Gemeenteblad van Enschede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2024, 250186 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2024, 250186 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling SamenTwente
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden;
De Gemeenschappelijke regeling SamenTwente te wijzigen, zodat deze komt te luiden als volgt:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Waar in de regeling wetsartikelen uit de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, worden in die artikelen voor ‘gemeente’, ‘raad’, ‘college’, ‘wethouder en ‘burgemeester gelezen: ‘SamenTwente’, ‘algemeen bestuur’, ‘dagelijks bestuur’, ‘lid van het dagelijks bestuur’ en ‘voorzitter’.
SamenTwente heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, samen met lokale en regionale ketenpartners en stakeholders en vanuit en voor de Twentse samenleving, te werken aan een gezond, veilig en vitaal Twente.
HOOFDSTUK 3 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
§ 3.2 Basistaken en bevoegdheden
Met betrekking tot het in artikel 2.2 onder a genoemde belang heeft SamenTwente onder de naam GGD Twente de volgende op gezamenlijk niveau vastgestelde specifieke basistaken:
3.2.3 Basistaken - Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT)
Met betrekking tot het in artikel 2.2 onder b genoemde belang heeft SamenTwente onder de naam OZJT, met inachtneming van de bepalingen in de Jeugdwet, de zorg voor een goede en efficiënte uitvoering van bovenlokale taken op het gebied van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering,
In dat kader heeft OZJT de volgende op gezamenlijk niveau vastgestelde specifieke taken:
het bij of krachtens de Jeugdwet of enige andere wet of regeling (laten) uitvoeren van bovenlokale taken waaronder:
het sluiten van (raam)overeenkomsten met en/of subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp en uitvoerders van jeugdreclassering en jeugdbeschermingsmaatregelen, inclusief bijbehorend contractbeheer, contract- en leveranciersmanagement. De in te kopen zorg omvat de uitvoering van jeugdbescherming en jeugdreclassering, jeugdzorgplus, residentiële /specialistische jeugdzorg, pleegzorg, crisiszorg en advies & expertise;
3.2.4 Basistaken - Veilig Thuis Twente (VTT)
Met betrekking tot het in artikel 2.2 onder c genoemde belang heeft SamenTwente onder de naam VTT de volgende op gezamenlijk niveau vastgestelde specifieke taken:
Voor de uitvoering van de basistaken dragen deelnemers hun bevoegdheden bij of krachtens de Wet publieke gezondheid, artikel 4 van de Wet op de lijkbezorging, artikel 5.2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, over aan het bestuur.
Tenzij in de regeling anders is bepaald, stelt het dagelijks bestuur de tarieven als bedoeld in artikel 7.4 vast en de overige voorwaarden waaronder werkzaamheden worden uitgevoerd. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de tarieven tenminste kostendekkend zijn. Het algemeen bestuur kan besluiten van dit uitgangspunt af te wijken.
Indien het algemeen bestuur besluit dat de raden van de deelnemende gemeenten in het besluitvormingsproces om zienswijzen worden gevraagd, dan is op de zienswijzeprocedure artikel 35 eerste tot en met vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de termijn acht weken bedraagt.
§ 3.3 Overige taken en bevoegdheden
SamenTwente kan op verzoek van één of meer deelnemers specifieke, aan de basistaken verwante, extra werkzaamheden uitvoeren onder de voorwaarde dat:
Naast het bepaalde in artikel 13, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen en hiervoor in het derde lid bepaalde, eindigt het lidmaatschap van het algemeen bestuur eveneens op het moment van uittreding uit deze regeling van een deelnemende gemeente die het (plaatsvervangend) lid vertegenwoordigt.
Indien het gaat om de vaststelling van de begroting, wijzigingen daarvan en de jaarrekening alsmede om besluiten over investeringen op basis van een gemeentelijke bijdrage worden beslissingen in het algemeen bestuur genomen op basis van inwonertal bij aanvang van het kalenderjaar waarin de stemming plaatsvindt.
Hoofdstuk Va van de Gemeentewet over geheimhouding is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat een aan het algemeen bestuur opgelegde geheimhouding door het algemeen bestuur wordt bekrachtigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 23, derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Op begrotingswijzigingen die niet leiden tot een verhoging van de gemeentelijke bijdragen, is artikel 35 eerste, derde en vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen niet van toepassing.
HOOFDSTUK 8 TOETREDEN, UITTREDEN, WIJZIGEN EN OPHEFFEN
Na ontvangst van het besluit tot uittreding geven de deelnemers, in overleg met de uittredende deelnemer, opdracht aan onafhankelijke externe deskundigen, waarvan minimaal één financieel deskundige en één juridisch deskundige, om een plan op te stellen dat ten minste inzicht geeft in alle kosten, die direct of indirect gedurende een periode van maximaal vijf jaar samenhangen met de uittreding. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uittredende deelnemer op basis van redelijkheid en billijkheid:
Het algemeen bestuur stelt het liquidatieplan vast nadat de deelnemers en de raden van de gemeenten hun zienswijzen daarop hebben kunnen inbrengen. Artikel 35, eerste tot en met vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen is hierop van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de termijn acht weken bedraagt.
TOELICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SAMENTWENTE
Op 25 september 2019 heeft het algemeen bestuur (AB) de veranderopdracht vastgesteld. De uitgangspunten van de veranderopdracht waren: focus op inhoudelijke thema’s, klein, simpel en flexibel, duidelijk en transparant en eigenaarschap/leiderschap. Een belangrijk knelpunt dat werd gesignaleerd met de veranderopdracht, was de gevoelde bestuurlijke drukte in regionale samenwerking. Met de veranderopdracht is onder meer besloten tot het omvormen van de bestaande Regeling Regio Twente naar een nieuwe regeling voor GGD, OZJT en VTT waarbij samenwerking op het terrein van de gezondheid, inclusief Samen14 en Kennispunt Twente, centraal wordt gesteld.
De juridische omvorming is op 8 juli 2021 geoperationaliseerd met een wijziging van de toenmalige Regeling Regio Twente, in de Gemeenschappelijke regeling SamenTwente (toen nog genaamd Gezondheid) met gastheerschappen voor Samen14 en Kennispunt Twente. Met voorliggende wijziging van de gemeenschappelijke regeling wordt de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wet gemeenschappelijke regelingen) geïmplementeerd, worden onduidelijkheden in de huidige regeling weggenomen en worden ook overig tekstuele verbeteringen aangebracht.
Het belangrijkste wettelijke kader voor de regeling is de Wet gemeenschappelijke regelingen. De Wet gemeenschappelijke regelingen kent een aantal schakelbepalingen, waardoor bepalingen uit de Gemeentewet () van overeenkomstige toepassing zijn op de regeling. Nadrukkelijk is ervoor gekozen om in de tekst niet datgene te regelen waarin de Wet gemeenschappelijke regelingen al voorziet. In de hiernavolgende toelichting zijn verwijzingen naar die wet wel opgenomen.
Gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen
Op 1 juli 2022 is een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (en de Gemeentewet) in werking getreden. Deze wijziging beoogt een versterking van de democratische legitimatie van de gemeenschappelijke regelingen. Door de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen is een wijziging van een aantal onderdelen van de gemeenschappelijke regeling SamenTwente noodzakelijk. Onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht. Voor het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling geldt een overgangstermijn van twee jaar.
Hieronder een overzicht van de wijzigingen, type wijziging, en voor zover van toepassing de daarmee corresponderende artikelen in deze regeling.
U = Unaniem besluit alle raden vereist
In Twents verband is met de raden, tijdens een gezamenlijke kennissessie op 11 januari 2023 georganiseerd door de regionale regiegroep (met daarin drie griffiers, twee gemeentesecretarissen en de directeuren van SamenTwente en Omgevingsdienst Twente), van gedachten gewisseld over de thema’s gezamenlijke adviescommissie, inwonerparticipatie en zienswijzerecht. De opbrengst van deze bijeenkomst is meegenomen in deze regeling. De regionale werkgroep organisatierecht heeft hiervoor de tekstvoorstellen gedaan. In deze regeling zijn deze zoveel mogelijk zijn overgenomen.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In dit artikel zijn enkele termen die in de regeling regelmatig terugkomen, uiteengezet. De begripsomschrijvingen spreken voor zich.
In dit artikel wordt het openbaar lichaam geïntroduceerd. Ingevolge artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is het openbaar lichaam een rechtspersoon. Hierdoor beschikt SamenTwente van rechtswege over de privaatrechtelijke bevoegdheden die nodig zijn om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer (bijv. sluiten van overeenkomsten, huren van kantoorruimte, het aangaan van geldleningen en van rekening-courantovereenkomsten).
Een rechtspersoon dient op grond van de artikel 10, derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen een vestigingsplaats te hebben. Deze vestigingsplaats staat los van de kantoor/werklocaties.
Deze formulering sluit aan bij de strategische koers en identiteit van SamenTwente, op 2 maart 2022 vastgesteld door het algemeen bestuur.
Deze bepaling vloeit voort uit artikel 10, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dat verplicht het belang/de belangen te vermelden waarvoor de regeling is getroffen.
HOOFDSTUK 3 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Onderscheiden worden vier taaksoorten: basistaken, maatwerk, plustaken en aanvullende diensten. Onderstaand overzicht geeft de verschillen weer.
§ 3.2 Basistaken en bevoegdheden
Ten opzichte van de vorige versie van de regeling (artikel 4 en 5) is in deze regeling een heldere scheiding gemaakt tussen taken en bevoegdheden: zowel voor de regeling, het algemeen bestuur en het dagelijks bestuurt. Waar dit in de vorige versie van de regeling door elkaar stond (artikel 4 en 5) is dit omwille van de duidelijkheid uit elkaar getrokken. Wat bij elkaar hoort, staat bij elkaar.
Deze regeling beschrijft de basistaken van SamenTwente in globale termen. Met de formulering ‘op gezamenlijk niveau vastgestelde’ in artikel 3.2.1 t/m 3.2.4 wordt aangegeven dat het algemeen bestuur de omvang en de inhoud van de basistaken vaststelt en kan bijstellen als het dat nodig vindt. Het moment daarvoor is de jaarlijkse vaststelling van de begroting. Deze formulering geeft flexibiliteit in de taakuitvoering.
