikel 19 wordt ‘anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken’ vervangen door ‘anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen’.

 

 

F

 

In artikel 21 wordt na ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ ingevoegd ‘of artikel 18.6 van de Omgevingswet’.

Artikel II

 

De Algemene plaatselijke verordening Sint-Michielsgestel 2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

  •  

    • beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  •  

  • 2.

    De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

  •  

    • bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    • bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving dan wel in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

 

 

B

 

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

 

Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

 

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

 

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

 

F

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het vierde lid vervalt en de leden 5 en 6 worden vernummerd tot 4 en 5.

  •  

  • 2.

    Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

  •  

  • Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

 

G

 

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede en vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

  •  

  • 2.

    Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

  •  

  • Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

 

H

 

Artikel 2:12, derde lid, komt te luiden:

 

Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

 

 

I

 

Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

 

Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

 

 

J

 

Artikel 2:23, tweede lid, komt te luiden:

 

Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

 

K

 

Artikel 2:28, tweede lid, komt te luiden:

 

De burgemeester weigert de vergunning als de aanvrager geen verklaring omtrent het gedrag met betrekking tot de leidinggevende overlegt die uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de aanvraag is ingediend, is afgegeven of als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

 

 

L

 

Artikel 2:40a wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het vierde lid, onder g, komt te luiden:

  •  

  • als de vestiging of exploitatie in strijd is met het omgevingsplan;

  •  

  • Het zevende lid, onder f, komt te luiden:

  •  

  • 2.

    als de vestiging of exploitatie in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

M

 

Artikel 2:71 komt te luiden:

 

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

 

N

 

Artikel 4:1 komt te luiden:

 

Artikel 4:1 Definities 

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

  • gevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • gevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

     

     

  • houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

  • incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;

  • inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.

 

 

O

 

In de artikelen 4:2, 4:3 en 4:5 wordt ‘Besluit’ vervangen door ‘Activiteitenbesluit milieubeheer’.

 

 

P

 

Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

  •  

  • de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  •  

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

  •  

  • Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

 

 

Q

 

Artikel 4:6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

  •  

  • Het is verboden buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  •  

  • 2.

    Het derde lid, komt te luiden:

  •  

  • Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

 

 

R

 

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

  •  

  • Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  •  

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

  •  

  • Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

 

S

 

Artikel 4:15, tweede lid, komt te luiden:

 

Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

 

 

T

 

Artikel 4:17 komt te luiden:

 

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

 

U

 

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

 

Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

 

V

 

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

 

W

 

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

 

Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

 

 

X

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

 

Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

 

 

Y

 

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

 

Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

 

Z

 

Artikel 5:23, eerste lid, onder a, komt te luiden:

 

wegens strijd met het omgevingsplan;

 

 

AA

 

Artikel 5:30, tweede lid, komt te luiden:

 

Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

 

 

AB

 

Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

 

Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

 

 

AC

 

Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

 

 

AD

 

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

  •  

  • Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  •  

  • 2.

    Het vijfde lid komt te luiden:

  •  

  • Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

 

AE

 

Artikel 6:2, eerste lid, komt te luiden:

 

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

  • de ambtenaren die krachtens de Omgevingswet belast zijn met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens die wet gegeven voorschriften;

  • de ambtenaren die krachtens de Woningwet belast zijn met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens die wet gegeven voorschriften;

  • de ambtenaren die krachtens de Wegenverkeerswet 1994 zijn aangewezen;

  • de ambtenaren die krachtens het Wetboek van Strafvordering zijn aangewezen.

Artikel III

 

De Bomenverordening Sint-Michielsgestel 2010 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • 1.

    onderdeel b, komt te luiden:

  •  

  • bebouwingscontour houtkap: de bij besluit van de gemeenteraad aangewezen bebouwde kom, bedoeld in artikel 4.1, onder a, van de Wet natuurbescherming zoals dat artikel luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 3.1 van de Aanvullingswet natuur Omgevingswet;

  •  

  • 2.

    onderdeel g, komt te luiden:

  •  

  • bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

 

 

B

 

Artikel 4 komt te luiden:

 

Artikel 4. Standaardvoorwaarde van niet-gebruik

Een omgevingsvergunning wordt verleend onder de standaardvoorwaarde van feitelijk niet-gebruik tot het moment dat:

  • a.

    de bezwaartermijn is verstreken zonder dat er bezwaar is ingediend, of

  • b.

    beslist is op een bezwaarschrift, of

  • c.

    beslist is op een verzoek om voorlopige voorziening.

