Verordening op de heffing en de invordering van leges inclusief tarieventabel 2024, 1e wijziging

De raad van de gemeente Geldrop-Mierlo;

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo d.d. 23 april 2024;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges inclusief tarieventabel 2024, 1e wijziging

(Legesverordening inclusief tarieventabel 2024, 1e wijziging).

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • [1.]

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

      • 1.

        paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

      • 2.

        paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

      • 3.

        artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

      • 4.

        artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

      • 5.

        artikel 1.31 (kansspelen)

    • een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is de dag van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Geldrop-Mierlo 2024, 1e wijziging.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Geldrop-Mierlo d.d. 10 juni 2024.

De raad voornoemd,

W.H.F. Geboers

griffier

J.C.J. van Bree

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de legesverordening Geldrop Mierlo 2024 1e wijziging

 

Tarieventabel behorende bij de legesverordening Geldrop Mierlo 2024 1e wijziging

2024

Aanduiding

Tekst

Hoofdstuk 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

1.1

Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de Villa te Geldrop en Oude Raadhuis te Mierlo op:

a.

maandag tot en met vrijdag 12.00 uur

€ 383,50

b.

donderdag (mits dit een werkdag is) om 09.00 en 09.15 uur (gratis huwelijk aan de balie)

€ 0,00

c.

Donderdag (mits dit een werkdag is) om 9.00 en 9.30 uur (tussenvariant in de villa)

€ 167,80

d.

Vrijdag vanaf 13.00 uur

€ 478,70

e.

Zaterdag

€ 574,90

f.

Zondag

€ 765,90

g.

Het tarief bedraagt voor een Toetsing trouwlocatie

€ 129,90

Voor andere locaties zijn de tarieven exclusief de huurkosten van de trouwlocatie. Dit zijn geen leges en moet men zelf verrekenen met de beheerder.

 

1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Gereserveerd

 

1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Gereserveerd

 

1.4

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Gereserveerd

 

1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 214,60

 

1.6

Trouwboekje

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

€ 39,10

 

1.7

Annuleren of wijzigen datum

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen zonder plausibele reden:

€ 84,80

2.

Indien de in lid 1 bedoelde annulering of wijziging zonder plausibele reden is, en een week of korter voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk is, dan bedraagt het tarief

€ 137,30

 

1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

€ 39,10

b.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

c.

Het tarief voor het toezenden van een schriftelijk aangevraagd stuk als bedoeld in sub b wordt verhoogd met

€ 8,30

 

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

 

1.10

Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a

een Nederlandse identiteitskaart:

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

 

1.11

Modaliteiten (spoedaanvraag)

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

 

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

1.12

Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10

 

1.13

Modaliteiten (spoedaanvraag en gewaarmerkt kopie)

1

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

b

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het waarmerken van een kopie van een rijbewijs

€ 8,80

 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

1.14

Definities

1

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 16,50

b.

verstrekking afschrift Brp (digitaal aangevraagd)

€ 10,30

c.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1

voor 100 verstrekkingen:

€ 705,90

2

voor 500 verstrekkingen:

€ 3.097,10

3

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 5.621,90

4

voor 5.000 verstrekkingen:

€ 21.097,90

5

voor 10.000 verstrekkingen:

€ 30.993,00

 

1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 16,50

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1

voor 100 verstrekkingen:

€ 705,90

2

voor 500 verstrekkingen:

€ 3.097,10

3

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 5.621,90

4

voor 5.000 verstrekkingen:

€ 21.097,90

5

voor 10.000 verstrekkingen:

€ 30.993,00

 

1.17

Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

 

1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 22,30

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

1.19

Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van een gemeentebegroting

€ 60,00

b.

een afschrift van een jaarrekening

€ 60,00

c.

een afschrift van een burgerjaarverslag

€ 48,00

d.

een afschrift van een Kadernota

€ 60,00

e.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,20

f.

Indien het aangevraagde als bedoeld in deze hoofdstuk digitaal wordt toegestuurd dan bedraagt het tarief per pagina

€ 0,10

g.

