Gemeenteblad van Heerlen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2024, 260173 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2024, 260173 | gemeenschappelijke regeling |
Wijziging gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen
de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 is gewijzigd ter verbetering van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen;
alle gemeenschappelijke regelingen daarom voor 1 juli 2024 moeten worden aangepast;
artikel 1 en artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
de door de gemeenteraad verleende toestemming d.d. 29-05-2024
de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid-Limburg te wijzigen met ingang van 1 juli 2024, waardoor deze als volgt komt te luiden:
Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg
De deelnemende colleges besluiten
ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft
de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg te wijzigen met ingang van 1 juli 2024, waardoor deze als volgt komt te luiden:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Waar in de Regeling een wet of regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in de plaats van de Gemeente, de raad, het college, de burgemeester en de secretaris c.q. griffier onderscheidenlijk gelezen het Werkvoorzieningschap, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter en de directeur/secretaris van het openbaar lichaam Werkvoorzieningschap.
Artikel 2 Doelstelling/te behartigen belangen
Het Werkvoorzieningschap heeft tot doel:
Het voorzien in en het bieden van passende werkgelegenheid en arbeidsrevalidatie voor ingezetenen, die blijkens een door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) afgegeven indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn.
Het algemeen bestuur beslist niet over een voorstel alvorens de gemeenteraden om zienswijzen zijn gevraagd, wanneer ten minste twee gemeenteraden het dagelijks bestuur hierom verzoeken. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de gemeenteraden hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
Indien het tweede lid wordt toegepast, dan hebben de gemeenteraden twaalf weken de tijd hun zienswijzen bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen. Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijzen gegeven zijn, stelt het dagelijks bestuur de gemeenteraden en het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
HOOFDSTUK 2 HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND LICHAAM
Artikel 6 Het Algemeen Bestuur
De portefeuillehouders sociale zaken en/of arbeidsmarktbeleid van de Gemeenten hebben qualitate qua zitting in het Algemeen Bestuur. De leden hebben zitting voor een tijdvak, gelijk aan dat van de zittingsduur van leden van de Colleges, met dien verstande dat zij in het Algemeen Bestuur zitting blijven houden tot aan het tijdstip dat (zijn of haar) opvolger zijn portefeuille heeft aanvaard en aanwijzing als lid van het Algemeen Bestuur heeft aanvaard.
Artikel 7 Besluitvorming door het Algemeen Bestuur
Een vergadering van het Algemeen Bestuur wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebben leden vertegenwoordigd is. Een portefeuillehouder, lid van het Algemeen Bestuur kan zich bij verhindering laten vervangen door een collega lid van het college uit zijn Gemeente. Indien ingevolge bovenstaande de vergadering niet geopend wordt, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.
Op deze nieuwe vergadering is het bepaalde in de eerste zin van dit lid niet van toepassing. Het Algemeen Bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge de eerste zin niet geopende vergadering was belegd, alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Ieder lid van het Algemeen Bestuur brengt één stem uit, vermeerderd met één stem voor iedere 15.000inwoners of gedeelte daarvan van de Gemeente welke hij vertegenwoordigt. Voor de berekening van het inwonertal wordt uitgegaan van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de vergadering plaatsvindt, zoals dit voorkomt onder de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Wanneer ten aanzien van zaken geen der leden stemming vraagt, wordt aangenomen dat conform het voorstel is besloten. Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, dient steeds tot stemming te worden overgegaan, tenzij het (Algemeen) Bestuur unaniem besluit van stemming af te zien. Alsdan wordt evenals ten aanzien van zaken aangenomen dat conform het voorstel is besloten. Indien tot stemming wordt overgegaan, wordt over alle zaken mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, bij gesloten en ongetekende briefjes. De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen is geheim. Indien stemmen staken, over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden. Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw, dan beslist terstond het lot.
De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling. Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming heeft onthouden, verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing bijgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien de stemmen staken ineen voltallige vergadering, of in een ingevolge het gestelde in de vorige zin opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen. Onder voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit het Algemeen Bestuur bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.
Het Algemeen Bestuur kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke aan het Algemeen Bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt door hen die bij de behandeling tegenwoordig waren en allen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat het Algemeen Bestuur haar opheft.
De oplegging van geheimhouding vervalt, indien de oplegging niet door het Algemeen Bestuur in zijn eerstvolgende vergadering, die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, te samen vertegenwoordigend meer dan de helft van het aantal stemmen, is bezocht, wordt bekrachtigd. In geval van niet-bekrachtiging vervalt de oplegging.
De Voorzitter ondertekent de stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan. Hij kan onder eigen verantwoording en behoudens de beperkingen, die wat betreft de stukken welke van het Dagelijks Bestuur uitgaan, door dit Bestuur worden gesteld, het tekenen van bepaalde stukken, die van het Dagelijks Bestuur of van hem uitgaan, aan anderen opdragen.
Artikel 19 Ontwerp-begroting, algemene financiële/beleidsmatige kaders en voorlopige jaarrekening
Het Dagelijks Bestuur zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de ontwerp-begroting. inclusief de algemene financiële en beleidsmatige kaders, en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de Gemeenten. Een en ander overeenkomstig artikel 34, 34b en 35 van de Wet.
Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een ontwerp-begroting van baten en lasten op, voorzien van een toelichting en zendt dit ontwerp 12 weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden toe aan de raden van de Gemeenten. De raden van de Gemeenten kunnen bij het Dagelijks Bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijzen zijn vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden. Het Dagelijks Bestuur stelt de raden van de Gemeenten voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
De begroting van het Werkvoorzieningschap wordt gevoed uit:
de bijdragen van de Gemeenten, de bijdrage wordt berekend naar evenredigheid van de in de integratie-uitkering Sociaal Domein opgenomen Wsw-middelen die door het Rijk in het voorafgaande kalenderjaar voor de betreffende gemeente is vastgesteld, nadat het Algemeen Bestuur zich heeft vergewist van iedere mogelijkheid tot verkrijgen van aanvullende subsidie. Nadere regels in deze kunnen worden gesteld door het Dagelijks Bestuur.
Artikel 23 Betaling van bijdragen
De hoogte van de te betalen bijdrage wordt berekend naar evenredigheid van de in de integratie-uitkering Sociaal Domein opgenomen Wsw-middelen die door het Rijk in het voorafgaande kalenderjaar voor de betreffende gemeente is vastgesteld, nadat het Algemeen Bestuur zich heeft vergewist van iedere mogelijkheid tot verkrijgen van aanvullende subsidie. Nadere regels in deze kunnen worden gesteld door het Dagelijks Bestuur.
HOOFDSTUK 7 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN TERUGROEPING
Artikel 26 Inlichtingenplicht voor de Gemeenten
De besturen van de Gemeenten verstrekken op verzoek van het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur of de Bestuurscommissie(s) de benodigde inlichtingen en geven de medewerking, die voor de vervulling van de taken van het openbaar lichaam het Werkvoorzieningschap nodig is.
Artikel 27 Inlichtingen en verantwoording door het Dagelijks Bestuur
Zij geven, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur, wanneer dit of één of meer leden daarom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen. Deze inlichtingen worden, behoudens strijdigheid met het algemeen belang, zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee maanden in een vergadering van het Algemeen Bestuur verstrekt.
Artikel 28 Inlichtingen door de leden van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur
De raad kan een lid van het Algemeen Bestuur, nadat de inlichtingen in een vergadering of schriftelijk zijn verstrekt of dienden te zijn verstrekt, ter verantwoording roepen voor het door hem in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid. Het Dagelijks Bestuur verstrekt aan de Gemeenten alle noodzakelijke informatie die nodig is om een correcte verantwoording af te leggen aan het Rijk met betrekking tot de bestede middelen, alsmede elke informatie die in het kader van de beleidsvaststelling en beleidsverantwoording noodzakelijk is, binnen de daarvoor in de Wet gestelde termijnen.
HOOFDSTUK 8 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING VAN DEREGELING
Voor toetreding tot de Regeling wordt volstaan met een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de toetredende Gemeente (na verkregen toestemming van de betreffende gemeenteraad),mits het Algemeen Bestuur het verzoek tot toetreden inwilligt. Een daartoe strekkend besluit van het Algemeen Bestuur kan slechts worden genomen met een meerderheid van twee/derde van het aantal stemmen. In het besluit van het Algemeen Bestuur kan de deelname aan de Regeling afhankelijk worden gesteld van het voldoen aan bepaalde voorwaarden door de betrokken Gemeente.
Artikel 31a Procedure en inhoud van het uittredingsplan
Het in artikel 31, derde lid, bedoelde uittredingsplan bevat de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van vijf jaar het directe gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende gemeente.
Voor wat betreft de juridische, personele en organisatorische consequenties geldt dat het algemeen bestuur met de uittredende gemeente de mogelijkheid tot overname van personeel, activa en contracten onderzoekt. Het voorgaande behoefte echter niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de gemeente.
De gemeenschappelijke regeling kan worden opgeheven met instemming van alle gemeenten minus één. Het besluit tot opheffing wordt niet genomen voordat de gemeenteraden gedurende twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk op de voorgestelde opheffing hun zienswijze bij het college naar voren te brengen.
In geval van ontbinding van de Regeling en daardoor opheffing van het Werkvoorzieningschap, stelt het Algemeen Bestuur‚ de Gemeenten gehoord hebbende, een liquidatieplan vast, waarin in elk geval een sociaal plan ten aanzien van het Personeel is opgenomen. In het liquidatieplan kan van de bepalingen van de Regeling worden afgeweken.
Artikel 34 Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin deze Regeling niet voorziet beslist het Algemeen Bestuur, zoveel mogelijk analoog aan of in de geest van de bepalingen van de Gemeentewet, de Wet en de Regeling.
De werking van de regeling zal geëvalueerd worden indien twee gemeenten hierom verzoeken. Het dagelijks bestuur zal dan een onderzoeksvoorstel aan de gemeenten voorleggen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-260173.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.