Gemeenteblad van Renkum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Renkum | Gemeenteblad 2024, 254334 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Renkum | Gemeenteblad 2024, 254334 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Renkum 2024
HOOFDSTUK 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. Uit piëteitsoverwegingen is het bovendien niet toegestaan om tijdens de uit te voeren werkzaamheden:
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste vijf werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. Definitieve vaststelling van de plechtigheid vindt plaats door de beheerder.
HOOFDSTUK 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven een asbus wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk om 12.00 uur op de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis te geven aan de beheerder. De zaterdag, zondag en erkende feestdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van asbussen en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder. Het zelf uitvoeren van deze werkzaamheden dan wel bijwonen van deze werkzaamheden door de nabestaanden is niet toegestaan.
Artikel 9 verboden materialen bij het begraven
binnenbekleding: Niet geïmpregneerd papier aan de binnenkant van de deksel en de wanden; katoen, zijde, rayon, of cellulose-acetaat dan wel een mengsel van genoemde stoffen en wel zo dat de stof van de binnenbekleding niet in één stuk over de bodem en wanden van de kist wordt gespreid, maar dat voor de bodem een los stuk stof wordt gebruikt;
Materiaal voor lijkhoezen dient aan de volgende eisen te voldoen:
biologische afbreekbaarheid: het materiaal van de lijkhoezen dient binnen 90 dagen voor meer dan 98% te worden afgebroken, gemeten volgens norm ASTM: D 5338-92 of een daarmee vergelijkbare norm. Daarnaast dienen uit de lijkhoezen, zowel bij de biologische afbraak als bij crematie, geen schadelijke stoffen vrij te komen. Voor zware metalen (Pb, Cr, Ni, Cu, Cd, Zn) en gechloreerde koolwaterstoffen dient voldaan te worden aan de Duitse Bundesgütegemeinschaft-norm RAL GZ 251 of een daaraan gelijk te stellen norm. Voor de bepaling hiervan dient gebruik te worden gemaakt van de norm ASTM: D 5152-91 of een vergelijkbare norm.
Andere omhulsels dan lijkkisten en lijkhoezen die op het doel van begraven zijn afgestemd, zijn toegestaan bij het begraven mits zij voldoen aan de hierboven gestelde eisen van doorlatendheid voor lucht en biologische afbreekbaarheid voor zover deze omhulsels dan wel onderdelen daarvan niet verwijderd worden voorafgaand aan het begraven.
Artikel 11 Over te leggen stukken
Geen begraving, bijzetting van een asbus of verstrooiing van as vindt plaats voordat de beheerder van de begraafplaats de schriftelijke kennisgeving als bedoeld in artikel 8, eerste lid, heeft ontvangen. Deze schriftelijke kennisgeving dient te zijn ondertekend door degene die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien en dient ten minste te bevatten:
Begraving of bijzetting in een particulier graf, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van het grafrecht tot de duur van het oorspronkelijke recht. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de andere personen, genoemd in artikel 19 tweede lid.
HOOFDSTUK 4 Soorten, uitgifte en termijnen van de graven
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening, doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, kan het college het uitsluitend recht vervallen verklaren, waarna het desbetreffende graf kan worden geruimd met inachtneming van de wettelijke grafrusttermijn.
Artikel 20 Afstand doen van een grafrecht
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding of restitutie van reeds betaalde rechten kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van een grafrecht ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 24 Gedenkteken op graven
Voor de gedenktekens op de begraafplaatsen “Fangmanweg” en “Onder de bomen” mag natuursteen worden gebruikt, mits geschikt voor buitengebruik, en dient het uiterlijk van de natuurstenen monumenten gelijkwaardig aan de al aanwezige monumenten te zijn. Gedenktekens, zijn behoudens houten boomschijven van onbehandeld hout, niet toegestaan op begraafplaats “Boschveld” en het natuurdeel van begraafplaats “Harten”;
Op het gedenkteken mogen geen losse schilden, letters of andere voorwerpen zijn aangebracht of bevestigd. Dit verbod geldt niet voor foto’s, uitgezonderd de begraafplaatsen “Fangmanweg” en “Onder de bomen” indien de foto, waarvan de afmeting inclusief omlijsting maximaal 100cm2 mag bedragen en op het gedenkteken wordt aangebracht of bevestigd met roestvrij en niet verwerend materiaal.
Het gedenkteken mag niet zijn of worden beschilderd of geverfd, met uitzondering van de op het gedenkteken voorkomende tekst. Indien de tekst op het gedenkteken wordt geschilderd, dient daarvoor verf op chloorrubber basis te worden gebruikt, die in één laag moet worden aangebracht, volgens de voorschriften van de fabrikant van de verf.
Staande monumenten zijn toegestaan, mits binnen de maximale breedte van de graven vallen, en een maximale hoogte van 125 cm gemeten vanaf maaiveld niet te boven gaan en aan een minimale dikte van zes cm en een maximale dikte van 40 cm voldoen. Voor kindergraven geldt voor een staand monument een minimale dikte van zes cm en een maximale dikte van 30 cm.
Liggende monumenten zijn toegestaan, mits deze de maatvoering zoals genoemd in lid zeven niet ten boven gaan. De maximale hoogte, gemeten vanaf maaiveld, dient maximaal 25 cm te bedragen, met een minimale dikte van zes cm. Van de achterzijde naar de voorzijde mag het verloop niet meer dan tien cm bedragen.
Een vergunning om op een graf op de afdeling D een monument te mogen plaatsen geldt uiterlijk tot het tijdstip waarop het graf van gemeentewege wordt geruimd.
Artikel 32 Verwijderen grafbedekking
Indien het gaat om een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn eindigt, wordt de rechthebbende bij correspondentie over de verlenging op de hoogte gesteld van het verwijderen van de grafbedekking. Als de rechthebbende aangeeft de termijn niet te verlengen en afstand doet van de grafrechten, kan het college de grafbedekking direct na de afstandsverklaring verwijderen. Directe verwijdering vindt plaats indien de onderhoudstoestand van de grafbedekking, naar oordeel van het college, het aanzien van de begraafplaats schaadt, dan wel een gevaar vormt voor aangrenzende graven of gevaar voor bezoekers oplevert. In overige gevallen wordt de grafbedekking uiterlijk één jaar na de betreffende correspondentie verwijderd.
De grafbedekking vervalt direct aan de gemeente, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding indien geen verzoek is ingediend, zoals verwoord in het derde lid van dit artikel, of na zes weken nadat een verzoek is ingediend door de rechthebbende en geen uitvoering is gegeven aan het verzoek.
Artikel 34 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats.
Artikel 35 Onderhoud rechthebbende of gebruiker
De rechthebbende en/of belanghebbende op een graf is verplicht er voor te zorgen dat de grafbedekking zich steeds in goede staat bevindt en dat het daartoe vereiste onderhoud of herstel plaatsvindt zodat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats niet schaadt en geen gevaar voor aangrenzende graven of bezoekers kan opleveren.
De grafbedekking wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een gedenkteken ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor risico en rekening van de rechthebbende of belanghebbende.
Indien de rechthebbende of belanghebbende nalaat zorg te dragen voor behoorlijk onderhoud of herstel van de grafbedekking, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende of belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of belanghebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
HOOFDSTUK 6 Ruiming van (urnen) graven
Artikel 36 Ruiming, bezorging van overblijfselen en asbussen
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijk resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving elders. Ruimen en herbegraven zoals genoemd in dit lid zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijk resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen herbegraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om as te doen verstrooien.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-254334.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.