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 25,70

h.

een afschrift van een exemplaar van de Bouwverordening

€ 84,20

i.

een afschrift van een willekeurige andere verordening:

j.

voor ieder daaraan besteed kwartier in verband met nasporing

€ 22,30

k.

te verhogen met: een afschrift of fotokopie van de verordening per pagina A4

€ 0,10

 

1.20

Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een (post)abonnement voor een kalenderjaar op:

a.

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

€ 124,10

b.

Indien het aangevraagde als bedoeld in deze hoofdstuk digitaal wordt toegestuurd dan bedraagt het tarief per pagina

€ 0,10

 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

1.21

Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

a.

in formaat A2:

€ 21,50

b.

in formaat A1:

€ 28,80

c.

in formaat A0:

€ 42,10

 

1.22

Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

a.

van de beperkingenbesluiten uit het WKPB-register waartoe een registratieverplichting bestaat volgens de WKPB bedraagt per perceel

€ 19,10

b.

het op verzoek verkrijgen van inzage in het WKPB-register en of de WKPB-registratie

€ 0,00

 

1.23

Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 0,00

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

€ 0,00

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 0,00

 

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

1.24

Gemeentegarantie

Gereserveerd

 

1.25

Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 10,70

 

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 22,30

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

1.28

Uitlenen archiefbescheiden

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

1.29

Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

tot het verkrijgen van een urgentiebeschikking in het kader van de “Huisvestigingsverordening gemeente Geldrop-Mierlo 2020-2023”

1.

Het bepaalde in artikel 1.11.1 is niet van toepassing op of namens statushouders als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder i, van de “Huisvestigingsverordening gemeente Geldrop-Mierlo 2020-2023” ingediende verzoeken om een urgentiebeschikking

€ 49,20

2

De in artikel 1.11.1. bedoelde leges worden gerestitueerd als de urgentie wordt verleend.

 

1.30

Leegstandswet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 122,00

b.

om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet:

€ 83,90

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

1.31

Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

2

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 56,60

4.

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 22,70

5.

Het tarief bedraagt voor het indienen van een verzoek tot het verkrijgen van een instemming als bedoeld in artikel 7c lid 2 van de Wet op de kansspelen (meldingsbesluit klein kansspel)

€ 22,70

 

1.32

Ondergrondse infrastructuur (Telecommunicatie)

1.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van vergunning of instemming omtrent het tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1 c.q. 3.1 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur (VOI), waarbij de graaflengte ≥100m¹ is bedraagt:

€ 427,95

2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van vergunning of instemming omtrent het tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1 c.q. 3.1 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur (VOI), waarbij de graaflengte < 100m¹ is of een lasgat / montagegat met een oppervlakte van > 2m² bedraagt:

€ 213,97

3.

Het tarief genoemd in lid 1 of 2 wordt per strekkende meter sleuf, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, vermeerderd met

€ 2,06

4.

Het tarief conform voorgaand lid 1 en 2 wordt met een toeslag verhoogd. Deze toeslag wordt berekend over de totaal bemeten sleuflengte voor zover gelegen buiten de bebouwde kom. De toeslag wordt als volgt opgebouwd:

a.

Over de eerste 2.000 meter sleuflengte, per meter:

€ 1,46

b.

Over de sleuflengte, groter dan 2.000 meter en kleiner of gelijk aan 50.000 meter, per meter:

€ 0,86

c.

Over de resterende totale sleuflengte, per meter:

€ 0,75

5

Voor degene aan wie het recht als bedoeld onder lid 1 tot en met 4 in rekening is gebracht bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, óf als de gemeente de aanvraagt weigert of buiten behandeling stelt.

De teruggaaf bedraagt:

50%

6.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 400,00

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het vierde lid zouden worden vastgesteld.

7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

a.

voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten:

€ 250,00

b.

voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten:

€ 500,00

c.

voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten:

€ 750,00

d.

voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten

€ 1.000,00

e.

voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten:

€ 1.250,00

f.

voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten:

€ 1.500,00

g.

voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten:

€ 1.750,00

h.

voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten

€ 2.000,00

i.

voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten:

€ 2.250,00

j.

voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten:

€ 2.500,00

 

1.33

Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 72,60

b.

tot het verlenen van een ontheffing ten behoeve van het buiten de venstertijden berijden van de Korte Kerkstraat in Geldrop met een motorvoertuig, geldig voor:

1.

