Eerste wijziging van de Legesverordening 2024

De gemeenteraad van Haaksbergen;

Voorstel van het college van: 23 april 2024.

 

Wettelijke basis:

Bepalingen van de Gemeentewet (artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b) en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Besluit:

Vast te stellen de Eerste wijziging van de Legesverordening 2024.

Artikel I Wijziging Legesverordening 2024

De Legesverordening 2024 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    aan de tarieventabel wordt artikel 1.1.2.6 toegevoegd, luidende:

    1.1.2.6

    de basisvoltrekking van een huwelijk of partnerschapsregistratie

    € 160,00

  • b.

    artikel 2.6 van de tarieventabel wordt vervangen door:

    Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

    a.

    voor een bouwactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen (binnenplanse omgevingsplanactiviteit):

    € 309,80

    b.

    Verplicht agrarisch commissie

    b.1

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5 lid a t/m c bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

    € 1.195,60

    b.2

    Onverminderd het bepaalde in art. 2.6 lid b.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag waarvoor een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

    € 516,40

    c.

    als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met een voorbereidingsbesluit of aanwijzing als beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 22.33, tweede lid, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met:

    € 309,80

    d.

    als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie als bedoeld in artikel 22.30 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met:

    € 309,80

    e.

    voor een bouwactiviteit waarbij moet worden beoordeeld of het in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, en waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd:

    € 3.757,00

    f.

    voor een bouwactiviteit waarbij moet worden beoordeeld of het in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, en waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd

    € 8.157,00

    g.

    voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in bijlage I ‘Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’:

    € 309,80

    h.

    voor een bouwactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

    € 6.247,00

    i.

    voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd:

    € 6.247,00

    j.

    voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd

    € 12.527,40

    k.

    als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, wordt het verschuldigde bedrag onder art. 2.6 vermeerderd met:

    0,3%

    van het bedrag van de bouwkosten tot € 230.000,- met een minimum te berekenen bedrag van:

    € 84,20

    k.1

    verhoogd met:

    0,05%

    van het bedrag van de bouwkosten van € 230.000,- tot € 455.000,-

    k.2

    verhoogd met:

    0,025%

    van het bedrag van de bouwkosten van € 455.000,- tot € 680.000,-

    k.3

    verhoogd met

    0,0125%

    van het bedrag van de bouwkosten van € 680.000,- en meer

    k.4

    Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.5 lid b wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria verhoogd met:

    0,0125%

    De ingevolge onderdelen 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.5 verschuldigde leges worden naar beneden afgerond op hele euro’s.

  • c.

    Artikel 2.51 sub a van de tarieventabel wordt vervangen door:

    a.

    voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in bijlage I ‘Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’:

    € 309,80

  • d.

    aan de Legesverordening 2024 wordt ‘Bijlage I: Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’ toegevoegd, luidende:

Bijlage I: Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit

Deze bijlage maakt onderdeel uit van de Legesverordening Haaksbergen en bijbehorende tarieventabel

Onder een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt verstaan:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

  • 7.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.

Artikel II Overgangsrecht

Deze wijzigingsverordening is niet van toepassing op belastbare feiten die zich voor de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening hebben voorgedaan. Op deze belastbare feiten is de Legesverordening 2024 zoals deze luidde na vaststelling op 20 december 2023 van toepassing.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze wijzigingsverordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 29 mei 2024.

R. Meinen

griffier

mr. drs. R.G. Welten

burgemeester

Naar boven