Gemeenteblad van IJsselstein
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
IJsselstein | Gemeenteblad 2024, 263448 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
IJsselstein | Gemeenteblad 2024, 263448 | beleidsregel |
Beleidsregel exploitatievergunningen gemeente IJsselstein 2024
Voor horecabedrijven in de gemeente (de zogenoemde ‘openbare inrichtingen’) geldt op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) een vergunningplicht. Dat is de zogenoemde exploitatievergunning. Met deze vergunning wordt beoogd te voorkomen dat het woon- en leefklimaat of de openbare orde in de omgeving van het horecabedrijf ontoelaatbaar nadelig wordt beïnvloed.
Deze beleidsregel beschrijven we hoe wordt beoordeeld of de exploitatievergunning al dan niet wordt verleend.
Horeca-activiteiten bezorgen zowel plezier als overlast. Die overlast komt van de bezoekers (in- en uitlopen, rondhangen op straat, roken, (hard) praten/zingen, eten, afval op straat) maar ook vanuit de bedrijven zelf (muziekgeluid en stemgeluiden).
Als burgemeester moet ik bij het verlenen van vergunningen voor horecabedrijven een balans vinden tussen het bedrijfsbelang van de ondernemer en een goede woon- en leefomgeving rondom die bedrijven. Daarnaast moet ik er ook op letten dat de exploitant van het bedrijf aan minimale geschiktheidseisen voldoet en of er geen sprake is van mogelijke belemmeringen in het kader van ondermijning of criminaliteit.
Bij overname van een bestaande openbare inrichting is het noodzakelijk om een nieuwe exploitatievergunning aan te vragen. De vergunning is namelijk persoonsgebonden en daardoor niet overdraagbaar. De persoon van de exploitant speelt immers een belangrijke rol in de wijze van exploitatie en dus ook in de wijze waarop deze exploitatie het woon- en leefklimaat en de openbare orde beïnvloedt.
De politie beschikt over expertise op het gebied van handhaving van de openbare orde en veiligheid. Hun professionele inzichten helpen bij het identificeren van mogelijke risico's en problemen, zoals criminele activiteiten in de omgeving of de achtergrond van betrokken personen. Dit advies draagt bij aan een weloverwogen besluit over de verlening van de exploitatievergunning en draagt bij aan de bescherming van de openbare orde en veiligheid.
Deze wet stelt ons in staat om grondig onderzoek te doen naar de integriteit van de betrokken partijen bij de exploitatie van de openbare inrichting. Het doel van dit onderzoek is om te voorkomen dat de vergunning wordt misbruikt voor criminele activiteiten of dat de openbare orde en veiligheid in gevaar komt.
Deze partners beschikken over expertises die behulpzaam zijn bij de beoordeling van de aanvraag. Dit zijn bijvoorbeeld partners zoals de omgevingsdienst en verkeerskundigen. Hun adviezen kunnen helpen bij het identificeren van risico's op het gebied van milieu en verkeer. Hierdoor kan een weloverwogen besluit worden genomen over de verlening van de exploitatievergunning, die zowel de belangen van de ondernemer als de woon- en leefomgeving waarborgt.
Vestiging van een nieuwe openbare inrichting heeft invloed op de leefbaarheid, karakter van de omgeving en het niveau van overlast. Om een goede balans te vinden tussen het bedrijfsbelang en de woon- en leefsituatie zal er gekeken worden naar de volgende aspecten:
Bij beoordeling van bovenstaande aspecten wordt er gekeken de inhoud van de aanvraag, zoals die is ingediend. Denk hierbij aan het bedrijfsplan en het publiek dat op de gelegenheid afkomt. Andere feiten zoals meldingen over bijvoorbeeld geur en geluid kunnen ook meegenomen worden in de besluitvorming. De houding van de exploitant en het personeel spelen ook een belangrijke rol. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het niet optreden tegen onwenselijk gedrag of het niet in gesprek gaan met buurtbewoners wanneer zij overlast ervaren. Ter ondersteuning kan advies worden gevraagd bij relevante partners. Deze kunnen bijvoorbeeld verkeers- en geluidsonderzoeken uitvoeren.
Bij de beoordeling van iemands levensgedrag in relatie tot de gevraagde vergunning worden alle relevante gedragingen overwogen, ongeacht of er een strafrechtelijke veroordeling heeft plaatsgevonden. De hoogte van een eventuele straf is niet relevant, noch het feit of er vervolging heeft plaatsgevonden. Deze beoordeling vindt plaats binnen een bestuursrechtelijk kader, waarbij de strafrechtelijke bewijsregels niet van toepassing zijn. Het ontbreken van een strafrechtelijke veroordeling betekent niet automatisch dat bepaalde gedragingen niet hebben plaatsgevonden. Gedragingen die worden meegewogen zijn vaak strafbaar of beboetbaar , maar kunnen ook andere gedragingen omvatten die bestuursrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd of bij de beoordeling betrokken.
Bij de beoordeling wordt doorgaans gekeken naar gedragingen van de laatste 5 jaar, maar er kan verder teruggekeken worden indien nodig, mits met een zwaardere motivering. Bijvoorbeeld als er sprake is van een patroon van gedragingen die op zichzelf niet negatief zijn, maar samen wel een negatief beeld kunnen opleveren.
Hierbij zijn in ieder geval de volgende gedragingen relevant:
Gedragingen in verschillende categorieën zijn relevant voor de exploitatie van een openbare inrichting. Personen die bij dergelijke gedragingen betrokken zijn geweest, kunnen mogelijk niet verantwoord een openbare inrichting exploiteren. In de meeste gevallen zal één gedraging niet automatisch tot het oordeel van 'slecht levensgedrag' leiden, tenzij deze ernstig is. Het beoordelen van slecht levensgedrag voor vergunningen is afhankelijk van individuele omstandigheden. Soms kan één gedraging voldoende zijn, terwijl in andere gevallen meerdere gedragingen samen tot die conclusie leiden.
Hieronder volgt een niet-limitatieve opsomming van de belangrijkste informatiebronnen:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-263448.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.