één dag

€ 40,20

2.

twee tot en met vijf dagen

€ 60,40

3.

langer dan vijf dagen (maximaal één jaar)

€ 71,10

c.

tot het verlenen van een ontheffing ten behoeve van het buiten de venstertijden berijden van de Korte Kerkstraat in Geldrop met een brommobiel (maximaal één kalenderjaar)

€ 72,60

d.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in overige gevallen

€ 72,60

e.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 72,60

f.

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 49,90

g.

Onverminderd het bedrag genoemd in 1.18.3 bedraagt het tarief voor het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 17,90

h.

De leges voor het toekennen aanleg van een gehandicapten-parkeerplaats bedragen

€ 118,20

i.

De leges voor het wijzigen van de kentekenplaat van een gehandicaptenparkeerplaats bedragen

€ 29,70

 

Paragraaf 1.10

Diversen

1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

tot het verkrijgen van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 2,60

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 13,90

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,20

d.

tot het verkrijgen van afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,10

2.

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,20

3.

per pagina op papier van A2-, A1- of A0-formaat

€ 10,20

4.

Indien het aangevraagde als bedoeld in ondedeel d. sub 1 en 2 digitaal wordt toegestuurd dan bedraagt het tarief per pagina

€ 0,10

5.

In afwijking van het gestelde in onderdeel d. sub 1 tot en met 3 bedragen de tarieven van kopieën in het kader van de Wet Open Overheid de maximumtarieven zoals zijn vastgesteld in het Besluit maximumtarieven open overheid.

e.

van kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen a en d genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk met een oppervlakte van:

1.

formaat A4

€ 1,60

2.

formaat A3

€ 1,70

3.

formaat A2, A1 of A0

€ 10,20

 

1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:4 van de APV (straatmuzikant) voor de duur van:

1.

een dag

€ 13,50

2.

een week of gedeelte daarvan dat langer duurt dan een dag

€ 20,60

3.

een maand of gedeelte daarvan dat langer duurt dan een week

€ 42,30

4.

meer dan een maand doch minder dan 6 maanden

€ 68,60

5.

6 maanden en langer doch minder dan 12 maanden

€ 103,10

6.

12 maanden

€ 117,30

b.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:3 van de APV (aanbieden van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen) voor de duur van:

1.

een dag

€ 13,50

2.

een week of gedeelte daarvan dat langer duurt dan een dag

€ 20,60

3.

een maand of gedeelte daarvan dat langer duurt dan een week

€ 42,30

4.

meer dan een maand doch minder dan 6 maanden

€ 68,60

5.

6 maanden en langer doch minder dan 12 maanden

€ 103,10

6.

12 maanden

€ 117,30

c.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:5 zesde lid van de APV (het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie ervan)

€ 23,40

d.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:5 tweede lid van de APV (ontheffing geluidshinder)

€ 79,10

e.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:7 van de APV (het parkeren van reclamevoertuigen)

€ 79,10

f.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:22 vijfde lid van de APV (ontheffing verkeer in natuurgebieden)

€ 79,10

g.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:23 van de APV (stookontheffing)

€ 42,30

h.

tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing op basis van de APV welke in deze tarieventabel niet is genoemd

€ 18,30

i.

voor het afgeven van een verklaring van geen bezwaar voor het opstijgen van een luchtballon ingevolge artikel 10 van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen d.d. 14 oktober 1988, stb 511

€ 60,80

j.

