Gemeenteblad van Gorinchem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gorinchem | Gemeenteblad 2024, 259402 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gorinchem | Gemeenteblad 2024, 259402 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Huisvestigingsverordening Gorinchem 2024
De raad van de gemeente Gorinchem;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Gorinchem d.d. 23 april 2024;
gelet op de artikelen 22, lid 2, van de Grondwet en 4, 35 en 40, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 over opkoopbescherming;
gelet op de artikelen 2, 4, eerste lid, aanhef en onder a., 5, 7, 9 tot en met 13, 17, 20, 35 van de Huisvestingswet 2014 over urgentieregeling;
besluit vast te stellen: De Huisvestigingsverordening Gorinchem 2024
Hoofdstuk 1. Tijdelijke opkoopbescherming
Artikel 1.4. Gevallen waarin de verhuurvergunning opkoopbescherming moet worden verleend
Als artikel 43, eerste lid, van de wet (bibob-weigering) niet van toepassing is, moet de verhuurvergunning opkoopbescherming worden verleend indien:
de eigenaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan hem, ten minste twaalf maanden zijn woonadres als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel o, onder 1°, van de Wet basisregistratie personen, in die woonruimte heeft en de eigenaar met een woningzoekende schriftelijk overeenkomt dat de woningzoekende de woonruimte voor een termijn van ten hoogste twaalf maanden, anders dan voor toeristische verhuur, in gebruik neemt; of,
In de gevallen, genoemd in artikel 41, derde lid, onder a en b, van de wet, wordt de persoon aan wie de beschermde woonruimte wordt verhuurd en die de huurder is op grond van wiens hoedanigheid er recht is op de vergunning, in de vergunning genoemd. De vergunning vervalt zodra deze huurder niet de huurder is die in de beschermde woonruimte verblijft.
Artikel 1.5. Gevallen waarin de verhuurvergunning opkoopbescherming kan worden verleend
Als artikel 43, eerste lid, van de wet (bibob-weigering) niet van toepassing is, kan de verhuurvergunning opkoopbescherming worden verleend:
als de beschermde woonruimte onderdeel uitmaakt van een nieuwgebouwd complex van woonruimten dat volgens een anterieure overeenkomst volledig is gebouwd en bestemd om direct na de oplevering te worden verhuurd en waarop de Doelgroepenverordening voor sociale huur, middenhuur en betaalbare koop van de gemeente Gorinchem 2023 van toepassing is.
als de beschermde woonruimte als gevolg van de opkoopbescherming langer dan zes maanden te koop staat tegen een realistische verkoopprijs die niet hoger is dan de WOZ-waarde van de woning of die is aangetoond met een rapport van een beëdigd taxateur anders dan de makelaar van verkoper, waarbij van de verkoper en zijn makelaar wordt verwacht dat zij (aantoonbaar) hun uiterste best te doen om de verkoop voor elkaar te krijgen.
Als artikel 43, eerste lid, van de wet (bibob-weigering) niet van toepassing is, kan de verhuurvergunning opkoopbescherming in bijzondere gevallen worden verleend als het belang dat gediend wordt met het verhuren van de beschermde woonruimte naar het oordeel van burgemeester en wethouders zwaarder moet wegen dan het belang van het behouden van de beschermde woonruimte voor de kopersmarkt.
Artikel 1.6. Intrekken van de verhuurvergunning opkoopbescherming
Het college kan een verleende verhuurvergunning opkoopbescherming intrekken indien:
In dit hoofdstuk wordt volstaan onder:
huishoudinkomen: gezamenlijke verzamelinkomens als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 van de woningzoekende, met uitzondering van kinderen in de zin van artikel 4 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, met dien verstande dat in het eerste lid van dat artikel voor «belanghebbende» telkens wordt gelezen «aanvrager»;
mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep (in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015);
Artikel 2.3. Urgent Woningzoekenden
Artikel 2.3.1 Criteria indicatie sociale gronden
Een indicatie op sociale gronden wordt uitsluitend verleend indien sprake is van:
financiële omstandigheden, voor zo ver:
een ingezetene in aanmerking komt voor een uitkering uit een gemeentelijke regeling voor inkomensondersteuning en naar het oordeel van burgemeester en wethouders het feitelijk besteedbaar inkomen te laag is om de woonlasten op te brengen met daaraan verbonden de voorwaarde om te zien naar goedkopere woonruimte en
Indien wordt voldaan aan lid 1, onder b, wordt één urgentie toegekend aan de partner die voor meer dan de helft de zorg voor een of meer minderjarige kind of kinderen draagt. Indien de zorg gelijk verdeeld wordt, wordt de urgentie toegekend aan de partner met het laagste inkomen, tenzij de partners in overeenstemming met elkaar voor toekenning aan de andere partner kiezen.
Artikel 2.3.4. Criteria indicatie volkshuisvestelijke gronden
Een indicatie op volkshuisvestelijke gronden wordt uitsluitend verleend indien sprake is van woonruimte van huurders en eigenaar-bewoners in de regio die, in het belang van de volkshuisvesting, of ter uitvoering van openbare werken of in het algemeen belang, gesloopt of ingrijpend verbeterd moeten worden.
Artikel 2.3.5. Criteria indicatie maatschappelijke gronden
Artikel 2.4. Aanvraag en besluitvorming tot urgentie
De woningzoekende die meent voor een urgentie in aanmerking te komen, dient een aanvraag in via een daartoe door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen aanvraagformulier (schriftelijk of digitaal). Deze dient volledig en naar waarheid te zijn ingevuld en alle daarin gevraagde bewijsstukken dienen overhandigd te worden. De aanvraag wordt ingediend bij burgemeester en wethouders van de gemeente waar de urgente woonsituatie is ontstaan of, bij urgentie op mantelzorg gronden, de gemeente waar de mantelzorg verleend gaat worden;
De aanvraag voor een urgentie op sociale gronden, relatiebeëindiging, als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub b, kan alleen worden ingediend in de periode:
Bij het ontbreken van bovengenoemde documenten om de urgentie-aanvraagperiode te beoordelen op het moment dat de samenwoning daadwerkelijk heeft opgehouden te bestaan en dit ook blijkt door middel van het overleggen van een uittreksel van het gemeentelijke BRP (Basisregistratie Personen), tot uiterlijk drie maanden daarna.
Artikel 2.5. Beperkte keuzemogelijkheid urgenten
Burgemeester en wethouders kunnen van het standaard regionale zoekprofiel als bedoeld in lid 1 afwijken, als de leefbaarheid daar aanleiding voor geeft of wanneer het standaard regionale zoekprofiel belet dat de urgent woningzoekende lokaal een passende woonruimte krijgt toegewezen, omdat in de lokale woningvoorraad bepaalde woningtypen ontbreken of naar verwachting niet binnen 6 maanden vrij voor verhuur komen en huisvesting in de gemeente sociaal of maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht.
In dit geval wordt door burgemeester en wethouders een tweede zoekprofiel vastgesteld, waarmee de urgent woningzoekende uitsluitend op het woningaanbod in de betreffende gemeente kan reageren.
Artikel 2.7. Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte
De volgende categorieën goedkope woonruimte, met uitzondering van standplaatsen voor woonwagens, mogen enkel voor bewoning in gebruik worden genomen of gegeven als daarvoor een huisvestingsvergunning is verleend: woonruimten in eigendom van woningcorporaties waarvan de huurprijs lager is dan de huurtoeslaggrens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-259402.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.