Gemeenteblad van Uitgeest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Uitgeest | Gemeenteblad 2024, 263300 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Uitgeest | Gemeenteblad 2024, 263300 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Fysieke Leefomgeving Uitgeest 2024
De raad van de gemeente Uitgeest:
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 april 2024;
gezien het advies van de commissie RO d.d. 14 mei 2024;
gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet, artikel 3.16 van de Erfgoedwet, artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 22.4 van de Omgevingswet;
vast te stellen de Verordening Fysieke Leefomgeving Uitgeest 2024.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, niet zijnde een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet of een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023, of diens rechtsopvolgers;
Hoofdstuk 2 Regels over het gebruik van wegen, kamperen en gebruik openbare wateren
Afdeling 2.1 Veranderen van een weg
Artikel 2:1 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Afdeling 2.2 Hinderlijke objecten op de weg
Artikel 2:3 Voorwerpen op of aan de weg of een openbare plaats
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op:
de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is;
voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard, tenzij deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging schade toebrengen aan de weg, gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;
bouwobjecten (maximaal twee) zoals steigers en containers, mits niet langer geplaatst dan een aaneengesloten periode van drie weken binnen een tijdvak van twee maanden en mits hier melding van wordt gedaan en wordt voldaan aan het bepaalde in de door het college vast te stellen nadere regels. Het college kan gebieden aanwijzen waar het plaatsen van bouwobjecten, ondanks het gestelde in dit lid, toch vergunningsplichtig zijn.
Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening, of voor zover er sprake is van een evenement als bedoeld in artikel 2:24 of een terras als bedoeld in artikel 2:27 van de Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023, of diens rechtsopvolgers of een standplaats waarvoor een vergunning is verleend.
Artikel 2:4 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daarvoor op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Artikel 2:6 Gedoogplicht aanduidingen
De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk, vanwege en overeenkomstig de aanwijzingen van het college, straatnaamborden, daarbij behorende onderschriften daaronder begrepen, huisnummers en wijkaanduidingen, worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
Artikel 2:7 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak, of op enig daarop aanwezige roerende zaak, alsmede de hoofdgebruiker van die zaak, verboden zonder (omgevings)vergunning van het bevoegd gezag deze zaak of een daarop aanwezige zaak te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten voor het maken van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg, de spoorbaan of openbaar water of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet ten aanzien van:
opschriften betrekking hebbend op de naam en/of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken en/of op de namen van degenen die bij het ontwerp en/of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf en niet verlicht zijn, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;
In deze afdeling wordt onder voertuigen het volgende verstaan:
alle voertuigen met uitzondering van:
Artikel 2:10 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 2:15 Uitzichtbelemmerde voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, tussen zonsopgang en zonsondergang op de weg te parkeren bij een voor bewoning bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 2:16 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Afdeling 2.5 Bescherming openbare wateren en waterstaatswerken
Artikel 2:20 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, als deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
De verboden zijn niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, afdeling 2.6 of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Artikel 2:21 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.
Artikel 2:22 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 2:21 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, het Wetboek van Strafrecht of de artikelen 4:2 of 4:3.
Artikel 2:24 Verbod innemen ligplaats door woonschip
Het is verboden met een woonschip ligplaats in te nemen in de haven zonder toestemming van het college.
Artikel 2:26 Verbod innemen ligplaats
Onverminderd het bepaalde in deze afdeling is het verboden, een ligplaats in te nemen of langer een ligplaats in te nemen in die gedeelten van de haven waar dit op een duidelijke wijze door of vanwege het college kenbaar is gemaakt.
Artikel 2:27 Bevoegdheid toezichthouder
Degenen, aan wie de zorg voor naleving van de bepalingen uit deze afdeling is toevertrouwd, zijn bevoegd, zich te begeven op en in de niet tot woning ingerichte gedeelten van vaartuigen, al dan niet besloten ruimten en terreinen op of aan de oever van de haven te betreden.
Hoofdstuk 3 Regels over het riool
Aan de regels in dit hoofdstuk wordt voldaan door degene die de activiteit verricht en door de eigenaar van de gronden waarop de activiteit wordt verricht, tenzij anders is bepaald. Diegenen dragen zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.
Artikel 3:4 Totstandbrenging en wijziging perceelaansluiting
Als voor het perceel al een rioolaansluitleiding aanwezig is voor huishoudelijk afvalwater, hemelwater, grondwater of bedrijfsafvalwater, wordt geen aanvullende rioolaansluitleiding voor hetzelfde afvalwater gerealiseerd.