Tot het verstrekken/waarmerken van een opkopersregister als bedoeld in het Besluit opkopersregister

€ 18,10

k.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot exploitatie en opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) zoals bedoeld in artikel 1.45 van de Wet kinderopvang (Wko) bedraagt:

1.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag door een kinder-dagverblijf tot exploitatie en opname in het LRKP (Wko 1.45 lid 1)

€ 921,45

2.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag door een buitenschoolse opvang tot exploitatie en opname in het LRKP (Wko 1.45 lid 1)

€ 921,45

3.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag door een gastouderbureau tot exploitatie en opname in het LRKP (Wko 1.45 lid 2)

€ 921,45

4.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag door een gastouderbureau voor een gastouder tot exploitatie en opname in het LRKP (Wko 1.45 lid 2)

€ 300,30

5.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verkort inspectieverzoek in geval van wijzigingen in de bestaande opvang

€511,50

 

Hoofdstuk 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

2.1

Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

5

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan alle bouwkosten van het bouwen en of verbouwen, inclusief de afwerking, op basis van marktprijzen, exclusief 21% omzetbelasting, zoals deze marktprijzen zijn opgenomen in de door het college van B&W vastgestelde ROEB-lijst . (in de bijlage 1 weergegeven: Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen van de bouwlegestoets, van het Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht.) Voor zover deze vastgestelde lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten dan verstaan, de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (U.A.V. 2012) voor het uit te voeren werk, exclusief 21% omzetbelasting. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders.

 

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

2.3

Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

2.4

Omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 131,50

2.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

a.

voor een eerste overleg:

€ 552,30

b.

voor elk volgend overleg:

€ 226,20

a.

per in te schakelen externe adviseur verhoogd met

€ 184,10

4.

Voor projecten met bouwkosten < €5.000 geldt het volgende tarief

€ 131,50

5.

Voor een omgevingsoverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project voor activiteiten met betrekking tot milieu in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is bedraagt het tarief

€ 0,00

 

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen:

€ 27,75

b.

indien de bouwkosten € 5.000 tot € 25.000 bedragen:

0,93%

van de bouwkosten

c.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 233,25

vermeerderd met

0,78%

van de bouwkosten die € 25.000 te boven gaan

d.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen:

€ 427,70

vermeerderd met

0,71%

van de bouwkosten die € 50.000 te boven gaan

e.

indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen:

€ 783,15

vermeerderd met

0,67%

van de bouwkosten die € 100.000 te boven gaan

f.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 1.405,25

vermeerderd met

0,64%

van de bouwkosten die € 200.000 te boven gaan

g.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 3.382,70

vermeerderd met

0,60%

van de bouwkosten die € 500.000 te boven gaan

h.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:

€ 6.382,15

vermeerderd met

0,49%

van de bouwkosten die € 1.000.000 te boven gaan

i.

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 20.000.000,00 bedragen:

€ 11.270,10

vermeerderd met

0,29%

van de bouwkosten die € 2.000.000 te boven gaan

j.

Indien de bouwkosten €20.000.000,00 of meer bedragen:

€ 63.260,45

K.

Betreft het bouwplan woningen in één complex, van één en hetzelfde type, dan wordt het tarief als hierboven bepaald, met dien verstande dat de bouwkosten dan als volgt worden berekend:

- Bij 1 t/m 4 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van het werkelijke aantal woningen.

- Bij 5 t/m 10 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 5 woningen.

- Bij 11 t/m 20 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 6 woningen.

- Bij 21 t/m 30 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 8 woningen.

- Bij 31 t/m 40 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 10 woningen.

- Bij 41 t/m 50 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 12 woningen.

- Deze cumulatie gaat op dezelfde wijze door per 10 gelijke woningen (51 t/m 60 is bouwkosten van 14 woningen, 61 t/m 70 is bouwkosten van 16 woningen. En zo verder).

l.