Dit artikel beschrijft algemene taken, die niet specifiek aan een onderdeel zijn toe te wijzen.
SamenTwente is adviseur en ontwikkelpartner van gemeenten. Vanuit een brede maatschappelijke oriëntatie en sterke informatiepositie, de relevante landelijke netwerken waarbinnen SamenTwente opereert, als ook vanuit specifieke deskundigheid kan SamenTwente, ontwikkelingen signaleren, dwarsverbanden leggen, informatie bundelen en samenbrengen, onderzoeken (laten) uitvoeren, gemeenten voorstellen doen en adviseren en het nodige lobbywerk doen.
De wettelijke basis en de bestaansgrond van GGD volgt uit de Wet publieke gezondheid. Artikel 14 van de Wet publieke gezondheid geeft aan dat gemeenten binnen het gebied van een Veiligheidsregio gezamenlijk, door middel van een gemeenschappelijke regeling, een GGD in stand houden. Ook bepaalt dit artikel dat taken op het gebied van de publieke gezondheid (Hoofdstuk II van de Wet publieke gezondheid) bij de GGD moeten worden neergelegd. Daarnaast is artikel 16 van de Wet publieke gezondheid van belang voor de verplichte taken van de GGD. Dit artikel bepaalt dat het college, voordat het besluiten neemt die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de publieke gezondheidszorg, advies inwint bij de GGD. Deze verplichting is vooral relevant in relatie tot artikel 13 van de Wet publieke gezondheid. Dat artikel beschrijft de totstandkoming van het gezondheidsbeleid van de gemeente.
Om al deze taken te kunnen uitvoeren, beschikt de GGD op grond van artikel 15, eerste lid van de Wet publieke gezondheid over deskundigheid op het gebied van:
Naast de verplichte taken beschrijft artikel 14, vierde lid van de Wet publieke gezondheid ook taken of onderdelen van taken die de gemeenten bij de GGD kunnen neerleggen en wat de deelnemers – in lijn met voorgaande regelingen – ook in deze regeling hebben gedaan. Dat zijn bijv. taken binnen de jeugdgezondheidszorg (artikel 5, tweede lid, onder a tot en met d van de Wet publieke gezondheid) en uitvoering van het rijksvaccinatieprogramma (artikel 6b, derde lid van de Wet publieke gezondheid).
Naast de Wet publieke gezondheid zijn er andere wetten of regelingen die aan de Directeur Publieke Gezondheid of aan de gemeentelijke gezondheidsdienst rechtstreeks taken opdragen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan:
Wet Veiligheidsregio’s: artikel 2, derde lid van de Wet Veiligheidsregio’s bepaalt dat burgemeester en wethouders in de veiligheidsregio verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). De leiding van de GHOR is in handen van de Directeur Publieke Gezondheid van de GGD in die veiligheidsregio. Dit staat in artikel 32, eerste lid van de Wet Veiligheidsregio’s. Ook is de DPG volgens artikel 32, tweede lid, belast met de operationele leiding van de geneeskundige hulpverlening bij rampen. Deze taak voert de DPG dus uit onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van de Veiligheidsregio Twente.
Wet kinderopvang: In de Wet kinderopvang worden de kwaliteitseisen beschreven waaraan instellingen voor kinderopvang dienen te voldoen. Het college dient volgens de wet toe te zien op de naleving van deze kwaliteitseisen. Het college dient voor de uitvoering van dit toezicht volgens artikel 1.61, tweede lid, de Directeur Publieke Gezondheid aan te wijzen. Daarmee is dit toezicht een basistaak voor de GGD.
Warenwetregeling tatoeëren en piercen: In de Warenwet en in het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen worden de kwaliteitseisen gesteld waaraan tatoe- en piercingshops dienen te voldoen. In de Warenwetregeling tatoeëren en piercen wordt het toezicht op de handhaving van deze kwaliteitseisen belegd bij de GGD (artikel 7). Tevens is de GGD aangewezen als instantie waarbij de vergunningen voor exploitatie van tatoe- en piercingshops dienen te worden aangevraagd (artikel 2, vierde lid).
Wet op de lijkbezorging: De Wet op de lijkbezorging bepaalt in artikel 3 dat na het overlijden van een persoon de behandelend arts of een gemeentelijke lijkschouwer lijkschouwing verricht. Artikel 4 verplicht het college daarom één of meerdere lijkschouwers te benoemen. Dit kunnen volgens artikel 5 alleen geregistreerd forensisch artsen zijn. In Twente is de uitvoering van de Wet op de lijkbezorging bij de GGD ondergebracht. Op dit vakgebied werkt GGD Twente nauw samen met de andere 5 GGD-en in Overijssel en Gelderland (Kring Oost-Nederland). M.b.t. deze samenwerking is het voornemen te gaan samenwerken naar het model van een ‘Centrum GGD’, waarbij GGD Noord- en Oost-Gelderland gaat optreden als Centrum GGD voor de andere GGD-en. Deze samenwerking wordt de komende tijd verder vormgegeven.
