Gemeenteblad van Heerlen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2024, 260339 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2024, 260339 | gemeenschappelijke regeling |
Wijziging gemeenschappelijke regeling Reinigingsdiensten RD4
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen
de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 is gewijzigd ter verbetering van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen;
alle gemeenschappelijke regelingen daarom voor 1 juli 2024 moeten worden aangepast;
artikel 1 en artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
de door de gemeenteraad verleende toestemming d.d. 29-05-2024
de gemeenschappelijke regeling Reinigingsdiensten RD4 te wijzigen met ingang van 1 juli 2024, waardoor deze als volgt komt te luiden:
Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beekdaelen, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld, Vaals en Voerendaal, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;
dat schaalvergroting op het terrein van het inzamelen en bewerken van afval- en grondstoffen en het reinigen van de openbare ruimten en daarmee samenhangende taken noodzakelijk is;
dat samenwerking ter behartiging van de belangen van het op milieu-hygiënisch verantwoorde wijze inzamelen en bewerken van afval- en grondstoffen en het reinigen van de openbare ruimten en daarmee samenhangende taken gewenst zijn;
dat het streven erop is gericht deelname van meer gemeenten in de regio Zuid-Limburg te bevorderen en daartoe de mogelijkheden actief te onderzoeken;
dat de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen noodzaakt tot aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4;
gezien de verkregen toestemming van de gemeenteraden;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 3 Het doel van de gemeenschappelijke regeling
De regeling heeft als doel het in stand houden van een lichaam dat belast is met:
Artikel 4 Taken van het lichaam
Het lichaam heeft, naast de doelen genoemd in het voorgaande artikel, tot taak om te adviseren aan de deelnemende gemeenten ten aanzien van opdrachtverlening en het voeren van beleid, met het doel om de onderlinge afstemming te bevorderen, zulks in de ruimste zin.
Hoofdstuk II Inrichting, samenstelling en werkwijze bestuur
Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.
De leden van het algemeen bestuur beschikken over een meervoudig stemrecht, dat is gebaseerd op het inwonertal van de deelnemende gemeenten. Onder inwonertal wordt verstaan het aantal zoals dat voorkomt in de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfer.
Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur een reglement van orde vast voor zijn werkzaamheden.
Artikel 13a Verantwoording van het dagelijks bestuur
Het algemeen bestuur kan besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot ontslag van een lid van het dagelijks bestuur heeft besloten.
Hoofdstuk III Taken en bevoegdheden van het lichaam
Artikel 20 Bevoegdhedenverdeling dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur kan in de in het tweede lid, aanhef en onder j, bedoelde instructie zijn bevoegdheden mandateren aan de secretaris. De secretaris kan aan hem gemandateerde bevoegdheden onder mandateren aan andere functionarissen, tenzij het dagelijks bestuur bij de mandaatverlening anders bepaalt.
Het algemeen onderscheidenlijk het dagelijks bestuur besluit niet tot het vaststellen van meerjarige strategische plannen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten gedurende twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk hun zienswijzen op het concept bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen.
Het algemeen bestuur beslist niet over een voorstel alvorens de gemeenteraden om zienswijzen zijn gevraagd, wanneer ten minste een vijfde van de gemeenteraden het dagelijks bestuur hierom verzoekt. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de raden hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
Indien het tweede lid wordt toegepast, dan hebben de gemeenteraden twaalf weken de tijd hun zienswijzen bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen. Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijzen gegeven zijn, stelt het dagelijks bestuur de gemeenteraden en het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Hoofdstuk IV De financiële bepalingen
Artikel 24 De begroting van het lichaam
Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerp-begroting op van baten en lasten en het bijbehorende investerings- en financieringsplan voor het volgende boekjaar en zendt deze, vergezeld van een memorie van toelichting, ten minste twaalf weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, doch uiterlijk 30 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de ontwerpbegroting geldt, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Artikel 25 Uitgaven, vastgestelde begroting
Het algemeen bestuur kan echter in buitengewone gevallen van dringende spoed besluiten tot het doen van zodanige uitgaven, mits het bestuur het daartoe te nemen besluit met redenen omkleedt en dit terstond aan de raden der deelnemende gemeenten inzendt. Het algemeen bestuur wijst daarbij tevens de middelen tot dekking aan.
Het dagelijks bestuur zendt binnen twee weken na de vaststelling, maar in ieder geval voor 15 juli, de rekening vergezeld van de daarbij behorende verantwoording alsmede van een verslag van het onderzoek naar deugdelijkheid, opgemaakt door een buiten het lichaam staande deskundige, aan Gedeputeerde Staten en de raden van de deelnemende gemeenten.
Artikel 27 Voorschriften financieel beheer
Het algemeen bestuur stelt voorschriften vast met betrekking tot het financieel beheer, de inrichting van de begroting, de rekening, de boekhouding en de controle en brengt deze ter kennis van de raden der deelnemende gemeenten.
Hoofdstuk VI Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Artikel 31a Procedure en inhoud van het uittredingsplan
Het in artikel 31 bedoelde uittredingsplan bevat de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van vijf jaar het directe gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende deelnemer.
Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke adviseur aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende deelnemer en de voorzitter. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke adviseur aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van de uittredende deelnemer.
De onafhankelijke adviseur neemt bij het bepalen van de uittreedsom het bepaalde in dit artikel en in artikel 31 in acht en baseert zich daarbij op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding. Tevens past de onafhankelijke adviseur bij de berekening van de uittreedsom een risico-opslag van 5% op de uittreedsom toe om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende deelnemer van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.
Het algemeen bestuur is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittreedsom zo laag mogelijk te houden. Het algemeen bestuur onderzoekt in dat kader met de uittredende deelnemer de mogelijkheid tot overname van personeel, activa en contracten. Het voorgaande behoeft echter niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.
Deze regeling kan worden gewijzigd indien de colleges van burgemeester en wethouders van ten minste twee derden van het aantal deelnemende gemeenten hiertoe besluiten, onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de wet. In het geval het aantal deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling is gedaald tot twee, dienen de colleges van beide gemeenten te besluiten tot wijziging van de regeling.
Deze regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van alle colleges van burgemeester en wethouders minus één. In het geval het aantal deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling is gedaald tot twee, dienen de colleges van beide gemeenten te besluiten tot het opheffen van de regeling. Het besluit tot opheffing wordt niet genomen voordat de raden van de deelnemende gemeenten gedurende twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk op de voorgestelde opheffing hun zienswijze bij het college naar voren te brengen.
Hoofdstuk VII Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 34 Evaluatie, toezending regeling en bekendmaking besluiten
Het college van de gemeente Heerlen maakt een volledig ondertekend exemplaar van deze regeling alsmede besluiten tot wijziging, tot uittreding van, van toetreding tot en tot opheffing van deze regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend in het door de gemeente Heerlen uitgegeven Gemeenteblad.
Artikel 36 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het algemeen bestuur zoveel mogelijk overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen in de wet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-260339.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.