In afwijking van artikel 2.5.a. bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van:

 

een aanvraag voor een bouwactiviteit voor het bouwtechnische deel, als bedoeld in artikel 2.5.a., zonder dat een aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit voor het ruimtelijk deel, als bedoeld in artikel 2.6.a., wordt aangevraagd:

€ 131,50

 

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen:

€ 97,20

b.

indien de bouwkosten € 5.000 tot € 25.000 bedragen:

3,27%

van de bouwkosten

c.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 816,70

vermeerderd met

2,72%

van de bouwkosten die € 25.000 te boven gaan

d.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen:

€ 1.497,30

vermeerderd met

2,49%

van de bouwkosten die € 50.000 te boven gaan

e.

indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen:

€ 2.741,80

vermeerderd met

2,33%

van de bouwkosten die € 100.000 te boven gaan

f.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 4.919,70

vermeerderd met

2,26%

van de bouwkosten die € 200.000 te boven gaan

g.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 11.842,30

vermeerderd met

2,10%

van de bouwkosten die € 500.000 te boven gaan

h.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:

€ 22.342,85

vermeerderd met

1,71%

van de bouwkosten die € 1.000.000 te boven gaan

i.

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 20.000.000,00 bedragen:

€ 39.454,85

vermeerderd met

1,01%

van de bouwkosten die € 2.000.000 te boven gaan

j.

Indien de bouwkosten €20.000.000,00 of meer bedragen:

€ 221.464,55

K.

Betreft het bouwplan woningen in één complex, van één en hetzelfde type, dan wordt het tarief als hierboven bepaald, met dien verstande dat de bouwkosten dan als volgt worden berekend:

- Bij 1 t/m 4 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van het werkelijke aantal woningen.

- Bij 5 t/m 10 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 5 woningen.

- Bij 11 t/m 20 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 6 woningen.

- Bij 21 t/m 30 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 8 woningen.

- Bij 31 t/m 40 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 10 woningen.

- Bij 41 t/m 50 gelijke woningen geldt het tarief over de bouwkosten van 12 woningen.

- Deze cumulatie gaat op dezelfde wijze door per 10 gelijke woningen (51 t/m 60 is bouwkosten van 14 woningen, 61 t/m 70 is bouwkosten van 16 woningen. En zo verder).

l.

Wanneer deze activiteit al dan niet in combinatie is met de activiteit bouwen en de geschatte bouwkosten bedragen minder dan € 5.000,00 dan bedragen de leges

€ 131,50

m.

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit zoals gedefinieerd in bijlage 2 van deze tarieventabel.

€ 526,00

n.

Wanneer deze activiteit al dan niet in combinatie is met de activiteit bouwen en de geschatte bouwkosten bedragen minder dan € 5.000,00 dan bedragen de leges voor de kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 131,50

o.

Voor een buitenplanse activiteit die niet valt onder de definitie van onderdeel a.:

1.

<0,50 ha:

€ 4.452,10

2.

0,50 ha – 0,99 ha:

€ 5.781,80

3.

1,00 ha – 2,99 ha:

€ 9.636,30

4.

3,00 ha – 4,99 ha:

€ 14.457,60

5.

5,00 ha – 9,99 ha:

€ 16.865,70

6.

≥10,00 ha:

€ 19.273,70

p.

Wanneer deze activiteit al dan niet in combinatie is met de activiteit bouwen én de geschatte bouwkosten bedragen minder dan € 5.000,00 dan bedragen de leges voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 131,50

q.

In afwijking van artikel 2.6.a. bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van:

 

een aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit voor de bouwactiviteit (ruimtelijke deel), als bedoeld in artikel 2.6.a., zonder dat een aanvraag voor een bouwactiviteit voor het bouwtechnische deel, als bedoeld in artikel 2.5.a., wordt aangevraagd:

€131,50

 

2.7

Omgevingsplanactiviteit: Slopen van een bouwwerk

Gereserveerd

 

paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 447,10

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 447,10

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 447,10

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 447,10

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 0,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 447,10

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 447,10

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 447,10

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 447,10

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de [citeertitel gemeentelijke Erfgoedverordening] is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

-

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

-

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

2.9

Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 578,60

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 578,60

 

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 11 van de Monumentenverordening gemeente Geldrop-Mierlo in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 447,10

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 578,60

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 131,50

 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

 

2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

 

2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

 

2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

 

2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

 

2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

 

2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

 

2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

 

2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.000,00

 

2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.000,00

 

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 631,20

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 631,20

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 631,20

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 631,20

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 631,20

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 631,20

 

2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Gereserveerd

 

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Gereserveerd

 

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Gereserveerd

 

2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken van een of meerdere uitwegen, bedoeld artikel 2:6 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 420,80

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het veranderen of het veranderen van het gebruik van een of meerdere bestaande uitwegen, bedoeld artikel 2:6 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief 50% van het onder lid 1 genoemde tarief.

