Wijziging van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Noord-Beveland 2019

De raad van de gemeente Noord-Beveland;

 

gelezen het voorstel van het presidium van 13-5-2024

 

gelet op artikel 96, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, de artikelen 3.1.7, 3.3.2 en 3.4.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers

 

besluit:

vast te stellen de navolgende:

 

Wijziging van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Noord-Beveland 2019

Artikel 1

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1.

    Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      Bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 2

De toelichting op artikel 3 komt als volgt te luiden:

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

In deze bepaling is bij verordening geregeld dat raads- en commissieleden een vergoeding van de reis- en verblijfkosten kunnen krijgen. Daaronder kunnen ook de buitenlandse dienstreizen worden geschaard. De naar redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten voor dienstreizen in het buitenland, die door of vanwege de gemeente zijn georganiseerd komen ook voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 3

Artikel 5 komt luiden:

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen (ICT-middelen)

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie ICT-middelen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde ICT-middelen in bij de gemeente. Overname van een ICT-middel is mogelijk als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      De gemeente is bereid het ICT-middel af te stoten;

    • b.

      Het ICT-middel is door of namens de gemeente geschoond met speciale software in overeenstemming met de vastgestelde Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) die sinds 1 januari 2019 geldt (Stcrt. 26526);

    • c.

      Het raads- of commissielid betaalt de gemeente de resterende waarde in het economische verkeer van het ICT-middel.

Artikel 4

De toelichting op artikel 5 komt als volgt te luiden:

Artikel 5. Informatie en communicatievoorzieningen (ICT-middelen)

Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid, wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke ICT-middelen ter beschikking. Ook commissieleden kunnen aanspraak maken op ICT-middelen op grond van art. 3.4.4 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Onder ICT-middelen wordt ook verstaan de daarbij behorende abonnementen.

 

De gemeente verstrekt ICT-middelen in bruikleen aan de politieke ambtsdrager omdat dit noodzakelijk gereedschap is voor het vervullen van de politieke functie. Het fiscale noodzakelijkheidscriterium vereist dat dit digitale gereedschap bij aftreden of ontslag weer door de ambtsdrager wordt ingeleverd bij de gemeente. Dit geeft de gemeente ook de mogelijkheid om dit ICT-middel te schonen. Als het middel is geschoond, dan is het aan de gemeente of het dit desbetreffende ICT-middel wil hergebruiken. Als dat niet zo is, dan kan de gemeente ambtsdragers de mogelijkheid bieden het ICT-middel over te nemen. Dit overnemen is dus geen recht van de ambtsdrager maar het gevolg van een keuze van de gemeente. De circulaire “overname ICT na ambtstermijn decentrale politieke ambtsdragers, 2022-0000173050, 29 maart 2022” vereist - in het geval dat de gemeente bereid is het ICT-middel af te stoten - dat de gemeente ervoor zorgt dat het ICT-middel door of namens de gemeente is geschoond met speciale software volgens Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Verder dient de ambtsdrager voor het overnemen van het ICT-middel op grond van de circulaire een vergoeding te betalen. Deze vergoeding dient gelijk te zijn aan de resterende waarde van het ICT-middel in het economisch verkeer.

Artikel 5

Artikel 8 lid 2 komt te luiden:

Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

Artikel 6

Aan de toelichting op artikel 7. Betaling vaste vergoedingen & artikel 8. Betaling en declaratie van onkosten wordt de zinsnede toegevoegd:

Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft (Circulaire Introductie bij gemeenten van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (Stcrt. 7 december 2018, 68918) p.8.).

Artikel 7

In de toelichting wordt in ALGEMEEN DEEL - Toelagen voor de raadsleden die lid zijn van zogenaamde 'zware commissies', de tekst: “Voor wat betreft de hoogte van de toelagen voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie en de rekenkamerfunctie geldt een vast (belast) bedrag van €120 per maand. Dat is dwingendrechtelijk geregeld. In artikel 3.1.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het bedrag wordt naar rato van de duur van de activiteiten toegepast.” vervangen door “Voor wat betreft de hoogte van de toelagen voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie en de rekenkamerfunctie geldt een vast (belast) bedrag per maand zoals vastgelegd in artikel 3.1.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Dat is dwingendrechtelijk geregeld. Het bedrag wordt naar rato van de duur van de activiteiten toegepast.”

Artikel 8

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland in zijn openbare vergadering van 30-5-2024

De Griffier,

J. Stroop MA

De voorzitter,

drs. G.L. Meeuwisse

Naar boven