Verordening tot achtste wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 april 2024, nummer 2164085;

 

Overwegende dat

  • een actualisatie van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal wordt geadviseerd door de Vereniging Nederlandse Gemeenten;

  • bevindingen van de werking van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal in de praktijk aanleiding geeft om bepaalde wijzigingen en toevoegingen in te voeren.

     

Gelet op

artikel 121, 147, en 149 van de Gemeentewet.

 

Besluit

vast te stellen de Verordening tot achtste wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal (achtste wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal).

 

Artikel I Wijziging verordening

  • A.

    Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

    a. na sub n. wordt een nieuw sub o. ingevoegd, dat luidt:

    - beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    b. de definitie van sub b. bevoegd gezag wordt vervangen door: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    c. de definitie van sub c. bouwwerk wordt vervangen door: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    d. de definitie van sub e. gebouw wordt vervangen door: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

    e. de sub-leden worden alfabetisch gerangschikt en hernoemd.

     

  • B.

    De tekst van artikel 1:2, lid 3 wordt vervangen door: Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

     

  • C.

    Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd, dat luidt: Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

     

  • D.

    Artikel 1:5 wordt als volgt gewijzigd:

    a. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst.

    b. na het eerste lid wordt een nieuw lid 2 ingevoegd, dat luidt: 2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

     

  • E.

    Artikel 1:6 wordt als volgt gewijzigd:

    a. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst.

    b. na het eerste lid wordt een nieuw lid 2 ingevoegd: 2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

     

  • F.

    Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:

    a. in het eerste lid, onder d. wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door: Alcoholwet.

    b. in het vierde lid, onder a, wordt ‘100’ vervangen door: 150.

    c. in het vierde lid, onder e, wordt ‘10’ vervangen door: 25.

    d. in het vierde lid onder f, wordt ‘50’ vervangen door 150.

     

  • G.

    In artikel 2:27, eerste lid, onder a, wordt ‘afhaalzaak’ vervangen door: afhaal of bezorgzaak.

     

  • H.

    Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

    a. in het vijfde lid komt ‘of het vierde’ te vervallen

    b. in het zevende lid, wordt ‘Drank- en Horecaverordening’ vervangen door: Alcoholverordening.

     

  • I.

    Artikel 2:28A wordt als volgt gewijzigd:

    a. in het vijfde lid wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door: Alcoholwet.

    b. in het achtste lid wordt ‘Drank- en Horecawet’ in beide gevallen vervangen door: Alcoholwet.

     

  • J.

    Artikel 2:29 wordt vervangen door:

    1.Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 APV weigert de burgemeester de exploitatievergunning:

    a. indien voor de exploitatie of vestiging van een horeca-inrichting tevens een vergunning op basis van de Alcoholwet is vereist en deze vergunning is geweigerd;

    b. indien de openbare orde of veiligheid ter plaatse door de aanwezigheid van de horeca-inrichting in gevaar komt;

    c. indien de woon- of leefomgeving op onaanvaardbare wijze negatief zal worden beïnvloed;

    d. indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet in overeenstemming is met de ingediende aanvraag.

    2.Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 APV weigert de burgemeester de exploitatievergunning wegens strijd met het geldende omgevingsplan, een ter inzage gelegd ontwerp wijzigingsbesluit omgevingsplan, een voorbereidingsbesluit, of daarmee gelijk te stellen regelingen

    3.indien de termijn zoals bedoeld in artikel 1:7 derde lid nog niet is verstreken.

    4.Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 APV weigert de burgemeester al dan niet gedeeltelijk de exploitatievergunning indien één of meer leidinggevenden niet voldoen aan de volgende eisen:

    a. de leidinggevende staat niet onder curatele;

    b. de leidinggevende is niet in enig opzicht van slecht levensgedrag;

    c. de leidinggevende van een horecabedrijf niet zijnde een dagzaak heeft de leeftijd van éénentwintig jaar bereikt.

    d. de leidinggevende is binnen de laatste vijf jaar geen leidinggevende geweest van een horecabedrijf die voor tenminste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 2:28 is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat de betreffende leidinggevende ter zake geen verwijt treft.

    5.Voor horecabedrijven waarvan de exploitatievergunning op grond van artikel 2:29A eerste lid onder e., is ingetrokken, kan door de burgemeester worden bepaald dat een exploitatievergunning voor dat horecabedrijf gedurende een bij die intrekking vastgestelde termijn van ten hoogste vijf jaar wordt geweigerd.

    6.Onverminderd het bepaalde in artikel 1:4 APV kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid, zedelijkheid of het woon- en leefklimaat, voorschriften en beperkingen verbinden aan een exploitatievergunning.

    7.Voor zover een exploitatievergunning ook betrekking heeft op één of meer bij het horecabedrijf behorende terrassen op de openbare weg, kan de burgemeester onverminderd het bepaalde in artikel 1:4 APV, daaraan tevens voorschriften en beperkingen verbinden met het oog op het doelmatig gebruik van de openbare ruimte, het uiterlijk aanzien van de gemeente, de veiligheid, en het onderhoud van de openbare weg en de zich daarop, daarin, daaronder of daarboven bevindende voorzieningen.

     

  • K.

    In artikel 2:29A, lid 1, onder c, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door: Alcoholwet.