GGD Twente voert voor alle deelnemers al jaren het Meldpunt woningvervuiling uit. Dit valt onder de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). Deze taak was tot dusver niet expliciet benoemd in de regeling, wat in deze regeling alsnog is gedaan.
Het meldpunt richt zich op mensen die niet uit zichzelf in actie komen om hun woning op orde te houden. Hierdoor kan een onhygiënische situatie ontstaan, die een risico kan worden voor de gezondheid.
De taken van de GGD in relatie tot dit meldpunt zijn onder meer de behandeling en triage van meldingen.
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg ziet op situaties waarin ingrijpen nodig is, omdat sprake is van (artikel 1.1, tweede lid):
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg legt verschillende taken neer bij de gemeente. Waarvan GGD Twente er een aantal uitvoert, waaronder de behandeling en triage van meldingen, het uitvoeren van verkennend onderzoek (artikel 5.2, tweede lid van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) en het aanvragen van zorgmachtigingen (artikel 5.2, vijfde lid van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg).
Op 8 december 2021 heeft het AB besloten het Meldpunt zorgwekkend gedrag (artikel 5.2, eerste lid van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) vanaf 2022 structureel te beleggen bij GGD Twente.
3.2.3 Basistaken - Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT)
De huidige samenwerking op het gebied van jeugdzorg (overkoepelend begrip voor jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering) heeft als formele basis artikel 2.8 van de Jeugdwet: ‘De colleges werken met elkaar samen, als dat voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van deze wet aangewezen is.’ De termen jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregel en jeugdreclassering, zijn in artikel 1.1 van de Jeugdwet gedefinieerd.
In artikel 2.6 van de Jeugdwet wordt een aantal verantwoordelijkheden van het college beschreven. Zo is het college er verantwoordelijk voor dat 'er een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod is' om aan diverse nader in de Jeugdwet genoemde taken te voldoen. In dit kader hebben de deelnemers en hun raden in 2014 besloten bovenlokale taken onder te brengen bij toen nog Regio Twente. Hiervoor is toen een nieuwe organisatie genaamd de Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp in Twente (OZJT) ingericht en de toenmalige gemeenschappelijke regeling aangepast. De tekst van dit artikel – weliswaar geactualiseerd - is hiermee in lijn.
Door in samenwerkingsverband (specialistische) vormen van jeugdzorg in te kopen kunnen gemeenten profiteren van de schaalvoordelen van dit inkoopverband. OZJT heeft hiervoor een inkooporganisatie ingericht (sub a). Onder de vorige versie van de regeling werd dit omschreven als het ‘inrichten van een backoffice voor taken die regionaal worden uitgevoerd of ingekocht en uitvoeren van ondersteunende werkzaamheden daarin.’
De inkooporganisatie is een zogenaamde ‘aankoopcentrale’ als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet, die voor de deelnemers raamovereenkomsten sluit met zorgaanbieders.
Om de door OZJT in te kopen zorg voldoende te omlijnen, zijn deze in artikel 3.2.3, tweede lid onder b, eerste aandachtstreepje, nader omschreven.
Voor nadere duiding en uitleg van de gehanteerde begrippen wordt verwezen naar de vastgestelde inkoopstrategieën per deelsegment voor de inkoop van de jeugdhulp 2025. Samengevat vanuit de zorgpiramide valt de inkoop van de deelsegmenten wonen en verblijf onder de residentiële /specialistische jeugdzorg en pleegzorg. De deelsegmenten advies & expertise, crisis en de subsidiëring van jeugdbescherming en/of jeugdreclassering vallen tevens onder artikel 3.2.3, tweede lid onder b. De inkoop van het deelsegment ambulant valt onder artikel 3.3.3. Het deelsegment sociale basisinfrastructuur is lokaal belegd en het deelsegment LTA landelijk.
Inkoop door OZJT is inclusief bijbehorend contractbeheer, contract- en leveranciersmanagement. Daaronder worden de volgende activiteiten verstaan.
Contractmanagement is het bewaken van de naleving van de in een contract vastgelegde afspraken. Een contract bestaat uit wederzijdse verplichtingen waarbij niet alleen de leveranciers maar ook de opdrachtgever – in dit geval het OZJT – aan haar verplichtingen moet voldoen. Contractmanagement wordt dan ook wel omschreven als een proces dat beide partijen in staat stelt aan hun contractuele verplichtingen te voldoen. Het managen van een contract wordt gedaan aan de hand van het meten van de prestaties (gemaakte afspraken) en het bijsturen van deze prestaties. Daarnaast is risicomanagement (beheersbaar houden van de risico’s) en issuemanagement (disputen/ingebrekestellingen etc.) ook een onderdeel van contractmanagement.
Bij contract- en leveranciersmanagement richt OZJT richt primair op de overeenkomsten van de meest strategisch jeugdhulpaanbieders in Twente. Het contract- en leveranciersmanagement voor de andere aanbieders is primair een verantwoordelijkheid van de lokale contractmanagers. Indien nodig kan OZJT ondersteunen en adviseren bij vraagstukken.
