Gemeenteblad van Brummen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2024, 251555 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2024, 251555 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
VERORDENING TEGEMOETKOMING KOSTEN SMI-KINDEROPVANG BRUMMEN (2024)
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 09 april 2024 (raadsvoorstel Z097462/D429839);
Gehoord het behandeladvies van het Forum van 16 mei 2024;
Gelet op artikel 149 Gemeentewet, de Wet Kinderopvang en de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang;
Overwegende, dat het gewenst is om nadere eisen te stellen aan de tegemoetkoming SMI kinderopvang;
Artikel 1. Doel van de verordening
Deze regeling heeft als doel het tijdelijk ontlasten van ouders die verminderd in staat zijn om voor hun kind(eren) te zorgen vanwege een sociale of medische situatie (ziekte of lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking).
In deze regeling wordt verstaan onder:
voorliggende voorziening: andere regelingen of wetten waarop door de ouder een beroep kan worden gedaan voordat aanspraak kan worden gemaakt op de gemeentelijke kindregeling SMI, zoals de kinderopvangtoeslag, de regeling Alle peuters naar de voorschool, de regeling Voor- en Vroegschoolse educatie of voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning;
Artikel 4. Aanspraak op een tegemoetkoming
Om te beoordelen of wordt voldaan aan de criteria, zoals genoemd in de leden 1 en 2, voeren medewerkers van de gemeente Brummen (Team voor Elkaar) een overleg met tenminste de aanvrager. Daarbij wordt de gehele leefsituatie in kaart gebracht (inclusief gezinssituatie) en meegewogen in te nemen beslissing. Tevens vindt een analyse plaats waaruit helder blijkt naar welke structurele oplossingen de ouder(s) toewerkt/toewerken. Dit wordt vastgelegd in plan van aanpak. Uit het plan van aanpak blijkt wie op welke termijn actie onderneemt om de geconstateerde knelpunten in het gezin op te lossen. Ouders dienen mee te werken aan hun eigen herstel om daarmee de sociaal medische situatie binnen het gezin op te lossen, dan wel te verbeteren.
Artikel 7. Eigen bijdrage en opvangkosten
De ouder is een eigen bijdrage verschuldigd. De eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt conform de belastingtabel kinderopvangtoeslag van het betreffende jaar berekend op basis van het laatst definitief vastgestelde inkomen. Indien een later inkomen aantoonbaar lager is, kan beoordeeld worden of hiervan gebruik wordt gemaakt bij het vaststellen van de ouderbijdrage.
De schriftelijke aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het college. Bij de aanvraag kan een schriftelijke verklaring worden gevoegd van huisarts of andere instellingen waaruit de noodzaak voor kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie blijkt.
Indien de problematiek in het gezin zodanig groot is dat de ouder(s) niet aan de verplichting om mee te werken aan het eigen herstel kan voldoen, dan treden ouder(s) in overleg met de betrokken professional om afspraken te maken of en zo ja op welke termijn en in welke opbouw wel aan deze verplichting wordt voldaan.
Het college kan in bijzondere niet voorziene gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien de toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 12. Intrekking Verordening tegemoetkoming kosten SMI-kinderopvang Brummen
De verordening tegemoetkoming kosten SMI-kinderopvang Brummen (D283766) wordt ingetrokken.
Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 05 september 2019.
De raad van de gemeente Brummen,
De griffier, A.R.M. Nengerman
De voorzitter A.J. van Hedel
Bij de invoering van de Wet kinderopvang in 2004 is artikel 23 niet in werking getreden. Dit artikel zou er voor zorgen dat mensen met een sociaal medische problematiek ook onder de werking van de Wet kinderopvang zouden vallen. Ook onder de huidige Wet kinderopvang is een equivalent van artikel 23 nooit in werking getreden en het is niet de verwachting dat dit op korte termijn alsnog gaat gebeuren.
Omdat de groep die om sociaal medische redenen kinderopvang nodig heeft toch vaak een kwetsbare groep is, wil de gemeente Brummen met deze verordening de lacune in de Wet Kinderopvang opvullen.
Een ouder(s) of verzorger(s) kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang ontvangen als vaststaat dat het om sociaal of medische redenen noodzakelijk is dat (en in welke mate) gebruik wordt of gaat worden gemaakt van kinderopvang.
Het doel van de regeling is het ondersteunen bij sociaal medische problematiek. Het is geen instrument voor inkomensondersteuning. Uiteraard wordt de financiële situatie van het gezin wel als onderdeel van de gehele leefsituatie in kaart gebracht, maar is niet het vertrekpunt.