€ 210,40

2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 631,20

 

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Gereserveerd

 

2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Gereserveerd

 

2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit in samenhang met de ‘Reclameverordening Geldrop-Mierlo 2019’, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 131,50

 

2.32

Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

Gereserveerd

 

2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Gereserveerd

 

2.34

Andere activiteiten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 131,50

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 131,50

2.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 131,50

 

paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 1.400,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 1.400,00

 

2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.400,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een of meer andere milieubelastende activiteiten dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.400,00

 

2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.400,00

 

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

2.38

Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 131,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100,00

2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 526,00

 

2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

1.

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 131,50

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning die niet valt onder lid 1 is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 131,50

 

2.42

Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.57 van toepassing is:

€ 0,00

 

2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 131,50

 

2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is afhankelijk van het oppervlak van het plangebied:

a.

<0,50 ha:

€ 4.837,00

b.

0,50 ha – 0,99 ha:

€ 7.633,00

c.

1,00 ha – 2,99 ha:

€ 11.452,00

d.

3,00 ha – 4,99 ha:

€ 15.270,00

e.

5,00 ha – 9,99 ha:

€ 17.178,00

f.

≥10,00 ha:

€ 19.086,00

 

2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 210,40

2.

Het tarief voor het indienen van een aanvraag voor de beoordeling van het politiekeurmerk veilig wonen bij complexbouw bedraagt:

€ 447,10

 

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

2.47

Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

30%

met een minimum bij te tellen bedrag van:

€ 300,00

 

2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.400,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 4.400,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 4.400,00

 

2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 800,00

b.

voor de beoordeling van aangeleverde Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen KNA 3.2

€ 1.078,30

c.

voor de beoordeling van aangeleverde rapportages bureauonderzoek (BO) en inventariserend veldonderzoek overig (IVO-O)

€ 1.078,30

d.

voor de beoordeling van aangeleverde rapportages inventariserend veldonderzoek proefsleuven (IVO-P) en definitieve rapportages (DO)

€ 1.078,30

e.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport voor de bepaling van de gevelisolatie van een woning of andere geluidsgevoelige objecten

€ 800,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.950,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 800,00

 

2.50

Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 526,00

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Adviescommissie omgevingskwaliteit gemeente Geldrop-Mierlo dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een volgende (tweede/derde etc.) welstandstoets noodzakelijk is, per extra vergadering:

€ 289,30

c.

voor een advies van de agrarische commissie:

€ 894,20

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.51

Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving

3.

Dit artikel geldt niet wanneer sprake is van een besluit als bedoeld in artikel 2.55.

 

2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

a.

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt de geheven leges tot een minimaal nog te betalen bedrag van:

€ 131,50

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

b.

Indien na indiening en (herhaaldelijke) aanpassing en (her)beoordeling van het plan blijkt dat het plan vergunningvrij is geworden dan bedraagt het in onderdeel a. gestelde minimaal te betalen tarief:

€ 315,60

 

2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

a.

voor een omgevingsoverleg met bouwcomponent

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

b.

voor een aanvraag omgevingsvergunning met bouwcomponent

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

c.

voor een aanvraag zonder bouwcomponent bedraagt het tarief

€ 131,50

 

2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

Indien binnen 5 werkdagen na de aanvraag blijkt dat de (concept-)aanvraag abusievelijk is ingediend

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf twee weken tot acht weken na de indiening van de aanvraag:

60%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf acht weken na de indiening van de aanvraag:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

Indien binnen 5 werkdagen na de aanvraag blijkt dat de (concept-)aanvraag abusievelijk is ingediend

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1

Horeca

3.1

Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2 van de Drank- en Horecaverordening

€ 303,50

b.