Naast het gezamenlijk inkopen is in 2014 ook besloten regionale reflectie als bovenlokale taak bij OZJT te beleggen. Gemeenten hebben toen aangegeven van en met elkaar te willen leren en gezamenlijk te willen reflecteren op de lokale en regionale patronen die ontstaan als het gaat om het gebruik van jeugdhulp. Regionaal zou periodiek reflectie worden gegeven op verwijspatronen die zich lokaal en regionaal ontwikkelen en over de eventuele samenhang met de inrichting van het jeugdhulpstelsel.
In de vorige versie van de regeling werd deze de taak van OZJT omschreven als ‘inrichten en inhoudelijk faciliteren van een regionaal reflectiepunt’. Het reflectiepunt is er nooit gekomen. In de huidige praktijk worden de voor reflectie benodigde onderzoeken, in opdracht van OZJT namens de gemeenten, door Kennispunt Twente uitgevoerd. De taak ‘het faciliteren van reflectie’ valt in deze regeling onder artikel 3.2.1 Basistaken – algemeen. Kortheidshalve wordt verwezen naar de toelichting bij dat artikel.
Op grond van het besluit van het algemeen bestuur van 2 maart 2022 is het inrichten en ondersteunen van jeugdbeschermingstafels als bovenlokale taak hieraan toegevoegd. Een Jeugdbeschermingstafel is een plek voor overleg tussen ouders, jongeren (12+), de betrokken zorgorganisatie(s) binnen het gedwongen kader en gemeenten. Aan de Jeugdbeschermingstafel vindt afstemming en overdracht plaats en wordt besloten welke maatregelen in het vrijwillig dan wel het gedwongen kader nodig zijn om snel en doeltreffende hulp op gang te brengen.
De Jeugdbeschermingstafel vinden plaats wanneer:
3.2.4 Basistaken - Veilig Thuis Twente (VTT)
Veilig Thuis is een verplichte samenwerking van de colleges op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Artikel 4.1.1 bepaalt dat colleges zorgen voor de inrichting van een Veilig Thuis-organisatie. Hierbij is artikel 2.6.1. relevant. Daarin staat dat gemeenten hierin samenwerken wanneer dat vanuit een doeltreffende en doelmatige uitvoering zinvol is. Deelnemers hebben de uitvoering van Veilig Thuis gezamenlijk regionaal georganiseerd in Veilig Thuis Twente (VTT).
Artikel 4.1.1 beschrijft de taken van Veilig Thuis:
Verder verplicht dit artikel het college een goede samenwerking te bevorderen tussen Veilig Thuis, de hulpverlenende instanties, de politie, de gecertificeerde instellingen en de raad voor de kinderbescherming in de zin van de Jeugdwet. De Jeugdwet bevat specifieke regels voor deze samenwerking.
Het handelingsprotocol vormt de professionele standaard voor het werk van Veilig Thuis Twente. De onder c t/m e geformuleerde basistaken komen voort uit en zijn in lijn met ‘Samenwerkingsafspraken 2020 tussen Gemeenten en VTT’.
VTT wordt in de basis gefinancierd met gemeentelijke bijdragen en een structurele subsidie vanuit de gemeente Enschede in de rol van centrumgemeente. Dit is besloten in het algemeen bestuur op 16 december 2020, na besluitvorming hierover op 23 november 2020 door het college van burgemeester en wethouders van Enschede.
Het is van belang de verschillende bevoegdheden hierbij te onderscheiden, te weten: eigen bevoegdheden, overgedragen bevoegdheden en afgeleide bevoegdheden.
Eigen bevoegdheden zijn bevoegdheden die het bestuur heeft op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zoals het vaststellen van de begroting. Hieronder vallen ook de bevoegdheden die SamenTwente heeft als rechtspersoon, zoals het aangaan van overeenkomsten. Zie ook de toelichting bij artikel 1.2.
In de Wet gemeenschappelijke regelingen is precies omschreven welke (eigen) bevoegdheden welk orgaan heeft: het algemeen bestuur (artikel 33), het dagelijks bestuur (artikel 33b), de voorzitter (artikel 33d).
Overgedragen (gedelegeerde) bevoegdheden zijn de bevoegdheden die de deelnemers bij de gemeenschappelijke regeling neerleggen. Artikel 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen vormt de wettelijke basis hiervoor.
Afgeleide bevoegdheden zijn bevoegdheden die niet expliciet bij de gemeenschappelijke regeling zijn gelegd maar impliciet zijn meegegaan. Te denken valt aan bijvoorbeeld het afhandelen van klachten, Woo verzoeken en bezwaarschriften.
Deze bepaling vloeit voort uit artikel 10, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen dat verplicht in de regeling op te nemen welke bevoegdheden de deelnemers op grond van artikel 30, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, aan het openbaar lichaam overdragen (delegeren). Het openbaar lichaam oefent deze bevoegdheden onder eigen verantwoordelijkheid uit.
