Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 16 mei 2024 de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 heeft gewijzigd.

 

Inwerkingtreding

De wijziging wordt van kracht met ingang van de dag na deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

Tegen het besluit tot vaststelling van de wijziging van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Tekst verordening

De raad van de gemeente Breda;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2024 (zaaknummer 4258363) en met overname van de daarin vermelde overwegingen;

 

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

besluit:

Artikel I  

 

De Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 wordt als volgt gewijzigd.

 

A

 

Artikel 2.10 Objecten hoogspanning wordt verwijderd.

 

B

 

Artikel 2:11 Veiligheid op het ijs wordt verwijderd.

 

C

 

Artikel 2:20, eerste lid, onder d, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • d.

    indien de exploitant of de leidinggevende(n) binnen drie jaar voor de aanvraag een inrichting heeft geëxploiteerd die op grond van (ernstige vrees) voor verstoring van de openbare orde, dan wel aantasting van het woon- en leefklimaat, dan wel op grond van artikel 13b van de Opiumwet of artikel 10 Wet experiment gesloten coffeeshopketen gesloten is geweest;

D

 

Artikel 2:25 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De huidige tekst wordt genummerd als het eerste lid:

    • 1.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 1:5 wordt de vergunning, als bedoeld in artikel 2:17 door de burgemeester ingetrokken:

      • a.

        als de exploitant of leidinggevende handelt in strijd met de voorschriften die verbonden zijn met de aan de in artikel 2:17 genoemde vergunning;

      • b.

        als de exploitant of leidinggevende niet voldoet aan de in artikel 2:20, eerste lid, onder c genoemde eisen;

      • c.

        als er sprake is van een wijziging in de exploitatie en dit niet is gemeld als bedoeld in artikel 2:19;

      • d.

        als aannemelijk is dat de exploitant of leidinggevende van de inrichting betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten, bij activiteiten in of vanuit de inrichting die een gevaar opleveren voor de openbare orde of een bedreiging vormen voor het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting;

      • e.

        als zich in of vanuit de inrichting anderszins feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het geopend blijven van de inrichting gevaar oplevert voor de openbare orde of een bedreiging vormt voor het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting;

      • f.

        als er sprake is van de omstandigheid en een geval, als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur;

      • g.

        als de exploitant of leidinggevende van de inrichting toestaat of gedoogt dat in zijn inrichting strafbare feiten worden gepleegd;

      • h.

        als de aan de burgemeester verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest, waarbij ook het Bibob-vragenformulier en andere documenten die in het kader van de aanvraag zijn overgelegd, hieronder vallen.

  • 2.

    Na het eerste lid wordt een nieuw lid toegevoegd dat komt te luiden:

    • 2.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 1:5 kan de vergunning, als bedoeld in artikel 2:17 door de burgemeester worden ingetrokken, als artikel 10 Wet experiment gesloten coffeeshopketen wordt overtreden.

E

 

Artikel 2:64, tweede lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 2.

    Als de burgemeester een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen, voor zover de hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander.

F

 

Artikel 2:70a Lachgasverbod komt te vervallen.

 

G

 

Artikel 2:76 Begripsbepaling wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 2:76 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan: vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

H

 

Artikel 3:10, tweede lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 2.

    Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:7, de vergunning bedoeld in artikel 3:2, eerste lid, worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      het voorkomen of beperken van overlast;

    • b.

      het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat;

    • c.

      de veiligheid van personen of goederen;

    • d.

      de verkeersvrijheid of -veiligheid;

    • e.

      de gezondheid of zedelijkheid; of

    • f.

      de arbeidsomstandigheden van de prostituee.

I

 

Artikel 4:9, vijfde lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 5.

    Op een besluit als bedoeld in lid 1 is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdige beslissing) niet van toepassing.

J

 

Artikel 5:10, eerste lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden de groenvoorziening aan te tasten door: met een voertuig, fiets of bromfiets te rijden door een park of plantsoen of door een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook, of daarin een voertuig, fiets of bromfiets tot stilstand te brengen of te laten staan.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 16 mei 2024.

, voorzitter

, griffier

Naar boven