Voor het vaststellen van de noodzakelijkheid van de kinderopvang op grond van sociaal-medische redenen, de indicatie, kan naast een eventueel advies van een huisarts of andere instelling bij twijfel advies worden gevraagd aan een onafhankelijk adviesorgaan.
SMI is niet bedoeld als structurele oplossing, maar een tijdelijke oplossing. Om aanspraak te kunnen maken op een tegemoetkoming zijn ouders verplicht mee te werken aan een analyse, vastgelegd in een plan van aanpak, waaruit blijkt wie op welke termijn actie onderneemt om de geconstateerde knelpunten bij ouder of kind op te lossen. Ook moet duidelijk zijn welke stappen er door ouder moeten worden ondernomen om een structurele oplossing te creëren. Ouders blijven zelf financieel verantwoordelijk om deze stappen tot een structurele oplossing te realiseren. Indien ouders hier niet aan mee willen werken wordt de aanvraag niet toegekend.
Hoewel de kindercentra en gastouders de zorg van ouders voor hun kind voor een deel overnemen, dienen ouders zich wel te realiseren dat zij als opvoeders verantwoordelijk zijn voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Het feit dat de gemeente de kindplek subsidieert neemt deze verantwoordelijkheid van de ouders niet weg, maar moet er juist voor zorgen dat de ouder er alles aan doet om de knelpunten in de gezinssituatie op te lossen, dan wel te verminderen. Meewerken aan herstel betekent dan: uitvoering geven aan het behandelplan. Dit kan bijvoorbeeld zijn in de vorm van deelname aan een traject van diagnose en behandeling, deelname aan een cursus, of ouderbetrokkenheid gericht op vermindering van eventuele achterstanden van het betrokken kind.
Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, is een aanvraag voor indicatie naar de noodzakelijkheid van kinderopvang op grond van sociaal-medische problematiek door de gemeente niet mogelijk. Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening.
De duur van de tegemoetkoming is in principe tijdelijk voor de duur van maximaal 6 maanden. Indien een structurele oplossing nog niet is behaald, dan wel als de sociaal-medische situatie in het gezin nog niet voldoende is verbeterd, kan daarna middels een herindicatie steeds worden verlengd met nogmaals 3 of 6 maanden. ln dat geval kan weer een medisch advies worden opgevraagd om de noodzaak van de opvang te kunnen bepalen. Het is de verantwoordelijkheid van de ouder(s) of verzorger(s) om tijdig een nieuwe aanvraag in dienen in verband met het al dan niet opvragen van een nieuw medisch advies.
Indien er sprake is van een chronische beperking, waarbij duidelijk is dat een oplossing niet binnen 6 tot 12 maanden gerealiseerd kan worden, kan het college in zeer uitzonderlijke gevallen ervoor kiezen om een langer geldende beschikking af te geven. Dit biedt het gezin de nodige zekerheid en rust en heeft als bijkomend voordeel dat de gemeentelijke administratieve last vermindert. Voorwaarde bij het afgeven van een meer langdurige beschikking is dan wel dat ouders het Team voor Elkaar in de gelegenheid stellen om goed zicht te houden op de gezinssituatie. Hiervoor zullen op regelmatige basis, gedurende de looptijd van de beschikking, gesprekken ingepland worden. Ouders dienen hier op voorhand mee in te stemmen. Op deze wijze is het Team voor Elkaar in staat om in deze situaties goed de regie te kunnen voeren.
De eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt conform de belastingtabel kinderopvangtoeslag berekend op basis van het laatst definitief vastgestelde inkomen door de belastingdienst. De ouderbijdrage dient door de ouders zelf te worden betaald. Er wordt een maximale uurprijs gehanteerd voor de ouder(s) of verzorger(s). Voor dit verschil in uurprijs en de ouderbijdrage wordt geen bijzondere bijstand verstrekt.
Indien blijkt, naar het oordeel van het college, dat de eigen bijdrage voor de ouder(s) belemmerend werkt in de toegang tot de ondersteuning, dan hoeft deze eigen bijdrage niet betaald te worden. Ditzelfde geldt in het geval dat er sprake is van een schuldhulpverleningstraject.
Er is een beperking aangebracht op het aantal te vergoeden dagen/uren kinderopvang/gastouderopvang per week. De gemeente vergoedt maximaal 5 dagdelen (25 uren) per week. Deze uren mogen over meerdere werkdagen verspreid worden, maar biedt ouders of verzorgers in ieder geval de mogelijkheid om 2 ½ dag kinderopvang af te nemen. Mits de werkende ouder minder uren hoeft te werken dan deze
2 ½ dag. Voor buitenschoolse opvang (BSO) geldt maximaal 3 dagdelen. Indien ouder(s) of verzorger(s) kiezen voor meer dagen aan opvang, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s) of verzorgers.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-251555.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.