Om de basistaken te kunnen uitvoeren worden in dit artikellid de daarvoor benodigde bevoegdheden aan het bestuur van SamenTwente overgedragen (gedelegeerd). Besluitvorming daarover vindt plaats door het DB of AB. De colleges kunnen de overgedragen taken en bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen en de raden kunnen op de uitoefening hiervan alleen binnen de spelregels van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeenschappelijke regeling SamenTwente invloed uitoefenen.
Overdracht van bevoegdheden is rand voorwaardelijk voor een effectieve en doelmatig taakuitvoering en een slagvaardig bestuur.
Omdat deze regeling een zogenaamde collegeregeling is, gaat het hierbij alleen om collegebevoegdheden. Concreet betekent dit dat waar in wetgeving of regelgeving een bevoegdheid bij de gemeenteraad is neergelegd, het bestuur van SamenTwente hier niet in kan treden. Datzelfde geldt ook voor bevoegdheden die een college in de rol van centrumgemeente heeft. Denk hierbij bijv. aan de bevoegdheden die Enschede heeft in de rol van Centrumgemeente vrouwenopvang / aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling in relatie tot Veilig Thuis Twente (basistaak) en Centrum Seksueel Geweld Twente-Achterhoek (aanvullende dienst).
Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van SamenTwente. Het algemeen bestuur richt zich vooral op de beleidskaders, de begroting en de rekening en houdt toezicht op het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur voert uit binnen de gegeven kaders en is bestuurlijk verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van SamenTwente
Bij regelgevende bevoegdheid genoemd in het derde lid, onder c, gaat het bijv. om de bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen of beleidsregels. Regels kunnen worden vastgesteld voor de uitoefening van overgedragen bevoegdheden en ook voor de uitoefening van bevoegdheden die zien op de interne organisatie, de zogenaamde interne eigen bevoegdheden. Hierbij kan bijv. gedacht worden aan het opstellen van een reglement van orde (art. 22, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen jo. artikel 16 van de Gemeentewet)
Het derde lid, benoemt onder d t/m f bevoegdheden die ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen aan het algemeen bestuur kunnen worden toevertrouwd indien de regeling die mogelijkheid biedt. Om bestuurlijke drukte te voorkomen, wordt met de bevoegdheid tot het vormen van een bestuurscommissie zeer terughoudend omgegaan.
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in de artikel 10, vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Dit artikel is naar model van de werkgroep organisatierecht. Dit artikel komt tegemoet aan de wens van de raden niet het gevoel te hebben te moeten tekenen bij het kruisje en flexibiliteit.
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in de artikel 10, zevende lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Dit artikel is overeenkomstig het model van de werkgroep organisatierecht.
§ 3.3 Overige taken en bevoegdheden
Basistaken worden naar omvang en kwaliteit voor alle deelnemers op een gelijk niveau uitgevoerd. Dit niveau wordt bepaald door het algemeen bestuur. Het moment daarvoor is de jaarlijkse vaststelling van de begroting.
Wanneer daarom wordt verzocht kan SamenTwente voor één of meerdere gemeenten een basistaak op een hoger dienstverleningsniveau uitvoeren of aanvullend op de basistaak andere aan de basistaak verwante werkzaamheden uitvoeren. Voorwaarde is wel dat de uitvoering van de basistaakuitvoering hierdoor niet in het gedrang komt.
De vorige versie van de regeling kende in artikel 5, eerste lid, onder e een vergelijkbare bepaling uitsluitend voor de GGD. Voorbeelden van maatwerk zijn de Wijk GGD, Sociaal medisch spreekuur dak en thuislozen voor Enschede (centrumgemeente voor 8 Twentse gemeenten), Toezicht Prostitutie-inrichtingen, Ziekteverzuim Expertise Team (ZET)
Maatwerk wordt bekostigd op onderling overeengekomen wijze (subsidie, tarief, offerte, etc.). Waar nodig wordt maatwerk uitgevoerd op basis van volmacht e/o mandaat.
Deze bepaling is opgenomen in het belang van de nodige flexibiliteit in de taakuitvoering. Bij plustaken gaat het over taken passend bij een basistaak van (een organisatieonderdeel van) SamenTwente, waarvan alle deelnemers unaniem hebben besloten dat deze door SamenTwente worden uitgevoerd. Het zijn taken die feitelijk (nog) niet geregeld zijn in de regeling, maar waartoe de regeling wel ruimte biedt. Taken die de potentie hebben om bij een eerstvolgende wijziging van de regeling te worden opgenomen als basistaak van SamenTwente.
Voorbeelden van plustaken zijn de Samenwerkingsafspraken gemeenten regio Twente – Veilig Thuis Twente en onderdelen van de OGGZ inzet van GGD Twente, die met deze wijziging van de regeling zijn opgenomen als basistaak.
Plustaken worden bekostigd via een tijdelijke aanvullende bijdrage van alle deelnemers.
SamenTwente kan voor deelnemers en niet-deelnemers andere specifieke diensten verlenen. Overeenkomstig de vorige versie van artikel 4, derde lid van de regeling en het daaraan ten grondslag liggende AB-besluit van 7 april 2021 wordt een besluit daartoe unaniem genomen door het algemeen bestuur. Aanvullende diensten worden bekostigd op basis van de afspraken die daarover tussen partijen worden gemaakt. Waar nodig worden aanvullende diensten uitgevoerd op basis van volmacht e/o mandaat.