Artikel 3:5 Meldplicht aanleg of wijziging perceelaansluiting
Het is verboden een rioolaansluiting tot stand te brengen of bij de erfgrens de aansluiting op het particuliere terrein te wijzigen zonder dit ten minste zes weken en ten hoogste een jaar voor het begin ervan te melden en af te stemmen met de rioolbeheerder van de gemeente. De gemeente geeft aan waar de rioolaansluiting komt, zorgt voor de aanleg van het gemeentelijke deel van de leiding (tot aan de erfgrens) en geeft aan welk soort water in ontvangst wordt genomen. Aan het maken van een gemeentelijke rioolaansluiting zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn vastgelegd in artikel 4 van de Verordening eenmalig rioolaansluitrecht Uitgeest 2023, of diens rechtsopvolgers.
Artikel 3:6 Informatieplicht beëindiging perceelaansluiting
Als het gebruik van een rioolaansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt het college hierover uiterlijk zes weken na de beëindiging geïnformeerd.
Artikel 3:8 Eigendom aansluitleiding
Als voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater een rioolwaterpomp is vereist, dan ligt de grens, in afwijking van het eerste lid, ter plaatse van de aansluiting op de pompput, als de pomp in eigendom van de gemeente is en hij op het particuliere perceel ligt. Als de pomp in eigendom van de particulier is, dan begint het gemeentelijke eigendom bij de erfgrens.
Hoofdstuk 4 Regels over natuur en milieu
Afdeling 4.1 Bewaren van houtopstanden
Artikel 4:1 Bestrijding iepziekte
Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:
Afdeling 4.2 Behoud van natuur en milieu
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets te crossen buiten wedstrijdverband, een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Hoofdstuk 5 Geluid-, licht- en overige hinder
Afdeling 5.1 Geluid- en lichthinder
Artikel 5:2 Melding incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing zijn, mits de houder de inrichting ten minste twee weken voor aanvang van de festiviteit het college daarvan melding heeft gedaan.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal één incidentele festiviteit per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder de inrichting ten minste twee weken voor aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 5:3 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Artikel 5:4 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Hoofdstuk 6 Regels over erfgoed
Artikel 6:7 Aanwijzing als voorlopig gemeentelijk monument
De artikelen 6:10 tot en met 6:13 zijn van overeenkomstige toepassing vanaf het moment dat belanghebbenden schriftelijk in kennis worden gesteld van het besluit van het college tot aanwijzing van het monument als voorlopig gemeentelijk monument. Artikel 6:7 is van overeenkomstige toepassing op deze aanwijzing.
Artikel 6:8 Wijziging gemeentelijk erfgoedregister, vervallen aanwijzing monument
Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Erfgoedwet. Het vervallen van de aanwijzing wordt onverwijld bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.
Artikel 6:9 Instandhoudingsplicht gemeentelijk monument
Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Artikel 6:10 Omgevingsvergunning gemeentelijk monument
Het college kan in het belang van de monumentenzorg nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument. Deze regels kunnen mede inhouden een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het eerste lid, of een plicht tot het melden van handelingen bedoeld in het tweede lid.
Artikel 6:11 Intrekken van de omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 6:11, eerste lid, kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken:
Artikel 6:14 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijke stads- en dorpsgezicht
De gemeenteraad kan, op voorstel van het college, een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 6:14, eerste lid, wijzigen of intrekken. Artikel 6:14, tweede en derde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het stads- en dorpsgezicht waarop aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
Hoofdstuk 7 Regels over standplaatsen
Artikel 7:2 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan, dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen of goederen worden of zijn uitgestald.
Hoofdstuk 8. Sanctie-, overgangs-, en slotbepalingen
Artikel 8:1 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats als deze personen het bepaalde in hoofdstuk 2, 4, 5 en 7 groepsgewijs niet naleven.
Artikel 8:4 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens hoofdstuk 2, 4, 5 en 7 gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 8:6 Wijzigen verordeningen
De Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023 wordt als volgt gewijzigd:
de artikelen 2:10, 2:11, 2:12, 2:15, 2:21, artikel 4:1, de definities ‘collectieve festiviteit’, ‘houder van een inrichting’, ‘incidentele festiviteit’, ‘gevoelige gebouwen’, ‘gevoelige terreinen’ en ‘onversterkte muziek’, de artikelen 4:2, 4:3, 4:9, 4:10, 4:11, 4:13, 4:15, 4:17, 4:18, 4:19, 5:1, 5:2, 5:4, 5:5, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9, 5:10, 5:11, 5:17, 5:18, 5:19, 5:20, 5:24, 5:25, 5:26, 5:27, artikel 5:31a, eerste lid, de definitie ‘dag’ en de artikelen 5:31f, 5:31g, 5:31h, 5:32, 5:33, 5:34, 5:34a en 5:38 komen te vervallen
Besluiten, genomen krachtens de verordening als bedoeld in artikel 8:5 of de artikelen als bedoeld in artikel 8:6, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-263300.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.