     

  • L.

    In artikel 2:34h, lid 2, wordt de tekst vervangen door: Een gebouw wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat, of een ernstige vrees bestaat voor het onder druk staan van de openbare orde en veiligheid en de leefbaarheid, en kan zich tot een of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken.

     

  • M.

    In artikel 2:34i, lid 3, onder e, wordt de zinsnede ‘een geldend bestemmingsplan’ vervangen door: het omgevingsplan

     

  • N.

    de tekst artikel 2:39, lid 3, onder b, wordt vervangen door: de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

     

  • O.

    Artikel 2:48 wordt als volgt gewijzigd:

    a. In de titel komt ‘ en softdrugs’ te vervallen.

    b. In het tweede lid, onder a, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door: Alcoholwet.

    c. In het tweede lid, onder b, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door: Alcoholwet.

     

  • P.

    de tekst van artikel 2:65 wordt vervangen door: Het is verboden op een openbare plaats te bedelen om geld of andere zaken in door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast aangewezen gebieden.

     

  • Q.

    de tekst van artikel 2:71 wordt vervangen door: In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

     

  • R.

    De tekst in artikel 2:74 wordt vervangen door: Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden, daar post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen of zich daar in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.

     

  • S.

    Na artikel 2:74, wordt een nieuw artikel ‘2:74a Openlijk drugsgebruik’ ingevoegd: Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

     

  • T.

    Artikel 2:78 wordt als volgt gewijzigd:

    a. in het eerste lid wordt ‘een bevel geven’ vervangen door: een tijdelijk verbod opleggen om.

    b. de tekst van het tweede lid wordt vervangen door: Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een tijdelijk verbod is opgelegd als bedoeld in dat lid en die binnen 12 maanden na een eerder tijdelijk verbod opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste acht weken, in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.

    c. de tekst van het derde lid wordt vervangen door: De burgemeester beperkt het krachtens het eerste of tweede lid opgelegde verbod, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een tijdelijk verbod.

    d. de tekst van het vierde lid wordt vervangen door: Als de officier van justitie een persoon een gedragsaanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 509hh, tweede lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering, legt de burgemeester aan deze persoon voor hetzelfde gebied niet een tijdelijk verbod op als bedoeld in het eerste of tweede lid.

     

  • U.

    Artikel 2:79 wordt als volgt gewijzigd:

    a. Aan de titel van het artikel wordt aan het eind de volgende tekst ingevoegd: of bijbehorend erf.

    b. in het tweede lid, wordt ‘bevel’ in beide gevallen vervangen door: besluit.

    c. in het vierde lid, wordt ‘bevel’ vervangen door: besluit.

    d. in het vijfde lid, wordt ‘bevel’ vervangen door: besluit.

     

  • V.

    In artikel 2:80, eerste lid, wordt de tekst vervangen door: Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

     

  • W.

    In artikel 3:2, lid j, wordt de tekst vervangen door: de activiteit, bestaande uit: het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling, of het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie, of het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling;

     

  • X.

    Artikel 3:5 wordt als volgt gewijzigd:

    a. De tekst van het eerste lid, onder i, wordt vervangen door: de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

    b. In lid 1, onder h, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door: Alcoholwet.

     

  • Y.

    de tekst van artikel 3:7, lid 1, onder g, wordt vervangen door: de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

     

  • Z.

    Na artikel 3:14 wordt een nieuw artikel 3:14a sluiting seksbedrijven ingevoegd:

    Artikel 3:14a Sluiting seksbedrijven

    1.De burgemeester kan een seksbedrijf sluiten, indien:

    a. dat seksbedrijf wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning;

    b. dat seksbedrijf wordt geëxploiteerd in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen.

    2.De burgemeester kan één of meer seksbedrijven in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid, of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, voor een bepaalde duur sluiten.

    3.De sluiting wordt geacht in het openbaar bekend te zijn gemaakt zodra een besluit tot sluiting op, in of nabij de toegang of toegangen van het seksbedrijf is aangebracht.

    4.Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

    5.Het in het tweede lid bepaalde geldt niet voor zover in het onderwerp van de regeling van het tweede lid wordt voorzien door artikel 13b van de Opiumwet.

     

  • AA

    Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

    a. na sub i wordt een nieuw lid j ingevoegd: j. Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

    b. de definitie van sub b. inrichting wordt vervangen door: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

    c. de sub-leden worden alfabetisch gerangschikt en hernoemd.

    d. de titel van het artikel wordt vervangen door: Definities

     

  • AB

    de tekst van artikel 4:6, lid 5, wordt vervangen door: Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

     

  • AC

    Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

    a. de tekst van de aanhef van het eerste lid wordt vervangen door: Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

    b. de tekst van het derde lid wordt vervangen door: Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

     

  • AD

    De tekst van artikel 4:17 wordt vervangen door: In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

     

  • AE

    De tekst van artikel 4:18, eerste lid, wordt vervangen door: Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

     

  • AF

    Artikel 5:20 komt te vervallen.

     

  • AF

    De tekst van artikel 5:25, derde lid, wordt vervangen door: Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

     

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel III Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot achtste wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal.

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 mei 2024,

 

De heer P. van Vugt

griffier

 

de heer K.J.G. Kats

voorzitter

Naar boven