Aanvullende diensten hoeven geen directe relatie te hebben met de belangen waarvoor de regeling is getroffen. Aanvullende diensten kunnen bijv. voortkomen uit de historie van SamenTwente. De dienstenverlening van SamenTwente aan het Recreatieschap Twente (werkzaamheden op het gebied van bedrijfsvoering) is hier een voorbeeld van.
Anders dan bij maatwerk en plustaken kunnen aanvullende diensten ook aan niet-deelnemers worden verleend. Een aanvullende dienst in de zin van deze regeling is bijvoorbeeld het inrichten en in stand houden van een Centrum Seksueel Geweld, op basis van een jaarlijkse subsidieverlening door centrumgemeenten Enschede (penvoerder), Arnhem en Apeldoorn.
Onder aanvullende diensten, vallen ook de diensten die SamenTwente voor Coalitions of the Willing (CotW) uitvoert. CotW zijn vrijwillige samenwerkingen van 2 of meer gemeenten (kan ook zijn 14) en eventuele andere organisaties ten behoeve van een doel of thema. De samenwerking kenmerkt zich doordat er geen juridische entiteit is. De samenwerking kan, maar hoeft niet, in een samenwerkingsovereenkomst te zijn beschreven. Besturing van de samenwerking gebeurt vanuit een bestuurlijk overleg tussen de deelnemers. Voorbeelden van een CotW zijn Samen14, Kennispunt Twente of Twentse Koers. SamenTwente kan op verzoek, een CotW faciliteren, bijv. door hiervoor gastheer te zijn en in het verlengde daarvan voorzieningen te bieden. Die voorzieningen kunnen betrekking hebben op het beschikbaar stellen van vergaderfaciliteiten, maar kunnen ook betrekking hebben op het beschikbaar stellen van personeel (bieden van werkgeverschap – artikel 4, vierde lid van de vorige versie van de regeling) voor bijv. het coördineren en afstemmen van gemeentelijke beleidsvoornemens, beleidsmaatregelen en werkzaamheden of het voeren van het secretariaat.
Het is voorwaardelijk dat afspraken over het gastheerschap vastgelegd worden in een (dienstverlenings)overeenkomst, waarin de afspraken over de wijze van kostentoerekening en de overige voorwaarden waaronder de werkzaamheden worden uitgevoerd, schriftelijk zijn vastgelegd.
HOOFDSTUK 4 STRATEGISCH PROGRAMMA
De bestuursorganen van een gemeenschappelijke regeling zoals van SamenTwente zijn geregeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen regelt enkele zaken rond de vergaderingen van het algemeen bestuur, waaronder de openbaarheid. Het bepaalt ook dat een groot aantal bepalingen in de Gemeentewet van toepassing is.
5.5 Portefeuillehoudersoverleg
Hiermee wordt invulling gegeven aan het bepaalde in de artikelen 16 tweede lid en artikel 17 derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Bij de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt naast de al bestaande informatiestromen tussen raad en algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling een nieuwe mogelijkheid toegevoegd namelijk de actieve informatieplicht van het algemeen bestuur aan de raden De huidige informatiestromen kunnen als volgt schematisch worden weergegeven:
Het collegelid heeft als lid van het AB een actieve en passieve informatieplicht naar de gemeenteraad (artikel 169 Gemeentewet). Dit geldt ook voor het handelen als AB-lid van een GR.
Leden van de raad kunnen het bestuur van de gemeenschappelijke regeling om inlichtingen vragen (artikel 17 Wet gemeenschappelijke regelingen) waarop het bestuur verplicht is te antwoorden (passieve informatieplicht).
Aan artikel 17 is een nieuw lid toegevoegd dat regelt dat het AB en het DB de raden alle inlichtingen geeft die zij nodig hebben (actieve informatieplicht).
Het is lastig te bepalen om welke informatie het bij de actieve informatieplicht kan gaan, want het gaat om het brede begrip ‘voor de uitoefening van hun taken’. Het moet gaan om een aanvulling op de al bestaande informatiestromen. Ook moet duidelijk blijven dat het hier niet gaat over een verantwoordingsplicht. De formele besluitvormings- en verantwoordingslijnen blijven ongewijzigd. De eerste verantwoordelijkheid voor het informeren van de raad blijft bij het AB-lid.
In dit verband is het denkbaar dat de informatie die de raden op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet al van hun AB-lid ontvangen, wordt aangevuld met informatie over inhoudelijke onderwerpen, passend bij de controlerende en kaderstellende rol van de raden. Dit sluit aan bij de formele verantwoordingslijnen zoals hieronder schematisch weergeven.
Bij de invulling van de actieve informatieplicht wordt o.a. gebruik gemaakt van een communicatieplatform (extranet).
Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in de artikel 16, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Colleges wijzen uit hun midden ieder een vertegenwoordiger aan in het AB (artikel 5.1). Deze is verantwoording schuldig aan het college en de raad voor zijn inbreng in het AB (artikel 5.7). De raad is kaderstellend voor het eigen gemeentelijk beleid, wat leidend is voor het optreden van het college en het collegelid in het AB. Een AB-lid kan niet worden aangesproken op het uiteindelijke AB-besluit, maar slechts op zijn eigen handelen. Is er bij de besluitvorming in het AB geen sprake van consensus dan wordt gestemd met meerderheid van stemmen (artikel 5.2 ).
In het AB wordt besloten wie in het DB zitting zullen hebben (artikel 5.3). Het DB is verantwoording verschuldigd aan het AB (art. 19a van de Wet gemeenschappelijke regelingen). Raadsleden kunnen DB-leden niet rechtstreeks aanspreken. DB-leden zijn alleen verantwoording schuldig aan het AB. Een DB-lid vertegenwoordigt dan ook niet het college dat hem heeft aangewezen, maar heeft een collegiale verantwoordelijkheid voor het functioneren van SamenTwente.
Op 1 april 2023 zijn de bepalingen in de gemeentewet over geheimhouding vereenvoudigd en samengebracht in een nieuw Hoofdstuk Va. Daarvoor was het opleggen van geheimhouding geregeld in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet. Voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur werd In de vorige versie van de gemeenschappelijke regeling werd verwezen naar artikel 55.
Artikel 23 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de geheimhoudingsbepaling m.b.t. het algemeen bestuur, is vergelijkbaar met het oude artikel 25 voor de raad. Een met artikel 86 vergelijkbaar artikel, dat geschreven is voor de burgemeester kent de Wet gemeenschappelijke regeling niet.
Grondslag voor deze bepaling is artikel 40 eerste lid Archiefwet 1995. De Archiefwet 1995 is sterk verouderd en wordt naar verwachting binnen afzienbare tijd vervangen door een nieuwe Archiefwet.
De regels over de begroting staan in artikel 34 en artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Binnen een openbaar lichaam, zoals SamenTwente, komt het budgetrecht toe aan het algemeen bestuur. In artikel 34 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is die bevoegdheid rechtstreeks bij wet aan het algemeen bestuur toegekend. Zodra het algemeen bestuur de begroting vaststelt zijn de daarin opgenomen bijdragen van de gemeente verplichte uitgaven (artikel 10a Wet gemeenschappelijke regelingen artikel 193 van de Gemeentewet). Weigert de raad deze verplichtingen op de gemeentebegroting te zetten dan kunnen gedeputeerde staten, als toezichthouder, ingrijpen (artikel 194 en 195 Gemeentewet).
Aan de begroting gaat de kadernota (of hoofdlijnenbrief/ontwikkelingenbrief genaamd) vooraf. Overeenkomstig de op Twents niveau afgesproken werkwijze ziet de P&C cyclus van SamenTwente er als volgt uit:
Het dagelijks bestuur geeft de gemeenteraden medio juni – medio juli een schriftelijke reactie op de ingekomen zienswijzen en legt vervolgens de begroting incl. zienswijzen aan het algemeen bestuur voor om definitief vast te stellen. De begrotingsvergadering van het algemeen bestuur wordt ingepland direct voor of na het zomerreces.
Hiermee wordt geregeld dat op (technische) begrotingswijzigingen die de gemeentelijke bijdrage niet verhogen, niet de zienswijzeprocedure van toepassing is.
De kosten van de basistaken en de plustaken worden in de regel verdeeld op basis van inwonertal of jeugdigen. De tenzij geeft de uitzonderingsituatie aan. Op dit moment doet zich dit bijvoorbeeld voor bij de basistaken lijkschouw binnen de forensische geneeskunde en de uitgevoerde inspecties kinderdagopvang en gastouders.
HOOFDSTUK 8 TOETREDEN, UITTREDEN, WIJZIGEN EN OPHEFFEN
Wijziging, opheffing, toe- en uittreding, vereffening zijn verplicht te regelen onderwerpen o.g.v. artikel 9 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Deze bepaling is overeenkomstig het model van de werkgroep organisatierecht.
Deze bepaling heeft alleen betrekking op de uittreding uit deze regeling. Bij een Coalition of the Willing worden over de eventuele kosten bij beëindiging met de betrokken gemeenten of het samenwerkingsverband specifieke afspraken gemaakt. Deze worden in de bestuursovereenkomst en/of dienstverleningsovereenkomst vastgelegd. Wordt hierover vooraf geen consensus bereikt dan wordt er geen overeenkomst gesloten en kan SamenTwente geen werkzaamheden voor de betreffende gemeenten of het samenwerkingsverband uitvoeren.
Deze bepaling is naar model van de werkgroep organisatierecht.
Deze bepaling is naar model van de werkgroep organisatierecht.
Artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat deelnemers aan een gemeenschappelijke regeling eventuele geschillen ter beslechting aan gedeputeerde staten kunnen voorleggen. Het is in de samenwerkingspraktijk echter gebruikelijk te proberen het geschil eerst via een interne procedure, in der minne op te lossen.
Deze bepaling is gelijk aan de modelbepaling (variant 1) van de werkgroep organisatierecht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-250186.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.