Indien tevens een aanvraag wordt ingediend op grond van artikel 3.2, lid a van deze tarieventabel, wordt het legesbedrag op grond van artikel 3.1, lid a niet in rekening gebracht

c.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 11 van de Drank- en Horecaverordening.

€ 60,80

 

3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 425,00

 

b.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 181,50

c.

voor het indienen van een melding als bedoeld in Artikel 7 van de Drank- en Horecaverordening (melding verandering Horecagelegenheid).

€ 181,50

d.

een aanvraag voor het wijzigen van de leidinggevende in een bestaande Drank- en Horecavergunning

€ 181,50

e.

een aanvraag voor het wijzigen van de leidinggevende in een bestaande exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 8 van de Drank- en Horecaverordening. Indien tevens een aanvraag wordt ingediend op grond van artikel 3.2, lid d van deze tarieventabel, wordt het legesbedrag op grond van artikel 3.2, lid e niet in rekening gebracht

€ 181,50

f.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 60,80

 

paragraaf 3.2

Seksbedrijven

3.3

Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een escortbedrijf:

€ 3.137,10

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 3.137,10

 

3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

de onder 3.3 verstrekte vergunning.

€ 495,50

 

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

3.5

Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet:

€ 60,80

b.

het verlenen van toestemming om een in onderdeel a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 44,80

c.

intrekking of wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 44,80

 

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

3.6

Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:9 van de Algemene plaatselijke verordening Geldrop-Mierlo (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

een meldingsplichtig evenement (vergunningsvrij)

€ 0,00

b.

categorie A: een regulier evenement

€ 179,40

c.

categorie B: een evenement met verhoogde aandacht

€ 360,80

d.

categorie C: een risico-evenement

€ 5.943,80

 

3.7

Organiseren markt

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

3.8

Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

Gereserveerd

 

3.9

Overige administratieve dienstverlening markt

Gereserveerd

 

3.10

Losse standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de APV waarvoor de vergunning geldig is, per standplaats voor de duur van:

a.

onbepaalde tijd voor 1 dagdeel per week

€ 79,10

b.

onbepaalde tijd voor 2 dagdelen per week

€ 181,50

c.

onbepaalde tijd voor 3 of meer dagdelen per week

€ 212,50

d.

maximaal 1 maand en 1 tot 4 dagdelen per week

€ 79,10

e.

maximaal 1 maand en meer dan 4 dagdelen per week

€ 79,10

f.

maximaal een week en een onbeperkt aantal dagdelen

€ 79,10

g.

overige situaties

€ 79,10

 

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

3.11

Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimt

Gereserveerd

 

3.12

Vergunning [of ontheffing] samenvoegen woonruimte

Gereserveerd

 

3.13

Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Gereserveerd

 

3.14

Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Gereserveerd

 

3.15

Splitsingsvergunning [of -ontheffing]

Gereserveerd

 

3.16

Vergunning of ontheffing toeristische verhuur

Gereserveerd

 

3.17

Verhuurvergunning opkoopbescherming

Gereserveerd

 

3.18

Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap:

a.

voor een verhuurvergunning woonruimte:

€ 540,00

b.

voor een verhuurvergunning verblijfsruimte:

€ 540,00

 

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

3.19

Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 497,60

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Geldrop-Mierlo d.d. 10 juni 2024

 

De raad voornoemd,

 

W.H.F. Geboers,

griffier

Bijlage 1: ROEB lijst 2024

 

Bijlage 2 behorende bij de legesverordening 2024 van de gemeente Geldrop-Mierlo

 

Betreft: definitie kleine buitenplanse afwijking zoals bedoeld in artikel 2.6, onderdeel m. van de tarieventabel.

 

Waar in deze bijlage wordt verwezen naar wet- of regelgeving dan wordt verwezen naar de wet- en regelgeving zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

Onder een kleine buitenplanse afwijking wordt verstaan:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan met een oppervlakte van niet meer dan 150 m2, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m2;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m2;

    • c.

      de aanleg van zonnepanelen voor eigen gebruik bij een woning met een oppervlakte niet meer dan 100 m2;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

  • 7.

    een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

  • 8.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

Naar boven