 

 

C

 

Artikel 7 vervalt.

 

 

Artikel IV

 

De Erfgoedverordening Sint-Michielsgestel 2017 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:

  • cultuurhistorisch pand: object dat een kenmerkend en/of passend onderdeel vormt van de historische bebouwing en is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister;

  • gemeentelijk monument: monument of archeologisch monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister;

  • minister: minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een activiteit met betrekking tot een gemeentelijk monument.

 

 

B

 

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

  •  

  • Burgemeester en wethouders houden een door eenieder te raadplegen gemeentelijk erfgoedregister bij van krachtens deze verordening aangewezen gemeentelijk erfgoed inclusief de locaties waaraan krachtens artikel 4.2, eerste lid, van de Omgevingswet in het omgevingsplan de functie cultureel erfgoed is toebedeeld.

  •  

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

  •  

  • Het gemeentelijk erfgoedregister bevat:

    • a.

      gegevens over de inschrijving en ter identificatie van het aangewezen gemeentelijk cultureel erfgoed;

    • b.

      gegevens over door burgemeester en wethouders van de minister ontvangen afschriften van de inschrijving van een rijksmonument in het rijksmonumentenregister als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid van de Erfgoedwet en instructies als bedoeld in artikel 2.34, vierde lid, van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht;

    • c.

      gegevens over door burgemeester en wethouders van gedeputeerde staten ontvangen instructies als bedoeld in artikel 2.33, eerste lid, van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functie-aanduiding provinciaal monument, provinciaal archeologisch monument of provinciaal beschermd stads- of dorpsgezicht.

  •  

  • 3.

    Aan het vijfde lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  •  

  • kaarten met betrekking tot de begrenzing van stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 2, onder b. en c.

 

 

C

 

Artikel 3, tweede lid, onder b, komt te luiden:

 

monumenten en archeologische monumenten die zijn aangewezen op grond van een provinciale erfgoedverordening als bedoeld in artikel 3.17, eerste lid, van de Erfgoedwet of een omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet.

 

 

 

D

 

In artikel 4, eerste lid, wordt ‘artikel 3’ vervangen door ‘artikel 3, eerste lid,’.

 

 

E

 

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘artikel 4’ vervangen door ‘artikel 4, eerste lid,’.

  •  

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

  •  

  • De voorbescherming, bedoeld in het eerste lid, vervalt op het moment van inschrijving van de aanwijzing in het gemeentelijk erfgoedregister.

 

 

F

 

Artikel 6 komt te luiden:

 

Artikel 6. Advies gemeentelijke adviescommissie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders vragen over het voornemen om toepassing te geven aan artikel 3, eerste lid, advies aan de gemeentelijke adviescommissie zoals bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet en de Verordening Commissie ruimtelijke kwaliteit Sint-Michielsgestel.

  • 2.

    De gemeentelijke adviescommissie betrekt in ieder geval de leden die deskundig zijn op het gebied van de monumentenzorg bij het advies.

 

 

G

 

Artikel 8, tweede lid, komt te luiden:

 

Burgemeester en wethouders verwerken de aanwijzing direct in het gemeentelijk erfgoedregister.

 

 

H

 

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

  •  

  • 1.

    In het eerste lid vervalt ‘op verzoek of ambtshalve’.

  •  

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

  •  

  • Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het monument of het archeologisch monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Erfgoedwet of een omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet. Het vervallen van de aanwijzing wordt onverwijld bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.

 

 

I

 

Artikel 12 vervalt.

 

 

J

 

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘vergunning’ vervangen door ‘omgevingsvergunning’.

  •  

  • 2.

    In het tweede lid wordt ‘kerkelijk monument’ vervangen door ‘kerkelijk monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet’.

 

 

K

 

Artikel 15 vervalt.

 

 

L

 

Paragraaf 4 en artikel 16 vervallen.

Artikel V

 

De Verordening naamgeving en nummering Sint-Michielsgestel wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 8, tweede lid wordt ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door ‘Omgevingswet’.

Artikel VI

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen N, O, P en Q van artikel II in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 16 februari 2023;

De gemeenteraad van Sint-Michielsgestel,

de griffier,

E.G. Grisel

de voorzitter,

H.J. Looijen

Naar boven